Regeling vervallen per 05-03-2014

Beleidsregels standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen

Geldend van 20-04-2011 t/m 04-03-2014

Intitulé

Beleidsregels standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen

Het college van burgemeesters en wethouders van Tubbergen,

gelet op artikel 5.2.2 en 5.2.3 van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4.81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht

BESLUIT

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

branche:

voor de toepassing van deze beleidsregels worden de volgende branches onderscheiden:

1. brood/banket

2. zuivel/vlees

3. groenten/fruit

4. vis en/of snacks

5. poelierswaren

6. bloemen/planten

7. overige.

dagdeel:

het tijdvak van 8.00 tot 13.00 uur en het tijdvak van 13.00 tot 18.00 uur.

minimarkt:

één locatie waarop maximaal vijf standplaatsen gelijktijdig worden ingenomen.

standplaats:

een standplaats als bedoeld in artikel van de Algemene plaatselijke verordening.

Artikel 2 Aanvraag

  • 1. Voor het indienen van een aanvraag moet het gemeentelijke aanvraagformulier worden gebruikt.

  • 2. Bij de aanvraag moeten de volgende bescheiden zijn gevoegd:

    • -

      kopie van het uittreksel van de onderneming uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • -

      kopie geldig legitimatiebewijs;

    • -

      situatietekening van de locatie;

    • -

      schriftelijke toestemming van de eigenaar van de grond waarop de standplaats wordt ingenomen, tenzij vergunning wordt gevraagd op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

  • 3. De termijn die krachtens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld om een onvolledige aanvraag aan te vullen bedraagt vier weken.

Artikel 3

  • 1. Een vergunning wordt verleend voor een termijn van maximaal drie jaar.

  • 2. Het college kan besluiten om in bijzondere gevallen van de maximum termijn van drie jaar af te wijken.

Hoofdstuk 2 Standplaatsen verleend voor een termijn langer dan één week

Artikel 4 Minimarkten

  • 1. In Geesteren wordt vergunning verleend voor maximaal vijf standplaatsen op een minimarkt op donderdagmiddag van 12.30 tot 18.00 uur.

  • 2. In Albergen wordt vergunning verleend voor maximaal vijf standplaatsen op een minimarkt op vrijdagmorgen van 08.00 tot 12.30 uur.

Artikel 5 Maximumstelsel

  • 1. In alle kernen wordt vergunning verleend voor maximaal vier standplaatsen per dagdeel.

  • 2. Geen vergunning wordt verleend voor het innemen van een standplaats in Albergen, Geesteren en Tubbergen wanneer daar een minimarkt dan wel de weekmarkt wordt gehouden.

  • 3. In bijzondere omstandigheden kan van het maximumstelsel worden afgeweken. Er kan hiervan sprake zijn in het geval van feestdagen (ook bijvoorbeeld carnaval), standplaatsen ten behoeve van medisch onderzoek, standplaatsen van beperkte duur of seizoensstandplaatsen.

Artikel 6 Branchebeperkingen ter bescherming van het plaatselijk voorzieningenniveau

In Manderveen wordt geen vergunning verleend voor de branche bloemen en planten.

In Langeveen, Vasse en Harbrinkhoek/Mariaparochie wordt geen vergunning verleend voor de branches brood/banket, zuivel/vlees en groenten/fruit. In Reutum wordt geen vergunning verleend voor de branche brood/banket.

Artikel 7 Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen

  • 1. In het dorp Tubbergen mogen alleen standplaatsen worden ingenomen op het Raadhuisplein en aan de Markt (achter rijwielhandelaar Buyvoets) behalve op zaterdag. Op zaterdagen mogen standplaatsen alleen op het Raadhuisplein worden ingenomen.

  • 2. In de andere dorpen zijn geen vaste locaties aangewezen voor het innemen van standplaatsen.

Artikel 8 Toedelen van standplaatsen

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een wachtlijst bij.

  • 2. Als er meer aanvragen dan uit te geven vergunningen zijn, wordt het verzoek om vergunning afgewezen en wordt de aanvrager op een op een wachtlijst geplaatst. Maar de aanvrager wordt niet op de wachtlijst geplaatst

    • a.

      als zijn aanvraag onvolledig is en hij niet binnen de gestelde termijn zijn aanvraag heeft aangevuld;

    • b.

      als zijn aanvraag betrekking heeft op een branche waarvoor in de desbetreffende kern geen standplaatsen worden uitgegeven.

  • 3. Als een standplaats vrijkomt, zullen de gegadigden op de wachtlijst – op volgorde van inschrijving – voor de vrijgekomen standplaats benaderd worden.

  • 4. Als een standplaats vrijkomt door het overlijden van een standplaatshouder zal eerst een termijn van acht weken worden afgewacht, voordat de gegadigden op de wachtlijst voor de vrijgekomen standplaats worden benaderd. De levenspartner of één van de kinderen van de standplaatshouder heeft dan de mogelijkheid om binnen acht weken na overlijden een verzoek in te dienen voor het overschrijven van de standplaatsvergunning.

Artikel 9 Standplaatsen voor kleine snacks

  • 1. In de gemeente als geheel worden per dagdeel maximaal 10 standplaatsen vergund voor kleine snacks.

  • 2. Onder “kleine” snacks behoren: producten geschikt voor directe consumptie die niet eerst gefrituurd dienen te worden. Voorbeelden van “kleine” snacks zijn ijs, warme en koude, niet alcoholhoudende drank en warme worst.

Artikel 10 Vergunningvoorschriften

Aan de vergunning wordt in ieder geval het voorschrift verbonden:

  • 1.

    dat de standplaats steeds na afloop van het dagdeel of dagdelen waarvoor vergunning is verleend, geheel moet worden ontruimd;

  • 2.

    dat de standplaats zo moet worden geplaatst dat het publiek zich niet hoeft op te stellen op voor motorvoertuigen of mede voor motorvoertuigen bestemde gedeelte van de weg.

Artikel 11 Persoonsgebonden vergunning

Een vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

Hoofdstuk 3 Intrekking bij het niet gebruiken van de vergunning

Artikel 12

De onder artikel 1.6 onder d van de Algemene plaatselijke verordening genoemde termijn bedraagt zes weken.

Hoofdstuk 4 Ventvergunningen

Artikel 13

Ventvergunningen zijn eveneens persoonlijk en niet overdraagbaar

Artikel 14

  • 1. Een vergunning kan worden verleend voor een termijn van maximaal één jaar.

  • 2. Het college kan besluiten om in bijzondere gevallen van de maximum termijn van één jaar af te wijken.

Artikel 15

Per branche wordt voor een bepaald gebied per week niet meer dan één ventvergunning verleend.

Artikel 16

Voor een bepaald gebied worden per week niet meer dan drie ventvergunningen verleend.

Artikel 17

In Albergen, Geesteren en Tubbergen is geen beperking met betrekking tot de branche waarin gevent mag worden.

Artikel 18 Branchebeperkingen ter bescherming van het plaatselijk voorzieningenniveau

In Manderveen wordt geen vergunning verleend voor de branche bloemen en planten.

In Langeveen, Vasse en Harbrinkhoek/Mariaparochie wordt geen vergunning verleend voor de branches brood/banket, zuivel/vlees en groenten/fruit. In Reutum wordt geen vergunning verleend voor de branche brood/banket.

Artikel 19

In het geval van bijzondere omstandigheden kan van het ventbeleid worden afgeweken.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkintreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking één dag na bekendmaking.

  • 2. Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels vervalt het Standplaatsen- en ventbeleid 2007.

Artikel 21 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ”Beleidsregels standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen”.

Ondertekening

Tubbergen, 13 oktober 2009
Burgemeester en wethouders van Tubbergen,
de secretaris, de burgemeester,
drs. ing. G.B.J. Mensink, mr. M.K.M. Stegers

Toelichting bij de beleidsregels voor standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen

Andere regelgeving

Naast de Algemene plaatselijke verordening is er nog andere regelgeving van belang voor het venten en het innemen van standplaatsen. Deze regelgeving stelt vanuit andere motieven eisen aan het drijven van handel. Zo is zijn de Winkeltijdenwet, de Drank- en Horecawet, de Colportagewet en de Warenwet van belang. Voor zover nodig zal bij het venten en het innemen van een standplaats ook aan deze wetten moeten worden voldaan.

Winkeltijdenwet

In de Winkeltijdenwet is aangegeven dat winkels op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur en op zon- en/of feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen geopend mogen zijn. Voor de ambulante handel geldt hetzelfde. Dit betekent dat er geen vent- en standplaatsvergunningen verleend mogen worden voor zon- en/of feestdagen, tenzij deze zon- en/of feestdag als koopzondag is aangewezen. In artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is hierop een uitzondering gemaakt. Dit artikel bepaalt dat straatverkoop voor het aanbieden en verkopen van door directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije drank wel op zon- en/of feestdagen mag plaatsvinden.

Drank- en Horecawet

In de Drank- en Horecawet staat dat er geen alcoholhoudende drank vanaf een standplaats mag worden verkocht. Ook mag er geen alcoholhoudende drank tijdens de verkoop aanwezig zijn.

Colportagewet

De Colportagewet ziet toe op de wijze van optreden in de relatie tussen de koper en de verkoper. De Colportagewet is van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen goederen en diensten. De gemeente heeft overigens geen bevoegdheden. De Economische Controledienst is met de uitvoering van de bepalingen uit de Colportagewet belast.

Warenwet

Op het drijven van handel in eet- en drinkwaren zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels over de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Ook stelt de Warenwet regels over de hygiëne en degelijkheid van producten. Het toezicht op de naleving van de Warenwet geschiedt door de Voedsel en Warenautoriteit.

Aanvraagformulier

Voor het aanvragen van de vergunning moet het gemeentelijk aanvraagformulier gebruikt worden. Deze is vastgesteld door het college.

Vergunning

Een vergunning kan verleend worden voor een termijn van maximaal drie jaar. Hier is voor gekozen naar aanleiding van het project administratieve lastenverlichting. Standplaatsen voor één dag of een korte periode, kunnen niet voor drie jaar op dezelfde datum/dag een standplaats aanvragen. Dit moet elk jaar opnieuw.

Minimarkten

Op de minimarkt in Albergen (vrijdagmorgen) en Geesteren (donderdagmiddag) mogen maximaal vijf standplaatsen worden ingenomen. Er mogen gelijktijdig met de minimarkt geen standplaatsen worden ingenomen op een andere locatie dan de locatie van de minimarkt. Daarnaast mogen er in Tubbergen geen standplaatsen worden ingenomen op het tijdstip dat de weekmarkt plaatsvindt. De weekmarkt in Tubbergen vindt op dinsdagmorgen plaats.

Gezien het feit dat uit jurisprudentie blijkt dat een verzameling van zes of meer standplaatsen als een markt wordt aangemerkt, is er voor gekozen dat er op de minimarkt maximaal vijf standplaatsen mogen worden ingenomen. Voor markten gelden namelijk andere regels.

Maximum stelsel

Standplaatsen die tijdens een evenement worden ingenomen, vallen buiten deze beleidsregels omdat deze standplaatsen deel uitmaken van het evenement en de standplaats in een eventuele evenementenvergunning wordt opgenomen.

Branchebeperkingen ter bescherming van het plaatselijk voorzieningenniveau

Voor de kleinere kernen, waar het bestaande verzorgingsniveau mogelijk in gevaar kan komen door een teveel aan standplaatshouders in dezelfde branche, is naast een maximumstelsel ook een brancheverdeling gehanteerd. Voorbeeld: in Langeveen is nu nog één supermarkt. Mogelijkerwijs zou deze supermarkt door een teveel aan standplaatshouders in de branches “levensmiddelen” (bv. brood, aardappelen-groente-fruit, zuivel) ten onder kunnen gaan, waardoor het verzorgingsniveau voor deze kern geheel verdwijnt. In dat geval is het mogelijk om binnen het beleid zowel een maximum aan het aantal standplaatsen te stellen als ook een brancheverdeling te hanteren. Verdwijnt één van de winkels in deze kleinere kernen? Dan kan er in de betreffende branche wel een standplaatsvergunning worden afgegeven.

Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen

Alleen voor Tubbergen zijn richtlijnen voor de locatie waar de standplaatsen mogen worden ingenomen. Voor de andere kernen zijn er geen locaties aangewezen waar wel of geen standplaatsen mogen worden ingenomen. Als er evenementen op het Raadhuisplein plaatsvinden, zullen de standplaatsen in de meeste gevallen op een andere locatie worden ingenomen. De standplaatshouders worden hiervan op de hoogte gesteld door de marktmeester. Het college kan ook in geval van onvoorziene omstandigheden van tijdelijke aard (zoals wegwerkzaamheden, calamiteiten, onderhouds- en nieuwbouwactiviteiten) een andere locatie aanwijzen waar de standplaatsen ingenomen moeten worden.

Voor een locatie van de standplaats dat géén gemeentelijk terrein is, is toestemming nodig van de grondeigenaar van die locatie. Voor deze toestemming moet de aanvrager zelf zorgen. Deze toestemming moet bij de aanvraag worden ingeleverd.

Voor een locatie op gemeentelijk terrein, is met het afgeven van de standplaatsvergunning, toestemming van de gemeente om de standplaats op gemeentelijk terrein in te nemen.

Persoonsgebonden vergunning

De vergunning is persoonsgebonden. De houder van de vergunning of een medewerker moet altijd aanwezig zijn op de standplaats.

Ventvergunningen

Er mogen niet meer dan drie venters per week aan de deur komen en ook per branche kan er slechts één venter per week langs de deur komen. Dit is voornamelijk om irritatie bij de burgers te voorkomen.

Leges

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden. De tarieven staan in de Legesverordening.

2011-04-14