Regeling vervallen per 01-01-2019

Regeling Vergoedingen UW Samenwerking

Geldend van 24-09-2015 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling Vergoedingen UW Samenwerking

Het Algemeen Bestuur van UW Samenwerking;

  • -

    gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet, artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regeling en artikel 13, lid 2, sub e en artikel 20, lid 2 van de gemeenschappelijke regeling UW Samenwerking;

  • -

    gelet op artikel 18:1:8 van de CAR-UWO;

  • -

    mede gelet op de verkregen toestemming van het Bijzonder Georganiseerd Overleg d.d.

BESLUIT:

vast te stellen de volgendeRegeling Vergoedingen UW Samenwerking

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Beeldschermbril:

    Een bril waarvan de sterkte is aangepast aan het werken met een beeldscherm, zijnde een oogcorrectiemiddel als bedoeld in artikel 5.11, vierde lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

  • -

    Bijzondere regeling werktijden:

    De medewerkers werken volgens rooster op wisselende tijden, waarbij het rooster eenzijdig door de werkgever wordt vastgesteld.

  • -

    Dienstreis:

    Een voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijke verplaatsing van een medewerker in verband met het verrichten van een dienst of volgen van een opleiding/cursus buiten de standplaats en het hiermee verband houdende verblijf buiten deze plaats.

  • -

    Medewerker:

    De medewerker bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a van de CAR/UWO.

  • -

    Overwerk:

    Werk dat de medewerker voor wie de bijzondere regeling werktijden geldt, na voorafgaande expliciete opdracht van de procesmanager verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week.

  • -

    Standplaats:

    De door de werkgever aangewezen locatie waar de medewerker het grootste deel van de werktijd werkzaam is.

  • -

    Veiligheidsbril:

    Een bril die dient ter bescherming van de ogen tegen afspattende en/of rondvliegende deeltjes van bepaalde materialen.

  • -

    Werkgever:

    Het Dagelijks Bestuur van UW Samenwerking.

Artikel 2 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1. Reiskosten woon-werkverkeer worden alleen vergoed als een medewerker, vakantiewerker of stagiaire verder dan 10 km woonachtig is van de werkplek die als standplaats is aangewezen. Over de eerste 10 kilometer van de afstand woning- werk wordt geen vergoeding verstrekt.

  • 2. De regeling volgt de regels die de belastingdienst stelt aan het vergoeden van reiskosten woon-werk. De hier genoemde afspraken en vergoedingen worden bij wijzigingen in de belastingwetgeving automatisch aangepast.

  • 3. Reizen met openbaar vervoer

    • a.

      Afstand woning tot werkplek: de afstand waarop het plaatsbewijs voor het openbaar vervoer betrekking heeft.

    • b.

      De tegemoetkoming voor het reizen met het openbaar vervoer tussen woning en de werkplek wordt toegekend op grond van de werkelijk gemaakte kosten van het openbaar vervoer 2e klasse, na inlevering van het betalingsbewijs.

  • 4. Reizen met een eigen vervoermiddel

    • a.

      De afstand woning tot werkplek is de afstand van deur (woning) tot deur (standplaats) gemeten volgens de ANWB routeplanner, de meest gebruikelijke route, via het postcodesysteem.

    • b.

      De vergoeding per maand is afhankelijk van het aantal dagen per week dat gereisd wordt tussen woning en werk en bedraagt € 0,19 per kilometer.

  • 5. Parkeerkosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6. Bij vakantie, verlof en/of ziekte gedurende een aaneengesloten periode van langer dan 1 maand wordt geen reiskostenvergoeding woon-werkverkeer uitbetaald.

  • 7. Stagiaires en vakantiewerkers komen onder dezelfde voorwaarden voor reiskostenvergoeding woon-werkverkeer in aanmerking mits zij niet op andere wijze voor reiskostenvergoeding in aanmerking komen.

Artikel 3 Vergoeding bij dienstreizen

  • 1. De medewerker is verantwoordelijk voor het kiezen van de meest economische en praktische wijze van vervoer bij het maken van een dienstreis.

  • 2. Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten bij dienstreizen zijn de artikelen 6 tot en met 13 van het Reisbesluit Binnenland en de daarbij behorende bedragen uit de Reisregeling Binnenland van toepassing.

  • 3. Reizen tussen de voor de medewerker aangewezen standplaats en een andere locatie binnen UW Samenwerking wordt aangemerkt als dienstreis.

Artikel 4 Maaltijdvergoeding bij overwerk of avondopenstelling

  • 1. Voor vergoeding komen in aanmerking:

    • -

      de medewerker waarvoor de bijzondere regeling werktijden geldt en waarbij door overwerk de reguliere werkdag wordt verlengd met ten minste twee overwerkuren;

    • -

      de medewerker die een avondvergadering moet bijwonen of tijdens een avondopenstelling moet werken en waarbij het dienstbelang niet toelaat dat de medewerker de maaltijd op de hiervoor bestemde tijd op de gebruikelijke plaats nuttigt.

  • 2. De medewerker kan de kosten van een maaltijd, die hij in een daarvoor bestemde gelegenheid heeft genuttigd en betaald, declareren en ontvangt daarvoor een vergoeding met een maximale hoogte van de vergoeding avondmaaltijd bij dienstreizen conform het Reisbesluit Binnenland en de Reisregeling Binnenland.

Artikel 5 Vergoeding bij dienstjubilea

  • 1. De medewerker die gedurende 12,5 jaar een betrekking bij UW Samenwerking of diens rechtsvoorgangers de gemeenten IJsselstein en Montfoort heeft vervuld, komt in aanmerking voor een cadeau ter waarde van € 200,--. Daarnaast ontvangt de medewerker een boeket bloemen ter waarde van € 17,50.

  • 2. De medewerker die gedurende 25 jaar een betrekking bij UW Samenwerking of diens rechtsvoorgangers de gemeenten IJsselstein en Montfoort heeft vervuld, komt in aanmerking voor een cadeau ter waarde van € 250,--. Daarnaast ontvangt de medewerker een boeket bloemen ter waarde van € 20,--. De medewerker heeft recht op een besloten receptie of activiteit met een groep collega’s ten bedrage van maximaal € 750,--.

  • 3. De medewerker die gedurende 40 jaar een betrekking bij UW Samenwerking of diens rechtsvoorgangers de gemeenten IJsselstein en Montfoort heeft vervuld, komt in aanmerking voor een cadeau ter waarde van € 350,--. Daarnaast ontvangt de medewerker een boeket bloemen ter waarde van € 20,--.

    De medewerker heeft recht op een receptie of activiteit met een groep collega’s ten bedrage van maximaal € 750,--.

Artikel 6 Aanspraken bij ambtsjubilea

  • 1. De medewerker die gedurende 12,5 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, komt in aanmerking voor een boeket bloemen ter waarde van € 20,--.

  • 2. De medewerker die gedurende 25 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, komt, naast de bepalingen genoemd in artikel 3:5:1 van de CAR-UWO, in aanmerking voor een boeket bloemen ter waarde van € 20,-- en heeft recht op een kleine receptie of activiteit met een groep medewerkers ter waarde van maximaal € 375,--.

  • 3. De medewerker die gedurende 40 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, komt, naast de bepalingen genoemd in artikel 3:5:1 van de CAR-UWO, in aanmerking voor een boeket bloemen ter waarde van € 20,-- en heeft recht op een kleine receptie of activiteit met een groep medewerkers ter waarde van maximaal € 450,--.

  • 4. De medewerker die gedurende 50 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, komt, naast de bepalingen genoemd in artikel 3:5:1 van de CAR-UWO, in aanmerking voor een boeket bloemen ter waarde van € 20,-- en heeft recht op een kleine receptie of activiteit met een groep medewerkers ter waarde van maximaal € 550,--.

Artikel 7 Vergoedingen en aanspraken bij overige bijzondere gebeurtenissen

  • 1. Een arbeidsongeschikte medewerker ontvangt na 3 weken, na 2 maanden of bij verblijf in het ziekenhuis fruit of bloemen ter waarde van € 17,50.

  • 2. De medewerker ontvangt bij geboorte of adoptie van een kind een cadeau ter waarde van € 25,--.

  • 3. De medeweker ontvangt bij huwelijk/geregistreerd partnerschap, 25-jarig huwelijk of 40-jarig huwelijk een bedrag ter waarde van € 150,--

  • 4. Bij overlijden van een medewerker wordt een rouwarrangement van € 100,-- bezorgd.

  • 5. Bij beëindiging van een dienstverband:

    • a.

      korter dan 3 jaar heeft de medewerker recht op een cadeau ter waarde van € 75,--. Daarnaast een tegemoetkoming t.b.v. een receptie, borrel of etentje ter waarde van maximaal € 125,--.

    • b.

      bij een dienstverband tussen 3 en 5 jaar heeft de medewerker recht op een cadeau ter waarde van € 75,--. Daarnaast een tegemoetkoming t.b.v. een receptie, borrel of etentje ter waarde van maximaal € 250,--.

    • c.

      bij een dienstverband van 5 jaar of langer: een cadeau ter waarde van €75,-- + € 5,-- voor ieder volledig gewerkt dienstjaar boven 5 jaar. Daarnaast een tegemoetkoming t.b.v. een receptie, borrel of etentje ter waarde van maximaal € 400,--.

  • 6. Bij pensionering c.q. vervroegde pensionering ontvangt de medewerker een cadeau ter waarde van € 650,-- en een boeket bloemen ter waarde van € 20,--.

    • a.

      Bij beëindiging van een dienstverband van minder dan 10 jaar wegens (vervroegde) pensionering kan daarnaast een bijdrage worden verstrekt voor een receptie, borrel of etentje ter waarde van maximaal € 750,--.

    • b.

      Bij beëindiging van een dienstverband van de ambtenaar wegens (vervroegde) pensionering na een diensttijd van 10 jaar of meer, kan daarnaast een bijdrage worden verstrekt voor een receptie, borrel of etentje ter waarde van maximaal € 1.500,--.

Artikel 8 Vergoedingen voor studiekosten

  • 1. Studies die zijn opgenomen in het opleidingsplan van de medewerker: 100% vergoeding van alle aan de studie verwante kosten.

  • 2. Overige studies na instemming van de HR-manager worden gevolgd: 75% vergoeding van alle aan de studie verwante kosten.

  • 3. Bij vergoede studiekosten is geen terugbetalingsregeling van toepassing.

  • 4. Reiskosten vallen onder de in artikel 3 genoemde vergoeding.

Artikel 9 Vergoeding goede ideeën

  • 1. Medewerkers die een goed idee aandragen, ontvangen daarvoor een taart ter waarde van maximaal

    € 25,--.

  • 2. Medewerkers die een idee aandragen dat tot een grote besparing voor de organisatie leidt, ontvangen daarvoor een percentage van de opbrengst. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld door een commissie die is samengesteld uit de voorzitter van het dagelijks bestuur, de algemeen directeur en een vertegenwoordiger van de ondernemingsraad.

Artikel 10 Vergoeding voor oogcorrectie- en beschermingsmiddelen

  • 1. Een medewerker komt maximaal eenmaal per twee jaar in aanmerking voor een gehele of gedeeltelijke vergoeding voor een beeldschermbril als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      het lezen van het beeldscherm is niet zonder klachten mogelijk of is met de eigen bril, niet zijnde een beeldschermbril, niet zonder klachten mogelijk;

    • b.

      de maatregelen ter optimalisering van de werkpleksituatie zoals de juiste afstand tussen ogen en beeldscherm, aangepast lettertype, voorkoming van hinderlijke lichtreflectie op het beeldscherm e.d., hebben de klacht genoemd onder a. niet kunnen verhelpen;

    • c.

      de bedrijfsarts heeft op basis van een ingeleverd recent resultaat van een oogmeting vastgesteld dat een beeldschermbril of een aanpassing in een reeds bestaande bril met betrekking tot het werken met een beeldscherm medisch is geïndiceerd.

  • 2. De vergoeding voor een beeldschermbril bestaat uit:

    • a.

      een vergoeding voor de kosten van brillenglazen geschikt voor beeldschermwerk of voor de meerkosten die de aanpassing voor beeldschermwerk in een reeds bestaande bril met zich mee brengt; de maximumvergoeding bedraagt € 125,-- per glas;

    • b.

      een vergoeding voor de kosten van het montuur van de beeldschermbril, met een maximum van

      € 100,--.

  • 3. Een medewerker komt maximaal eenmaal per twee jaar in aanmerking voor vergoeding van een veiligheidsbril als de werkzaamheden of de werkomstandigheden niet zo aangepast kunnen worden dat de medewerker zonder risico voor de ogen de werkzaamheden kan uitvoeren.

    Niet brildragende medewerkers komen in aanmerking voor een standaard veiligheidsbril. Brildragende medewerkers komen in aanmerking voor een veiligheidsbril op sterkte als de bedrijfsarts op basis van een ingeleverd recent resultaat van een oogmeting heeft vastgesteld dat hiervoor een medische indicatie bestaat.

  • 4. De vergoeding voor een veiligheidsbril op sterkte bedraagt ten hoogste € 350,--; de standaard veiligheidsbril wordt volledig vergoed.

  • 5. Verlies of beschadiging van de beeldscherm- of veiligheidsbril zijn voor rekening van de medewerker.

Artikel 11 Vergoeding Bedrijfshulpverlener (BHV)

  • 1. De medewerker die is aangesteld als teamleider BHV komt in aanmerking voor een bruto vergoeding van € 35,-- per maand.

  • 2. De medewerker die is aangesteld als lid BHV komt in aanmerking voor een vergoeding van € 25,-- bruto per maand.

  • 3. BHV-werkzaamheden buiten de reguliere werktijden van de medewerker worden vergoed conform de afspraken die gelden voor de werktijdenregeling die op de medewerker van toepassing is.

Artikel 12 Bijdrage aan fiets, fietsaccessoires en fietsverzekering

De medewerker die aantoont dat hij/zij gebruikt maakt van de fiets voor:

  • -

    woon-werkverkeer gedurende meer dan de helft van de dagen waarop de medewerker werkt of

  • -

    de afstand van woning of werk naar vertrekpunt openbaar vervoer (OV) als met OV wordt gereisd,

kan:

  • a.

    éénmaal per vijf jaar, na inlevering van de originele nota, hiervoor een bijdrage ontvangen van € 315,--.

  • b.

    éénmaal per kalenderjaar, na inlevering van de originele nota, een bijdrage ontvangen van maximaal € 60,-- voor fietsaccessoires of fietsverzekering. 

  • c.

    Bij in- of uitdiensttreding wordt de vergoeding toegekend naar rato van het aantal kalendermaanden die  het dienstverband duurt in het betreffende kalenderjaar; zonodig vindt bij uitdiensttreding een verrekening plaats.

Artikel 13 Bijdrage aan vakbondscontributie

De medewerker die lid is van een vakbond kan, na inlevering van de betalingsbewijzen voor de in dat jaar betaalde contributie, éénmaal per kalenderjaar een bijdrage aan de vakbondscontributie ontvangen van maximaal € 81,--.

Bij in- of uitdiensttreding wordt de vergoeding toegekend naar rato van het aantal kalendermaanden die het dienstverband duurt in het betreffende kalenderjaar; zonodig vindt bij uitdiensttreding een verrekening plaats.

Artikel 14 Bijdrage om sporten te stimuleren

De medewerker die lid is van een sportvereniging of deelneemt aan fitness kan, na inlevering van de betalingsbewijzen voor de in dat jaar gemaakte kosten, éénmaal per kalenderjaar hiervoor een bijdrage ontvangen van maximaal € 100,--.

Bij in- of uitdiensttreding wordt de vergoeding toegekend naar rato van het aantal kalendermaanden die het dienstverband duurt in het betreffende kalenderjaar; zonodig vindt bij uitdiensttreding een verrekening plaats.

Artikel 15 Tijdelijkheid artikelen 12, 13 en 15

In de periode van 1.7.2015 t/m 31.12.2015 kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden genoemd in de artikelen 12, 13 en 14. In december 2015 zullen deze artikelen worden geëvalueerd en zullen deze artikelen zo nodig worden herzien of geschrapt.

Artikel 16 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het Algemeen Bestuur een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015.

De Regeling Vergoedingen UW Samenwerking zoals vastgesteld op 17 december 2013 wordt per diezelfde datum ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling vergoedingen UW Samenwerking”.

Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van UW Samenwerking d.d. 29 juni 2015,

Ondertekening

De secretaris,
J. van Delden
De voorzitter,
Th. van Eijk