Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Uden houdende regels omtrent woonoverlast (Beleidsregel aanpak woonoverlast)

Geldend van 18-04-2020 t/m 31-12-2023

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Uden houdende regels omtrent woonoverlast (Beleidsregel aanpak woonoverlast)

De burgemeester van Uden;

overwegende dat het noodzakelijk is beleid te formuleren inzake woonoverlast als bedoeld in de Wet aanpak woonoverlast

gelet op artikel 151d Gemeentewet en artikel 2:79 van de Algemene plaatselijke verordening en artikelen 1:3, vierde lid, en 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t (e n)

vast te stellen de

Beleidsregel aanpak woonoverlast

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

1.Aanleiding

In de gemeente Uden ervaren bewoners soms woonoverlast, zoals geluidsoverlast van buren, vervuilde tuinen en woningen, viezigheid van dieren, verloederde en vervallen panden. Deze overlast kan aanhoudend blijven waardoor het woongenot en gevoel van veiligheid van bewoners ernstig bedreigd worden. Bij woonoverlast gaat het vooral om de overlast tussen buurtbewoners onderling. De aanpak is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, woningcorporatie, politie, zorginstellingen en buurtbewoners. Ondanks deze gezamenlijke aanpak kan het voorkomen dat de overlast blijft aanhouden. In sommige gevallen neemt deze overlast zelfs (zeer) ernstige vormen aan. De huidige maatregelen zoals het inzetten van buurtbemiddeling, handhaving of maatschappelijk werk (Ons Welzijn) bieden niet altijd een oplossing. Om de wettelijke mogelijkheden voor gemeenten, bij de aanpak van woonoverlast

te vergroten is per 1 juli 2017 de Wet aanpak woonoverlast in werking getreden. Onderstaande beleidsregels zijn bedoeld om op een goede manier gebruik te kunnen maken van dit wetsartikel. Hiermee beogen we de woonoverlast effectiever aan te kunnen pakken.

2.Wettelijke grondslag/juridisch kader

De beleidsregels zijn onder meer gestoeld op de volgende artikelen uit wet- en regelgeving:

  • Artikel 151d Gemeentewet

  • Artikel 2:79, Algemene plaatselijke verordening

Daarnaast geeft de Algemene wet bestuursrecht regels over het opleggen van een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom en is de Wet tijdelijk huisverbod gedeeltelijk van toepassing.

3.Doel

Het doel van deze beleidsregels is om ernstige en herhaaldelijke hinder van woonoverlast te beëindigen zodat het woongenot van alle betrokken partijen verbetert of herstelt.

De burgemeester legt in beleidsregels vast op welke wijze hij gebruik kan maken van zijn handhavingsbevoegdheid. Een stappenplan biedt overzicht wanneer welk middel kan worden ingezet om de overlast ongedaan te maken. Zoals een specifieke gedragsaanwijzing in de vorm van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang.

4.Aanpak

De huidige aanpak is gericht op de begeleiding en bestrijding van woonoverlast. Daarbij wordt een oplossingsgerichte aanpak gehanteerd. Signalen van overlast komen over het algemeen binnen bij de wijkagent of via de gemeente. Vervolgens worden deze besproken in het buurtnetwerk en gaan de ketenpartners er gezamenlijk mee aan de slag. Als blijkt dat het een complexe casus is of als er sprake is van ernstige woonoverlast, wordt het Zorg en Veiligheidsteam benaderd. Zij hanteren voor de aanpak van (complexe) woonoverlast een stappenplan. Hierin staan verschillende stappen beschreven die ingezet kunnen worden bij de aanpak van woonoverlast, denk hierbij aan gesprekken, inschakelen hulpverlening, bemiddeling etc.

Wanneer de ernstige woonoverlast niet met een ander doel beëindigd kan worden kan de burgemeester besluiten om een gedragsaanwijzing op te leggen. Voordat de burgemeester besluit om een gedragsaanwijzing op te leggen, moet aangetoond worden dat er sprake is van ernstige en herhaaldelijke hinder die niet op een andere manier kan worden tegengegaan.

Voor het vormen van dossier is het van belang dat relevante informatie door de ketenpartners met elkaar wordt gedeeld. De informatie die wordt gedeeld binnen de kaders van deze beleidsregel heeft tot gemeenschappelijk doel het beëindigen van de ernstige en herhaaldelijke hinder van woonoverlast teneinde het woongenot van alle betrokken partijen te verbeteren of te herstellen. Binnen de samenwerking wordt alleen informatie gedeeld die benodigd is om bovenstaande doelstelling te behalen.

5.Stappenplan

De aanpak woonoverlast kenmerkt zich door de fases waarin de overlast zich bevindt. In het begin van de overlast zijn interventies zoals gespreksvoering en bemiddeling van belang. Naarmate de overlast aanhoudt zijn zwaardere interventies noodzakelijk.

Het volgende stappenplan zal dan worden gehanteerd:

Stap 1:Melding of signalering

Signalen of meldingen van ernstige woonoverlast kunnen de gemeente via diverse wegen bereiken. Meldingen kunnen binnen komen via buurtbemiddeling, politie, woningcorporatie, gemeentelijke boa’s of een van de andere samenwerkingspartners van de gemeente. De signalen zullen vervolgens worden besproken in een integraal overleg. Voor de analyse wordt gebruik gemaakt van informatie van alle betrokken partijen zoals bijvoorbeeld het sociaal team, de politie en overige maatschappelijke partners zoals maatschappelijk werk Ons Welzijn.

Stap 2: Vrijblijvende maatregelen

De volgende stap in de aanpak is dat er wordt gecheckt welke stappen al genomen zijn, om de overlast te stoppen. Is er door een of meerdere bij de overlast betrokken partijen (de wijkagent, de boa, buurtbemiddeling of Ons Welzijn) getracht in gesprek te gaan met de overlastgever(s) en de communicatie tussen de partijen te stimuleren?

In geval van huurwoningen is in eerste instantie de verhuurder of woningcorporatie leidend in de aanpak van ernstige overlast. Pas als duidelijk is dat interventies op vrijwillige basis niet werken, en de bevoegdheden van de verhuurder of woningcorporatie niet toepasbaar of niet afdoende zijn, wordt de gemeente verzocht om inzet van (zwaardere) maatregelen, zoals de inzet van de bevoegdheden van de Wet aanpak woonoverlast.

Stap 3: Vaststelling ‘ernstige en herhaaldelijke hinder’ en dossiervorming

Meldingen die bij de gemeente Uden binnenkomen worden geverifieerd, al dan niet door of met behulp van politie, boa’s, buurtbemiddeling of andere partijen die betrokken zijn bij de aanpak van woonoverlast. In geval van huurwoningen kan daarbij een rol zijn weggelegd voor de woningcorporatie. Belangrijk bij de vaststellingen van ‘ernstige woonoverlast’ is om de precieze aard en omvang van de woonoverlast vast te stellen. De burgemeester beoordeelt of er sprake is van ‘ernstige en herhaaldelijke hinder’ zoals bedoeld in artikel 2:79 van de APV. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek bepaalt de burgemeester of hij toepassing geeft aan artikel 2:79 APV.

Stap 4: Waarschuwing

Indien uit de analyse blijkt dat er geen andere effectieve oplossingen zijn, kan de burgemeester over gaan tot een bestuurlijke waarschuwing. In deze waarschuwing staat welke hinder binnen welk tijdsbestek moet worden beëindigd. In de waarschuwing wordt de gedragsaanwijzing als mogelijke, volgende stap aangekondigd.

Stap 5: Daadwerkelijke inzet van maatregelen of het geven van gedragsaanwijzing

Indien de overlast niet stopt kan door de burgemeester een gedragsaanwijzing opgelegd worden. De gedragsaanwijzing heeft de vorm van een last onder dwangsom/bestuursdwang. De last kan daarbij de vorm aannemen van een “aanwijzing”. Beide zijn bestuursrechtelijke dwangmiddelen. Indien een dwangsom/bestuursdwang wordt opgelegd, is de hoogte van de dwangsom/bestuursdwang dusdanig dat daarvan een voldoende prikkel uitgaat om te bewerkstelligen hetgeen beoogd wordt. Omdat elke situatie specifiek is worden er geen vaste bedragen in het beleid opgenomen.

Een gedragsaanwijzing kan inhouden dat een gebruiker of een in-gebruik-gever van een woning overlast gevende handelingen moet staken dan wel juist actie dient te ondernemen om overlast te beëindigen. De gedragsaanwijzing kan bijvoorbeeld ook een verplichting inhouden om psychische of sociale hulp te zoeken of een agressiereductietraining te volgen. Bij niet-naleving van de gedragsaanwijzing verbeurt de overlastgever een dwangsom of wordt bestuursdwang toegepast.

6.Kosten

De kosten van de bestuursdwang kunnen op grond van artikel 5:25 van de Awb worden verhaald op de overlastgever/overtreder van de zorgplicht.

7.Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de opgelegde last is belegd bij de politie en de gemeentelijke Boa’s. Bij huurwoningen zal het toezicht ook deels worden neergelegd bij de corporatie of de verhuurder zelf.

8.Hardheidsclausule

In bijzondere situaties, waaronder die situaties die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van deze beleidsregels, kan de burgemeester van het bepaalde in de beleidsregels afwijken.

5.Aanpak woonoverlast (schematische weergave)

afbeelding binnen de regeling

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden na bekendmaking in werking.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregel aanpak woonoverlast’.

Ondertekening

Uden, 8 april 2020,

de burgemeester

drs. H.A.G. Hellegers