Regeling vervallen per 18-01-2013

Leefmilieuverordening Horecabeleid 2007

Geldend van 18-01-2008 t/m 17-01-2013

Intitulé

Leefmilieuverordening Horecabeleid 2007

De raad van de gemeente Tilburg;

- gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

- gelet op de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

Besluit:

De 'Leefmilieuverordening Horecabeleid 2007' vast te stellen overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte voorschriften en kaarten.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 september 2007. de griffier, de voorzitter,

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op het bij deze verordening aangegeven gebied zoals aangegeven op de bijbehorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten.

Artikel 2. Begripsbepalingen

  • 1.

    Horeca I:

    Tot Horeca I worden gerekend (eet)cafés, restaurants, koffieshops, brasserieën, lunchrooms, cafetaria’s snackbars e.d. met een netto-vloeroppervlakte (n.v.o.) van ten hoogste 150 m2. Tot Horeca I worden tevens gerekend winkelondersteunde (d.w.z. op winkelend publiek gerichte) horecavoorzieningen die een onderdeel uitmaken van winkelwarenhuizen of inpandig gesitueerd zijn in besloten winkelpassages en waarvoor de winkelsluitingstijden worden aangehouden.

  • 2.

    Horeca II:

    Tot Horeca II worden gerekend dezelfde horecagelegenheden als onder Horeca I maar dan met een netto-vloeroppervlakte (n.v.o.) van 150 m2 tot maximaal 500 m2 n.v.o., alsmede partycentra tot maximaal 500 m² n.v.o.

  • 3.

    Horeca III:

    Tot Horeca III worden gerekend:

    • -

      bar-dancings, discotheken, (nacht)bars, hotels en erotisch gerichte horeca (en -voorzover deze laatste tevens wordt aangemerkt als prostitutie-inrichting, escortbedrijf, e.d.-alleen indien hiervoor vergunning is verleend ingevolge de APV;

    • -

      grootschalige horecagelegenheden zoals vermeld onder horeca I en II of combinaties daarvan waarvan het netto vloeroppervlak (n.v.o.) 500 m2 of meer bedraagt

  • 4.

    Netto-vloeroppervlakte horecabedrijven:

    De som van de binnenwerks gemeten oppervlakten van de voor publiek toegankelijke verblijfsruimten binnen een horecavoorziening I, II en III, zoals café- en barruimte (inclusief bar), eetzaal, foyer, dansvloer/podium, entree e.d. Hiertoe behoren derhalve niet oppervlakten t.b.v. keuken, toiletgroepen, garderobe, opslag, dienstruimten e.d.

  • 5.

    Horeca-vestiging met het accent op verstrekking van alcoholhoudende dranken:

    hiertoe worden gerekend café, bar, eetcafé, grand-café, brasserie, pool of snookercafé e.d.

    alsmede hiermee gelijk te stellen : coffeeeshop, theehuis e.d.

  • 6.

    Horeca-vestiging met het accent op verstrekking van maaltijden:

    hiertoe worden gerekend restaurant, partycentrum, cafetaria, snackbar, shoarmazaak, grillroom e.d. alsmede hiermee gelijk te stellen : lunchroom.

  • 7.

    Erotisch gerichte horeca:

    een bedrijf dat tot doel heeft het daarbinnen doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en tevens bedrijfsmatig ten behoeve van verbruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.

Artikel 3. Horecabedrijven

Het is verboden te bouwen, werken en werkzaamheden te verrichten en/of

gronden en opstallen te gebruiken ten behoeve van een horeca I, II en III-inrichting danwel combinaties daarvan behoudens vergunning (leefmilieuvergunning) van

burgemeester en wethouders.

Artikel 4. Vergunningen

  • 1.

    Een vergunning als bedoeld in artikel 3 moet schriftelijk worden aangevraagd door de exploitant van de horeca-inrichting.

  • 2.

    De aanvraag om een vergunning vermeldt:

    • a. naam en adres van de aanvrager,

    • b. de activiteit waarvoor een vergunning wordt aangevraagd,

      • c.

        de kadastrale ligging en het adres van de inrichting, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd,

      • d.

        de omvang van de inrichting in vierkante meters bedrijfsvloeroppervlakte,

      • e.

        overige gegevens die burgemeester en wethouders voor de beoordeling van de aanvraag nodig achten.

  • 3.

    Indien de aanvraag niet de gegevens bevat die krachtens of ingevolge de verordening zijn vereist, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen 14 dagen de aanvraag aan te vullen.

  • 4.

    Indien de aanvrager niet binnen de gestelde termijn gebruik maakt van de gelegenheid als bedoeld in lid 3, nemen burgemeester en wethouders de aanvraag niet in behandeling.

  • 5.

    De vergunning wordt ten name gesteld van het pand en is overdraagbaar.

  • 6.

    Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden in het belang van wering van dreigende, en stuiting van reeds ingetreden achteruitgang van de woon- en werkomstandigheden, dan wel uiterlijk aanzien van het in artikel 1 aangewezen gebied.

  • 7.

    Een vergunning kan voor een bepaalde tijd worden verleend.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders beslissen over een aanvraag om een vergunning binnen 12 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Zij kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste 12 weken verdagen. Een afschrift van het besluit tot verdaging wordt aan de aanvrager gezonden.

  • 9.

    Een vergunning kan worden ingetrokken, indien zij is verleend op grond van onjuiste of onvolledige gegevens, indien de voorschriften niet worden nagekomen, dan wel indien van de vergunning geen gebruik meer wordt gemaakt. Alvorens de vergunning wordt ingetrokken wordt de houder van de vergunning gehoord.

Artikel 5. Weigeringsgronden

  • 1.

    Een vergunning voor een horeca-inrichting moet in de volgende gevallen, voor de op de kaart aangegeven gebieden, worden geweigerd:

    • a.

      Winkelcentra :

      • -

        Voor zover het gaat om open winkelstraten (derhalve niet de besloten winkelpassages en als onderdeel van winkels/ warenhuizen), voor nieuwe vestigingen van horeca I- inrichtingen die voornamelijk gericht zijn op het verstrekken van alcoholische dranken, wanneer zich binnen een straal van 250 meter van het beoogde vestigingspunt andere soortgelijke vestigingen uit de categorieën I, II en III bevinden;

      • -

        In winkelcentra (open winkelstraten, besloten winkelpassages en als onder deel van winkels/ warenhuizen) moet vergunning worden geweigerd voor horeca II en III-inrichtingen.

    • b.

      Lijnstructuur horeca :

      • -

        Voor horeca III-inrichtingen.

      • -

        Voor horeca I en II-inrichtingen, voor zover het gaat om inrichtingen in hoofdzaak gericht op verstrekking van alcoholische dranken, moet vergunning worden geweigerd wanneer zich binnen een straal van 250 meter soortgelijke inrichtingen uit de categorieën horeca I, II of III bevinden. Voor horeca I en II-inrichtingen, voor zover het gaat om inrichtingen in hoofdzaak gericht op verstrekken van maaltijden, moet vergunning worden geweigerd wanneer zich binnen een straal van 250 meter meer dan 2 soortgelijke vestigingen uit de categorieën I, II of III bevinden.

    • c.

      Woongebieden :

      • -

        Voor horeca II en III-inrichtingen.

      • -

        Voor horeca I-inrichtingen moet vergunning worden geweigerd wanneer zich binnen een straal van 500 meter van het beoogde vestigingspunt soortgelijke vestigingen bevinden uit de categorieën horeca I, II of III.

    • d.

      Bijzondere gebieden : (buitengebieden, industriegebieden, kantoorlocaties, sportterreinen, onderwijsterreinen, en gezondheidszorgterreinen):

      Wanneer de horeca-vestiging niet ondersteunend is aan de hoofdfunctie van het betreffende gebied. Voor industrieterreinen en kantorenlocaties wordt een uitzondering gemaakt voor grote hotels en restaurants uit de categorie horeca III. Hiervoor gelden geen maxima. Voor de stationszone wordt een uitzondering gemaakt voor horeca I en II-inrichtingen (hiervoor gelden geen maxima).

  • 2.

    Daarnaast moet vergunning worden geweigerd wanneer de aard en omvang van de beoogde activiteiten naar aard en schaal niet passen binnen het gebied en wanneer er onevenredige aantasting plaats vindt van de in de omgeving aanwezige functies, waarbij in het bijzonder aandacht moet worden geschonken aan de woonfunctie en het aspect "hinder tussen bedrijven".

Artikel 6. Overgangsbepaling

Voor de inrichtingen die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening in het artikel 1 omschreven gebied bestaan en die als zodanig zijn vermeld in de bij deze verordening behorende bijlage , worden geacht vergunning te hebben ingevolge artikel 4 voor de termijn van de looptijd van de Verordening.

Artikel 7. Strafbepaling

Overtreding van het in artikel 3 vervatte verbod wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 47 van de Wet op de stads en dorpsvernieuwing.

Artikel 8. Termijn

Deze verordening geldt voor 5 jaar

Artikel 9. Naam

Deze verordening kan worden aangehaald als "Leefmilieuverordening Horecabeleid2007”.

Behoort bij besluit van de Raad van de Gemeente Tilburg van

tot vaststelling van de "Leefmilieuverordening Horecabeleid 2007".

Mij bekend, de griffier

Bijlage als bedoeld in artikel 6 van de

Leefmilieuverordening Horecabeleid 2007

Tekeningen:

RI-2007-leefmilieuverordening-1.pdf

RI-2007-leefmilieuverordening-2.pdf

RI-2007-leefmilieuverordening-3.pdf

RI-2007-leefmilieuverordening-4.pdf

RI-2007-leefmilieuverordening-5.pdf

RI-2007-leefmilieuverordening-6.pdf

[Klik hier om het document te downloaden]

HANDELSNAAM

STRAAT

horeca- categorie

opmerkingen

CAFETARIA YALCIN

GASTHUISRING 11

cat. I

cafetaria

KEVRAN SARAY

GASTHUISRING 21

cat. I

café

EETCAFE BRANDS

GROESEINDSTRAAT 80

cat. I

(eet)café

LEE'S GARDEN

GROESEINDSTRAAT 117

cat.I

restaurant

GROOT KAFEE 'T VATICAAN

HEUVEL 02

cat.I

(eet)café

DE SATE-HUT

HEUVEL 03

cat.I

restaurant

HET HUYS VAN VOSKENS

HEUVEL 05

cat. II

(eet)café/brasserie/restaurant

GRILLROOM KARNAK

HEUVEL 06

cat.I

cafetaria

NO WORRIES B.V.

HEUVEL 07

cat.I

(eet/feest)café

CAFE RESRATURANT DE UITSTAD

HEUVEL 08

cat.II

(eet/feest)café

CAFE POLLY MAGGOO

HEUVEL 10

cat. I

(eet)café

WEEMOED

HEUVEL 12

cat. I

(eet)café

STOFFEL

HEUVEL 13

cat. II

(eet)café

TRIBUNAAL

HEUVEL 14

cat. I

(eet)café

HEUVEL 15

HEUVEL 15

cat. I

(eet)café

T BUITENBEENTJE

HEUVEL 15A

cat. I

(eet)café

CAFE LE CLOCHARD

HEUVEL 16

cat. I

(eet)café/bar

CAFE PHILIP

HEUVEL 38

cat. III

(eet)café/restaurant + danscafé

LÓRANGERIE

HEUVEL 39

cat. I

restaurant

L' OLIVO

HEUVEL 41

cat. I

restaurant

CAFE THE LIME

HEUVEL 42

cat. I

(eet)café

RESTAURANT BIJ WIJZE VAN KLIJZE

HEUVEL 43

cat. I

restaurant

THE SHANNON BAR

HEUVEL 44

cat. II

(eet)café

CAFE BABBUS

HEUVEL 46

cat. I

(eet)café

TORTILLA'S

HEUVEL 47

cat. I

restaurant

De Nacht B.V.

HEUVEL 47a

cat.III

nachtclub

CUL DE SAC

HEUVEL 48

cat. I

(eet)café

FEEL

HEUVEL 49

cat. II

(eet)café

VILLA FIESTA

HEUVELRING 90

cat. II

(eet/feest)café

DISCOTHEEK ZINO B.V.

HEUVELRING 94

cat. III

discotheek

CAFE QWIBUS

HEUVELRING 98

cat. I

(eet)café

DE TWEE BOEREN

HEUVELRING 102

cat. I

(eet)café

LAMME GOEDZAK

HEUVELRING 104

cat. I

(eet)café

AZIE CHINEES INDISCH RESTAURANT

HEUVELRING 110

cat. II

restaurant

EXTASE B.V.

HEUVELRING 112

cat. I

(eet)café

BAR "DE SCHUUR"

HEUVELRING 114

cat. I

(eet)café

DISCOTHEEK BLITZ B.V.

HEUVELRING 116

cat. III

discotheek

BISTRO D´N VERKET

HEUVELRING 118

cat. I

restaurant

DE BEURS

HEUVELRING 120

cat. II

restaurant/(eet)café

DE LINDEBOOM

HEUVELRING 126

cat. III

hotel

BAR BODEGA THE LEGENDS

HEUVELRING 126

cat. I

(eet)café

MAESTRO

HEUVELRING 128

cat. II

restaurant

RESTAURANT JUFFROUW TOK

HEUVELRING 220

cat. II

restaurant

SAINTS

HEUVELRING 222

cat. II

(pool/biljart)café

MINOS PALLAS GRIEKS RESTAURANT

HEUVELRING 224

cat. II

restaurant

CAFETARIA EETCAFE TIJSSEN

HOEFSTRAAT 125 c

cat. I

cafetaria/(eet)café

CAFE VAN DEN BREKEL

HOEFSTRAAT 166

cat. II

(eet)café

T HOEFKE

HOEFSTRAAT 181

cat. II

restaurant/(eet)café

CAFETARIA 'T HOEKSKE

HOEFSTRAAT 234

cat. I

cafetaria

GILLMORE POOLBILJART

JULIANAPARK 23

cat. I

(eet/pool/biljart)café

RESTAURANT GRILLHOUSE BOSPORUS

KORVELSEWEG 188

cat. I

restaurant

KOFFIESHOP MAXIMILLIAN

KORVELSEWEG 192

cat. I

koffieshop

BHV SNACKS

KORVELSEWEG 202A

cat. I

cafetaria

CAFE DE TRIANGEL

LANCIERSSTRAAT 70

cat. I

(eet)café

DE PELGRIMHOEVE

PELGRIMSWEG 27

cat. II

(eet)café/zalenverhuur

RESTAURANT BALI

PIUSPLEIN 55

cat. II

restaurant

CAFE DE PLAATS

PIUSPLEIN 61

cat. I

(eet)café

CAFE HOE IS ´T

PIUSSTRAAT 4

cat. I

(eet)café

GRIEKSE SNACKBAR RHODOS

PIUSSTRAAT 6

cat. I

cafetaria

EETCAFE-RESTAURANT JERUZALEM

PIUSSTRAAT 20B

cat. I

(eet)café/restaurant

PETIT RESTAURANT NEFES

PIUSSTRAAT 26

cat. I

(eet)café/restaurant

SOCIETEIT STUDENTENVERENIGING PLATO

ST JOSEPHSTRAAT 38

cat. II

is weg, nu op Schouwburgring, pand gekocht door ontwikkelaar

RISTORANTE FANELLI'S

ST JOSEPHSTRAAT 136

cat. I

restaurant

SPRAKELOOS

ST JOSEPHSTRAAT 138

cat. II

restaurant

KOFFIESHOP LEVEL

ST. ANNAPLEIN 13

cat. I

koffieshop

EETCAFE DEN ENGEL

ST. ANNAPLEIN 25

cat. 1

cafetaria

PATRONAAT TILBURG B.V.

VEEMARKSTRAAT 33

cat. III

(dans)café

EET- EN DRINKGELEGENHEID 'T VELD

VELDHOVENRING 67 a

cat. I

(eet)café

TAVERNE MAXIM

VELDHOVENRING 69 b

cat. I

al ong. jaar dicht, eigenaar pand zoekt nieuwe ondernemer, maar is ook bereid mee te denken aan andere bestemming van pand, bv winkel.

KOFFIESHOP XTRA

VELDHOVENRING 69 c

cat. II

koffieshop

LA VIDA

VELDHOVENRING 79

cat. II

theatercafé/restaurant

ACACIA BRIDGESOCIETEIT

VELDHOVENRING 89

cat. I

(eet)café

CHINESE MUUR

VERDIPLEIN 106

cat. I

restaurant

ABU SIMBEL GRILLROOM

VERDIPLEIN 109

cat. I

cafetaria

VERDI SNACKCORNER

VERDIPLEIN 111

cat. I

cafetaria

Toelichting

Opgesteld door:

Gemeente Tilburg, Dienst Gebiedsontwikkeling

Afdeling Stedenbouw

voorontwerp: 17 april 2007

ontwerp: 24 mei 2007

vaststelling: 24 september 2007

goedkeuring: 13 december 2007

in werking: 18 januari 2008

CODE 2007-010 onherroepelijk: 18 januari 2008

Inhoud

1.Algemeen

2. De problematiek

3. Vernieuwing horecabeleid

4. Wijzigingen in het gebied waarop de Leefmilieuverordening van toepassing is

4.1 Verkleining van het gebied waarop de Leefmilieuverordening van toepassing is i.v.m. nieuwe (beheer)bestemmingsplannen

5. De Leefmilieuverordening

6. De Nota "Over smaak valt best te twisten" Horecabeleid Tilburg 2006-2015

1. Algemeen

In de Nota "Over smaak valt best te twisten" Horecabeleid 2006-2015" (door de gemeenteraad vastgesteld op 13 februari 2006) is als opvolger van de horecabeleidsnota uit 1995 (Nota Geïntegreerd Horecabeleid), wederom antwoord gegeven op de vraag of, en zo ja waar en in welke mate uitbreiding van de bestaande horeca en vestiging van nieuwe horeca toegestaan kan worden. Daarbij wordt ernaar gestreefd om de sociaal-recreatieve en economische waarde van de horeca zo goed mogelijk aan te wenden door met een weloverwogen ruimtelijke invulling verantwoorde (beperkte) ontwikkelingen in de horecabranche te stimuleren, zowel binnen als buiten het Horeca Concentratiegebied. In de Nota Horecabeleid wordt gewerkt met de begrippen ontwikkelen, beperkt ontwikkelen en consolideren als voor bepaalde gebieden de beleidsinzet voor de horeca wordt beschreven. Centraal hierbij staat de vraag hoe groot de maximale overlast mag zijn die horeca op haar omgeving uitstraalt en wanneer deze de maximaal toelaatbare grenzen overschrijdt. De mate van overlast hangt nauw samen met het aantal, de grootte, de sluitingstijden en de aard van de horecabedrijven in dat gebied. De vraag naar de maximaal te accepteren overlast kan daarom worden gelezen als de vraag naar het maximaal toelaatbare aantal c.q. grootte van de verschillende soorten horeca in een bepaald gebied c.q. stadsdeel. Onderscheid dient hier wel gemaakt te worden in de verschillende soorten gebieden (horecaconcentratiegebied, winkelcentra, lijnstructuur, woongebieden en bijzondere gebieden) alsmede in de verschillende stadsdelen (Binnenstad, Oude Stad, West en Noord). Immers aan het wonen in bijvoorbeeld het centrum zijn naast de voordelen van bereikbaarheid van diverse voorzieningen ook nadelen verbonden, zoals een hogere acceptatiegraad ten aanzien van sommige vormen van overlast.

2. De problematiek

Het beleid zoals vastgelegd in de Nota "Over smaak valt best te twisten" Horecabeleid Tilburg 2006-2015 is grotendeels voor wat het centrum van de stad betreft juridisch vertaald middels het bestemmingsplan "Centrum, le herziening".

Het overige deel van de stad is grotendeels middels al dan niet recentere bestemmingsplannen in meer of mindere mate beschermd tegen ongewenste horecavestigingen d.w.z. vestigingen die niet in overeenstemming' zijn met het in de Nota Horecabeleid Tilburg 2006-2015 vastgestelde vestigingsbeleid. Over het algemeen ontbreken in deze bestemmingsplannen de mogelijkheden voor nieuwe horeca-inrichtingen in het geheel. Slechts incidenteel komt het voor dat nieuwvestiging mogelijk is op basis van vrijstelling. Bij het al dan niet verlenen van zo'n vrijstelling kan voor wat betreft de toelaatbaarheid worden teruggevallen op de visie zoals deze is neergelegd in de Nota Horecabeleid Tilburg 2006-2015. De bescherming op basis van bestemmingsplannen tegen ongewenste horecavestigingen geldt evenwel niet voor verschillende delen van de Oude Stad (binnen de Ringbanen) die op de bij de Leefmilieuverordening behorende kaart zijn aangegeven. Deze delen zijn nog belegd met verouderde bestemmingsplannen waarin hetzij bestemmingen geheel ontbreken, hetzij bestemmingen voorkomen die zijn voorzien van gebrekkige gebruiksvoorschriften. Soms ontbreekt een bestemmingsplan in deze delen geheel. In deze delen van de stad is een functioneel planologisch beheer dan ook niet of niet goed mogelijk.

De bouwverordening werkt in deze gebieden aanvullend maar voorziet voornamelijk in ruimtelijk planologisch beheer (middels bebouwingsbepalingen).

Uitzondering is een situatie waarbij een oud bestemmingsplan wel een bestemming, maar geen gebruiksvoorschriften bevat. Dan werkt 352 BV als een aanvullend gebruiksvoorschrift door te bepalen dat dan de inhoud van de bestemming bepalend is voor het toegelaten gebruik.

Ten tijde van de vaststelling van de vorige Leefmilieuverordening in 2002 waren bijvoorbeeld delen van de Gasthuisring, Veldhovenring, Besterdring, Koestraat en Broekhovenseweg onvoldoende beschermd tegen ongewenste horecavestigingen, d.w.z. vestigingen die niet in overeenstemming waren met het vestigingsbeleid zoals toen vastgelegd in de Nota Geïntegreerd Horecabeleid en thans in de Nota Horecabeleid Tilburg 2006-2015. Daarnaast zijn op de kaart behorende bij de Leefmilieuverordening gebieden aangegeven waar het bestemmingsplan te ruime mogelijkheden voor horecavestigingen biedt. Vanwege de onvoldoende bescherming tegen ongewenste horecavestigingen is voor het gebied Koestraat en omgeving in het verleden een voorbereidingsbesluit genomen. Het risico van ongewenste vestigingen was in dit gebied het grootst omdat dit gebied van oudsher een concentratiegebied voor horecavestigingen was. Een voorbereidingsbesluit heeft echter slechts een beperkte werking en werkingsduur hetgeen een belangrijk nadeel is.

Met een voorbereidingsbesluit kan immers alleen worden bereikt dat aanvragen om bouwvergunning moeten worden getoetst aan een nieuw (te ontwikkelen) bestemmingsplan. Gebruiksveranderingen die zonder bouwvergunning kunnen worden gerealiseerd (zoals de omzetting van een huiskamer in een coffeeshop zonder zodanige bouwkundige ingrepen dat bouwvergunning is vereist) zijn zonder meer mogelijk.

Dit is in algemene zin een beperking van het ruimtelijk ordeningsrecht: gebruiksvoorschriften werken pas zodra een bestemmingsplan onherroepelijk van kracht is, een bebouwingsregiem werkt vanaf het eerste begin, d.w.z. vanaf de start van de wettelijke bestemmingsplanprocedure (ter inzage leggen van het ontwerp-bestemmingsplan) of zelfs vanaf het voorbereidingsbesluit dat daaraan vooraf ging.

Het belangrijke nadeel van een voorbereidingsbesluit is dat dit tot gevolg heeft dat voor alle bouwaanvragen een anticipatieprocedure is vereist alvorens een bouwvergunning kan worden afgegeven. Dit treft derhalve ook die bouwaanvragen waarvoor het voorbereidingsbesluit (en het latere nieuwe bestemmingsplan) geen wijzigingen in petto heeft.

Aangezien de nog op stapel staande beheerbestemmingsplannen niet op korte termijn in dit manco zouden kunnen voorzien en voorbereidingsbesluiten onvoldoende soulaas bieden, heeft de gemeenteraad op voor het eerst op 1 juli 1996 de “Leefmilieuverordening Geïntegreerd Horecabeleid” vastgesteld. Op 18 oktober 2002 is de geactualiseerde Leefmilieuverordening Geïntegreerd Horecabeleid vastgesteld. Deze Leefmilieuverordening is bij besluit van 11 juni 2002 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd en in werking getreden op 12 juli 2002. Op grond artikel 30, eerste lid van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing geldt een leefmilieuverordening voor een daarbij te stellen termijn van ten hoogste 5 jaar. In artikel 8 van de in 2002 vastgestelde Leefmilieuverordening is bepaald dat deze verordening geldt voor 5 jaar.

Omdat de in 2002 vastgestelde Leefmilieuverordening op 12 juli 2007 vervalt en voor slechts enkele delen van de stad sinds 18 februari 2002 beheerbestemmingsplannen zijn vastgesteld, is de vraag naar aanvullend instrumentarium zoals de leefmilieuverordening nog steeds valide.

3. Vernieuwing horecabeleid

Het geïntegreerd horecabeleid uit 1995 is inmiddels geactualiseerd met de vaststellen van de nota "Over smaak valt best te twisten" Horecabeleid Tilburg 2006-2015. Deze nota heeft de volgende doelstellingen:

  • 1.

    het actualiseren van en inzicht geven in de hoofdlijnen van het gemeentelijke horecabeleid in relatie tot andere voor de horeca van belang zijnde beleidsterreinen en of-aspecten;

  • 2.

    het geven van inzicht in de toepasselijke wet- en regelgeving ten aanzien van de horeca;

  • 3.

    het vormen van een objectief en duidelijk toetsingskader voor beoordeling van aanvragen voor vergunningen;

  • 4.

    het bereiken van een dynamisch evenwicht tussen de bescherming van het woon- en leefklimaat en het zo goed mogelijk benutten van de sociaal-recreatieve en economische waarde van de horeca;

  • 5.

    het inzicht geven in en voorstellen doen voor versterking van de economische positie van de horeca in de gemeente;

  • 6.

    het benoemen van onderwerpen van aanvullend beleid, welke in de vorm van modules aan de nota worden toegevoegd.

In het vernieuwde horecabeleid wordt ernaar gestreefd om de sociaal-recreatieve en economische waarde van de horeca zo goed mogelijk aan te wenden door met een weloverwogen ruimtelijke invulling verantwoorde (beperkte) ontwikkelingen in de horecabranche te stimuleren, zowel binnen als buiten het Horeca Concentratiegebied.

In de Nota Horecabeleid Tilburg 2006-2015 wordt gewerkt met de begrippen als ontwikkelen, beperkt ontwikkelen en consolideren als voor bepaalde gebieden de beleidsinzet voor de horeca wordt beschreven. In hoofdstuk 6 wordt nader op deze begrippen ingegaan.

Verder wordt in de Nota Horecabeleid Tilburg 2006-2015, net als in de Nota Geïntegreerd Horecabeleid uit 1995,een functioneel onderscheid gemaakt naar:

  • 1.

    het Horecaconcentratiegebied

  • 2.

    de winkelcentra

  • 3.

    de lijnstructuur

  • 4.

    de woongebieden

  • 5.

    de bijzondere gebieden

Ook is in de Nota Horecabeleid Tilburg 2006-2015 een onderscheid gemaakt in de 4 stadsdelen in Tilburg zoals die zijn benoemd in het Stadsprogramma 2005-2008 (Binnenstad, Oude Stad,West en Noord). Per stadsdeel is steeds een korte typering gegeven van de specifieke karakteristieken van dit deel van de stad en is vervolgens aangegeven wat in hoofdlijnen het voorgestane horecabeleid is van dit stadsdeel en de daarin gelegen beheergebieden.

De Leefmilieuverordening Horecabeleid heeft voornamelijk betrekking op delen van de Binnenstad, Oude Stad en Noord (Verdiplein).

De herijking van het geïntegreerd horecabeleid heeft in ieder geval voor de gebieden waarop deze leefmilieuverordening van toepassing is geen aanleiding gegeven tot het structureel aanpassen van de opzet en inhoud van de Leefmilieuverordening. De hoofdlijnen uit de Leefmilieuverordening uit 2002 blijven ook thans voor deze stadsdelen nog overeind. Gebieden waarvoor bestemmingsplannen gelden waarvan in 2002 werd gevonden dat deze afdoende bescherming bieden tegen ongewenste horecavestigingen en –uitbreidingen, zijn ook thans niet opgenomen op de kaarten behorende bij de Leefmilieuverordening 2007. Het thans geldende horecabeleid (evenals ander sectoraal beleid) zal planologisch-juridisch worden vastgelegd in toekomstige bestemmingsplanherzieningen .

Voor gebieden waarvoor nog geen geactualiseerd bestemmingsplan voorhanden is, zal de Leefmilieuverordening een rol blijven vervullen.

  • 4.

    Wijzigingen in het gebied waarop de Leefmilieuverordening van toepassing is

  • 4.

    1 Verkleining van het gebied waarop de Leefmilieuverordening van toepassing is i.v.m. nieuwe (beheer)bestemmingsplannen

De inmiddels vastgestelde beheerbestemmingsplannen voor bestaand stedelijk gebied bevatten een juridische vertaling van in eerste instantie de Nota Geïntegreerd Horecabeleid. Voor de recent vastgestelde en nog vast te stellen beheerbestemmingsplannen geldt de Nota Horecabeleid Tilburg 2005-2015 als uitgangspunt(zie hierna onder 6.)

Gebieden waarvoor sinds de vaststelling (18 februari 2002) van de vorige Leefmilieuverordening nieuwe (adequate) beheerbestemmingsplannen zijn vastgesteld, zijn niet meer opgenomen op de kaart behorende bij de Leefmilieuverordening Horecabeleid 2007. Om die reden is de Leefmilieuverordening 2007 niet (meer) van toepassing op het plangebied van het volgende bestemmingsplan:

-(beheer)bestemmingsplan “Theresia-Loven-Besterd” , vastgesteld bij raadsbesluit van 30 oktober 2006 en bij besluit van 1 mei 2007 gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.;

Het Verdiplein maakt deel uit van het in voorbereiding zijnde (beheer)bestemmingsplan “Stokhasselt 2004", het gebied omsloten door de Hoefstraat, Molenstraat en Groeseindstraat, een gedeelte langs de Veldhovenring en het Wilhelminapark van het in voorbereiding zijnde (beheer)bestemmingsplan Groeseind, de westzijde van de Gasthuisring en het Wilhelminapark van het in voorbereiding zijnde (beheer)bestemmingsplan 'Soey 2005', de westzijde van het Julianapark en een gedeelte van de Kasteeldreef van het in voorbereiding zijnde (beheer) bestemmingsplan ´Hasselt 2004´, de Korvelseweg en diverse locaties van het in voorbereiding zijnde (beheer)bestemmingsplan 'Korvel 2004', diverse locaties binnen het toekomstige (beheer)bestemmingsplan Hoogvenne-Armhoef en diverse locaties binnen het in voorbereiding zijnde (beheer)bestemmingsplan Fatima. Omdat deze (beheer)bestemmingsplannen nog niet zijn vastgesteld en dat naar verwachting ook nog niet (in alle gevallen) zo zal zijn op 12 juli 2007, de datum dat de huidige Leefmilieuverordening vervalt, zijn voornoemde straten wel opgenomen op de kaart behorende bij de Leefmilieuverordening Geïntegreerd Horecabeleid 2007. De Leefmilieuverordening blijft voor deze straten dus gelden.

Op 1 augustus 2006 is het Projectbureau Beheerbestemmingsplannen van start gegaan met als doel om een inhaalslag m.b.t. (beheer)bestemmingsplannen te verwezenlijken zodanig dat de oorspronkelijke planning ( uit 1997) om vóór 31 december 2008 actuele beheerbestemmingsplannen voor het gehele grondgebied van de gemeente vast te stellen, alsnog waargemaakt kan worden. De eerste voorontwerpplannen van het projectbureau, te weten 'Stokhasselt 2004' en ´Quirijnstok 2004´hebben inmiddels in het kader van artikel 10 Bro voor inspraak ter inzage gelegen en het volgende plan, 'Hasselt 2004', gaat eind mei 2007 in het kader van artikel 10 Bro voor inspraak ter inzage.

5. De Leefmilieuverordening

De Leefmilieuverordening -gebaseerd op de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing (WSDV)- is een middel om voor gebieden waarvoor (voorhands) nog geen adequate bestemmingsplannen voorhanden zijn, ontwikkelingen die leiden tot een achteruitgang van het leefklimaat tegen te gaan. Daartoe bestaat de mogelijkheid om bepaalde soorten bebouwing en bepaalde vormen van gebruik en opstallen die achteruitgang in de hand werken, tegen te gaan.

Op grond van artikel 9 WSDV kan, met het oog op wering van dreigende en stuiting van reeds ingetreden achteruitgang van de woon- en werkomstandigheden, en het uiterlijk aanzien van het bij de verordening aangewezen gebied een Leefmilieuverordening worden vastgesteld. De Leefmilieuverordening kan worden ingezet in die gebieden die in hoofdzaak worden gebezigd voor bewoning, het midden- en kleinbedrijf of kantoren of een samenstel van twee of meer van deze doeleinden.

Uitsluitend ter verwezenlijking van dat doel kunnen voorschriften worden gegeven met betrekking tot het weren van:

  • a.

    op te richten of door verbouwing te realiseren bouwwerken;

  • b.

    toelaatbaarheid van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden;

  • c.

    het gebruik van gronden en opstallen.

Omdat de Leefmilieuverordening het karakter heeft van een overbruggingsinstrument, is de werkingsduur in de wet bepaald op een termijn van maximaal 5 jaar.

In tegenstelling tot de oude WSDV, is het op grond van de op 3 april 2000 in werking getreden herziene WSDV wel mogelijk om de leefmilieuverordening, al dan niet in gewijzigde vorm, iedere 5 jaar opnieuw voor 5 jaar (maximale werkingsduur) vast te stellen. Hiermee krijgt de leefmilieuverordening een structureel karakter. Daarbij moet wel steeds dezelfde procedure worden gevoerd als de totstandkomingsprocedure. Gelet op de beperkte reikwijdte van het instrument is in de wet een lichte procedure voor de totstandkoming van een Leefmilieuverordening vastgelegd (artikelen 10 t/m 15 WSDV).

De belangrijkste rechtsgevolgen van de Leefmilieuverordening zijn de volgende:

  • a.

    geldende planologische maatregelen blijven van kracht voor zover zij niet met de Leefmilieuverordening in strijd zijn (art. 16 WSDV);

  • b.

    de criteria in de verordening zijn weigeringsgronden voor een

    bouwvergunning (art. 17 WSDV);

  • c.

    naast de aanhoudingsplicht van artikel 50, lid 1 en artikel 51, lid 1 Woningwet, is er een

aanhoudingsplicht van toepassing zodra de wettelijke procedure om tot een leefmilieuverordening te komen is gestart (art. 18, lid 1 WSDV); de mogelijkheid in artikel 50 en 51 Woningwet om deze aanhoudingsplicht te doorbreken is ook van toepassing.

Uit een oogpunt van aanvullende planologische bescherming tegen ongewenste horecavestigingen heeft de Leefmilieuverordening betekenis voor gebieden waar op dit moment de bestemmingsplansituatie gebrekkig is.

6. De Nota "Over smaak valt best te twisten" Horecabeleid Tilburg 2006-2015

Om de eerder gesignaleerde ongewenste ontwikkelingen in de horeca te voorkomen is de onderhavige Leefmilieuverordening opgesteld. In deze Leefmilieuverordening wordt uitgegaan van het beleid zoals dit in 2006 is vastgelegd in de Nota "Over smaak valt best te twisten" Horecabeleid Tilburg 2006-2015. Deze nota is de opvolger van de Nota Geïntegreerd Horecabeleid 1995 waar de vorige Leefmilieuverordeningen (1 juli 1996 en 18 februari 2002) op waren gebaseerd.

In de Nota Horecabeleid 2006-2015 wordt de horeca in drie hoofdgroepen ingedeeld:

Horeca I:

Hiertoe worden gerekend (eet)cafés, restaurants, koffieshops, brasserieën, lunchrooms, cafétaria's, snackbars, e.d. met een netto-vloeroppervlak (de voor het publiek toegankelijke ruimte, excl. toiletgroepen garderobe, enz.) van ten hoogste 150 m2. Ook wordt de winkelondersteunende horeca hiertoe gerekend, ongeacht de oppervlakte. Onder winkelondersteunende horeca wordt verstaan die horecavoorzieningen die onderdeel uitmaken van winkelwarenhuizen of inpandig gesitueerd zijn in besloten winkelpassages, waarvoor de winkelsluitingstijden worden aangehouden en die gericht zijn op het winkelend publiek.

Horeca II:

Hiertoe worden gerekend dezelfde horecagelegenheden als in Horeca I maar dan met een netto-vloeroppervlakte (n.v.o.) van 150 m2 tot maximaal 500 m2, alsmede partycentra tot maximaal 500 m² n.v.o.

Horeca III:

Hiertoe worden gerekend bar-dancings, discotheken, (nacht)bars, hotels en erotisch gerichte horeca (en -voorzover deze laatste tevens wordt aangemerkt als prostitutie-inrichting, escortbedrijf, e.d.-alleen indien hiervoor vergunning is verleend ingevolge de APV. Daarnaast vallen hieronder grootschalige horecagelegenheden zoals vermeld onder horeca I en II of combinaties daarvan waarvan het netto vloeroppervlak (n.v.o.) 500 m2 of meer bedraagt.

Verder wordt in de Nota gewerkt met de volgende begrippen:

Ontwikkelen:

Ontwikkelingsbeleid beoogt het versterken van de positie en waar mogelijk de kwaliteit van horeca ten opzichte van andere maatschappelijke functies. In gebieden waar de beleidsinzet ontwikkelen geldt, is in principe uitbreiding van aantal horecabedrijven, uitbreiding van aantal m² bij bestaande horecabedrijven, verzwaring van exploitatievorm en uitbreiding van exploitatietijden mogelijk. Deze beleidsinzet geldt alleen voor het Horeca Concentratiegebied.

Beperkt ontwikkelen :

De beleidsaanduiding "beperkt ontwikkelen" wordt in het nieuwe horecabeleid gebruikt om twee vormen aan te duiden van gewenste vormen van uitbreiding, namelijk:

  • ·

    beperkt ontwikkelen met winkel- of buurtondersteunende horeca;

  • ·

    beperkt ontwikkelen met themagerelateerde horeca

Consolideren

Hiermee wordt beoogd de positie van de horeca te handhaven /te stabiliseren ten opzichte van de overige maatschappelijke functies. Eventuele vrijstellingen van het bestemmingsplan zijn pas aan de orde bij "maatschappelijk belang". In een niet-limitatieve opsomming wordt hiermee onder andere bedoeld dat er een duidelijke kwaliteitsimpuls is voor de verzorgingsstructuur van het gebied. Voorwaarde is wel dat hierdoor het woon-en leefklimaat niet extra wordt belast.

Verminderen

Het "wegbestemmen" van reeds positief bestemde horeca is in de meeste gevallen alleen mogelijk als de gemeente bereid is panden op te kopen. Daarom zal deze vorm slechts in uitzonderlijke gevallen worden toegepast.

Voor de stadsdelen die van belang zijn voor het plangebied van de Leefmilieu-verordening wordt hieronder kort het horecabeleid belicht.

Voor de Binnenstad wordt onderscheid gemaakte tussen:

  • a.

    Spoorzone: beleidsinzet beperkt ontwikkelen van functie-ondersteunende horeca in de categorie I en II in het gehele gebied. Daarnaast kan gedacht worden aan formules die direct verband houden met de culturele activiteiten . Ook zal ruimte worden geboden aan het beperkt ontwikkelen van horeca in de categorie I en II die bijdragen aan de verlevendiging van het gebied, vooral aan de centrale as door het gebied, de Noordlaan. Tot slot wordt ook ruimte geboden aan het ontwikkelen van één of enkele stand-alone horecavestigingen van de categorie III zoals megadisco´s en/of nachtclubs.

  • b.

    Veemarktkwartier: beleidsinzet beperkt ontwikkelen van kleinschalige horeca in categorie I en II, die vooral ondersteunend dient te zijn aan de primaire functie van het gebied.

Stadsdeel Oude Stad: beleidsinzet consolideren met als uitzondering de Piushaven. Voor de Piushaven geldt de beleidsinzet beperkt ontwikkelen van horeca in de categorie I en II, die ondersteunend dient te zijn aan de diverse functies in het gebied.

Stadsdeel Noord deelgebied I Verdiplein: beleidsinzet consolideren van het aantal horceabedrijven in categorie I

Verder blijft in de Nota als uitgangspunt gelden dat bestaande horecavestigingen worden bij het ontwikkelen van nieuwe bestemmingsplannen (ontwikkelingsgebieden) in alle gevallen positief, d.w.z. als zodanig bestemd worden. Een wijzigingsbevoegdheid kan worden toegevoegd om de bestemming direct te wijzigen zodra een vestiging ophoudt te bestaan, wordt verplaatst of dergelijke.

Factoren die bij de afweging tot het realiseren van nieuwe horecavestigingen een rol spelen zijn:

  • -

    het realiseren van een evenwichtig horeca-aanbod,

  • -

    het voorkomen van overlastsituaties in zowel de aangrenzende panden als in de buurt/wijk en

  • -

    verkeers- en vervoersaspecten.

Dit beleid zal primair zijn basis vinden in het bestemmingsplan.

Bij de wijziging van bestemmingsplannen voor bestaande gebieden (beheergebieden) wordt Horeca I, II en III in beginsel uitgesloten. Nieuwe horecavestigingen -mits toe te laten op basis van gebiedstypologie/stadsdeel en spreidingscriteria- zijn alleen maar mogelijk via een vrijstellingsprocedure (Horeca I en II) dan wel via een wijzigingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders (Horeca III).

In bestemmingsplannen voor nieuw te ontwikkelen gebieden wordt de reeds bestaande horeca ook positief bestemd. Ook in nieuwe bestemmingsplannen wordt Horeca I, II en III in beginsel uitgesloten. Ook hier geldt dat voor Horeca I en II vrijstelling kan worden verleend en dat voor Horeca III vestiging slechts mogelijk is via de wijzigingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders.

Zowel ten aanzien van de bestaande beheergebieden en de nieuw te ontwikkelen gebieden wordt een gedifferentieerd beleid gehanteerd. Binnen dit beleid staan de locatie van de te vestigen horeca-inrichting (de gebiedstypologieën en stadsdeel) en het type horeca (de hoofdgroepen horeca I, II en III) centraal.

Samengevat komt het toetsingskader specifiek voor het gebied waarop deze leefmilieuverordening van toepassing is neer op:

a. Het horecaconcentratiegebied;

Geen maxima t.a.v. aantal vestigingen, zowel naar horeca I, II en III.

b. De winkelcentra;

  • -

    Geen maxima t.a.v. winkelondersteunende horeca als onderdeel van winkels/warenhuizen en in besloten winkelpassages.

  • -

    Bij open winkelstraten ten aanzien van horeca I onderscheid maken tussen horeca voornamelijk gericht op het verstrekken van alcoholische dranken en horeca voornamelijk gericht op het verstrekken van volledige dan wel onvolledige maaltijden. Ten aanzien van de eerste groep worden nieuwe vestigingen slechts toegestaan wanneer zich binnen een straal van 250 meter van het beoogde vestigingspunt geen andere soortgelijke vestigingen uit de categorieën I, II en III bevinden. Ten aanzien van de tweede groep worden geen maxima gesteld.

  • -

    Horeca II en III worden niet toegestaan.

c. De lijnstructuur;

Hier wordt alleen horeca I en II toegestaan. Hierbij onderscheid tussen:

  • ·

    inrichtingen in hoofdzaak gericht op verstrekking van alcoholhoudende dranken (bijv. cafés). Alleen vrijstelling te verlenen wanneer zich binnen een straal van 250 meter geen soortgelijke inrichtingen uit de categorieën horeca I, II of III bevinden.

  • ·

    inrichtingen in hoofdzaak gericht op verstrekken van maaltijden. Alleen vrijstelling te verlenen wanneer zich binnen een straal van 250 meter niet meer dan 2 soortgelijke vestigingen uit de categorieën I, II of III bevinden.

d. De woongebieden;

Zeer beperkte mogelijkheden voor uitsluitend Horeca I mits deze niet conflicteert met de woonfunctie. Inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken van alcoholische dranken (bijv. cafés) zijn slechts toegestaan wanneer er binnen een straal van 500 meter van het beoogde vestigingspunt zich geen soortgelijke vestigingen bevinden uit de categorieën horeca I, II of III. Hetzelfde geldt voor horecavormen gericht op het verstrekken van volledige dan wel onvolledige maaltijden.

e. De bijzondere gebieden (buitengebieden, industriegebieden, kantoorlocaties, sportterreinen, onderwijsterreinen, gezondheidszorgterreinen en recreatiegebieden);

Alleen vestigingsmogelijkheden wanneer de horeca-vestiging ondersteunend is aan de hoofdfunctie van het betreffende gebied. Ook vestigingsmogelijkheden indien er sprake is van themagerelateerde horeca zoals in een kartcentrum, een outdoorbaan, een kinderspeelpaleis of bijvoorbeeld een natuureducatieve inrichting.

  • -

    Voor industrieterreinen en kantorenlocaties worden tevens grote hotels en restaurants uit de categorie horeca III toegestaan. Hiervoor gelden geen maxima.

  • -

    Voor de stationszone worden tevens horecavormen uit de categorieën I en II onbeperkt toegestaan.

  • -

    In de recreatie- en buitengebieden zijn op zeer beperkte schaal mogelijkheden aanwezig voor hotels en grote restaurants uit categorie III.

In de Leefmilieuverordening worden de nieuwe horeca-inrichtingen en horeca-inrichtingen die van categorie veranderen, gelegen in de gebieden die zijn aangegeven op de bij de LMV behorende kaart aan een vergunning gebonden.

Indien er twijfel ontstaat omtrent de begrenzing van de op de kaart aangegeven gebieden is de begrenzing van de in het betreffende bestemmingsplan aangegeven bestemming of de begrenzing van de ontbrekende bestemming maatgevend.

Bestaande horeca-inrichtingen gelegen in de op kaart aangegeven gebieden worden geacht een leefmilieuvergunning te hebben voor de termijn van de looptijd van de Verordening (in principe derhalve 5 jaar) voor de hoofdgroep die is aangegeven. De bestaande horeca-inrichtingen zijn aangegeven op de lijst die als bijlage is bijgevoegd. De vergunning is toegespitst op de concreet omschreven activiteit. De vergunning staat op naam van het pand en is overdraagbaar.

Wanneer een bestaande horeca-inrichting uitbreidt dan wel de bedrijfsvoering verandert (van bijvoorbeeld café naar cafetaria) wordt zij pas vergunningplichtig in het kader van deze Leefmilieuverordening wanneer zij ook van hoofdgroep (horeca I,II en III) verandert. Uitbreiding van een bestaande horeca-inrichting kan plaats vinden op eigen perceel maar ook door aankoop van een ernaast of erachter gelegen perceel.

De aanvragen voor nieuwe horeca-inrichtingen en horeca-inrichtingen die van categorie veranderen worden getoetst aan de bepalingen van deze Leefmilieuverordening (en derhalve impliciet aan de Nota Horecabeleid Tilburg 2006-2015. Deze bepalingen komen er inhoudelijk op neer dat de vergunning moet worden geweigerd als de aanvraag niet past binnen het beleid van de Nota Horecabeleid Tilburg 2006-2015. Daarnaast geldt voor nieuwvestiging of verplaatsing van horeca-inrichtingen dat vergunning moet worden geweigerd wanneer de aard en omvang van de beoogde activiteiten naar aard en schaal niet passen binnen het gebied en dat er onevenredige aantasting plaats vindt van de in de omgeving aanwezige functies, waarbij in het bijzonder aandacht moet worden geschonken aan de woonfunctie en het aspect "hinder tussen bedrijven". Bij overtreding van deze voorschriften kan de vergunning worden ingetrokken. Zonodig kan worden opgetreden met bestuursdwang of een last onder dwangsom worden opgelegd (op basis van artikel 125 Gemeentewet juncto afdeling 5.3 en 5.4 Algemene wet bestuursrecht).

Nota-toelichting

2011-01-17

Nota-toelichting