Regeling vervallen per 09-12-2013

Verordening Commissie Muziekschool

Geldend van 20-05-2007 t/m 08-12-2013

Intitulé

Verordening Commissie Muziekschool

VERORDENING COMMISSIE MUZIEKSCHOOL

Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 25 mei 1978, nummer 78/62 in werking getreden op 25 mei 1978.

Verordening, regelende de taak, samenstelling, werkwijze en bevoegdheden van de Commissie Muziekschool Uitgeest.

Gebaseerd op artikel 61, lid 1, onder a, van de Gemeentewet, thans artikel 83 van de Gemeentewet.

1e wijziging:

Bij Raadsbesluit van 24 oktober 1994, nummer 94/100, in werking getreden op 1 november 1994.

2e wijziging:

Bij Raadsbesluit van 28 november 2002, nummer 02/74, in werking getreden op 28 november 2002.

3e wijziging:

Bij Raadsbesluit van 26 april 2007, nummer 07/25, gepubliceerd op 10 mei 2007, in werking getreden op 20 mei 2007.

Algemeen

Artikel 1

In deze regelen wordt verstaan onder:

  • -

    de commissie: de commissie muziekschool Uitgeest

  • -

    het college: het college van burgemeester en wethouders

  • -

    de school: de muziekschool Uitgeest

Samenstelling

Artikel 2

  • 1.

    De commissie bestaat uit 5 of 7 leden.

  • 2.

    De leden worden benoemd door de gemeenteraad op voordracht van het college de commissie gehoord. Voorgedragen dienen te worden personen, van wie vanwege hun belangstelling voor de doelstelling van de school een actieve bijdrage aan de commissie kan worden verwacht. Bij de voordracht dient er zoveel mogelijk rekening mee te worden gehouden dat tenminste twee leden van de commissie behoren tot de kring van leerlingen of ouders van leerlingen van de school.

  • 3.

    Geen lid van de commissie kunnen zijn personen die belast zijn met het geven van onderwijs aan de school.

  • 4.

    De leden dienen woonachtig te zijn in de gemeente Uitgeest.

Artikel 3

De commissie kiest uit haar eigen midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4

De commissie wordt bijgestaan door een door het college aangegeven secretaris, de gemeentesecretaris gehoord.

Artikel 5

  • 1.)

    • a.

      De zittingsduur van de leden is, behoudens tussentijdse aftreding, gelijk aan het tijdvak van de zittingsperiode van de leden van de gemeenteraad.

    • b.

      de aftredende leden zijn na hun aftreden terstond herbenoembaar.

    • c.

      Indien het lid niet meer voldoet aan de hoedanigheid waarin het is benoemd of aan de overige eisen van benoembaarheid, dan houdt het op lid van de commissie te zijn.

    • d.

      tussentijdse aftredende leden blijven zitting hebben tot dat andere leden zijn benoemd.

  • 2.)

    Leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen.

  • 3.)

    Degene die ter vervulling van een buiten periodieke aftreding opengevallen plaats tot lid is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop hij in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

  • 4.)

    In geval van periodieke aftreding worden de leden zo moge¬lijk benoemd in de eerste vergadering van elke zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • 5.)

    De benoeming ter vervulling van een tussentijdse vacature vindt zo spoedig mogelijk plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.

Artikel 6

De commissie kan zich bij de vervulling van de haar opgedragen taken doen bijstaan door daarvoor in te stellen subcommissies c.q. werkgroepen. In die subcommissies en werkgroepen heeft tenminste één lid van de commissie zitting.

Vergaderingen

Artikel 7

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of twee leden daartoe schriftelijk onder op¬gaaf van redenen daartoe de wens te kennen geven. Indien het vereiste getal leden om een vergadering verzoekt, belegt de voorzitter deze binnen veertien dagen nadat het schriftelijk verzoek hem heeft bereikt.

  • 2.

    De commissie kan voor haar vergaderingen een reglement van orde vaststellen, dat aan de gemeenteraad wordt meegedeeld.

  • 3.

    De vergaderingen van de commissie kunnen als regel worden bijgewoond door de directeur van de Muziekschool die in Uitgeest het muziekonderwijs verzorgt of een door de directeur daartoe aan¬gewezen persoon. Deze heeft een raadgevende stem.

  • 4.

    De commissie is bevoegd haar vergaderingen door andere adviseurs te laten bijwonen.

Artikel 8

Indien een vergadering in het openbaar wordt gehouden, brengt de voorzitter tegelijk met de oproeping, dag, uur en plaats van de vergadering ter openbare kennis.

Artikel 8a

  • 1.

    De Commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 2.

    Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de commissie, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de commissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

  • 3.

    Indien de commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Artikel 9

  • 1.

    De commissie mag niet beraadslagen of besluiten, indien niet, buiten de voorzitter of diens vervanger, tenminste twee leden tegenwoordig zijn.

  • 2.

    Indien het bij het eerste lid vereiste getal leden niet is opgekomen belegt de voorzitter een nieuwe vergadering met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 7 en 8. Tussen de verzending van de oproepbriefjes en het uur van de vergadering behoeven in dat geval slechts 24 uren te verlopen. In deze vergadering wordt over de in de oproepingsbriefjes vermelde zaken een besluit genomen door de tegenwoordige leden of het tegenwoordige lid.

  • 3.

    Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 4.

    Indien bij benoeming van personen bij herbestemming de stemmen staken, beslist het lot; bij staking van stemmen in alle andere gevallen is de stem van de voorzitter beslissend.

  • 5.

    Het eerste en tweede lid van artikel 52 van de gemeentewet zijn op de leden van de commissie van toepassing.

Artikel 10

Ten aanzien van stemming en besluitvorming zijn, voor zover niet anders is bepaald, de artikelen 55 t/m 57 van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11

  • 1.

    De besluiten van de commissie worden door de voorzitter, bijgestaan door de secretaris, voorbereid en uitgevoerd, alsmede aan het college meegedeeld door middel van onmiddellijke toezending van de notulen van de commissievergadering, waarin de besluiten zijn genomen.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris ondertekenen alle van de commissie uitgaande stukken.

Bevoegdheden

Artikel 12

  • 1.

    De commissie is bevoegd om Burgemeester en Wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent alles wat het muziekonderwijs en de muziekschool betreft.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om het muziekonderwijs in Uitgeest te steunen en te stimuleren.

Artikel 13

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. De deuren worden gesloten, wanneer de voorzitter of een-derde van het aantal aanwezige leden dit nodig oordeelt. Nadat de deuren gesloten zijn, beslist de commissie, of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

  • 2.

    Van de in de openbare vergadering genomen besluiten kan een ieder inzage nemen en overeenkomstig hetgeen bepaald is in de legesverordening te zijnen koste afschrift doen maken.

Verhouding tot andere organen en toezicht

Artikel 14

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 oktober verslag van haar werkzaamheden gedurende het verstreken cursusjaar uit aan het college.

Artikel 15

De gemeenteraad kan, indien hiervoor gegronde redenen bestaan, een lid ontslaan.

Artikel 16

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, zijn de bepalingen van de gemeentewet zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.