Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen houdende regels omtrent instructies voor de heffings- en invorderingsambtenaar (Instructie heffings- en invorderingsambtenaar Tubbergen 2019)

Geldend van 19-12-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen houdende regels omtrent instructies voor de heffings- en invorderingsambtenaar (Instructie heffings- en invorderingsambtenaar Tubbergen 2019)

Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen;

gelet op artikel 160 eerste lid onder d van de Gemeentewet, artikel 10:22 en 10: 23 van de Algemene wet bestuursrecht en op artikel 2.1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente;

besluit:

 

vast te stellen de navolgende

de instructie heffings-  en invorderingsambtenaar Tubbergen 2019

Artikel 1 begrippen

In deze instructie wordt verstaan onder:

  • a.

    de heffingsambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet ;

  • b.

    de plaatsvervangend heffingsambtenaar: de ambtenaar die de heffingsambtenaar bij afwezigheid vervangt;

  • c.

    de invorderingsambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel d van de Gemeentewet

  • d.

    de plaatsvervangend invorderingsambtenaar: de ambtenaar die invorderingsambtenaar bij afwezigheid vervangt.

Artikel 2 instructie gebruikmaking bevoegdheden

De plaatsvervangend heffingsambtenaar en de plaatsvervangend invorderingsambtenaar maken enkel gebruik van hun middels aanwijzing toebedeelde bevoegdheden voor zo ver zij optreden als vervanger van de heffings- respectievelijk de invorderingsambtenaar.

Artikel 3 inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

  • 2. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Instructie heffings- en invorderingsambtenaar Tubbergen 2019'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen 4 juni 2019.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de burgemeester,

drs. ing. W.A.M. Haverkamp-Wenker

de secretaris,

drs. ing. G.B.J. Mensink