Regeling vervallen per 20-10-2019

Besluit jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 19-10-2019

Intitulé

Besluit jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2015

Artikel 1 Persoonsgebonden budget (pgb)

1.1Regels voor pgb

  • 1.1.1

    Namens het college verstrekt het jeugdteam een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.

  • 1.1.2

    Het tarief voor een pgb:

  • a.

    is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld plan over hoe zij het pgb gaan besteden;

  • b.

    is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en

  • c.

    bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele jeugdhulpvoorziening in natura.

1.1.3 De hoogte van een pgb is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

1.1.4Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden en tegen welk tarief de persoon aan wie een PGB wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, dan wel van een ongekwalificeerde ondersteuner.

1.2Hoogte pgb

    • 1.2.1

      Het tarief voor een pgb bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele jeugdhulpvoorziening in natura.

    • 1.2.2

      De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt kan de jeugdhulp betrekken van een persoon uit het sociaal netwerk of een ongekwalificeerde ondersteuner (waaronder werkstudenten, ZZP’ers zonder gespecialiseerde opleiding). Deze persoon, uit het sociaal netwerk of de ongekwalificeerde ondersteuner, krijgt 25% van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele jeugdhulpvoorziening betaald voor zijn diensten.

    • 1.2.3

      Aan de persoon uit het sociaal netwerk of de ongekwalificeerde ondersteuner, als bedoeld in artikel 1.2.2, die aantoonbaar inkomensverlies lijdt uit arbeid in verband met de te leveren diensten, ontvangt:

  • a.

    25% van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele jeugdhulpvoorziening, aangevuld met vooreerst de hoogte van zijn aantoonbare inkomensverlies uit arbeid, tot een maximum van 75% van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele jeugdhulpvoorziening.