Regeling vervallen per 01-07-2015

Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften regionale woonruimteverdeling 1998

Geldend van 01-03-1998 t/m 30-06-2015

Intitulé

Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften regionale woonruimteverdeling 1998

VERORDENING BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN REGIONALE WOONRUIMTEVERDELING 1998

Deze verordening is ingesteld om ten behoeve van de gemeenten in de regio IJmond een gemeenschappelijke bezwaarschriften commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht in het leven te roepen;

Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 26 februari 1998, nummer 98/13, in werking getreden met ingang van 1 maart 1998. Op het zelfde moment vervalt de verordening gemeenschappelijke geschillencommissie, zoals vastgesteld bij Raadsbesluit van 20 april 1995.

Gebaseerd op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk 2 van de Huisvestingsverordening 1994 van de gemeenten Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Uitgeest en Velsen

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Commissie: de bezwaarschriftencommissie als bedoeld in artikel 2;

  • -

    Overeenkomst: tussen het ROWIJ en de regio gemeenten gesloten overeenkomst inzake de verdeling van woonruimte in de regio d.d. 28 april 1995

  • -

    Regio (IJmond): de gemeenten Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Uitgeest en Velsen;

  • -

    ROWIJ: het regionaal overlegorgaan woningbouwcorporaties IJmond;

  • -

    RVC: de commissie van portefeuillehouders volkshuisvesting en woonruimteverdeling in de regio;

  • -

    Verwerend orgaan : het college van burgemeester en wethouders dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • -

    Wet: wet van 4 juni 1992 houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht);

  • -

    Woonconsumenten:een door de RVC en het ROWIJ erkende organisatie van woonconsumenten.

Hoofdstuk II Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2

Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2.

    De commissie is bevoegd bezwaarschriften in behandeling te nemen met betrekking tot:

    • -

      de selectie voor ter verdeling beschikbare woonruimte via het aanbodsysteem of via bemiddeling;

    • -

      urgentietoekenning.

Artikel 3

Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie leden;

  • 2.

    Tot leden van de commissie worden benoemd:

    • -

      een door de gemeenteraad op basis van het advies van de regionale volkshuisvestingscommissie te benoemen voorzitter en plaatsvervangend voorzitter, die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het verwerend orgaan;

    • -

      een door het ROWIJ voorgedragen onafhankelijke persoon en een plaatsvervanger;

    • -

      een door de woonconsumenten voorgedragen onafhankelijke persoon met deskundigheid op het werkterrein van de commissie en een plaatsvervanger.

  • 3.

    De leden van de commissie worden benoemd voor een periode gelijk aan de zittingsperiode van de gemeenteraden van de regiogemeenten en zijn terstond opnieuw benoembaar.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

    • -

      het verstrijken van de termijn bedoeld in het derde lid;

    • -

      schriftelijke opzegging van een lid.

  • 5.

    Binnen drie maanden zal in een tussentijds opengevallen plaats worden voorzien. Gedurende die periode wordt de vacante plaats vervuld door de plaatsvervanger.

Artikel 4

Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door de regionale volkshuisvestingscommissie aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    De regionale volkshuisvestingscommissie wijst tevens een plaatsvervanger aan.

Artikel 5

Werkwijze en plichten van de commissie

1.

De commissie vergadert tenminste eenmaal per jaar en voorts zo vaak dit in verband met de afhandeling van een bezwaarschrift noodzakelijk is.

2.

De commissie houdt een register bij van de ontvangen bezwaarschriften, waarin tenminste wordt opgenomen:

Dit register wordt periodiek op de agenda van de vergadering van de commissie geplaatst.

3.

De commissie is voor haar activiteiten verantwoording verschuldigd aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de regiogemeenten en brengt jaarlijks verslag uit van haar werkzaamheden, waarin tenminste de gegevens worden opgenomen als vermeld in het tweede lid.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6

Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, wordt vermeld dat de commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 7

Vooronderzoek

  • 1.

    De commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De commissie kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daar kosten aan verbonden zijn, is vooraf machtiging van het verwerend orgaan vereist.

Artikel 8

Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van het artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan.

Artikel 9

Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter deelt belanghebbende(n) en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na verzending van de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijkingen toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 10

Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter danwel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 11

Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 12

De zitting

  • 1.

    De vergadering waarin de commissie het bezwaarschrift behandelt is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter, een van de aanwezige leden of een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    De commissie beslist vervolgens of de zitting met gesloten deuren zal worden voortgezet.

Artikel 13

Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond of indien belanghebbende(n) respectieve¬lijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 14

Advies

  • 1.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Hierbij wordt met name rekening gehouden met:

    • -

      de ingebrachte stukken;

    • -

      met de tijdens de hoorzitting ingebrachte informatie;

    • -

      met de wijze waarop de GGD heeft geadviseerd;

    • -

      met de wijze waarop de Regionale Toetsingscommissie het advies van de GGD heeft betrokken bij haar besluitvorming.

  • 2.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 15

Uitbrengen advies

  • 1.

    Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 12 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het College van Burgemeester en Wethouders dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van het advies van de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij tijdig het in het eerste lid bedoelde College van Burgemeester en Wethouders de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbende een afschrift.

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 16

Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1998.

  • 2.

    Op het zelfde moment vervalt de verordening gemeenschappelijke geschillencommissie, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 20 april 1995.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de bekendmaking van de verordening en zenden deze aan Gedeputeerde Staten van Noord Holland.

Artikel 17

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening behandeling bezwaarschriften regionale woonruimteverdeling 1998".