Regeling vervallen per 20-01-2020

Beleidsnotitie beroepen en bedrijven aan huis in de kernen van Tubbergen

Geldend van 23-12-2009 t/m 19-01-2020

Intitulé

Beleidsnotitie beroepen en bedrijven aan huis in de kernen van Tubbergen

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 november 2009, nr. I09.7656;

gelet op het advies van de commissie VROM van 12 oktober en 19 november 2009 en de commissie Bestuur en Middelen van 16 november 2009;

besluit:

De beleidsnotitie beroepen en bedrijven aan huis in de kernen van Tubbergen vast te stellen.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare
vergadering van 7 december 2009.
de griffier, de voorzitter,
F.G.S. Droste, mr. M. K.M. Stegers

Beroepen en bedrijven aan huis in de kernen van de gemeente Tubbergen

1. Inleiding

Steeds vaker worden verzoeken ontvangen van mensen die in de bebouwde kom in een woning binnen de bestemming ‘woondoeleinden’ andere activiteiten dan wonen willen uitoefenen. Het gaat dan om een activiteit, die plaatsvindt in of bij de woning. De gemeente moet vervolgens beoordelen of de desbetreffende activiteit past binnen de bestemming ‘woondoeleinden’. Indien het gaat om activiteiten die worden uitgeoefend als hobby, vallen deze activiteiten binnen deze bestemming. Op het moment dat de activiteiten beroeps- / bedrijfsmatig worden, dient beoordeeld te worden of deze wel of niet binnen deze bestemming vallen.

Waar het in deze beleidsnotitie om gaat is aan te geven waar de grens ligt tussen hobbymatige en beroeps/bedrijfsmatige activiteiten en tot welke omvang deze beroeps/bedrijfsmatige activiteiten nog binnen deze bestemming vallen. Bovendien dient er één, voor alle bestemmingsplannen geldende uniforme regeling te komen. Als voorbeelden van activiteiten die reeds aanwezig zijn, dan wel waarvoor medewerking wordt gevraagd worden genoemd een cateringbedrijf, hondentrimsalon, kookstudio, pedicure, schoonheidssalon, zonnebankstudio, naast de gebruikelijke activiteiten als die van tandarts, accountant, dierenarts, fysiotherapeut, notaris en makelaar.

 

2. Beroep en bedrijf

Om vooraf duidelijk te hebben wat wordt verstaan onder de verschillende begrippen, worden deze hier beschreven. De activiteiten die binnen een woonbestemming worden uitgeoefend, kunnen worden onderverdeeld in hobbymatige en niet-hobbymatige activiteiten.

Zoals in de inleiding staat aangegeven zijn hobbymatige activiteiten toegestaan bij de bestemming ‘woondoeleinden’. De niet-hobbymatige activiteiten zijn de beroepen en bedrijven.

De beroepen kunnen worden onderverdeeld in de vrije en de niet-vrije beroepen. De vrije beroepen zijn op grond van jurisprudentie altijd toegestaan binnen de bestemming woondoeleinden, mits de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd. Ten aanzien van de niet-vrije beroepen en bedrijven zal aangegeven moeten worden wanneer er nog sprake is van een hobbymatige omvang van de activiteiten en wanneer van een bedrijfsmatige omvang én tot welke omvang deze activiteit binnen de bestemming aanvaardbaar is.

In schema levert dit het volgende plaatje: Activiteiten die in of bij een woning worden uitgeoefend:

hobbymatig

 

 

niet-hobbymatig

bedrijven

 

 

beroepen

vrije beroepen

 

 

niet vrije beroepen: aan huis verbonden beroep

NB: de niet-vrije beroepen en de bedrijven kunnen voor dit beleid als één en dezelfde groep worden

beschouwd. Voor het onderscheid tussen vrije en niet-vrije beroepen is het onderscheid in bovenstaand

schema aangegeven. Hierbij gaat het steeds om de aan huis verbonden activiteiten.

 

3. Bestemmingsplannen voor de kernen.

Voor de diverse kernen in de gemeente Tubbergen zijn recent de bestemmingsplannen geactualiseerd. Een van de doelen van de actualisering was te komen tot uniformering van de voorschriften. In de diverse bestemmingsplannen worden voor de woonbestemming evenwel verschillende benamingen gebruikt: wonen, woondoeleinden en woonhuizen. Binnen deze bestemmingsvoorschriften zijn in de verschillende bestemmingsplannen nagenoeg gelijkluidende binnenplanse vrijstellingsbepalingen opgenomen voor een praktijkruimte binnen deze bestemming. In genoemde bestemmingsplannen worden voor de verschillende van toepassing zijnde begrippen, (enigszins) verschillende definities gehanteerd.

 

Onder de kernplannen vallen de bestemmingsplannen “Kleine kernen”, “Tubbergen kern” ,“Geesteren & Albergen”, “Haarboer”, “De Scholt”, “De Weemselerveld-zuid, Albergen 2e fase”, “Peuverhoek 2 Geesteren”, “Reutum De Maten-Zuid, fase 4”, “Eschenhoek”, “Dannenkamp IV”, “Tubbergen Centrum”, “Mekkelenberg, integrale herziening” en “Steenbrei 2”. Zie de bijlage voor een overzicht van de verschillende regelingen in de verschillende bestemmingsplannen.

 

4. Definities

Om voor alle bestemmingsplannen dezelfde begrippen te hebben, dient er een parapluplan te komen waarin voor de betreffende begrippen een eenduidige definitie wordt gehanteerd. Hierbij kan worden aangesloten bij de meest gangbare uit de bovengenoemde bestemmingsplannen. Het gaat om de begrippen: “aan huis verbonden beroep”, “praktijkruimte” en “bijgebouw”. Daarnaast dient het begrip “vrij beroep” beschreven te worden.

 

In het parapluplan zal worden uitgegaan van de volgende begripsomschrijvingen:

Een vrij beroep: een professionele dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij gebruik wordt gemaakt van verworvenheden verkregen door een academische of hogere beroepsopleiding. Hierbij geldt dat het vrije beroep dient te worden uitgeoefend door de gebruiker van de woning. Door de kamer van koophandel wordt als vrij beroep aangemerkt, het beroep van :

-

advocaat

-

medisch specialist

-

accountant-administratieconsulent

-

notaris

-

alternatieve genezer

-

oefentherapeut Cesar/Mensendieck

-

belastingconsulent

-

organisatieadviseur

-

bouwkundig architect

-

orthopedagoog

-

dierenarts

-

psycholoog

-

fysiotherapeut

-

raadgevend adviseur

-

gerechtsdeurwaarder

-

redacteur

-

huidtherapeut

-

registeraccountant

-

huisarts

-

stedenbouwkundige

-

interieurarchitect

-

tandarts

-

juridisch adviseur

-

tandartsspecialist

-

kunstenaar

-

tolkvertaler(al dan niet beëdigd)

-

leraar

-

tuinenlandschapsarchitect

-

logopedist

-

verloskundige

Een beroep dat niet op deze lijst voorkomt, geldt in beginsel niet als ‘vrij beroep’, tenzij de ondernemer/

beroepsbeoefenaar anders aan kan tonen.

 

Een aan huis verbonden beroep (zijnde een niet-vrij beroep of een bedrijf): een beroep of bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

Als aan huis verbonden beroepen worden aangemerkt:

-

autorijschool

-

kinderopvang

-

bloemschikker

-

koeriersdienst

-

computerservice (o.a. systeembouw / analyse)

-

kookstudio

-

decorateur

-

nagelstudio/pedicure

-

fotograaf

-

pottenbakker

-

goud en zilversmid

-

reisorganisatie

-

glazenwasser

-

reparatie van kleine consumentenartikelen

-

hondentrimmer

-

(antiek/radio’s/tv’s/horloges etc)

-

(muziek)instrumenten, hoeden, kaarsen,

-

 schoonheidsspecialist

-

klompen, lijsten, meubel, prothese,

-

traiteur/catering

-

zadelmaker

-

zonnebankstudio

Met deze lijst hebben wij de intentie volledig te zijn. Het uitgangspunt bij de activiteiten moet zijn dat de woonfunctie niet als overwegende functie wordt aangetast en er geen onevenredige hinder ontstaat voor omwonenden. Indien het een activiteit betreft welke hierboven niet is genoemd, dient de aanvrager aan te tonen dat deze activiteit voldoet aan de hierboven genoemde definitie en qua aard, hinder en omvang gelijk te stellen is met één van de hierboven opgesomde aan huis verbonden beroepen. Het aantonen van onevenredige hinder zal op een woonerf anders zijn dan bij een dorpsontsuitingsweg.

 

Een praktijkruimte: een ruimte, zijnde (een zelfstandige eenheid van) een gebouw of indien onderdeel

uitmakende van een woning dan zijnde een ondergeschikt deel van de woning, dat dient voor de

uitoefening van een vrij beroep dan wel voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep.

 

Een bijgebouw : in de diverse bestemmingsplannen zijn twee veel voorkomende definities van het begrip

bijgebouw opgenomen:

  • -

    “een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, functionele ondergeschiktheid is niet vereist”;

  • -

    “een gebouw dat een functionele eenheid vormt met een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw”.

 

In het parapluplan zal de eerste definitie worden opgenomen. In ons binnenplans ontheffingenbeleid staat het volgende omschreven:

Het bijgebouw moet zich in vorm onderscheiden van het hoofdgebouw. Daarbij laat het hoofdgebouw zich definiëren als het gebouw dat onder andere qua vormgeving binnen de bestemming (beeld)bepalend is. Om zich te kunnen onderscheiden van het hoofdgebouw moet het bijgebouw derhalve van een zekere (architectonische) ondergeschiktheid blijk geven. Nu bijgebouwen tevens kunnen worden aangebouwd, is het relevant criteria te ontwikkelen om een oordeel te kunnen vellen in welke situaties een zodanig bouwwerk tot het hoofdgebouw (nevengeschikt) dan wel tot bijgebouw (ondergeschikt) gerekend moet worden.

 

In ons binnenplans ontheffingenbeleid zijn de volgende criteria opgenomen:

Architectonische ondergeschiktheid betekent dat de bebouwing moet worden gerekend als bijgebouw en niet als onderdeel van het hoofdgebouw.

  • 1.

    Als architectonisch ondergeschikt is in ieder geval aan te merken: een gebouw waarvan de nokhoogte minimaal 1 meter lager is dan de nokhoogte van het hoofdgebouw, en er sprake is van een gelijke dan wel lagere goothoogte.

  • 2.

    Een aan- of uitbouw aan de voorgevel van het hoofdgebouw is architectonisch ondergeschikt:

    • a.

      indien de diepte van de uitbreiding meer dan 1 meter bedraagt, of

    • b.

      de uitbreiding meer dan 3/5 van de breedte van de voorgevel bedraagt.

 

5. Gemeentelijke visie

De gemeente Tubbergen biedt ruimte aan ontwikkelingen ten behoeve van de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis. Dergelijke ontwikkelingen doorbreken kunnen een positieve impuls geven aan de levendigheid van woongebieden en daarmee de woonkwaliteit. Bovendien kan er een stimulerende werking uitgaan op de economische ontwikkeling.De arbeidsparticipatie wordt hiermee gestimuleerd en het woon-werkverkeer kan worden teruggedrongen. De gemeente Tubbergen ziet hierin voldoende redenen om een stimulerend beleid te voeren.

Tegelijkertijd dient de gemeente echter te waken voor situaties waar hinder ontstaat voor omwonenden. Daarom zijn er heldere richtlijnen nodig voor wat wel en niet aanvaardbaar is (welke beroepen en bedrijven zijn toegestaan in de woonomgeving en in welke omvang).

 

Soort activiteiten

In paragraaf 4 “Definities” is voor de betreffende begrippen een omschrijving gegeven. De gemeente toetst strikt of het beoogde gebruik voldoet aan de definitie. Daar komt bij dat de beoefenaar van het aan huis verbonden en vrije beroep ook de gebruiker van de woning moet zijn.

Detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel in branche-eigen producten (voorbeeld: kapper: kam/gel, pedicure: vijl/nagellak).

 

Geen onevenredige milieuhinder: milieutoets

Teneinde te voorkomen dat initiatieven van individuen tot onevenredige hinder kunnen leiden bij derden, dient er in het kader van een goed woon- en leefklimaat een milieutoets uitgevoerd te worden. Deze toets beperkt zich niet uitsluitend tot de gevoelige objecten maar bij deze toets wordt tevens de buitenruimte (tuin) beschermd. Achterliggende gedachte hierbij is dat derden ook gebruik moeten kunnen maken van de buitenruimte zonder hierbij te worden blootgesteld aan overmatige hinder van derden. Per geval zal moeten worden beoordeeld welke negatieve effecten een activiteit kan hebben voor de omgeving en welke maatregelen mogelijk zijn om deze negatieve effecten zo veel mogelijk te beperken.

 

Ten aanzien van de aspecten geur, stof en gevaar kunnen geen eenduidige normen worden gesteld. Gelet op de aard van de activiteiten die bij woningen mogen plaatsvinden zullen deze aspecten doorgaans van ondergeschikt belang zijn. Per geval zal een beoordeling moeten worden gemaakt of sprake zal zijn van aanvaardbare hinder.

 

Ten aanzien van het aspect geluid wordt op grond van milieuwetgeving uitsluitend getoetst op geluidgevoelige objecten. Bij de beoordeling van een goed woon- en leefklimaat wordt aanvullend een toets uitgevoerd ten aanzien van de buitenruimte. In beginsel wordt geen ontheffing verleend indien de geluidbelasting vanwege activiteiten op één of meer punten binnen het perceel van derden hoger is dan de ambitiewaarde die geldt op grond van het geluidbeleid. Voor zover de achtergrondwaarde hoger is dan de ambitiewaarde, treedt de achtergrondwaarde in de plaats van de ambitiewaarde. Voor zover redelijkerwijs niet kan worden voldaan aan de ambitiewaarde dient te worden beoordeeld of hierdoor de belangen van derden onevenredig worden geschaad. Voor zover hiervan geen sprake is, is geen sprake van onevenredige milieuhinder.

Op basis van een maatwerkbenadering dient de inpasbaarheid in de omgeving beoordeeld te worden. Daarnaast dient het in gebruik te nemen gebouw te blijven voldoen aan het bouwbesluit.

 

Maatwerk voor dergelijke situaties wordt in toekomstige bestemmingsplannen mogelijk gemaakt via een (binnenplanse) ontheffingenregeling (waarbij wordt aangesloten bij het eerdergenoemde parapluplan).

 

Naast de functie, stelt de gemeente tevens grenzen aan de vloeroppervlakte welke gebruikt mag worden voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening. Uitgangspunt is dat het gaat om medegebruik van de woonomgeving. De ruimte die door een aan huis verbonden beroep wordt ingenomen, dient dan ook duidelijk ondergeschikt te blijven aan de woonfunctie. Het dient namelijk te gaan om te voorzien in de ruimtebehoefte van in principe een ‘één mans’-bedrijfje.

 

Omvang

Voor vrije beroepen geldt wat betreft oppervlakte enkel dat maximaal 30% van het bruto vloeroppervlak van de woning (hoofdgebouw) voor het vrije beroep gebruikt mag worden. Dit is overeenkomstig jurisprudentie, waaruit blijkt dat er sprake is van ondergeschiktheid indien maximaal 30% van de brutovloeroppervlakte1) van de woning (het hoofdgebouw) ten behoeve van de aan-huis-verbonden-activiteit wordt aangewend.

1)

De bruto-vloeroppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of een groep van ruimten omhullen. Indien een binnenruimte aan een andere binnenruimte grenst, moet worden gemeten tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie.

Ten behoeve van aan huis verbonden beroepen wordt aangesloten bij de mogelijkheden die op basis van jurisprudentie voor vrije beroepen gelden. Een onderscheid tussen de vrije beroepen en de aan huis verbonden beroepen is niet noodzakelijk nu op basis van maatwerkbenadering de inpasbaarheid in de omgeving beoordeeld wordt (zie boven). Een en ander betekent dat ook voor de aan huis verbonden beroepen bij recht maximaal 30% van het bruto vloeroppervlak van de woning (hoofdgebouw) is toegestaan.

 

Ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep dan wel een aan huis verbonden beroep, mag het aantal m² aan bijgebouwen buiten het bouwvlak worden verhoogd van 50 m² tot maximaal 80 m². Deze 30 m² vergroting mag slechts worden gebruikt voor zover het gebouw daadwerkelijk als praktijkruimte wordt gebruikt.

 

VB1:

bruto vloeroppervlak = 120m²

30% van 120 m² = 36m²

maximum oppervlak praktijkruimte ten behoeve van aan huis verbonden beroep = 36 m²

Indien deze plaatsvindt binnen de woning dan maximum oppervlak bijgebouwen buiten het bouwvlak = 50m²

VB2:

bruto vloeroppervlak = 120m²

30% van 120 m² = 36m²

maximum oppervlak praktijkruimte ten behoeve van aan huis verbonden beroep = 36 m² Indien hiervan reeds 20 m² plaats vindt in de woning dan maximum oppervlak bijgebouwen buiten het bouwvlak = 70m² mits de extra 20m² aantoonbaar ingezet worden voor de praktijkruimte.

VB3

bruto vloeroppervlak = 240m²

30% van 240 m² = 72m²

maximum oppervlak ten behoeve van aan huis verbonden beroep = 72 m²

maximum oppervlak bijgebouwen buiten het bouwvlak = 80m², mits de extra 30 m² aantoonbaar ingezet worden voor de praktijkruimte

VB4

bruto vloeroppervlak = 360m²

30% van 360 m² = 108m²

maximum oppervlak ten behoeve van aan huis verbonden beroep = 108 m²

maximum oppervlak bijgebouwen buiten de bouwstrook = 80m², mits de extra 30 m² aantoonbaar ingezet worden voor de praktijkruimte

Ten aanzien van de ondergrens voor de bedrijfsmatigheid van de activiteiten (met andere woorden, tot welke omvang is er sprake van hobbymatige activiteiten), wordt hier opgenomen dat er sprake is van hobbymatige activiteiten indien:

  • -

    er geen sprake is van toename van de parkeerbehoefte;

  • -

    er geen reclame-uitingen worden geplaatst op het perceel;

  • -

    er geen advertenties in de media (bijvoorbeeld dag- en weekbladen, folders etc.) worden gepubliceerd;

  • -

    er geen sprake is van een milieuvergunning- dan wel milieumeldingplichtige activiteit;

  • -

    er geen sprake is van inschrijving als bedrijf bij de Kamer van Koophandel.

Is er wél sprake van één van de hierboven opgesomde omstandigheden, dan is er geen sprake van een hobbymatige, maar van een bedrijfsmatige activiteit. Volgens de algemene gebruiksbepaling van de diverse bestemmingsplannen is het verboden de grond en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming. Voor de uitoefeningen van de activiteit is dan een ontheffing van het bestemmingsplan vereist.

 

6. Beleidsregels

Op basis van het bovenstaande, kan het volgende geconcludeerd worden. Een aan huis verbonden beroep en een vrij beroep is toegestaan mits:

  • 1.

    De woonfunctie in ruimtelijke, functionele en visuele zin primair blijft, hetgeen betekent dat: degene die de gebruiker is van de woning ook degene is die het aan huisverbonden beroep dan wel het vrije beroep uitoefent;

    • -

      woning en/of bijgebouw moet (blijven) voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit;

    • -

      in geval van een vrij beroep en in geval van een aan huis verbonden beroep mag de totale beroepsruimte niet meer dan 30% van de totale bruto vloeroppervlakte van de woning beslaan (de woonfunctie wordt bij deze omvang in overwegende mate gehandhaafd)

  • 2.

    Het gebruik ten behoeve van aan huis verbonden beroep geen onevenredige hinder voor het woon­milieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt, hetgeen betekent dat:

    • -

      slechts beroepen of bedrijven die voldoen aan de in deze notitie opgenomen definitie toelaatbaar zijn;

    • -

      een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd is, ook voor de buitenruimten van derden;

    • -

      het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft die kunnen leiden tot een nadelige

    • -

      beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer. Verzoeker moet dit desgevraagd

    • -

      met een rapportage van een deskundige kunnen aantonen.

    • -

      de parkeervraag dient te worden afgewikkeld op het eigen terrein. De parkeervraag wordt

    • -

      objectief berekend. Hiervoor is van toepassing de gemeentelijke beleidsnotitie Bouwen en

    • -

      Parkeren. Indien hieraan niet getoetst kan worden, zal de parkeervraag berekend worden aan

    • -

      de hand van de kengetallen uit de Aanbevelingen Stedelijke VerkeersVoorzieningen van het

    • -

      CROW

    • -

      er géén sprake is van detailhandel en geen café- / restaurant- en/of prostitutieactiviteiten;

    • -

      reclame-uitingen voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de nota reclamebeleid

    • -

      zoals die gold ten tijde van het vaststellen van deze beleidsnota. Zo is onder andere geregeld

    • -

      dat een reclame object maximaal 0,5 m² mag zijn, in de lengte en de breedte geen grotere

    • -

      lengte dan 1m. Verlichting is niet toegestaan. (Aanlichting is wel toegestaan)

  • 3.

    De uitoefening van het vrije beroep en het aan huis verbonden beroep plaats vindt in de woning of in een aangebouwd dan wel vrijstaand bijgebouw waarin een verblijfsfunctie is toegestaan. Er mag geen sprake zijn van opslag dan wel bedrijfsactiviteiten buiten de aangegeven ruimte.

 

Als wordt voldaan aan het hierboven gestelde onder punt 1 en 3 dan kan het vrije beroep gevestigd worden. Er is dan voldoende gewaarborgd dat de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft. Voor de aan huis verbonden beroepen gelden aanvullend de hierboven onder 2 genoemde voorwaarden. Voldoet het aan huis verbonden beroep aan de hierboven onder punt 1, 2 en 3 gestelde voorwaarden? Dan kan op het moment dat in het parapluplan een en ander is geregeld door middel van een binnenplanse ontheffing medewerking worden verleend aan deze activiteit.

 

Zolang er nog geen parapluplan in werking is getreden is zijn wij bereid medewerking te verlenen met toepassing van artikel 3.23 Wet ruimtelijke ordening in combinatie met artikel 4.1.1. lid 1 sub i Besluit ruimtelijke ordening (ten behoeve van het gebruik). In die gevallen waarbij sprake is van uitbreiding van het aantal m² aan bijgebouwen zal zo lang het parapluplan er nog niet is, op basis van de mogelijkheden van de afzonderlijke bestemmingsplannen, medewerking worden verleend. Er zijn dus twee ontheffingen nodig: één (buitenplans) voor het gebruik en één (binnenplans) voor het bouwen.

 

7. Indieningsvereisten

Bij het indienen van een verzoek voor medewerking aan het realiseren van een aan huis verbonden beroep dient in een schriftelijk verzoek te worden aangegeven:

  • -

    de gegevens van de aanvrager

  • -

    bewijs van inschrijving Kamer van Koophandel

  • -

    wie gaat de activiteit uitvoeren?

  • -

    is er iemand in loondienst?

  • -

    omschrijving van de activiteiten

  • -

    waar worden de activiteiten uitgeoefend?

  • -

    moeten er bouwactiviteiten plaatsvinden voordat de beroeps- of -bedrijfsactiviteit kan worden uitgeoefend en zo ja, welke bouwactiviteiten?

  • -

    welke oppervlakte neemt de activiteit in beslag?

  • -

    hoeveel mensen worden ontvangen?

  • -

    op welke tijdstippen en gedurende hoeveel dagen per week en uren per dag wordt de activiteit uitgeoefend?

  • -

    komen er reclame-uitingen en zo ja, in welke omvang?

  • -

    is men voornemens te adverteren cq. wordt er geadverteerd?

  • -

    is parkeergelegenheid vereist en kan die op eigen terrein worden gerealiseerd?

  • -

    gegevens van technische apparatuur

  • -

    verkeersaantrekkende werking (waaronder aan-/afvoer goederen)

 

PW/SG 2 september 2009

 

Bijlage

Bestemmingsplan “Kleine kernen”, “Geesteren & Albergen”, “Tubbergen kern”, “Steenbrei 2”.

Definitie aan huis gebonden beroep: “Het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op het terrein van de zakelijke, maatschappelijke, juridische, medische, kunstzinnige dan wel ontwerptechnische dienstverlening, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt.”

De als “wonen” bestemde gronden zijn onder andere bestemd voor aan huis gebonden beroepen. Bij de bestemming “wonen” mag de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen buiten het bouwvlak per woning maximaal 50 m² bedragen, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% bedraagt. Via een binnenplanse ontheffing kan deze oppervlakte aan bijgebouwen worden vermeerderd naar maximaal 80 m² ten behoeve van een praktijkruimte. Het bebouwingspercentage van 50% blijft bij deze ontheffing evenwel van toepassing.

Het begrip praktijkruimte is in deze bestemmingsplannen niet nader gedefinieerd. Kennelijk is de bedoeling van de planwetgever geweest dat een praktijkruimte alleen gebruikt kan worden ten behoeve van een aan huis gebonden beroep.

 

Bestemmingsplannen “Haarboer”, “De Scholt”, “Weemselerveld-zuid, Albergen 2e fase”, “Reutum De Maten-Zuid, fase 4”.

Definitie aan-huis-verbonden-beroep: "een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is."

Definitie praktijkruimte: “een ruimte, zijnde een zelfstandige eenheid van een gebouw of indien onderdeel uitmakende van een woning dan zijnde een ondergeschikt deel van de woning, die dient voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep.”

De als “woondoeleinden” aangewezen gronden zijn bestemd voor (het wonen in) woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep. Bij de bestemming "woondoeleinden" mag de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen buiten het bouwvlak per woning maximaal 50 m² bedragen, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% bedraagt. Via een binnenplanse ontheffing kan deze oppervlakte aan bijgebouwen worden vermeerderd naar 80 m² ten behoeve van een praktijkruimte.

In de bestemmingsplannen “Haarboer Tubbergen” en “Reutum De Maten-Zuid, fase 4” blijft het bebouwingspercentage van 50% deze ontheffing van toepassing.

In de bestemmingsplannen “De Scholt Fleringen” en “Weemselerveld-zuid, Albergen 2e fase” is opgenomen dat de woonfunctie dan niet als overwegende functie mag worden aangetast.

 

Bestemmingsplan “Dannenkamp IV”.

Definitie aan-huis-verbonden-beroep: “een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.”

De als “woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep.

Bij de bestemming "woondoeleinden" mag de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen buiten het bouwvlak per woning maximaal 50 m² bedragen, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% bedraagt. Via een binnenplanse ontheffing kan deze oppervlakte aan bijgebouwen worden vermeerderd tot 80 m².

In het binnenplans ontheffingenbeleid is vastgelegd dat burgemeester en wethouders deze ontheffing alleen verlenen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep, mits aan de in dat beleid gestelde voorwaarden wordt voldaan.

 

Bestemmingsplannen “Eschenhoek”, “Tubbergen Centrum”, “Mekkelenberg, integrale herziening”.

Definitie praktijkruimte: “een ruimte, zijnde een zelfstandige eenheid van een gebouw of indien onderdeel uitmakende van een woning dan zijnde een ondergeschikt deel van de woning, die dient voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep (dan wel voor het verlenen van diensten) op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen gebied.”

De als “woonhuizen” bestemde gronden zijn bestemd voor woonhuizen met dien verstande dat de gebouwen mogen worden gebruikt als praktijkruimte mits hierdoor de woonfunctie als overwegende functie van het perceel niet wordt aangetast.

Bij de bestemming “ woonhuizen” mag de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen buiten het bouwvlak per woning maximaal 50m² bedragen, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% bedraagt. Via een binnenplanse ontheffing kan deze oppervlakte aan bijgebouwen worden vermeerderd naar 80m² ten behoeve van een praktijkruimte.

Aanvulling “Eschenhoek”: Het bebouwingspercentage van 50% blijft bij deze ontheffing gelden.

 

Peuverhoek 2 Geesteren

Definitie aan huis verbonden beroep: “het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op het terrein van de zakelijke, maatschappelijke, juridische, medische, kunstzinnige dan wel ontwerptechnische dienstverlening, dat door de gebruiker van de woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt.”

De als “wonen” bestemde gronden zijn bestemd voor woonhuizen met dien verstande dat de gebouwen mogen worden gebruikt als praktijkruimte mits hierdoor de woonfunctie als overwegende functie van het perceel niet wordt aangetast.

Bij de bestemming “ wonen” mag de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen buiten het bouwvlak per woning maximaal 50m² bedragen, mits de bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% bedraagt. Via een binnenplanse ontheffing kan deze oppervlakte aan bijgebouwen worden vermeerderd naar 80m² ten behoeve van een praktijkruimte. Het bebouwingspercentage van 50% blijft bij deze ontheffing gelden.