Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tubbergen houdende regels omtrent de heffing en invordering van forensenbelasting (Verordening forensenbelasting 2020)

Geldend van 21-12-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tubbergen houdende regels omtrent de heffing en invordering van forensenbelasting (Verordening forensenbelasting 2020)

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019.

gezien het advies van raadscommissie van 2 december 2019;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2020 (Verordening forensenbelasting 2020)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar orgaan, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting bedraagt per woning € 286,00.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor een woning waarvan de ondergrond niet bij de eigenaar van de woning in eigendom, bezit of beperkt recht is € 105,00.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Overgangsrecht

De Verordening forensenbelasting 2015 van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening forensenbelasting 2020".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2019.

De raadsgriffier

mr. L. Legtenberg

de voorzitter

drs. ing. W.A.M. Haverkamp-Wenker