Regeling vervallen per 01-04-2012

Regeling financiële consulenten

Geldend van 15-06-2007 t/m 31-03-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Regeling financiële consulenten

REGELING FINANCIËLE CONSULENTEN

Regeling, vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders op 15 mei 2007, nr. B 2007.0574, gepubliceerd 7 juni 2007, in werking getreden op 1 januari 2007. Per die datum vervalt de regeling financiële consulenten van de gemeente Uitgeest, vastgesteld bij besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van 8 oktober 2002, in werking getreden op 1 januari 2003.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In de regeling wordt verstaan onder:

Verordening: Financiële Verordening.

Afdeling: de in de organisatieverordening als zodanig aangeduide organisatorische eenheid met inbegrip van het Stafbureau.

Consulent: de financiële adviseur van de afdeling Financiën en Belastingen.

Hoofdstuk II

Artikel 2

  • 1.

    Voor elke afdeling wordt door het afdelingshoofd Financiën en Belastingen na overleg met het hoofd van die afdeling een consulent aangewezen.

  • 2.

    Een consulent kan ten behoeve van meerdere afdelingen worden aangewezen.

  • 3.

    Bij ziekte of afwezigheid van de consulent wordt hij vervangen op de door het afdelingshoofd Financiën en Belastingen aangegeven wijze.

Hoofdstuk III

Artikel 3

Tot de taak van de consulent behoort:

  • 1.

    het op verzoek van het afdelingshoofd assistentie verlenen bij de formulering van de financiële para¬graaf in; B&W-adviezen, raadsvoorstellen en andere stukken die aan de bestuursorganen worden voorgelegd.

  • 2.

    het deelnemen aan ambtelijk of bestuurlijk vooroverleg over beleidszaken met belangrijke financiële aspecten, voor zover en voor de duur, dat het overleg zich op die aspecten richt.

  • 3.

    het adviseren van de afdeling bij het samenstellen van de financiële stukken uit de budgetcyclus zoals; meerjarenbegroting, begroting, management- en bestuursrapportages en de jaarrekening.

  • 4.

    het adviseren van de afdeling met betrekking tot de door de accountant uitgebrachte management¬letter en het doen van voorstellen ter opheffing van de daarin geconstateerde onvolkomenheden in de administratieve organisatie.

  • 5.

    het adviseren van de afdeling bij het ontwerpen en onderhouden van product- en beleidstaakbeschrijvingen ten behoeve van de begrotingsstukken.

Hoofdstuk IV

Artikel 4

  • 1.

    Het afdelingshoofd Financiën en Belastingen bepaalt in overleg met het desbetreffende afdelingshoofd de beschikbaarheid van de consulent voor het doel, waarvoor deze is aangewezen.

Artikel 5

  • 1.

    De consulent adviseert gevraagd en ongevraagd het desbetreffende afdelingshoofd en bespreekt met hem de ontwerpadviezen, waarin belangrijke financiële consequenties aan de orde zijn.

  • 2.

    Het desbetreffende afdelingshoofd of diens vertegenwoordiger ziet er op toe, dat de consulent tijdig in de gelegenheid wordt gesteld om zijn advies uit te brengen dan wel assistentie verleent om de financiële paragraaf of notitie te formuleren.

  • 3.

    Indien de consulent van mening is, dat hij de in artikel 3 beschreven taak niet of niet naar behoren kan uitoefenen stelt hij het desbetreffende afdelingshoofd en het afdelingshoofd Financiën en Belastingen daarvan in kennis.

  • 4.

    Indien de consulent van mening is, dat het door de afdeling uitgebracht advies in strijd is met het algemeen financieel beleid van de gemeente, dan doet hij daarvan mededeling aan het desbetreffende afdelingshoofd en het afdelingshoofd Financiën en Belastingen.

Artikel 6

  • 1.

    Ten behoeve van de noodzakelijke coördinatie in de beleidsadvisering zal het desbetreffende afdelingshoofd het onderwerp “financiële coördinatie” op de agenda voor het periodieke afdeling-/stafoverleg plaatsen.

  • 2.

    De consulent zal op verzoek van het betreffende afdelingshoofd bij de behandeling van het in lid 1 bedoeld agendapunt aanwezig zijn.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 7

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de gemeentesecretaris/algemeen directeur.