Regeling vervallen per 16-04-2009

Overlegverordening lokaal onderwijsbeleid

Geldend van 10-06-1999 t/m 15-04-2009

Intitulé

Overlegverordening lokaal onderwijsbeleid

Gemeente Tytsjerksteradiel

Raad 29 april 1999, agendapunt 5

Nr. 9900558

De raad van de gemeente Tytsjerksteradiel;

overwegende dat het noodzakelijk is de Overlegverordening lokaal onderwijsbeleid te wijzigen in verband met de inwerkingtreding van de Wet op het primair onderwijs (Wpo), de Wet op de expertisecentra (Wec) en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs (Wvo II) per 1 augustus 1998;

gezien het terzake gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het Overlegplatform Onderwijs op 28 januari 1999;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 maart 1999;

gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Overlegverordening lokaal onderwijsbeleid.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    Schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs en/of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs, welke gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente;

  • b.

    Advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • c.

    Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK 2 OVERLEG

Paragraaf 2.1 Overlegplatform Onderwijs

Artikel 2. Functie Overlegplatform Onderwijs

  • 1.

    Er is een Overlegplatform Onderwijs waarin burgemeester en wethouders met de vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    In het Overlegplatform Onderwijs komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • b.

      overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

  • 3.

    Op de overige onderwerpen, als genoemd in het tweede lid onder b, is artikel 9 niet van toepassing.

Artikel 3. Samenstelling Overlegplatform Onderwijs

  • 1.

    De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het Overlegplatform Onderwijs.

    Een schoolbestuur wijst daartoe minimaal één en maximaal drie vertegenwoordiger(s) aan, die namens dit schoolbestuur het overleg voer(t)en.

  • 2.

    De portefeuillehouder Onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in het Overlegplatform Onderwijs. De portefeuillehouder Onderwijs fungeert als voorzitter van het Overlegplatform.

Artikel 4. Derden

Derden kunnen, indien de voorzitter van het Overlegplatform dit wenst of als een of meer vertegenwoordigers van de schoolbesturen, als bedoeld in artikel 3, dit wenst/wensen, deelnemen aan een overleg.

Paragraaf 2.2 Voorbereiding overleg

Artikel 5. Uitnodiging

  • 1.

    Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over een onderwerp, zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie, als bedoeld in artikel 7, toe aan alle schoolbesturen.

  • 2.

    De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen ten minste twee weken.

  • 3.

    De schoolbesturen, welke niet deelnemen aan het overleg, kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

Artikel 6. Secretariaat

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het Overlegplatform Onderwijs.

Artikel 7. (Technisch) vooroverleg

Burgemeester en wethouders kunnen een (technisch) vooroverleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat vooraf gaat aan het overleg binnen het Overlegplatform. Dit (technische) vooroverleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt.

Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.

Artikel 8. Agendaoverleg

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een (mondeling of schriftelijk) agenda-overleg instellen. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het Overlegplatform Onderwijs aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.

  • 2.

    Aan het agendaoverleg neemt de portefeuillehouder Onderwijs deel en per in het Overlegplatform Onderwijs vertegenwoordigd schoolbestuur, één vertegenwoordiger.

Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg

Artikel 9. Advies Onderwijsraad

  • 1.

    Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is.

    Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers krijgen in het Overlegplatform Onderwijs de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    De termijn van vier weken voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5.

    De raad neemt gedurende de termijn van vier weken voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen.

    Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg.

    In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7.

    Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen twee weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.

Artikel 10. Verslaglegging; informeren raad

  • 1.

    Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

    • a.

      of het bepaalde in artikel 2, tweede onder a en b van toepassing is;

    • b.

      of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

    • c.

      de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en, indien van toepassing, de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;

    • d.

      de door de portefeuillehouder Onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel.

    Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3.

    Het Overlegplatform Onderwijs stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wethouders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen. Binnen 10 dagen na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen, welke deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast met inachtneming van de opmerkingen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voorzover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad.

    Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

Artikel 11. Heropening overleg

  • 1.

    Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt, dat de meerderheid van de raadscommissie, dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaats vinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover.

    Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a, waarover overeenstemming in het Overlegplatform Onderwijs was bereikt.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het Overlegplatform Onderwijs zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie.

    Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12. Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het Overlegplatform Onderwijs.

Artikel 13. Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Overlegverordening lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Tytsjerksteradiel, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 1997.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel op 29 april 1999.
voorzitter,
secretaris,