Regeling vervallen per 01-07-2010

Verordening handhaving Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2005 t/m 30-06-2010

Intitulé

Verordening handhaving Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

26 november 2004, nr. 7214;

gelet op het advies van de commissie Welzijn c.a.;

gelet op het bepaalde in artikel 8a Wet werk en bijstand;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening handhaving Wet werk en bijstand

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (Stb. 2003, nr. 375)

    • b.

      Abw: de Algemene bijstandswet

    • c.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen belanghebbende: de persoon die bijstand heeft aangevraagd dan wel ontvangt of heeft ontvangen; indien het een gehuwde betreft, wordt onder belanghebbende elk van de echtgenoten verstaan.

  • 2. Voorzover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Paragraaf 2 Fraudepreventie

Artikel 2 Beleidsplan

Het college stelt jaarlijks een beleidsplan vast, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan handhaving, de bestrijding van fraude en misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Artikel 3 Validering van gegevens

Het college verifieert bij aanvragen en (her)onderzoeken de gegevens op de wijze als vermeld in het verificatieplan.

Paragraaf 3 Terugvordering en verhaal

Artikel 4 Terugvordering

  • 1. Het college vordert de kosten van bijstand terug in de gevallen die in de artikel 58 en 59 van de wet zijn aangegeven, voorzover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Het college kan afzien van terugvordering indien:

    • a.

      het terug te vorderen bedrag lager is dan een door of namens het college nader vast te stellen bedrag;

    • b.

      de vordering niet is ontstaan door het bij recidive niet nakomen van de inlichtingenplicht van artikel 17 van de wet; of

    • c.

      hiertoe een dringende reden aanwezig is.

  • 3. Door of namens het college worden nadere regels gesteld over de verhoging van de terugvordering met de wettelijke rente en de op de terugvordering betrekking hebbende kosten.

Artikel 5 Verhaal

  • 1. Tot het tijdstip waarop de artikelen 56, 61 en 62 van de wet in werking treden, worden kosten van bijstand verhaald in de gevallen overeenkomstig de regels van de artikelen 92, tweede en derde lid, tot en met 105 en 141 van de Abw, voorzover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Van verhaal kan worden afgezien indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 6 Invordering en kwijtschelding

  • 1. Het college stelt zich tot doel om de teruggevorderde en de op derden verhaalde bijstand optimaal in te vorderen, voorzover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Het college stelt in het beleidsplan debiteuren nadere regels ten aanzien van categorieën van vorderingen, personen en termijnen voor het verrichten van debiteurenonderzoeken alsmede de situaties waarin geheel of gedeeltelijk van (verdere) invordering wordt afgezien.

Paragraaf 4 Controle

Artikel 7 Controle tijdens en na beëindiging van de bijstand

Het college voert heronderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren, alsmede onderzoeken naar de reden van beëindiging van de uitkering, binnen door het college nader te bepalen termijnen en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

Paragraaf 5 Gevolgen bij fraude

Artikel 8 Verlaging van de uitkering

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand conform hetgeen hierover is bepaald in de Wet en de Afstemmingsverordening WWB, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 9 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 8 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Handhavingsverordening Wet werk en bijstand"

  • 2. Deze verordening treedt, onder verwijzing naar artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet, in werking met ingang van 1 januari 2005.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare
vergadering van 6 december 2004
de griffier, de voorzitter,
J.M.G. Waaijer, mr. M.K.M. Stegers