Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010

Gemeente Tytsjerksteradiel

Raadsvergadering d.d. 26 november 2009, agendapunt

De Raad van de gemeente Tytsjerksteradiel:

overwegende dat:

- de Wet werk en bijstand (WWB) de gemeenteraad opdracht geeft om bij verordening regels te stellen over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid van de WWB, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet;

- de Wet investeren in jongeren (WIJ) per 1 oktober 2009 in werking is getreden;

de WIJ de gemeenteraad opdracht geeft om bij verordening regels te stellen inzake de betrokkenheid van jongeren of hun vertegenwoordigers bij de uitvoering van de wet;

- de raad op 30 oktober 2008 de verordening Cliëntenparticipatie Werk en Bijstand 2009 heeft vastgesteld;

- het college de verordening Cliëntenparticipatie Werk en Bijstand 2009 qua inhoud en naam wenst aan te passen;

- de verordening vanwege deze aanpassingen opnieuw moet worden vastgesteld;

gelezen het voorstel van het College d.d. 3 november 2009;

tevens kennis genomen hebbend van het advies van de Cliëntenraad Werk en Bijstand;

gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Wet werk en bijstand;

gelet op het bepaalde in artikel 12, eerste lid, sub d jo. artikel 12, tweede lid van de Wet investeren in jongeren;

BESLUIT:

De ‘Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010’ als volgt vast te stellen:

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE Wet Werk en Bijstand en Wet investeren in jongeren 2010

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      WWB: de Wet werk en bijstand. Voor de toepassing van deze verordening wordt daaronder mede verstaan de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • b.

      WIJ: de Wet investeren in jongeren;

    • c.

      cliënt: de persoon die een uitkering ontvangt van de gemeente Tytsjerksteradiel op grond van de WWB; de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder a, van de WWB; de jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ;

    • d.

      vertegenwoordiger cliënt: wettelijk vertegenwoordiger; de persoon die affiniteit heeft met de doelgroep; de persoon die lid is van een (belangen)organisatie, die raakvlakken heeft met de doelgroep;

    • e.

      de cliëntenraad: een uit cliënten en vertegenwoordigers van cliënten bestaand orgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

    • f.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel;

    • g.

      de wethouder: de wethouder die de portefeuille Werk en Bijstand beheert, dan wel diens plaatsvervanger;

    • h.

      de voorzitter (s): de door de cliëntenraad uit haar midden gekozen voorzitter(s);

    • i.

      de secretaris: de secretaris van de cliëntenraad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2. Instellingsbepaling en zittingsduur

  • 1. Het college stelt de cliëntenraad in en benoemt de leden van de cliëntenraad.

  • 2. De cliëntenraad wordt in de gelegenheid gesteld om voor elke vacature een aanbeveling te doen.

  • 3. De leden nemen zitting voor een periode van zes jaar. Deze periode kan onder de volgende voorwaarden éénmaal worden verlengd met maximaal twee jaar:

    • a.

      binnen deze twee jaar moet een vervanger worden gezocht, en

    • b.

      zodra deze vervanger is benoemd, eindigt het lidmaatschap.

  • 4. Het lidmaatschap van de leden van de cliëntenraad eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek door schriftelijke opzegging;

    • b.

      wanneer het lid niet meer behoort tot de personen genoemd onder artikel 3, lid 1, sub a, b, c, d en e. Het lid mag daarna nog maximaal 1 jaar deel uitmaken van de cliëntenraad.

Artikel 3. Samenstelling van de cliëntenraad

  • 1. Tot lid van de cliëntenraad kunnen worden benoemd personen:

    • a.

      die een uitkering op grond van de WWB van de gemeente Tytsjerksteradiel ontvangen;

    • b.

      die behoren tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2 van de WIJ;

    • c.

      die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW);

    • d.

      die behoren tot de doelgroep van de niet-uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 6 onder a van de WWB;

    • e.

      die affiniteit hebben met de doelgroep of die lid zijn van een (belangen) organisatie die raakvlakken heeft met de doelgroep.

  • 2. De cliëntenraad bestaat uit :

    • a.

      minimaal 7 en maximaal 9 personen en wordt samengesteld uit een meerderheid van cliënten en een minderheid van mensen die ofwel affiniteit hebben met de doelgroep of vertegenwoordigers van (belangen)organisaties die raakvlakken hebben met de doelgroep.

    • b.

      een door het college aangewezen secretaris. De secretaris is bij alle vergaderingen aanwezig, maar heeft daarin geen stemrecht. De cliëntenraad mag ook een lid uit haar midden aanwijzen als secretaris. In dat geval wijst het college een medewerker aan die zorg draagt voor de administratieve ondersteuning van de cliëntenraad.

Artikel 4. Taak van de cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad is een adviesorgaan voor het college en heeft tot taak het college op verzoek of ongevraagd advies te geven over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid op het terrein van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren in ruime zin.

  • 2. De cliëntenraad brengt schriftelijk adviezen uit.

  • 3. De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren als het gaat om de belangen van een of meer individuele cliënten. Dit geldt ook voor de afhandeling van door cliënten ingediende klachten en bezwaarschriften.

  • 4. Het advies wordt door de cliëntenraad schriftelijk uitgebracht binnen twee weken na de datum waarop over het betreffende onderwerp is vergaderd. Het advies wordt opgesteld door de secretaris en wordt ondertekend door de secretaris en de voorzitter.

  • 5. De cliëntenraad wordt schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld, wanneer het college afwijkt van haar adviezen.

  • 6. Wanneer het college onderwerpen ter advisering aan de cliëntenraad voorlegt, zorgt het college er voor dat de leden van de cliëntenraad de relevante stukken op tijd ontvangen voorafgaand aan de vergadering.

Artikel 5 Inspanningsverplichting van de leden

  • 1. De leden zetten zich actief in voor het goed functioneren van de cliëntenraad.

  • 2. De leden wonen alle vergaderingen van de cliëntenraad bij, tenzij er sprake is van overmacht.

  • 3. De leden nemen deel aan werk­groep- of commissievergaderingen voor zover de cliënten­raad daartoe besluit.

  • 4. De leden nemen tweemaal per jaar deel aan een cursus of training wanneer de cliëntenraad daartoe besluit.

  • 5. De leden verrichten hun taak zonder last maar houden wel ruggespraak met hun achterban.

Artikel 6 De vergaderingen van de cliëntenraad, de voorzitter, quorum

  • 1. De cliëntenraad vergadert tien maal per kalenderjaar of zoveel meer als de voorzitter plus twee leden dat noodzakelijk vinden. Voor zover mogelijk zijn de wethouder en de manager van de afdeling bij het eerste gedeelte van de vergadering aanwezig. Dit om vragen te beantwoorden en mededelingen te doen. De wethouder kan zich laten bijstaan door een of meer medewerkers uit de gemeentelijke organisatie.

  • 2. De vergaderingen van de cliëntenraad vinden in beginsel achter gesloten deuren plaats.

  • 3. De voorzitter roept de vergadering bijeen. Hij stelt in overleg met de secretaris tijd en plaats van de vergadering vast. De voorzitter is ook bevoegd een geplande vergadering af te gelasten wegens gebrek aan agendapunten.

  • 4. De voorzitter stelt de agenda vast. De leden en de wethouder kunnen tot 10 dagen voor de datum van de vergadering agendapunten aanleveren bij de secretaris.

  • 5. De voorzitter is verantwoordelijk voor het efficiënt en doelmatig functioneren van de cliëntenraad en de orde in de vergaderingen van de cliëntenraad.

  • 6. Wanneer een lid is verhinderd de vergadering bij te wonen, dan meldt hij dit zo spoedig mogelijk bij de secretaris.

  • 7. Wanneer bij een vergadering de meerderheid van het aantal leden niet ter zitting aanwezig is, dan gaat de vergadering wel door maar worden er geen besluiten genomen.

  • 8. De secretaris maakt een verslag van de vergadering. De secretaris stuurt een kopie van het verslag aan het college.

Artikel 7 Inschakeling van derdedeskundigen

  • 1. De cliëntenraad kan zich laten adviseren door derdedeskundigen. De cliëntenraad kan het college verzoeken om eventueel hieraan verbonden kosten te vergoeden.

  • 2. De cliëntenraad kan derdedeskundigen in de vergadering laten verschijnen en hen het woord laten voeren.

Artikel 8 Geheimhouding, privacy, media

  • 1. Wanneer door het college stukken of informatie in welke vorm dan ook ter be­schik­king worden gesteld waarvan het college aangeeft dat deze vertrouwelijk zijn, dan zijn de leden gehouden tot geheimhouding.

  • 2. De leden stellen geen informatie aan derden beschikbaar, waarvan hen bekend is, of waarvan mag worden verwacht dat deze vertrouwelijk is.

  • 3. De leden waarborgen de vertrouwelijkheid van de identiteit van cliënten die zich tot hen wenden. Dit geldt ook voor de informatie die deze cliënten hen verstrekken wanneer die cliënten daarom vragen of waarvan de leden redelijkerwijs moeten aannemen dat zij die informatie niet aan derden mogen doorgeven.

  • 4. De leden die in hun hoedanigheid als lid contact willen opnemen met de media doen dit niet eerder nadat daarover is overlegd met de cliëntenraad.

Artikel 9 Faciliteiten

  • 1. De cliëntenraad kan tweemaal per jaar gebruik maken van de raadszaal om overleg te voeren met de cliënten. De secretaris vraagt tenminste vier weken voor de datum van de voorgenomen vergadering het gebruik van de raadszaal aan. Het is ook mogelijk om gebruik te maken van een externe locatie.

  • 2. De cliëntenraad kan, wanneer nodig, drie maal per jaar een nieuwsbrief voor de cliënten maken. De secretaris zorgt er voor dat de nieuwsbrief aan de cliënten wordt gestuurd.

  • 3. De cliëntenraad kan het college vragen om vergoeding van de redelijke kosten van scholing en vorming.

  • 4. De leden van de cliëntenraad ontvangen de volgende vergoedingen:

    a. Een vaste onkostenvergoeding per maand.

    b. Presentiegeld voor het bijwonen van de vergaderingen overeenkomstig de gelde­lijke voorziening ex art. 82 e.v. van de Gemeentewet. Dit tot een maximum van 10 vergaderingen per jaar.

    c. Een reiskostenvergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen. De afstand tussen de woonplaats en het gemeentehuis moet dan 4 kilometer of meer zijn.

  • 5. Het presentiegeld wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De vaste onkostenvergoeding wordt met hetzelfde percentage geïndexeerd.

Artikel 10 De inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt 1 januari 2010 in werking.

  • 2. De Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Bijstand 2009, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 oktober 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Gemeente Tytsjerksteradiel 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Tytsjerksteradiel van 26 november 2009.
De Raad voornoemd,
de griffier de voorzitter
mr. S.K. Dijkstra G.J. Polderman

ALGEMENE TOELICHTING

De Wet werk en bijstand en cliëntenparticipatie

Artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB) bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de wijze waarop cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WWB. In de verordening cliëntenparticipatie moet in ieder geval worden geregeld de wijze waarop:

  • 1.

    periodiek overleg wordt gevoerd met cliënten/jongeren of hun vertegenwoordigers;

  • 2.

    cliënten/jongeren of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van het overleg kunnen aanmelden;

  • 3.

    cliënten/jongeren of hun vertegenwoordigers worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Uit het bovenstaande volgt dat artikel 47 WWB formeel niet verplicht tot een bepaalde vorm van cliëntenparticipatie. Er zijn alleen minimumeisen geformuleerd. Gemeenten zijn dus tot op zekere hoogte vrij in de keuze van de manier waarop zij cliëntenparticipatie willen organiseren. Gelet op de wettelijke minimumeisen die aan cliëntenparticipatie worden gesteld, ligt het instellen van een cliëntenraad het meest voor voor de hand. In deze verordening is daarom gekozen voor continuering van de reeds bestaande cliëntenraad.

De cliëntenpartcipatie in het kader van de IOAW (artikel 42) en de IOAZ (eveneens artikel 42) is in deze verordening meegenomen.

De Wet investeren in jongeren en cliëntenparticipatie

Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een zgn. werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.

De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand voorop staat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een “paradigmawisseling” beoogd: is het uitgangspunt in de WWB “een uitkering, mits”, in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangspunt “geen uitkering, tenzij”.

Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De verordening cliëntenparticipatie is één van die verordeningen.

Verordening cliëntenparticipatie

Met een verordening cliëntenparticipatie WIJ wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vorm van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie Werk en Bijstand. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ door het leven gaan.

Over e.e.a. is in de cliëntenraad WWB van 17 september 2009 gesproken. Uitkomst is dat de cliëntenraad in staat en bereid is om de belangen van jongeren te behartigen bij de uitvoering van de WIJ en hierin dus een centrale rol te spelen.

Gelet hierop is de verordening cliëntenparticipatie Werk en Bijstand aangevuld met de (vertegenwoordigers van de) jongeren als achterban voor de cliëntenraad. Door middel van de cliëntenparticipatie worden de jongeren of hun vertegenwoordigers betrokken bij de uitvoering van deze wet.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Er is voor gekozen om de begrippen die al zijn omschreven in de WWB, de WIJ en de Awb niet afzonderlijk te definiëren in de verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijzigingen van deze definities in de betreffende wetten ook de verordening aangepast moet worden.

Artikel 2

Lid 1 en 2

Het college stelt de cliëntenraad in en benoemt de leden daarvan. De benoemingsduur is beperkt tot zes jaar. De cliëntenraad krijgt bij iedere vacature, dus voordat een lid wordt benoemd, de gelegenheid om een aanbeveling te doen bij het college.

Lid 3

Herbenoeming van maximaal twee jaar is mogelijk. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden. Binnen de periode van twee jaar moet namelijk een vervanger worden gezocht. Zodra deze vervanger is gevonden en benoemd, eindigt het lidmaatschap.

Lid 4

Het lidmaatschap van leden van de cliëntenraad eindigt op eigen verzoek door schriftelijke opzegging of omdat het lid niet meer tot de wettelijke doelgroep behoort. In dit laatste geval mag dit lid nog 1 jaar deel uitmaken van de cliëntenraad. Dit om de cliëntenraad in de gelegenheid te stellen een vervanger te zoeken.

Artikel 3

Lid 1

De volgende personen kunnen door het college tot lid van de cliëntenraad worden benoemd:

  • - Personen die onder de wettelijke doelgroep vallen. Dit zijn personen met een uitkering op grond van de WWB, jongeren als bedoeld in artikel 2 van de WIJ, personen die een uitkering ontvangen op grond van de IOAW, IOAZ, ANW en niet‑uitkeringsgerechtigden;

  • - Personen die affiniteit hebben met de hierboven genoemde doelgroep of vertegenwoordigers van (belangen)organisaties die raakvlakken heeft met de doelgroep.

Lid 2

In de cliëntenraad hebben minimaal 7 en maximaal 9 leden zitting. De meerderheid van de leden moet behoren tot de wettelijke doelgroep. De cliëntenraad wordt ondersteund door een secretaris. De secretaris heeft geen stemrecht.

Artikel 4

Lid 1, 2, 4, 5

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de cliëntenraad zijn toebedeeld. Naast een adviserende taak over de uitvoering van de WWB en de WIJ heeft de cliëntenraad ook recht van initiatief op dit terrein. De cliëntenraad wordt in ieder geval om advies gevraagd bij het opstellen en wijzigen van beleidsplannen en verordeningen met betrekking tot de WWB en de WIJ. De cliëntenraad brengt schriftelijk adviezen uit. De secretaris stelt het advies op. De secretaris en de voorzitter ondertekenen het advies. Daarnaast ontvangt de gemeenteraad een kopie van het advies. Bij het niet of gedeeltelijk overnemen van een advies stelt het college de cliëntenraad daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.

Lid 3

Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met de cliëntenraad gehouden. Dit omdat de cliëntenraad geen belanghebbende is ten aanzien van beslissingen die betrekking hebben op individuele gevallen.

Lid 6

Zonder relevante stukken kan de cliëntenraad niets beginnen. Het college moet er daarom voor zorgen dat de cliëntenraad over de benodigde stukken beschikt. Om te voorkomen dat het college ook geheime stukken of willekeurig welke stukken dan ook op verzoek aan de cliëntenraad moet sturen, is bepaald dat het om ‘relevante’ stukken moet gaan.

Artikel 5

Het spreekt voor zich dat van de leden bepaalde inspanningen worden verwacht.

Artikel 6

Dit artikel bevat de kern van de zaken die op grond van artikel 47 WWB en artikel 12 van de WIJ in de verordening moeten worden geregeld.

Lid 1

De cliëntenraad vergadert tien keer per kalenderjaar. Wanneer mogelijk zijn de wethouder en de manager van de afdeling bij het eerste gedeelte van de vergadering aanwezig. Het is logisch om vaker te vergaderen wanneer beide partijen hiertoe reden zien.

Lid 2

De vergaderingen zijn niet openbaar. Hiervoor is bewust gekozen. Op deze manier kan de cliëntenraad effectief vergaderen. Voor de achterban worden speciale bijeenkomsten georganiseerd.

Lid 3 tot en met 8

De rest van het artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7

Deze verordening biedt de cliëntenraad de mogelijkheid om zich te laten adviseren door derdedeskundigen. Zijn hier kosten aan verbonden? Dan kan de cliëntenraad het college vragen om deze kosten te vergoeden.

Artikel 8

Bij vertrouwelijke stukken en informatie zijn de leden van de cliëntenraad gehouden tot geheimhouding. Het is logisch dat vertrouwelijke informatie niet mag worden verstrekt aan derden. Dit geldt ook voor vertrouwelijke informatie die cliënten aan leden van de cliëntenraad verstrekken. Willen leden contact opnemen met de media, dan mag dit niet eerder nadat hierover is overlegd met de overige leden van de cliëntenraad.

Artikel 9

Lid 1 en 2

De cliëntenraad kan twee maal per jaar gebruik maken van de raadszaal voor de achterbanbijeenkomsten. Ook is het mogelijk om gebruik te maken van een externe locatie. Daarnaast heeft de cliëntenraad de mogelijkheid om cliënten via een nieuwsbrief over diverse zaken te informeren.

Lid 3

Kosten van scholing en vorming van de leden kunnen op verzoek worden vergoed.

Lid 4 en 5

Leden van de cliënte nraad krijgen een vaste onkostenvergoeding per maand, presentiegeld en eventueel reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen. Het presentiegeld en de vaste onkostenvergoeding worden jaarlijks met een bepaald percentage geïndexeerd.

Artikel 10 en 11

Deze artikelen spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.