Regeling vervallen per 01-01-2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2009 (ingaande 1 april 2009)

HOOFDSTUK 1 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET (PGB) EN DE FINANCIELE TEGEMOETKOMING

Artikel 1. Regels rond verstrekking

  • 1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een PGB of financiële tegemoetkoming vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

  • 2. Verstrekking in de vorm van een PGB vindt plaats indien:

    • a.

      betrokkene niet deelneemt of deel zou moeten nemen aan een schuldhulpverleningstraject;

    • b.

      betrokkene niet handelingsonbekwaam is verklaard of verklaard zou moeten worden;

    • c.

      betrokkene beschikt over een vaste woon of verblijfplaats;

    • d.

      betrokkene beschikt over een bank- of girorekening.

  • 3. Een PGB of financiële tegemoetkoming wordt alleen verstrekt voor het verwerven van individuele voorzieningen.

  • 4. Een PGB of financiële tegemoetkoming wordt niet verstrekt voor het verwerven van algemene voorzieningen.

  • 5. Een PGB is een geldbedrag waarmee de aanvrager één of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven.

  • 6. Een financiële tegemoetkoming is een gemaximeerde tegemoetkoming in de kosten van een voorziening die achteraf op declaratiebasis wordt verstrekt.

Artikel 2. Verantwoording en controle

Voor de verantwoording van de besteding van het PGB stellen burgemeester en wethouders een onderzoeksplan op.

HOOFDSTUK 2 EIGEN BIJDRAGEN, EIGEN AANDEEL EN BESPARINGSBIJDRAGE

Artikel 3. Omvang van de eigen bijdragen of het eigen aandeel

De in een kalenderjaar verschuldigde eigen bijdrage en het eigen aandeel in de kosten van maatschappelijke ondersteuning waarvoor een naturavoorziening, een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming wordt verleend, mogen voor de volgende personen samen niet meer bedragen dan:

  • a.

    voor alleenstaanden jonger dan 65 €17,20 per vier weken, plus een dertiende deel van 15% van hun inkomen boven €21.703;

  • b.

    voor alleenstaanden van 65 jaar of ouder €17,20 per vier weken, plus een dertiende deel van 15% van hun inkomen boven €14.812,-;

  • c.

    voor samenwonenden waarvan een van beiden jonger is dan 65 jaar €24,60 per vier weken, plus een dertiende deel van 15% van hun gezamenlijk inkomen boven €26.535,-;

  • d.

    voor samenwonenden die beiden 65 jaar of ouder zijn €24,60 per vier weken, plus een dertiende deel van 15% van hun gezamenlijk inkomen boven €20.431,-.

Artikel 4. Negenendertig perioden van vier weken (3 jaar)

Als een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager wordt gedurende een periode van drie jaar een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een PGB of financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 3 vastgesteld bedrag in mindering gebracht.

Artikel 5. Besparingsbijdrage

Het bedrag dat als besparingsbijdrage gevraagd wordt bij het verstrekken van een driewielfiets, een fiets in bijzondere uitvoering of een scootermobiel bedraagt bij verstrekking van een PGB of financiële tegemoetkoming €205,--.

De besparingsbijdrage voor de Taxipas bedraagt € 0,43 per zone.

HOOFDSTUK 3 HULP BIJ HET HUISHOUDEN

Artikel 6a. Inkomensgrens

De grens (het norminkomen) waarboven hulp bij het huishouden met een omvang van 0 tot 2 uur per week niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komt bedraagt voor een:

alleenstaande tot 65 € 28.366,-

alleenstaande 65+ € 24.895,-

samenwonenden/gehuwd één of beide tot 65 € 36.580,-

samenwonende/gehuwd 65+ € 34.871,-

in instelling gehuwd alle leeftijden € 13.075,-

in instelling alleenstaande alle leeftijden € 9.487,-

Artikel 6b. Bedrag PGB of financiële tegemoetkoming hulp bij het huishouden

1.Klasse 1: € 948,- per jaar

Klasse 2: € 2.847,- per jaar

Klasse 3: € 5.273,- per jaar

Klasse 4: € 8.121,- per jaar

Klasse 5: € 10.968,- per jaar

Klasse 6: € 13.817,- per jaar

Het PGB voor hulp bij het huishouden is inclusief een bedrag voor overheadkosten. Als wordt gekozen voor de dienstverlening door de Sociale Verzekeringsbank (SVB), worden de administratiekosten rechtstreeks aan de SVB overgemaakt.

2.Voor uitbreiding van het PGB boven klasse 6 zoals genoemd in artikel 6b eerste lid wordt een uurtarief van € 18,24 per uur per week (€948 per jaar voor elk extra uur per week) gehanteerd.

HOOFDSTUK 4 WOONVOORZIENINGEN

Artikel 7. PGB of financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen

Het PGB voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de kosten voor het aanpassen van de woning in de door burgemeester en wethouders geaccepteerde offerte minus de eigen bijdrage.

De financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de kosten voor het aanpassen van de woning in de door burgemeester en wethouders geaccepteerde offerte minus het eigen aandeel.

Artikel 8. Terugbetalen bij verkoop eigen woning

De investering aan de woning door de gemeente als bedoeld in artikel 21 van de Vvmo wordt in 10 jaar afgeschreven. Het bedrag dat na verkoop van de woning moet worden terugbetaald bedraagt voor het:

  • ·

    eerste jaar 60% van de investering;

  • ·

    tweede jaar 50% van de investering;

  • ·

    derde jaar 40% van de investering;

  • ·

    vierde jaar 30% van de investering;

  • ·

    vijfde jaar 20% van de investering;

  • ·

    zesde jaar 10% van de investering;

  • ·

    zevende jaar 10% van de investering;

  • ·

    achtste jaar 10% van de investering;

  • ·

    negende jaar 10% van de investering;

  • ·

    tiende jaar 10% van de investering;

  • ·

    elfde jaar 0% van de investering.

Artikel 9. Verhuiskostenvergoeding (forfaitair bedrag)

Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 15 onder a van de Vvmo bedraagt €5.273,-. Hiervan wordt geen eigen bijdrage of eigen aandeel afgetrokken.

Artikel 10. Hoofdverblijf en bezoekbaar maken van woonruimte

De financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woonruimte als genoemd in artikel 19 tweede tot en met vijfde lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning bedraagt maximaal

€ 2.530,-. Hiervan wordt het eigen aandeel nog afgetrokken.

Artikel 11. Normbedragen voor woningaanpassingen

Voor het berekenen van de kosten van woningaanpassingen gelden de volgende normbedragen:

·Zeil of linoleum p.m. (rolbreedte 4 meter) inclusief egalisatiekosten € 55,90

HOOFDSTUK 5 HET ZICH LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL

Artikel 12. Algemeen gebruikelijke vervoervoorzieningen

De grens waarboven een Taxipas, een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten zoals genoemd in artikel 25 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, bedraagt voor een:

alleenstaande tot 65 € 28.366,-

alleenstaande 65+ € 24.895,-

samenwonenden/gehuwd één of beide tot 65 € 36.580,-

samenwonende/gehuwd 65+ € 34.871,-

in instelling gehuwd alle leeftijden € 13.075,-

in instelling alleenstaande alle leeftijden € 9.487,-

Artikel 13. PGB vervoersvoorziening

  • 1.

    Het PGB voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de cataloguswaarde van de goedkoopst-adequate voorziening plus de kosten voor onderhouds- en servicepakket minus de eigen bijdrage.

  • 2.

    Het PGB voor een autoaanpassing wordt vastgesteld op basis van de cataloguswaarde van de goedkoopst-adequate voorziening plus de kosten voor onderhouds- en servicepakket minus de eigen bijdrage.

  • 3.

    Het PGB is bedoeld als tegemoetkoming in de aanschaf en het onderhoud van een vervoersvoor-ziening voor een periode van vijf jaar. Voor het aanschaffen of gebruiken van een (eigen) auto wordt geen PGB verstrekt.

Artikel 14. Financiële tegemoetkoming vervoersvoorziening14

  • 1. De financiële tegemoetkoming voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de cataloguswaarde van de goedkoopst-adequate voorziening plus de kosten voor onderhouds- en servicepakket minus het eigen aandeel.

  • 2. De financiële tegemoetkoming voor een autoaanpassing wordt vastgesteld op basis van de cataloguswaarde van de goedkoopst-adequate voorziening plus de kosten voor onderhouds- en servicepakket minus het eigen aandeel.

  • 3. De financiële tegemoetkoming is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een vervoersvoorziening voor een periode van vijf jaar.

  • 4. Voor het aanschaffen of gebruik van een (eigen) auto wordt geen financiële tegemoetkoming verstrekt.

Artikel 14a. Forfaitair bedrag voor gebruik eigen auto14

1.De forfaitaire vergoeding voor het gebruik van een (eigen) auto bedraagt €1.049,- per jaar. Hiervan wordt geen eigen bijdrage of eigen aandeel afgetrokken.

HOOFDSTUK 6 VERPLAATSEN IN EN ROND DE WONING

Artikel 15. PGB voor rolstoelvoorziening

  • 1. Het PGB voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de prijs zoals die met de leverancier is overeengekomen plus de kosten voor eventuele aanpassingen en de kosten van een onderhouds- en servicepakket.

  • 2. Het PGB is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een rolstoel voor een periode van vijf jaar.

Artikel 16. Financiële tegemoetkoming voor rolstoelvoorziening15

  • 1. De financiële tegemoetkoming voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de prijs zoals die met de leverancier is overeengekomen plus de kosten voor eventuele aanpassingen en de kosten van een onderhouds- en servicepakket.

  • 2. De financiële tegemoetkoming is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een rolstoel voor een periode van vijf jaar.

HOOFDSTUK 7 SPORTVOORZIENINGEN

Artikel 17. Sportvoorzieningen

Een sportvoorziening wordt uitsluitend verstrekt als forfaitair bedrag. Het forfaitair bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportvoorziening voor een periode van drie jaar en bedraagt maximaal €3.691,-. Hiervan wordt geen eigen bijdrage of eigen aandeel afgetrokken.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009, onder gelijktijdige intrekking van het besluit maatschappelijk ondersteuning 2006 en het financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2006.

Artikel 19. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009.

Vries, 10 maart 2009

Het college voornoemd,

F.A. van Zuilen, burgemeester

P.Post, secretaris