Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2017

Geldend van 17-07-2017 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 10-07-2017

Intitulé

Verordening Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2017

Verordening Jeugdhulp

gemeente Tytsjerksteradiel 2017

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.Andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, niet vallende onder de wet;

  • b.

    Beschikking: schriftelijke beslissing op een aanvraag;

  • c.

    Familiegroepsplan: plan dat is opgesteld door een persoon met

    haar/zijn familie, vrienden, kennissen, buren

en eventueel betrokken professionals, kortom mensen die belangrijk zijn in het leven van die persoon;

  • c.

    Gezinsplan: plan betreffende de verlening van jeugdhulp als bedoeld in artikel 4.1.3 van de wet;

  • d.

    Jeugdige: persoon die de leeftijd van achttien jaar of, in

de situaties genoemd in artikel 1.1 van de wet, 23 jaar, nog niet heeft bereikt;

  • e.

    Jeugdhulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen

    en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3,

    eerste lid, van de wet;

  • f.

    Niet vrij inzetbare individuele op de jeugdige of op zijn ouders toegesneden

jeugdhulpvoorziening: specialistische voorziening als bedoeld in artikel 4, die door het college in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt;

  • g.

    Ouder: gezaghebbende ouder, adoptiefouder,

    stiefouder of een ander die een jeugdige als

    behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt,

    niet zijnde een pleegouder;

  • h.

    Overige jeugdhulpvoorziening: overige voorziening als bedoeld in artikel 3, die vrij toegankelijk is en waar geen beschikking voor nodig is;

  • i.

    Pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in

    artikel 8.1.1 van de wet,zijnde een door het

    college verstrekt budget aan een jeugdige of

    zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp

    die tot de individuele voorziening behoort, van

    derden te betrekken;

  • j.

    Pleegouder: persoon die een jeugdige die niet zijn kind of

    stiefkind is, als behorende tot zijn gezin

    verzorgt en daartoe een pleegcontract, als

    bedoeld in artikel 5.2 lid 1 van de wet, heeft

    gesloten met een pleegzorgaanbieder;

  • k.

    Veilig Thuis: het regionale advies- en meldpunt huiselijk

    geweld en kindermishandeling als bedoeld in artikel 1.1 van de wet.

l.Vrij inzetbare individuele jeugdhulpvoorziening: op de jeugdige of op zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 4, die door het jeugdteam wordt ingezet;

m.Wet: Jeugdwet.

Artikel 2. Kernrol jeugdteam

1 Het jeugdteam is een team van gezinswerkers dat preventietaken uitvoert, de jeugdhulpvraag aanneemt en de jeugdige en/of de ouders of pleegouders

  • a.

    ondersteunt en begeleidt;

  • b.

    kan ondersteunen door gezamenlijk een gezinsplan en/of familiegroepsplan op te stellen;

  • c.

    toeleidt naar een jeugdhulpvoorziening als omschreven in artikel 3 en 4, als de jeugdige en/of de ouders de jeugdhulpvraag niet op eigen kracht en binnen de eigen mogelijkheden kunnen oplossen.

    • 2.

      Het jeugdteam werkt eerst vanuit de gedachte dat de jeugdige en/of zijn ouders zelf, of met ondersteuning van de naaste omgeving/ het sociaal netwerk, een oplossing vindt voor de hulpvraag. Het jeugdteam positioneert in onveilige opvoedsituaties.

    • 3.

      Namens het jeugdteam wordt een vaste gezinswerker gekoppeld aan de jeugdige en/of zijn ouder met een jeugdhulpvraag.

    • 4.

      Het college draagt zorg voor de beschikbaarheid van jeugdteams.

    • 5.

      Het college bepaalt waar de jeugdteams organisatorisch worden ondergebracht.

    • 6.

      In de beleidsregels Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2017 is de werkwijze voor de behandeling van een jeugdhulpvraag en de rol van het jeugdteam daarin, nader uitgewerkt.

HOOFDSTUK 2. VORMEN VAN JEUGDHULP en TOEGANG TOT JEUGDHULP

Artikel 3. Overige jeugdhulpvoorzieningen

  • 1. Onder de overige jeugdhulpvoorzieningen vallen:

    • a.

      basisvoorzieningen voor jeugdigen en/of ouders gericht op preventie en signalering in het algemeen;

    • b.

      de preventie en signalering door de jeugdgezondheidszorg;

    • c.

      de (lichte) ambulante ondersteuning door de jeugdteams;

    • d.

      Veilig Thuis.

  • 2. Voor een overige jeugdhulpvoorziening is geen beschikking nodig.

Artikel 4. Individuele jeugdhulpvoorzieningen

1.Individuele jeugdhulpvoorzieningen zijn onderverdeeld in vrij inzetbare en niet vrij inzetbare

jeugdhulpvoorzieningen.

Vrij inzetbare jeugdhulpvoorzieningen zijn o.a.:

  • a.

    kortdurende ondersteuning;

  • b.

    complementaire jeugdhulp.

Niet vrij inzetbare jeugdhulpvoorzieningen zijn o.a.:

  • a.

    ambulante Jeugdhulp;

  • b.

    daghulp;

  • c.

    jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige;

  • d.

    pleegzorg;

  • e.

    gezinsgerichte zorg;

  • f.

    gesloten plaatsing;

  • g.

    overige residentiële jeugdhulp.

    • 2.

      Voor een niet vrij inzetbare jeugdhulpvoorziening verstrekt het college een

beschikking in de volgende gevallen:

  • a.

    als een Pgb wordt verstrekt;

  • b.

    als de aanvraag wordt afgewezen;

  • c.

    als de jeugdige en/of zijn ouders hierom verzoekt/verzoeken.

Artikel 5.Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts

Huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen kunnen een jeugdige en/of de ouders rechtstreeks naar een gecontracteerde, niet vrij inzetbare, jeugdhulpaanbieder verwijzen. Als en voor zover deze jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is, draagt het college zorg voor de financiering hiervan. Wanneer de huisarts, medisch specialist of jeugdarts heeft verwezen naar een jeugdhulpaanbieder die niet gecontracteerd is, neemt deze contact op met de gemeente.

Artikel 6. Toegang jeugdhulp via de rechter of gecertificeerde instelling

Het college draagt zorg voor de financiering van jeugdhulp:

  • a.

    die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel. De gecertificeerde instelling overlegt met het jeugdteam alvorens een jeugdige naar een niet-gecontracteerde jeugdhulpaanbieder te verwijzen;

  • b.

    die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing;

  • c.

    die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering.

Artikel 7. Toegang jeugdhulp via het jeugdteam in de gemeente

Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning van een individuele voorziening. Het college geeft daarbij aan op welke wijze het jeugdteam jeugdigen en ouders informeert over het bestaan van de vertrouwenspersoon, zoals bedoeld in artikel 14.

HOOFDSTUK 3. BESCHIKKING EN PGB

Artikel 8. Beschikking

Het college verstrekt voor een niet vrij inzetbare jeugdhulpvoorziening een beschikking in de volgende gevallen:

  • a.

    als een Pgb wordt verstrekt;

  • b.

    als de aanvraag wordt afgewezen;

  • c.

    als de jeugdige en/of zijn ouders hierom verzoekt/verzoeken.

Artikel 9. Inhoud beschikking

Wanneer op grond van artikel 8 een beschikking wordt afgegeven, wordt in de beschikking in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als Pgb wordt verstrekt en wat het resultaat van de jeugdhulp moet zijn. Verder wordt aangegeven hoe er tegen de beschikking bezwaar kan worden gemaakt. Het uitgangspunt is dat een voorziening in natura wordt verstrekt.

Artikel 10. Regels voor Pgb

  • 1. Het college verstrekt een Pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.

  • 2. Het college bepaalt bij nadere regeling op welke wijze de hoogte van een Pgb wordt vastgesteld.

  • 3. Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden de persoon aan wie een Pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.

HOOFDSTUK 4. GEGEVENSVERWERKING

Artikel 11. Privacy

  • 1. Het college verwerkt geen gegevens van een jeugdige of ouder, tenzij dit voor de uitvoering van de wet noodzakelijk is.

  • 2. Het college stelt in een protocol nadere regels vast met betrekking tot gegevensverwerking.

HOOFDSTUK 5. WIJZIGINGEN EN HANDHAVING, KWALITEIT EN INSPRAAK

Artikel 12. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, beëindiging,

intrekking of terugvordering

  • 1.

    Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige en/of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het jeugdteam of de backoffice van de gemeente mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een toewijzing van een individuele voorziening in natura of Pgb.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college, de toewijzing van een individuele voorziening herzien, dan wel intrekken, als zij vaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het Pgb zijn aangewezen;

    • c.

      de gemeente op grond van het woonplaatsbeginsel niet meer verantwoordelijk is voor de financiering van de jeugdhulp;

    • d.

      de individuele voorziening of het Pgb niet meer toereikend is te achten;

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders niet (meer) voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het Pgb, of

    • f.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het Pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 3.

    Als het college een toekenning op grond van het tweede lid, heeft ingetrokken, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten Pgb.

  • 4.

    Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van Pgb’s.

Artikel 13. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders

kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

Het college houdt, in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding, bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:

  • a.

    de aard en omvang van de te verrichten taken;

  • b.

    de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;

  • c.

    een redelijke toeslag voor overheadkosten;

  • d.

    een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;

  • e.

    kosten voor bijscholing van het personeel.

Artikel 14. Inspraak en medezeggenschap

  • 1. Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.

  • 2. Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.

  • 3. Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning.

  • 4. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid.

HOOFDSTUK 5. Overige bepalingen

Artikel 15. Vertrouwenspersoon

  • 1. Het college zorgt ervoor dat jeugdigen, ouders en pleegouders een beroep kunnen doen op een onafhankelijk vertrouwenspersoon.

  • 2. Het college wijst jeugdigen, ouders en pleegouders erop dat zij zich desgewenst kunnen laten bijstaan door een onafhankelijke vertrouwenspersoon.

Artikel 16. Klachtregeling

De klachtmogelijkheid tegenover de jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling is geregeld in artikel 4.2.1 van de wet. Het college behandelt klachten van de jeugdige of zijn ouders of pleegouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening, overeenkomstig de bepalingen van de gemeentelijke klachtenregeling.

Artikel 17. Toepassen verordening en stellen nadere regels

  • 1. Indien bij het toepassen en uitvoeren van deze verordening onduidelijkheid ontstaat over het gebruik, dan zijn de in de wet opgenomen begrippen en bepalingen leidend.

  • 2. Voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening, kan het college nadere regels stellen.

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 19. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Verordening Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2015 wordt ingetrokken.

  • 2. Een jeugdige of ouder houdt recht op een lopende voorziening, verstrekt op grond van de Verordening Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2015, totdat het college anders heeft beslist.

  • 3. Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2015 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld krachtens de Verordening Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2015.

Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking 7 dagen nadat de verordening op voorgeschreven wijze is gepubliceerd.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Tytsjerksteradiel van 20 april 2017.

De Raad voornoemd,

de griffier de voorzitter

S.K. Dijkstra L.J. Gebben