Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op het beheer van het gemeentelijk grondbedrijf

Geldend van 27-03-1990 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1990

Intitulé

Verordening op het beheer van het gemeentelijk grondbedrijf

De raad van de gemeente Tubbergen;

overwegende, dat het aanbeveling verdient een geheel nieuwe verordening op het beheer van het gemeentelijk grondbedrijf vast te stellen;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 januari 1990, nr. 4247;

gelet op het bepaalde in de artikelen 127a en 252 van de gemeentewet;

b e s 1 u i t:

vast te stellen de volgende:

VERORDENING OP HET BEHEER VAN HET GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Het bedrijf wordt beschouwd als een administratief zelfstandig lichaam.

Artikel 2

Het beheer van het bedrijf berust bij burgemeester en wethouders.

Artikel 3

De eigendommen die in het bedrijf worden ingebracht, worden gewaardeerd tegen de door de raad onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten vast te stellen waarde.

Artikel 4

  • 1. De gemeente verstrekt aan het bedrijf het kapitaal voor de financiering van vaste bezittingen zoals het onroerend goed en de overige kosten, die verband houden met grondexploitatie en de overige vaste activa.

  • 2. De door het bedrijf gevormde reserves worden belegd bij de gemeente.

  • 3. De kapitaalverstrekking van de in lid 1 genoemde activa wordt jaarlijks aangepast op grond van mutaties in de boekwaarde van de activa.

  • 4. Voor het overige geschiedt de financiering via een rekening-courantverhouding met de gemeente.

Artikel 5

  • 1. Over de financieringsmiddelen wordt op zodanige wijze rente berekend, dat de investeringen tegen reële rentekosten worden belast. De raad stelt jaarlijks het rentepercentage vast.

  • 2. Over de bij de gemeente belegde reserves wordt een rente vergoed, berekend volgens een eveneens door de raad jaarlijks vast te stellen percentage. Deze rente wordt aan de reserves toegevoegd.

Artikel 6

De op de vaste bezittingen te verrichten afschrijvingen worden op bedrijfseconomische gronden bepaald.

HOOFDSTUK II - FUNCTIONARISSEN

Artikel 7

  • 1. Met inachtneming van het gestelde in artikel 2 berust de dagelijkse leiding van het bedrijf bij een daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen functionaris, de coördinator.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is een administrateur belast met en verantwoordelijk voor de administratie en verslaggeving aan burgemeester en wethouders.

    Het hoofd van de betreffende sector is belast met en verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de bestemmingsplannen van het bedrijf.

  • 3. Onder toezicht van de administrateur is een kassier belast met en verantwoordelijk voor het effectueren van betalingen.

  • 4. Indien nodig worden de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel genoemde functionarissen vervangen, voor zover daarin niet door de raad is voorzien, op de door burgemeester en wethouders te bepalen wijze.

Artikel 8

De vervulling van de in het vorige artikel onder de leden 1, 2 en 3 genoemde functies is onderling onverenigbaar.

Artikel 9

De bevoegdheden en verplichtingen van de in artikel 7, leden 1, 2 en 3 genoemde functionarissen worden, voor zover deze niet zijn opgenomen in het ambtenarenreglement, omschreven in deze verordening.

HOOFDSTUK III - EIGENDOMMEN

Paragraaf 1 - Indeling van de eigendommen

Artikel 10

De gronden, inclusief de zich eventueel daarop bevindende opstallen, worden conform de comptabiliteitsvoorschriften gerangschikt naar de volgende hoofdgroepen:

  • a.

    Nog niet in bouwexploitatie genomen gronden.

  • b.

    In bouwexploitatie genomen gronden.

  • c.

    in erfpacht of anderszins uitgegeven gronden.

Artikel 11

Binnen deze hoofdgroepen worden de betreffende gronden voor zover zij als één zelfstandig geheel kunnen worden beschouwd, gesplitst in complexen.

Paragraaf 2 - Waardering van de eigendommen

Artikel 12

Voor de gronden, genoemd in artikel 10 onder a, wordt als boekwaarde aangehouden de aankoop c.q. inbrengwaarde, vermeerderd met alle op het complex rustende lasten en verminderd met de bedragen wegens verkopen als bedoeld in artikel 18. Telkenjare wordt eveneens het saldo van de overige baten en lasten van deze gronden op deze waarde bij- of afgeschreven met inachtneming van eisen ten aanzien van het BTW-regiem.

Artikel 13

De waardering van de in artikel 10 onder b genoemde gronden (onderhanden werken) geschiedt tegen de vervaardigingskosten verminderd met de opbrengsten wegens verkopen en eventuele subsidies.

Artikel 14

De waardering van de in artikel 10 onder c genoemde gronden geschiedt eenmaal per 5 jaar door een commissie van deskundigen, zoals genoemd in artikel 48.

Artikel 15

De waarde van de gronden genoemd in artikel l0a, die 5 jaar na de inbreng nog niet in een kostprijsberekening zijn opgenomen, worden geschat en, zo nodig, telkens na 5 jaar opnieuw geschat.

Artikel 16

  • 1. In het geval dat de totale schattingswaarde van de in artikel 14 en 15 bedoelde gronden lager is dan de totale boekwaarde wordt tot dit verschil een "voorziening voor nadelige taxatieverschillen" gevormd c.q. een reeds bestaande voorziening aangepast.

  • 2. De hiervoor benodigde middelen worden verkregen uit de algemene reserve. Indien en voor zover de algemene reserve niet toereikend is, wordt het verschil in de eerstvolgende jaren door de gemeente uit haar gewone middelen telkenjare voor tenminste een vijfde gedeelte uitgekeerd.

Paragraaf 3 - Uitgifte gronden. bepaling resultaten en bestemming daarvan

Artikel 17

  • 1. De raad stelt regelen vast onder welke voorwaarden gronden worden uitgegeven c.q. in optie worden gegeven.

  • 2. Deze regelen worden ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten toegezonden.

Artikel 18

  • 1. Bij verkopen van de in artikel 10a bedoelde gronden worden in het algemeen geen winsten of verliezen becijferd. De opbrengsten worden via de exploitatierekening in mindering op de boekwaarden gebracht.

  • 2. In bijzondere gevallen kan de raad tot resultatenverrekening van de in het vorige lid bedoelde verkopen besluiten. De hieruit resulterende winsten en/of verliezen worden verrekend met de algemene reserve. Indien en voorzover deze reserve niet toereikend is om de verliezen te dekken, wordt het verschil door de gemeente uit haar gewone middelen aan het bedrijf uitgekeerd.

Artikel 19

De (voorgecalculeerde) winsten en/of verliezen, voortvloeiende uit de uitgifte van de in artikel 10 onder b genoemde gronden, worden zolang het complex nog niet geheel is uitgegeven als "voorlopig" beschouwd en overgebracht naar de reserve "voorlopige winsten en verliezen grondverkopen" welke per complex wordt gespecificeerd.

Artikel 20

Als voorlopige winsten of verliezen worden aangemerkt de verschillen tussen opbrengst bij verkoop en de - gedifferentiëerde - kostprijs, zoals deze is berekend in de (herziene) exploitatie-opzet.

Artikel 21

Zodra een complex geheel voltooid en uitgegeven is, wordt het bedrag dat voor dit complex ingevolge de in artikel 19 genoemde reserve resteert, alsmede de gerealiseerde calculatieverschillen overgeboekt naar de algemene reserve.

Artikel 22

Indien de algemene reserve niet toereikend is, worden eventuele nadelige verschillen door de gemeente uit haar gewone middelen aan het bedrijf uitgekeerd.

Artikel 23

  • 1. De voor de aanleg van straten en wegen, met inbegrip van plantsoenen, parken en speeltuinen bestemde gronden, worden behoudens het bepaalde in het tweede lid zonder verrekening met de gemeente uit het bedrijf genomen.

  • 2. Indien straten, wegen, plantsoenen, parken en speeltuinen niet uitsluitend worden aangelegd ten behoeve van het grondcomplex waarin zij komen te liggen, worden de daarvoor bestemde gronden uit het bedrijf genomen tegen een uit dien hoofde in de exploitatie-opzet vast te leggen vergoeding.

  • 3. Gronden ten behoeve van sportterreinen en ten behoeve van de openbare dienst, zoals scholen, gemeentegebouwen enz., worden door de gemeente uit het bedrijf genomen tegen de vergoeding, zoals deze in de exploitatie-opzet is vastgelegd.

  • 4. De in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde handelingen worden beschouwd als verkopen in de zin van de verordening.

Artikel 24

De in erfpacht of anderszins uitgegeven gronden blijven in het bedrijf.

Artikel 25

  • 1. Indien volgends de erfpachtsvoorwaarden bij het beëindigen van de erfpacht een vergoeding voor de opstal is verschuldigd, wordt jaarlijks een bedrag voor dit doel ten laste van de exploitatie der in erfpacht uitgegeven eigendommen gebracht.

  • 2. Deze bedragen worden geadministreerd als een voorziening.

Artikel 26

  • 1. Een batig saldo van de exploitatie der in erfpacht of anderszins uitgegeven eigendommen strekt niet tot dekking van een nadelig saldo van de exploitatie der andere eigendommen, doch wordt gereserveerd.

  • 2. Een nadelig saldo van die exploitatie wordt voor zover mogelijk gedekt uit de in het eerste lid bedoelde reserve.

    Indien en voor zover deze reserve niet toereikend is en wanneer het nadelig saldo niet zal kunnen worden gedekt uit de in de volgende jaren redelijkerwijs te verwachten voordelige saldi kan het nadelig saldo worden gedekt uit de algemene reserve.

    Indien en voor zover ook deze reserve niet toereikend is, vindt dekking plaats uit de gewone middelen van de gemeente.

HOOFDSTUK IV - INTERNE ORGANISATIE

Artikel 27

De coördinator draagt er zorg voor dat, rekening houdend met het bepaalde in hoofdstuk V van deze verordening, aan de organisatie van het bedrijf een zodanige functiescheiding en werkverdeling ten grondslag ligt, dat een doelmatige interne controle kan worden uitgevoerd en dat de werkzaamheden zo doelmatig mogelijk kunnen worden verricht.

Artikel 28

  • 1. De administrateur draagt er zorg voor dat alvorens gronden in bouwexploitatie worden genomen voor het betreffende complex een gedetailleerde exploitatie-opzet wordt opgesteld.

  • 2. Deze exploitatie-opzet bestaat uit:

    • a.

      een gedetailleerde kostprijsberekening;

    • b.

      een gedetailleerde opbrengstraming.

  • 3. De exploitatie-opzet wordt tijdig, zodra de exploitatie zulks noodzakelijk maakt, herzien.

  • 4. Indien blijkt dat de geraamde opbrengsten, welke zijn gebaseerd op reële marktprijzen, lager zijn dan de geraamde uitgaven, dan moet het daaruit voortvloeiende geraamde verlies in de exploitatie-opzet tot uitdrukking worden gebracht.

Artikel 29

De berekeningen, welke ten grondslag liggen aan de ramingen van werken genoemd in de in het vorige artikel bedoelde kostprijsberekening, moeten zodanig zijn opgesteld, dat:

  • a.

    een nauwkeurig en gedetailleerd inzicht wordt gegeven van de kostenopbouw van elk van de bedoelde werken;

  • b.

    waar mogelijk een kwantificering van de te verrichten werkzaamheden en de eenheidsprijzen wordt gegeven, zodat op grond hiervan de kosten van uitvoering kunnen worden vergeleken met de voorcalculatie.

Artikel 30

De coördinator ziet toe op:

  • -

    een goede werkplanning;

  • -

    een tijdige uitvoering van alle noodzakelijke werkzaamheden;

  • -

    dat de gegeven gedragslijnen inzake verkopen, aankopen, bestellingen en het geven van opdrachten tot uitvoering van werkzaamheden door derden worden gevolgd.

Artikel 31

  • 1. De hiervoor in aanmerking komende functionarissen verstrekken de administrateur alle gegevens en stukken die hij ten behoeve van een juiste verzorging van zijn administratie, de kredietbewaking en de verslaggeving nodig heeft. Zij stellen, in overleg met de coördinator en de administrateur, zodanige organisatorische maatregelen vast dat aan deze verplichting tijdig en volledig wordt voldaan.

  • 2. De coördinator ziet er op toe dat deze maatregelen worden genomen.

HOOFDSTUK V - ORGANISATIE van de ADMINISTRATIE

Artikel 32

  • 1. De administratie wordt zodanig gevoerd dat:

    steeds een nauwkeurig en volledig overzicht bestaat van het vermogen en de vermogensbestanddelen van het bedrijf;

    een doelmatig inzicht in de bedrijfsactiviteiten alsmede in de bedrijfsresultaten wordt verkregen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften geven voor de inrichting en de bijhouding van de administratie.

Artikel 33

Burgemeester en wethouders stellen de administrateur tijdig op de hoogte van alle voor het bedrijf van belang zijnde, door de raad en burgemeester en wethouders genomen besluiten, waaraan financiële gevolgen zijn verbonden.

Artikel 34

De administrateur draagt er zorg voor dat:

  • 1.

    de administratie regelmatig en tijdig wordt bijgewerkt;

  • 2.

    de administratieve Organisatie zodanig is dat kan worden voldaan aan de eisen van doelmatig beheer alsmede dat alle maatregelen worden genomen voor een goede werking van de interne controle - de periodieke constatering van de onderscheidene vermogensbestanddelen daaronder begrepen -gericht op de volledigheid en de juistheid van de administratieve verantwoording en de getrouwheid van de jaarrekening;

  • 3.

    met betrekking tot de verslaglegging van de omzetbelasting, de vooraftrek, de ontvangen bedragen alswel de afdracht afzonderlijk worden geadministreerd en dat jaarlijks, met name ten aanzien van niet sluitende exploitatie-opzetten, wordt nagecalculeerd in hoeverre er nog verrekeningen met de belasting-inspectie dienen plaats te vinden.

  • 4.

    de verzekeringsadministratie aan de eisen voldoet en aan de coördinator zo nodig voorstellen worden gedaan voor de aanpassing van de verzekerde bedragen. Daarbij moet rekening worden gehouden met goederen van derden, tenzij enige aansprakelijkheid daarvoor is uitgesloten;

  • 5.

    aan burgemeester en wethouders en aan de daarvoor in aanmerking komende functionarissen alle informatie wordt verstrekt die nodig is voor het goed functioneren van het bedrijf.

Artikel 35

De administrateur draagt er zorg voor dat:

  • 1.

    de aan de kostprijsberekingen ten grondslag liggende ramingen regelmatig en tijdig worden vergeleken met de werkelijk gemaakte kosten;

  • 2.

    de geconstateerde verschillen bij de in het vorige lid bedoelde vergelijking worden verwerkt in de eerstvolgende herziening van de exploitatie-opzet;

  • 3.

    de geconstateerde verschillen, met uitzondering van die van geringe omvang, naar waarde en zo mogelijk tevens naar hoeveelheden worden geanalyseerd;

  • 4.

    de resultaten van de in het vorige lid bedoelde analyse ter nadere beoordeling aan de coördinator worden verstrekt;

  • 5.

    de in het vorige lid bedoelde resultaten, vergezeld van het commentaar van de coördinator, aan burgemeester en wethouders worden medegedeeld.

Artikel 36

  • 1. De vaststelling van de "volgnummers" van de begroting, waarop voor de complexen c.q. de werken binnen die complexen, baten en lasten moeten worden geboekt, geschiedt onverminderd de verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders door de administrateur.

  • 2. Indien de, door daartoe bevoegde ambtenaren, gegeven aanwijzingen op de desbetreffende stukken niet in overeenstemming zijn met de "volgnummers" van de begroting en/of de werken of onderdelen daarvan waarop verantwoording naar het oordeel van de administrateur behoort te geschieden, doet deze daarvan na overleg met de coördinator, indien hij dit nodig acht, mededeling aan burgemeester en wethouders, wier beslissing hij afwacht.

Artikel 37

  • 1. De administrateur draagt zorg voor een zodanige kredietbewakingsadministratie dat te verwachten overschrijdingen van begrotingsposten en/of geraamde kosten van uit te voeren c.q. afzonderlijk geraamde onderdelen daarvan tijdig worden gesignaleerd. Hij geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de coördinator, onverminderd zijn bevoegdheid om daarna burgemeester en wethouders van genoemde overschrijding in kennis te stellen.

  • 2. Zodra een te verwachten overschrijding is gesignaleerd, dient de daarvoor verantwoordelijke functionaris bij burgemeester en wethouders een voorstel tot wijziging in van de begroting. Dit voorstel wordt door de administrateur voor gezien getekend. Indien het voorstel de administrateur aanleiding geeft tot opmerkingen deelt hij deze aan burgemeester en wethouders mede.

Artikel 38

Desgevraagd verstrekt de administrateur aan de verantwoordelijke functionarissen, complexgewijs, een overzicht van de uitgevoerde en nog uit te voeren werken, dat per werk, c.q. afzonderlijk geraamde onderdelen daarvan, de navolgende gegevens bevat:

  • a.

    toegestane krediet;

  • b.

    verbruikt krediet, waaronder lopende bestellingen en aanneemsommen;

  • c.

    nog beschikbaar krediet;

  • d.

    nog benodigde bedragen om het werk te voltooien;

  • e.

    te verwachten afwijkingen ten opzichte van de ramingen (verschil c. en d.).

Dit overzicht dient vergezeld te gaan van een toelichting waarin de te verwachten afwijkingen nader zijn geanalyseerd en gemotiveerd.

Artikel 39

Het geldverkeer zal worden geleid via een rekening-courantverhouding met de gemeente.

Artikel 40

De aan de betalingen ten grondslag liggende bescheiden worden voor gezien en akkoord verklaard door het hoofd van de met de uitvoering belaste sector.

Artikel 41

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel worden betalingen uitsluitend gedaan ingevolge door de administrateur opgemaakte en door hem ondertekende betalingsopdrachten.

  • 2. Deze opdrachten worden gegeven nadat door of namens de administrateur de daaraan ten grondslag liggende documenten zijn nagerekend en door hem is geconstateerd dat:

    • a.

      de bestelling is gedaan door een bevoegde functionaris;

    • b.

      de ontvangst van dienst of levering vaststaat;

    • c.

      de kwaliteit en de leverings- en betalingsvoorwaarden overeenkomstig de bestelling zijn;

    • d.

      de fiattering door het verantwoordelijk sectorhoofd en zo nodig ondertekening door het aangewezen lid van het college van burgemeester en wethouders heeft plaatsgevonden.

  • 3. Nadat de kassier zich heeft overtuigd van de juistheid van de tenaamstelling, de vermelde nummers van bank- en/of girorekening en/of rekening-courant algemene dienst, het bedrag en van de volledigheid van de documentatie, voorziet hij de betalingsopdracht eveneens van zijn handtekening, waarna hij voor de verzending van de opdracht zorgdraagt.

Artikel 42

  • 1. De administrateur is belast met het toezicht op de inning van de inkomsten van het bedrijf en met het tijdig nemen van invorderingsmaatregelen.

  • 2. De administrateur verstrekt aan het einde van elk kwartaal aan de coördinator en aan burgemeester en wethouders en voorts zo dikwijls als zij dit verlangen een opgave van de vervallen en nog niet geïnde bedragen met vermelding van de genomen invorderingsmaatregelen.

  • 3. De administrateur stelt de kassier tijdig in kennis van de te ontvangen bedragen.

  • 4. De kassier stelt de administrateur tijdig in kennis van niet tijdig ontvangen en betaalde bedragen.

HOOFDSTUK VI -BEGROTING

Artikel 43

Jaarlijks vóór 1 augustus zendt de coördinator de (na overleg met de administrateur) opgemaakte ontwerp-begroting met daarbij behorende bij lagen aan burgemeester en wethouders. Deze ontwerp-begroting wordt door de administrateur voor gezien getekend.

Indien en voor zover een ontwerp-begroting de administrateur aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, doet hij daarvan na overleg met de coördinator schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 44

De begroting wordt opgemaakt volgens de hiervoor geldende gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften.

Hierbij wordt gevoegd een memorie van toelichting, waarin onder meer een nadere onderverdeling van de geraamde bedragen wordt opgenomen.

Artikel 45

De raming van de kosten van de uit te voeren werken alsmede van de in de loop van het jaar op de begroting te brengen nieuwe werken moet zodanig geschieden dat:

  • a.

    een nauwkeurig gedetailleerd inzicht wordt gegeven van de kostenopbouw van elk van de bedoelde werken;

  • b.

    de ramingen dienstbaar kunnen worden gemaakt aan de kredietbewaking als bedoeld in artikel 37.

HOOFDSTUK VII - REKENING

Artikel 46

  • 1. Jaarlijks vóór 1 juli zendt de administrateur aan burgemeester en wethouders een door hem opgestelde en ondertekende rekening over het afgelopen boekjaar met daarbij behorende bijlagen. De rekening wordt door de coördinator voor gezien getekend. Gelijktijdig met de rekening wordt in een verslag een verkorte weergave gegeven van de activiteiten van het bedrijf in het afgelopen jaar en tevens een prognose van de activiteiten in de eerstkomende jaren. Voorts kunnen per complex belangrijke bijzonderheden worden weergegeven. Het verdient aanbeveling om aan te geven welke risico's binnen het grondbedrijf worden gelopen en in welke mate de reserves toereikend zijn om eventuele verliezen in de toekomst op te vangen. Indien en voor zover de rekening de coördinator aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, doet hij daarvan na overleg met de administrateur schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders leggen jaarlijks binnen 10 maanden na afloop van het boekjaar, doch uiterlijk tegelijk met de aanbieding ter voorlopige vaststelling van de gemeenterekening over datzelfde jaar, aan de raad verantwoording af over het gevoerde beheer, onder overlegging van de in artikel 265 van de gemeentewet genoemde stukken.

Artikel 47

De rekening wordt opgemaakt conform de geldende gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften.

HOOFDSTUK VIII - SLOTBEPALINGEN

Artikel 48

Alle schattingen inzake het grondbedrijf worden opgedragen aan een Commissie van Schatting bestaande uit 3 leden, welke door de raad worden benoemd.

Artikel 49

  • 1. De coördinator en de administrateur dragen er zorg voor dat, indien als gevolg van gewijzigde omstandigheden de verordening moet worden herzien, de daartoe benodigde voorstellen tijdig bij burgemeester en wethouders worden ingediend.

  • 2. Met ingang van de datum genoemd in artikel 50 vervalt de verordening op het beheer van het gemeentelijke grondbedrijf, vastgesteld bij besluit van de raad van 3 december 1979 nr. 3895, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 3 januari 1980, afdeling 1 g.f. nr. 59151.

Artikel 50

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1990.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 februari 1990
De secretaris, De voorzitter,
mr. A.C.J.M. de Kroon, drs. C.A. Smal