Regeling vervallen per 01-08-2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel (2012)

Geldend van 01-08-2012 t/m 31-07-2014

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel (2012)

Gemeente Tytsjerksteradiel

Raad, 26 januari 2012, punt 10

No.

Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel.

De raad van de gemeente Tytsjerksteradiel;

  • -

    gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 december 2011;

  • -

    gelet op artikelen 4 van respectievelijk de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs

  • -

    gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de gewijzigde

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL

TITEL 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder

a school:

  • -

    een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495);

  • -

    een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);

  • -

    een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onder-wijs (Stb. 1998, 512).

b ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

c leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;

d gehandicapte leerling: een leerling bedoeld onder c, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken;

e woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

f afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

g vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

h openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstrege-ling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

i aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

j eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

k reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de school-dag volgens de schoolgids, en de aankomst bij de woning;

l toegankelijke school:

  • -

    voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

  • -

    voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

m inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastge-stelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

n opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

o commissie voor de begeleiding: de commissie als bedoeld in artikel 40b van de Wet op de expertisecentra;

p vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de goedkoopst mogelijk wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.

q permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

r samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

s regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel van de Wet op het voortgezet onderwijs;

t opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10 h, derde lid, Wet op het voortgezet onderwijs;

u ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instel-ling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn ge-plaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

v commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra;

w ADHD en PDD-NOS: ADHD is een afkorting van het Engelse begrip in het Nederlands vertaald als Aandachtstekortstoornis met Hyperactief Gedrag. PDD-NOS is een afkorting van het Engelse begrip en in het Nederlands wordt de afkorting POS-NAO gebruikt, dit betekent Pervasieve Ontwikkelingsstoornis – Niet Anders Omschreven.

X Gecombineerd vervoer: het vervoer van meerdere leerlingen in het aangepast vervoer van verschillende leeftijden die verschillende soorten onderwijs volgen.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

1 Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

2 Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het college van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

3 De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

4 Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aan-vraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

1 Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, ten-zij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instem-men.

2Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is be-paald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

1 Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

2 Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

3 Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

4 Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

5 Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

a met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag voor 1 juni is ingediend;

b.met ingang van de datum van de beschikking indien de aanvraag na 1 juni en voor de aanvang van schooljaar ingediend is;

c met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop bekostiging wordt verstrekt niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

1 De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekosti-ging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, zonder uitstel schriftelijk mede te delen aan het college.

2 Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

3 Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijzi-ging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

4 Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voorzover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

TITEL 2 bepalingen omtrent het vervoer van de (niet-gehandicapte) leerlingen van scholen voor het primair onderwijs

Artikel 9 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

a de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor basisonderwijs of speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

b een andere basisschool of speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de basisschool of speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

Artikel 10 Advisering

1 Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg of een ander college dat begeleidt en adviseert binnen het samenwerkingsverband en/of het advies van andere deskundigen te betrekken.

2 Indien ouders om aangepast vervoer vragen of om vervoer met begeleiding, betrekt het college bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg of een ander college dat begeleidt en adviseert binnen het samenwerkingsverband en/of het advies van andere deskundigen.

Het college behoudt zich het recht voor om in bepaalde gevallen een advies in te winnen.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

1.a. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt;

1. b Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan drie km bedraagt;

2 In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 11a

Indien een leerling op basis van artikel 11 bekostiging voor openbaar vervoer of vervoer per fiets krijgt, en de ouders het wenselijk vinden om hun kind in het begin van het vervoer te instrueren, worden de kosten van openbaar vervoer of de kosten van het vervoer per fiets die verband houden met deze instructie gedurende een door het college te bepalen periode aan de ouders vergoed.

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11 lid 1 onder a, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van één begeleider, indien de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

2 Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11 lid 1 onder b, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van één begeleider, indien de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt jonger dan elf jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

3 Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ou-ders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basis-onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11 en aan één of meer van de volgende drie voorwaarden:

a de leeftijdscriteria van artikel 12, 1e en 2e lid, of

b de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

c openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 13a

In afwijking van het bepaalde in artikel 13 kán het college in gevallen, waarbij bekostiging op basis van aangepast vervoer kan worden verstrekt, toch besluiten tot het bekostigen op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding, indien:

a er sprake is van leerlingen die met hun ouders een beperkte tijd in een crisisopvang verblijven en hun oorspronkelijke school blijven bezoeken en de ouders van die leerlingen in staat zijn om hun kind/kinderen te begeleiden naar school, of

b ouders van leerlingen zelf de keuze maken voor openbaar vervoer met begeleiding, of

c.er sprake is van gedragsproblemen waarbij de leerling niet geschikt is voor gecombineerd vervoer.

Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van het vervoer, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

2 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het col-lege aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

a een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, al dan niet onder begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer en de kosten voor het openbaar vervoer voor een begeleider indien een leerling recht heeft op een begeleider op basis van de bepalingen van artikel 12 en , behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

c een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

3 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het col-lege aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten ver-voeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

4 Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afge-leid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

5 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desge-wenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het ver-voer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Artikel 15 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

1 Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) spe-ciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

2 In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 15a: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 16 Advisering

1 Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding en/of het advies van andere deskundigen te betrekken.

2 Indien ouders om aangepast vervoer vragen of om vervoer met begeleiding, betrekt het college bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de commissie voor de begeleiding en/of het advies van andere deskundigen.

Het college behoudt het recht voor om in bepaalde gevallen een advies in te winnen.

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

3 Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

1 Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs volgt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15 en aan één of meer van de volgende drie voorwaarden:

a.artikel 17, lid 1, of

b de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of mindervan de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

c openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

2Artikel 16 lid 2 is van toepassing

Artikel 18a

In afwijking van het bepaalde in artikel 18 kán het college in gevallen, waarbij bekostiging op basis van aangepast vervoer kan worden verstrekt, toch besluiten tot het bekostigen op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding, indien:

a er sprake is van leerlingen die met hun ouders een beperkte tijd in een crisisopvang verblijven en hun oorspronkelijke school blijven bezoeken en de ouders van die leerlingen in staat zijn om hun kind/kinderen te begeleiden naar school, of

b ouders van leerlingen zelf de keuze maken voor openbaar vervoer met begeleiding, of

c.er sprake is van gedragsproblemen waarbij de leerling niet geschikt is voor gecombineerd vervoer.

Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

2 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

a een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, al dan niet met begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer en de kosten voor het openbaar vervoer voor een begeleider indien een leerling recht heeft op een begeleider op basis van de bepalingen van artikel 17 en ,, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

b een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid;

3 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

4 Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

5 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

1 Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.

2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

3 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerkosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 19 van toepassing.

TITEL 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 21 Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

1 Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

2 Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

3 Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder b, artikel 18, tweede lid, en artikel 20.

TITEL 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht

Artikel 23 Drempelbedrag

1 Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 22.050, wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.

2 In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van:

a.een leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 lid 1 onder a bepaalde afstand, met een maximum van 1 openbaar vervoerzone, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan

€ 22.050,--, of

b.een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 lid 1 onder b bepaalde afstand, met een maximum van 2 openbaar vervoerzones, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 22.050,--.

3 Het in de leden 1 en 2 genoemde drempelbedrag is slechts verschuldigd voor maximaal drie kinderen uit hetzelfde gezin en wel als volgt:

  • -

    voor het eerste kind een volledig drempelbedrag;

  • -

    voor het tweede kind 2/3 van een volledig drempelbedrag;

  • -

    voor het derde kind 1/3 van een volledig drempelbedrag.

4 Het in de leden 1 en 2 genoemde drempelbedrag geldt niet voor de periode wanneer de leerlingen gebruik maken van het vervoer per fiets.

5 Het in leden 1 en 2 genoemde drempelbedrag geldt niet voor ouders van kinderen bij wie de diagnose ADHD en PDD-NOS (en verwante aandoeningen) vastgesteld is.

6 De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

7 Het bedrag van € 22.050, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 22.050.

8 Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 24 Financiële draagkracht

1 Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

2 In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

3 De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001.

Zij bedragen:

Inkomen in € 

Eigen bijdrage in €

0 - 29.500

Nihil

29.500 - 35.500

115

35.500 - 41.000

475

41.000 - 46.500

890

46.500 - 53.000

1.300

53.000 - 58.500

1.715

€ 58.500 en verder

Voor elke extra € 4.500: € 420 erbij

4 De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500.

5 De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5.

6 Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

TITEL 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

1 Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel acht.

2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het college bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg of een ander college dat begeleidt en adviseert binnen het samenwerkingsverband, de ambulante begeleider en/of het advies van andere onafhankelijke deskundigen te betrekken.

3 Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmer-king.

4 In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 26 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

1Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien

a de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel acht, of:

b aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur on- derweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

c aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg of een ander college dat begeleidt en adviseert binnen het samenwerkingsverband, de commissie voor de begeleiding, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 27 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ou-ders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

2 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

a een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer met begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar ver-voer met begeleiding, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

b een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

3 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het col-lege aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

4 Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afge-leid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

5 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desge-wenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het ver-voer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 7 Slotbepalingen

Artikel 28 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 29 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 30 Intrekking oude regeling

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 juni 1999, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 27 november 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2012.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel op 26 januari 2012.
De Raad voornoemd,
de griffier de voorzitter
mr. S.K. Dijkstra drs. E.J. ter Keurs