Gehandicaptenparkeerplaatsenbeleid

Geldend van 28-09-2011 t/m heden

Intitulé

Gehandicaptenparkeerplaatsenbeleid

Voorwoord

Het beleid gehandicaptenparkeerplaatsen van gemeente Uithoorn geeft richtlijnen voor de aanvraag, het toekennen en het verwijderen van (gereserveerde) gehandicaptenparkeerplaatsen.

Bij parkeren voor gehandicapten moet onderscheid gemaakt worden tussen de gehandicaptenparkeerkaart, de algemene gehandicaptenparkeerplaats en de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

De gehandicaptenparkeerkaart geeft de houder ervan enkele bijzondere rechten voor het gebruik van parkeervoorzieningen, waaronder het recht te parkeren op algemene gehandicaptenparkeerplaatsen.

De gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is een parkeerplaats bestemd voor het voertuig, waarvan het kenteken op een onderbord is vermeld.

illustratie: Bord gehandicaptenparkeerplaats

Samenvatting

Het beoogde effect van dit beleid is

  • -

    dat de reeds jarenlang bestaande (en op de site www.loketwwzuithoorn.nl gepubliceerde) praktijk als beleid wordt vastgesteld voor wat betreft

    • o

      het toekennen van gehandicaptenparkeerkaarten en

    • o

      het toekennen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen;

  • -

    beleid vast te stellen om oneigenlijk gebruik van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen tegen te gaan en

  • -

    richtlijnen vast te stellen voor het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen bij

    • o

      parkeerterreinen en -garages (2 % met een minimum van 1)

    • o

      publieke voorzieningen (5 % met een minimum van 1)

    • o

      woonstraten (0 %)

    • o

      openbaar toegankelijke particuliere parkeerterreinen (0%)

Op grond van de inherente uitzonderingsbevoegdheid op beleid (4:84 Awb) kan worden afgeweken van het beleid.

1. Inleiding

1.1. Aanleiding

Na enkele incidenten met betrekking tot het aanvragen, toekennen, aanleggen en verwijderen van (gereserveerde) gehandicaptenparkeerplaatsen in de gemeente Uithoorn is behoefte ontstaan aan handvatten in de vorm van beleid. (Omdat deze incidenten op personen herleidbaar zijn, worden ze niet beschreven in dit document.)

Dit beleid kan gehanteerd worden om (aan)vragen over (gereserveerde) gehandicapten-parkeerplaatsen te behandelen.

1.2. Probleemstelling

  • 1.

    Er bestaat onduidelijkheid over het toewijzen, aanleggen en verwijderen van zowel algemene als gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen.

  • 2.

    Door het toenemen van de parkeerdruk ontstaat er een spanningsveld tussen leefbaarheid in de buurt en integratie van gehandicapten in de maatschappij.

1.3. Doelstelling formuleren beleid gehandicaptenparkeerplaatsen

  • 1.

    Het beschrijven van politieke keuzes.

  • 2.

    Handvat bij verzoeken (tot aanleg of verwijdering) van gehandicaptenparkeerplaatsen.

  • 3.

    Motivering bij beschikkingen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

  • 4.

    Rechtszekerheid voor de burger (zie ook 1.5).

1.4. Doelstelling beleid gehandicaptenparkeerplaatsen

Op 25 november 2004 heeft de gemeenteraad de strategische hoofdlijnen 2004-2014 vastgesteld. Als missie is daarin verwoord: Uithoorn is een aantrekkelijke woongemeenschap, uniek gelegen aan de Amstel en Het Groene Hart, nabij alle grootstedelijke voorzieningen. Met het oog hierop is gekozen voor de volgende doelstelling van het beleid voor gehandicaptenparkeerplaatsen:

  • 1.

    Leefbare buurt.

  • 2.

    Integratie van gehandicapten in de maatschappij.

Als het om verdeling van parkeerplaatsen gaat, kan een leefbare buurt conflicteren met het toewijzen van gehandicaptenparkeerplaatsen in het kader van integratie van gehandicapten in de maatschappij

Met het gehandicaptenparkeerbeleid kunnen deze belangen goed afgewogen worden door duidelijke regels, voorwaarden en criteria te stellen die het mogelijk maken om in met name gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen te voorzien en tegelijkertijd oneigenlijk gebruik hiervan tegen te gaan.

1.5. Juridische kader: Wmo Compensatieplicht

De Wmo-raad heeft geadviseerd over het beleid gehandicaptenparkeerplaatsen op basis van:

Wet maatschappelijke ondersteuning

§ 2 Gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders

Artikel 4 Compensatieplicht

1.

Ter compensatie van de beperkingen die een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4, 5 en 6*, ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie, treft het college van burgemeester en wethouders voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die hem in staat stellen:

 

a.

een huishouden te voeren;

 

b.

zich te verplaatsen in en om de woning;

 

c.

zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel;

 

d.

medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.

2.

Bij het bepalen van de voorzieningen houdt het college van burgemeester en wethouders rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager van de voorzieningen, alsmede met de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien

 

 

 

Ter compensatie van de beperkingen die een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4, 5 en 6*, ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie, treft het college van burgemeester en wethouders voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die hem in staat stellen: een huishouden te voeren; zich te verplaatsen in en om de woning; zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Bij het bepalen van de voorzieningen houdt het college van burgemeester en wethouders rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager van de voorzieningen, alsmede met de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien.

 

Gemeente Uithoorn kent sinds jaar en dag gehandicaptenparkeerplaatsen, zowel algemene als op kenteken. De hierboven bedoelde voorzieningen zijn dus aanwezig. Het is wel een goede zaak om deze voorzieningen in een beleid te beschrijven. Dit vergroot de rechtszekerheid voor de burger; het verschaft de burger duidelijkheid over zijn/haar rechten.

* artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4, 5 en 6

4

het ondersteunen van mantelzorgers daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers;

5

het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem;

6

het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer;

 

 

2. Gehandicaptenparkeerkaart

2.1. Juridische kader

Om een algemene gehandicaptenparkeerplaats te kunnen gebruiken of een eigen gehandicaptenparkeerplaats te kunnen aanvragen, moet de gehandicapte in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart. Gemeenten kunnen geen eigen criteria stellen voor de toewijzing en de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten.

2.1.1. Regeling Gehandicaptenparkeerkaart

De wettelijke regels over het verstrekken en het gebruik van de gehandicaptenparkeerkaart zijn opgenomen in

2.1.2. Gehandicaptenparkeervoorziening

Tot de gehandicaptenparkeervoorzieningen worden gerekend:

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (GPK-B)

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (GPK-P)

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor één persoon als bestuurder én passagier (GPK-P/B)

  • -

    een (op kenteken) gemarkeerde parkeerplaats voor gehandicapten (GPP)

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor instellingen (GPK-I)

Gemeenten kunnen op basis van het gehandicaptenparkeervoorzieningenbesluit voorschriften verbinden aan het gebruik van gehandicaptenparkeerkaarten. Deze voorschriften dienen in een gemeentelijke verordening te worden vastgelegd en mogen geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet.

De gemeente is verplicht bij de afhandeling van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeervoorziening een geneeskundig onderzoek te laten verrichten door een onafhankelijke arts of een deskundige als bedoeld in art. 7 van de Wet Voorzieningen Gehandicapten. [1]

De gemeente vraagt medisch advies bij nieuwe aanvragen, bij herbeoordeling en bij verlenging.

Gehandicaptenvoorzieningen zijn nodig voor auto’s en brommobielen. Voor een gehandicaptenvoertuig [2a] is geen gehandicaptenparkeerkaart of gemarkeerde gehandicaptenparkeerplaats (GPP) nodig. Deze voertuigen mogen op de stoep geparkeerd worden.

2.1.3. Parkeerkaarten B en P

De meeste aanvragen gehandicaptenparkeervoorziening bij gemeente Uithoorn betreffen:

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (GPK-B)

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (GPK-P)

Voor zowel bestuurders als passagiers die voor een gehandicaptenparkeerkaart in aanmerking menen te komen, geldt dat de aanvrager ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking moet hebben van langdurige aard. Onder 'van langdurige aard' wordt verstaan: ten minste zes maanden, waar het tijdsbeslag van de afhandelingprocedure nog moet worden bijgeteld.

De criteria voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart voor zowel bestuurder als passagier zijn in de bijlagen van deze nota opgenomen. [2b] Een combinatie van beide kaarten is mogelijk (GPK-P/B). Het medisch onderzoek wordt verricht door een onafhankelijke adviserende arts die beoordeelt op basis van de hieronder genoemde criteria:

GPK Bestuurder, een persoon die GPK Passagier, een persoon die

  • -

    een aandoening of gebrek heeft resulterende in

  • -

    een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard waardoor hij/zij

  • -

    met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat is zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen, of

  • -

    ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden is. - een aandoening of gebrek heeft resulterende in

  • -

    een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard heeft waardoor hij/zij

  • -

    met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat is zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en

  • -

    voor het vervoer van deur tot deur continue afhankelijk is van de hulp van de bestuurder, of

  • -

    ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden is.

2.1.4. Gehandicaptenparkeerkaart op basis van ernstige beperking

De regeling Gehandicaptenparkeerkaart bevat voorts de mogelijkheid tot toekenning in geval dat de aanvrager van de kaart ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare ernstige beperking heeft, anders dan een loopbeperking, die het hebben van een gehandicaptenparkeerkaart rechtvaardigt (art 1, lid 1, sub d).

Voor toepassing van dit criterium moet worden gedacht aan uitzonderlijke medische problemen die het noodzakelijk maken dat de afstand van de bestemming tot de geparkeerde auto zo klein mogelijk is (maximaal enkele minuten lopen).

De noodzaak kan samenhangen met:

  • -

    de beschikbaarheid van verschoningsmateriaal in geval van ernstige complexe incontinentieproblemen;

  • -

    de beschikbaarheid van niet-draagbare medische apparatuur;

  • -

    de toediening van medicatie.

Indien er voor de adviserend arts redenen zijn om informatie bij de behandelende arts(en) of instelling(en) in te winnen, geschiedt dit met schriftelijke toestemming van belanghebbende middels een gerichte machtiging. De adviserend arts velt zelfstandig en onafhankelijk zijn oordeel. In gevallen waarin het protocol niet voorziet beslist de adviserende arts.

Het advies aan de gemeente wordt opgesteld en ondertekend door de adviserend arts en omvat tevens de reactie van belanghebbende op het advies. Het advies dient te voldoen aan eisen zoals deze gesteld zijn in de Algemene wet bestuursrecht en in de jurisprudentie hierover.

2.2. Gemeente Uithoorn

Gemeente Uithoorn past de ‘Regeling gehandicaptenparkeerkaart’ toe en heeft geen voorschriften verbonden aan het gebruik van gehandicaptenparkeerkaarten op basis van het gehandicaptenparkeervoorzieningenbesluit. Mocht gemeente Uithoorn hiertoe besluiten dan dient dit te worden vastgelegd in een gemeentelijke verordening.

De huidige gang van zaken is voor de burger te vinden op de website http://www.loketwwzuithoorn.nl. In de loop van de tweede helft van 2011 zal deze website opgaan in de website www.uithoorn.nl.

2.2.1. Aanvraag

Inwoners van de gemeente Uithoorn kunnen

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (B) aanvragen als ze met een loophulpmiddel minder dan 100 meter kunnen lopen

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (P) aanvragen als ze met een loophulpmiddel minder dan 100 meter kunnen lopen en continue afhankelijk zijn van begeleiding van deur tot deur.

Voor de beoordeling is een geneeskundig onderzoek nodig door een arts van een onafhankelijke advies instantie. De aanvrager kan het aanvraagformulier afhalen bij het Loket Wonen, Welzijn en Zorg.

Voor de afhandeling van de aanvraag, heeft het Loket Wonen, Welzijn en Zorg nodig:

  • -

    Ingevuld en ondertekend aanvraagformulier

  • -

    Eén recente pasfoto

  • -

    Voor een gehandicaptenparkeerkaart voor een bestuurder is tevens een kopie van het (geldige) rijbewijs nodig.

2.2.2. Medisch advies

De medische noodzakelijkheid wordt vastgesteld door een arts van Argonaut Advies, volgens het 'Protocol gehandicaptenparkeervoorzieningen' van de Vereniging van Indicerende en adviserende artsen.

2.2.3. Verlenging

De gehandicaptenparkeerkaart is geldig voor de duur van vijf jaren of korter als de verwachting bestaat dat de gehandicapte daar korter voor in aanmerking komt.

De houder van de gehandicaptenparkeerkaart dient zelf voor een tijdige aanvraag van een nieuwe kaart zorg te dragen.

Om tijdig over een geldige kaart te beschikken kan maximaal drie maanden voor het verlopen van de geldigheidsduur van een gehandicaptenparkeerkaart een aanvraag tot verlenging van de gehandicaptenparkeerkaart worden ingediend.

Alvorens een nieuwe kaart wordt afgegeven vindt er weer een geneeskundig onderzoek plaats, tenzij de keurende instantie van oordeel is dat de aanvrager nog aan de criteria voldoet om voor die kaart in aanmerking te komen.

Conform artikel 2 van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart zal de gemeente Uithoorn van herkeuring afzien als het ziektebeeld permanent is.

2.2.4. Besluit

Voor het nemen van een beslissing voor een vergoeding voor de kosten en het toekennen van een gehandicaptenparkeerkaart is mandaat gegeven aan het hoofd van de G2 (de gemeenschappelijke regeling met gemeente Aalsmeer), eerste ondermandaat aan de coördinator WMO-voorzieningen.

Alvorens een besluit wordt genomen moet, als er een medisch advies is uitgebracht, worden beoordeeld of die adviezen op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Een besluit tot afwijzing wordt alleen aan de aanvrager bekendgemaakt. Wanneer op de aanvraag positief wordt beslist wordt vervolgens een kaart verstrekt.

De aanvrager die het met de inhoud van het hem toegezonden besluit niet eens is, kan

daartegen bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift gericht aan het dagelijks bestuur van de G2.

De gehandicaptenparkeerkaarten die door het cluster Wmo voorzieningen worden verstrekt of beëindigd worden geregistreerd in een programma genaamd “Invalid”. Zowel het cluster Wmo-voorzieningen als het cluster Vergunningen van de afdeling Publiekszaken hebben inzage in dit programma.

2.2.5. Kosten

Met ingang van 1 januari 2007 worden de kosten die aan een gehandicaptenparkeerkaart verbonden zijn doorberekend. Dit is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. De kosten betreffen het geneeskundig onderzoek door een onafhankelijke adviesinstantie en de kosten voor de kaart. Deze kosten worden in rekening gebracht bij de aanvrager. De kosten zijn op te vragen bij de medewerkers van het Loket Wonen, Welzijn en Zorg.

Bijzondere bijstand op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB)

De kosten van de gehandicaptenparkeerkaart kunnen eventueel worden vergoed via de Bijzondere bijstand. Dit is echter afhankelijk van het (gezamenlijk) netto maandinkomen. Wanneer het maandinkomen op/onder 125% van het WWB norminkomen ligt, kan belanghebbende in aanmerking komen voor Bijzondere bijstand. Dit kan door middel van het invullen van een aanvraagformulier voor bijzondere bijstand dat bij het aanvraagformulier van de gehandicaptenparkeerkaart is gevoegd. Hiervoor kan de aanvrager contact opnemen met het Cluster Werk en Inkomen van de G2. (http://www.uithoorn.nl/Werk_en_inkomen/Minimaregelingen/Bijzondere_bijstand)

2.2.6. Oneigenlijk gebruik

In de praktijk blijkt dat gehandicaptenparkeerkaarten regelmatig gestolen en misbruikt worden wat schade voor zowel de gedupeerde kaarthouder als de maatschappij oplevert. Om oneigenlijk gebruik van de gehandicaptenparkeerkaart te voorkomen bestaat sinds kort de mogelijk om gehandicaptenparkeerkaarten te registeren bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). In de gemeente Uithoorn wordt nog nader onderzoek gedaan naar dit registratiesysteem. Ervaringen van andere gemeenten die aangesloten waren bij de eerste en tweede uitrol worden afgewacht. Aan de hand van een inventarisatie van de ervaringen van omliggende gemeenten zal een advies aan het Dagelijks Bestuur van de G2 worden voorgelegd over het aansluiten bij dit registratiesysteem. Het voornemen van het cluster Wmo voorzieningen is om in de loop van de tweede helft van 2011 aan te sluiten bij dit registratiesysteem.

3. Gehandicaptenparkeerplaatsen

3.1. Juridisch kader

Het toewijzen en realiseren van parkeerplaatsen voor gehandicapten (zowel gereserveerde als algemene gehandicaptenparkeerplaatsen) valt volledig onder het eigen gemeentelijk beleid en heeft geen grondslag in landelijke wetgeving. Een dergelijk gemeentelijk beleid moet wel zijn vastgelegd, openbaar zijn gemaakt en door burgers zijn in te zien.

3.1.1. Verkeersbesluit

Voor het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats moet behalve een wegmarkering ook een paal met een verkeersbord (model E6, aangevuld met een onderbord op kenteken indien het een gereserveerde parkeerplaats betreft) worden geplaatst. Uit artikel 12 van het BABW volgt dat aan een dergelijke handeling een verkeersbesluit ten grondslag moet liggen.

De bevoegdheid tot het nemen van een dergelijk verkeersbesluit ligt ingevolge artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet (hierna WVW) bij de gemeenteraad, voor zover het betreft verkeer op wegen die niet onder het beheer van het Rijk of van een provincie of waterschap vallen. Op grond van het bepaalde in artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 worden verkeersbesluiten genomen door burgemeester en wethouders.

Mandaat is gegeven aan het afdelingshoofd van afdeling Leefomgeving, ondermandaat aan de coördinator van het cluster Advies en Ondersteuning betreffende verkeersbesluiten voor de aanleg en het opheffen van zowel algemene als gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen.

Bij het verkeersbesluit dient een situatietekening te worden gevoegd waarop exact is aangegeven waar de gehandicaptenparkeerplaats zal worden aangelegd. Een verkeersbesluit wordt gepubliceerd op de gemeentepagina van de “Nieuwe Meerbode” (huis-aan-huis-blad) en 6 weken ter inzage gelegd. Tegen dit besluit kan binnen 6 weken na publicatie bezwaar worden gemaakt door belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders.

Met de uitvoering wordt begonnen zodra het verkeersbesluit is gepubliceerd.

Voor het opheffen van een gehandicaptenparkeerplaats dient opnieuw een verkeersbesluit te worden genomen voor juridische juistheid en het bijhouden van een actuele stand van zaken in een beheerssysteem.

3.1.2. Uitvoering

De vormgeving van de gehandicaptenparkeerplaats zal zoveel mogelijk plaatsvinden conform de landelijke gangbare richtlijnen van het ASVV 2004 (publicatie van het Nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, hierna: CROW). De precieze vormgeving en afmeting is echter ook afhankelijk van de situatie ter plaatse, zoals bijvoorbeeld de breedte van het trottoir en het type parkeren (langs-, haaks-, of schuinparkeren).

In ieder geval zal de gehandicaptenparkeerplaats worden gemarkeerd door middel van een bord, Model E6 en een markering van doorgetrokken strepen en een kruis.

illustratie: Model E6

Voor de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt een onderbord met kentekenvermelding onder het E6 bord toegevoegd.

Uitvoering ligt bij cluster Wijkzaken van de afdeling Leefomgeving.

3.2. Beleid gemeente Uithoorn

Het UVVP (Uithoorns Verkeer- en Vervoerplan) bevat geen beleid voor gehandicapten-parkeerplaatsen.

4. Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen

Een algemene gehandicaptenparkeerplaats is bestemd voor gehandicapte bezoekers. De houder van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurder of passagier (zie hoofdstuk 2) kan, door de kaart goed zichtbaar en leesbaar achter de voorruit van het voertuig te plaatsen, in gemeente Uithoorn gratis parkeren op een algemene gehandicaptenparkeerplaats. De parkeerplaats is te herkennen aan de omschrijving onder 3.1.2.

4.1. Richtlijnen

Voor de toewijzing van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen kan gebruik worden gemaakt van de richtlijnen die in diverse publicaties genoemd zijn, onder andere door het CROW.

Als er een percentage wordt genoemd is dit het percentage van het totale aantal parkeerplaatsen. Aantal zijn in ‘stuks’ (st) weergegeven.

Handboek voor toegankelijkheid Editie 1995/1996, Maarten Wijk, Misset uitgeverij BV, Doetinchem 1995 p. 60

 

 

- Gebouwgebonden

2%

 

- Parkeergarage

2%

 

- Algemene parkeerplaats

2%

Parkeerkerncijfers -Basis voor parkeernormering CROW publicatie nummer 182, CROW, Ede 2003, p. 23

 

 

- Bij publieke voorzieningen minimaal

5%

 

met een afstand van niet meer dan 100 meter tot de ingang van gebouw

 

 

- Algemene parkeerterreinen

2%

 

- Parkeergarages

2%

Richtlijn integrale toegankelijkheid openbare ruimte, CROW publicatie nummer 177, CROW, Ede 2002, p. 23

 

 

- Aantal minimaal 2%

 

 

evenredige verdeling over de stad

 

 

- Bij een parkeerterrein of garage min. 1 st.

 

ASVV 2004, aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom, CROW, Ede 2004 p. 895 e.v.

 

 

- op maximaal 50 meter van openbare gebouwen, van gebouwen die voor mensen met een handicap toegankelijk zijn en van aangepaste woningen 1 st.

 

 

- van het totale parkeeraanbod

2 %

 

 

 

4.2. Gemeente Uithoorn

Binnen het UVVP (Uithoorns verkeer- en vervoerplan) is geen verkeersbeleid beschreven voor gehandicaptenparkeerplaatsen. Het aanleggen en opheffen van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen gebeurde meestal naar schatting (bijvoorbeeld: bij de herinrichting van de parkeerterreinen van de Europareiflats is in samenspraak met Buurtbeheer gekozen voor 2 algemene gehandicaptenparkeerplaatsen per flat) of op verzoek van bewoners. Een verzoek tot opheffing werd bijvoorbeeld gedaan naar aanleiding van een verzoek of opmerking tijdens een buurtschouw.

Voordelen van deze werkwijze zijn: flexibiliteit, inspelen op behoefte.

Nadelen van deze werkwijze zijn: onduidelijkheid, discussie, tijd en kosten voor aanleggen / opheffen.

Voor de meeste algemene gehandicaptenparkeerplaatsen is geen verkeersbesluit genomen. Dit is in strijd met het bepaalde in artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994.

4.3. Beleid

Het is raadzaam normen te hanteren voor het aantal algemene gehandicaptenparkeer-plaatsen. Een bestendig beleid schept duidelijkheid voor alle betrokkenen en bespaart daarmee irritatie, tijd en kosten.

Om de behoefte aan algemene gehandicaptenparkeerplaatsen te bepalen, kan onderscheid gemaakt worden tussen:

  • 1.

    parkeerterreinen en garages

  • 2.

    publieke voorzieningen

  • 3.

    woonstraten

  • 4.

    openbaar toegankelijke particuliere parkeerterreinen.

4.3.1. Parkeerterreinen en -garages

De norm van 2% wordt algemeen gehanteerd; een verhouding van 1 algemene gehandicaptenparkeerplaats op 50 gewone parkeerplaatsen met een minimum van 1. De Regiopolitie Amsterdam-Amstelland, Wijkteam Uithoorn, heeft deze norm ook geadviseerd in het verkeersoverleg van 29 april 2009.

4.3.2. Publieke voorzieningen

Het CROW geeft richtlijnen voor het aantal gehandicaptenparkeerplaatsen bij publieke voorzieningen. Een verhouding van 1 algemene gehandicaptenparkeerplaats op 20 gewone parkeerplaatsen (5%) met een minimum van 1 is de norm. [3]

Volstaan kan worden met vast te stellen dat de normen van het CROW uitgangspunt zijn en er alleen wanneer daar aanleiding voor is van afgeweken zal worden.

4.3.3. Woonstraten

Een gehandicaptenparkeerplaats dient nabij de toegang tot het gebouw of de woning te worden aangelegd. Een algemene gehandicaptenparkeerplaats is bestemd voor gehandicapte bezoekers. Maar bij welke woning moet de bezoeker zijn? Gezien het algemene gebruik en de spreiding van de woningen heeft de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland, Wijkteam Uithoorn in het verkeersoverleg van 29 april 2009 geadviseerd niet te voorzien in algemene gehandicaptenparkeerplaatsen in woonstraten.

Voor woonstraten worden dan ook geen normen gegeven door het CROW. Wel geeft het CROW aan dat het overige aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen (2% van het totaal minus de plaatsen bij publieke voorzieningen) gelijkelijk verdeeld moet worden over de gemeente. [4] Vergelijkend onderzoek wijst uit dat andere gemeenten [5] er over het algemeen vanuit gaan dat in woonstraten geen algemene gehandicaptenparkeerplaatsen worden aangelegd, behalve als hier een specifieke behoefte voor bestaat.

Dit beleid gaat ervan uit dat in woonstraten in beginsel geen algemene gehandicapten-parkeerplaatsen worden aangelegd. De mogelijkheid om van deze lijn af te wijken ontstaat:

  • -

    als zich een concentratie van aangepaste woningen voordoet;

  • -

    rondom seniorencomplexen. In appartementencomplexen voor senioren zijn meer invalide bezoekers te verwachten. Leeftijdgenoten zoeken elkaar op en de ouderdom komt met gebreken. Ook is bezoek belangrijker naarmate de bewoner minder mobiel is of wordt;

  • -

    wanneer een individuele, voldoende zware, specifieke behoefte bestaat. In gemeente Uithoorn komen alleen houders van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Een gehandicapte die alleen in bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers zal gebruik moeten maken van een algemene gehandicaptenparkeerplaats.

4.3.4. Openbaar toegankelijke particuliere parkeerterreinen

Een gehandicaptenparkeerplaats gesitueerd op een particulier, openbaar toegankelijk parkeerterrein (bijvoorbeeld een parkeerterrein behorend bij een seniorenwooncomplex) kan eerst dan door de gemeente gerealiseerd worden als de aanvraag hiertoe gedaan wordt door de eigenaar van het betreffende particuliere terrein.

4.4. Toepassen beleid

4.4.1. Overzicht

Een overzicht van het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen in de gemeente Uithoorn is als bijlage toegevoegd (bijlage 7). Dit overzicht dateert (grotendeels) uit 2008 en is continue aan verandering onderhevig. Het overzicht geeft het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen aan ten opzichte van de norm.

4.4.2. Uitvoering beleid

Als overgangsregeling zal bij nieuwbouw, herinrichting of specifieke aanvragen het verkeersoverleg (waarin onder andere de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland, Wijkteam Uithoorn is vertegenwoordigd) geraadpleegd worden om over het aantal en de locatie van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen te adviseren:

  • -

    Het verkeersoverleg hanteert de hierboven beschreven normen en bekijkt of er zwaarwegende redenen zijn om af te wijken van de norm.

  • -

    Het verkeersoverleg adviseert over het aantal en de locatie van de algemene gehandicaptenparkeerplaatsen via het verslag.

  • -

    De verkeerskundigen vervaardigen een situatietekening en geven opdracht om een verkeersbesluit op te stellen aan het cluster Advies en Ondersteuning van de afdeling Leefomgeving.

  • -

    Mandaat is gegeven aan het afdelingshoofd van afdeling Leefomgeving, ondermandaat aan de coördinator van het cluster Advies en Ondersteuning betreffende verkeersbesluiten voor de aanleg van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen. Als hij hiermee instemt, zal hij het verkeersbesluit namens het college van burgemeester en wethouders ondertekenen (zie ook 3.1.1).

Zo kan de norm per locatie worden toegepast, op natuurlijke momenten. In de loop der tijd zal dan heel geleidelijk de norm toegepast worden in de hele gemeente.

5. Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is een parkeerplaats die speciaal voor het voertuig van een gehandicapte bewoner is gereserveerd. Bij de parkeerplaats wordt door middel van een (onder)bord het kenteken van het voertuig vermeld, zodat duidelijk is dat de plaats alleen bestemd is voor de auto met het vermelde kenteken.

De gehandicaptenparkeerplaats wordt in principe op een bestaande parkeerplaats zo dicht mogelijk bij de woning aangewezen. Als het bijvoorbeeld eigen terrein van een verzorgings- of verpleeghuis betreft, kan de gemeente hier geen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats toekennen. Dit kan wel als het gaat om gemeentegrond. Uitzondering hierop vormt een verzoek voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats die met toestemming of een verklaring van “geen bezwaar” van de eigenaar van het eigen terrein wordt aangevraagd.

5.1. Beleid gemeente Uithoorn

5.1.1. Aanvraag

Een inwoner die in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart B (bestuurder) (zie hoofdstuk 2) kan een aanvraag indienen voor de aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. (De houder van een gehandicaptenparkeerkaart P niet, omdat een passagier voor de woning kan uitstappen, waarna de bestuurder de auto parkeert.) Aanvrager komt in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als hij/zij aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • -

    In het bezit zijn van de gehandicaptenparkeerkaart B, die voor minimaal een jaar is afgegeven;

  • -

    beschikt niet over eigen parkeergelegenheid, zoals bijvoorbeeld oprit, carport of garage;

  • -

    beschikt over een geldig rijbewijs;

  • -

    beschikt over een eigen auto blijkens een kentekenbewijs op naam van de aanvrager of leasecontract op naam van de aanvrager;

  • -

    de parkeerdruk in de omgeving van de woning is zodanig dat de auto regelmatig op meer dan 100 meter van de woning geparkeerd moet worden;

  • -

    de verkeersveiligheid komt door de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats niet in het gedrang.

Voor de aanvraag en aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden kosten doorberekend.

De aanvrager kan zich wenden tot het Loket wonen, Welzijn en Zorg om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats aan te vragen (www.loketwwzuithoorn.nl, later www.uithoorn.nl).

Loket Wonen, Welzijn en Zorg zendt de aanvraag door naar het cluster Vergunningen van afdeling Publiekszaken. Het cluster Vergunningen controleert of de aanvrager aan de voorwaarden voldoet en verzorgt een beslissing op de aanvraag.

Informatie over de woning/omgeving wordt ingewonnen via cluster Wijkzaken van afdeling Leefomgeving (zie bijlage 6). Een verkeerskundig advies wordt ingewonnen bij het verkeersoverleg (via cluster Advies & Ondersteuning van afdeling Leefomgeving).

5.1.2. Verkeerskundig advies

Onderzocht wordt of er geen verkeerstechnische bezwaren zijn tegen aanleg van de parkeerplaats (de verkeersveiligheid mag door de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats niet in het gedrang komen). Het UVVP (Uithoorns Verkeer- en Vervoerplan) wordt daarbij als uitgangspunt gebruikt. Tevens wordt gekeken naar de situering van de plaats ten opzichte van de woning.

Het verkeerstechnische advies wordt gegeven door het verkeersoverleg, waarin onder andere de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland, Wijkteam Uithoorn is vertegenwoordigd.

5.1.3. Beoordeling parkeerdruk

Bij twijfel of er voldoende sprake is van parkeerdruk om een gereserveerde

gehandicaptenparkeerplaats te rechtvaardigen zal de parkeerdruk als volgt gemeten worden:

In een straal van 100 meter vanaf de woning van de aanvrager wordt in totaal 7 keer geteld. Geteld wordt op een doordeweeksedag (dinsdag, woensdag of donderdag): één keer aan het begin van de middag (rond 12.30 uur), één keer later op de middag (rond 16.00 uur) en drie keer op een avond (rond 21.00 uur). Daarnaast wordt op zaterdagmorgen (rond 08.00 uur) en zaterdagmiddag (rond 16.00 uur) gemeten.

De drie avondtellingen worden in drie opeenvolgende weken op dezelfde dag gehouden. Zo wordt sneller duidelijk of de resultaten zijn beïnvloed door toevalsfactoren.

Bij de tellingen wordt rekening gehouden met omgevingsfactoren, zoals de aanwezigheid van winkels, scholen of andere publiekstrekkende voorzieningen. Ook wordt rekening gehouden met veranderingen in de parkeerdruk door bijvoorbeeld (grote) evenementen en opbrekingen. In de schoolvakanties wordt niet geteld. Indien de parkeerdruk > 50% is, kan de plaats worden toegewezen (mits voldaan is aan de andere voorwaarden).

5.1.4. Besluit

Besluiten op verzoeken om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats worden, genomen door het college van burgemeester en wethouders. Mandaat is gegeven aan het afdelingshoofd van afdeling Publiekszaken, ondermandaat aan de coördinator van het cluster Vergunningen.

Alvorens een besluit wordt genomen moet worden beoordeeld of de adviezen op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Een besluit tot toekenning of afwijzing wordt per brief aan de aanvrager bekendgemaakt.

De aanvrager die het met de inhoud van het hem toegezonden besluit niet eens is, kan

daartegen bezwaar maken door het indienen van een, aan het college van burgemeester en wethouders gericht, bezwaarschrift.

5.1.5. Verkeersbesluit

Wanneer op de aanvraag positief wordt beslist dient vervolgens een verkeersbesluit te worden genomen. Dit is vereist voor de plaatsing van het verkeersteken bord E6. Ook de verwijdering van dat bord dient te geschieden krachtens een verkeersbesluit.

De aanvrager is in de brief (zie paragraaf 5.1.3. en zie bijlage) gewezen op de mogelijkheid dat, behalve hijzelf, ook derden tegen het verkeersbesluit bezwaar kunnen maken.

Het verkeersbesluit wordt genomen door cluster Advies & Ondersteuning van de afdeling Leefomgeving (zie paragraaf 3.1) en wordt gepubliceerd op de gemeentepagina van de “Nieuwe Meerbode”, de gemeentelijke website en ter inzage gelegd. Tegen het openbaar gemaakte verkeersbesluit kan aanvrager bezwaar maken; derden kunnen alleen bezwaar maken, als hun belang rechtstreeks bij dat besluit is betrokken.

5.1.6. Wijzigingen

In de volgende gevallen dient de houder van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats onmiddellijk schriftelijk melding te doen bij de afdeling Publiekszaken, met betrekking tot het opzeggen of wijzigen van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats:

  • -

    als de gehandicapte niet langer voldoet aan de criteria voor het toekennen van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats;

  • -

    als er sprake is van verhuizing;

  • -

    als het kenteken van het voertuig is gewijzigd.

Indien het kenteken wijzigt dient de gehandicapte hiervan tevens melding te doen bij de politie ter voorkoming van het krijgen van een proces-verbaal tijdens de overgangsfase (het kenteken van het motorvoertuig komt niet overeen met het vermelde kenteken op het onderbord).

5.1.7. Verwijdering van de gehandicaptenparkeerplaats

De gehandicaptenparkeerkaart is geldig voor de duur van vijf jaren of korter als de verwachting bestaat dat de gehandicapte daar korter voor in aanmerking komt.

Alleen als een gehandicaptenparkeerkaart-B voor minimaal een jaar is afgegeven kan een aanvrager in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.

De houder van de gehandicaptenparkeerkaart dient zelf voor een tijdige aanvraag van een nieuwe kaart zorg te dragen. Zie paragraaf 2.2.3.

Indien geen nieuwe kaart meer wordt afgegeven, heeft dat ook consequenties voor de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats (paragraaf 5.1.5). In dat geval zal de gehandicaptenparkeerplaats worden verwijderd na het nemen van het betreffende verkeersbesluit.

5.1.8. Kosten

Voor de aanvraag en aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats brengt de gemeente Uithoorn vanaf 1 januari 2012 kosten in rekening.

De kosten voor de aanvraag en aanleg worden kostendekkend berekend en zijn per 1 januari 2012 € 403,20 (aanvraag: € 166,00 / aanleg: € 237,20).

Bij het vervangen van het onderbord met kentekenvermelding wordt € 36,30 berekend.

Er zal een jaarlijkse prijsindexering plaatsvinden.

Bijzondere bijstand op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB)

De kosten voor de aanvraag en aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats kunnen eventueel worden vergoed via de Bijzondere bijstand. Dit is echter afhankelijk van het (gezamenlijk) netto maandinkomen. Wanneer het maandinkomen op/onder 125% van het WWB norminkomen ligt, kan belanghebbende een aanvraag indienen voor Bijzondere bijstand door middel van het invullen van een aanvraagformulier. Hiervoor kan de aanvrager contact opnemen met het Cluster Werk en Inkomen van de G2. (http://www.uithoorn.nl/Werk_en_inkomen/Minimaregelingen/Bijzondere_bijstand)

5.2. Overgangssituatie gemeente Uithoorn

5.2.1. Oneigenlijk gebruik van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

De bovenstaande procedure is al jaren praktijk. Er zijn echter in het verleden gehandicapten-parkeerplaatsen toegekend aan houders van een gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier. Er zijn op dit moment circa 30 gehandicaptenparkeerplaatsen in Uithoorn gereserveerd voor gehandicapten die niet zelf de auto besturen. In een aantal gevallen leidt dit tot oneigenlijk gebruik van de parkeerplaats. Bijvoorbeeld: uitwonende kinderen, wonend in een andere woonplaats, gebruiken de auto van een (alleenwonende) gehandicapte ouder. De kinderen gebruiken de gereserveerde parkeerplaats slechts enkele uren per week bij een bezoek aan de gehandicapte ouder. De rest van de week staat de auto in de andere woonplaats geparkeerd. De gereserveerde parkeerplaats wordt voor de rest van de week niet gebruikt … en is ook niet te gebruiken voor buurtbewoners.

Bij een toenemende parkeerdruk kunnen deze situaties het imago van de voorziening ‘gehandicaptenparkeerplaats’ ernstig schaden. Uiteraard is de parkeerplaats niet bedoeld voor (gezonde) bezoekers van de gehandicapte! In het kader van redelijkheid en billijkheid wordt beleid vastgesteld om oneigenlijk gebruik en imagoschade van de voorziening ‘gehandicaptenparkeerplaats’ tegen te gaan.

5.2.2. Inherente uitzonderingsbevoegdheid op (huidig) beleid (4:84 Awb)

In enkele gevallen is een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor een houder van een gehandicaptenparkeerkaart-P zeer terecht. Het belang van de gehandicapte (integratie) weegt in dat geval zwaarder dan het doel dat door dit beleid gediend wordt (leefbaarheid buurt). Het gaat bijvoorbeeld om een ernstig gehandicapt kind dat niet alleen gelaten kan worden om de auto even te parkeren. Het kind heeft een gehandicaptenkaart voor passagier en er is een parkeerplaats gereserveerd voor de auto van de ouder(s).

5.2.3. Overgangsregeling

Voor de huidige houders van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen (peildatum 2010) met een gehandicaptenparkeerkaart-P, geldt de volgende overgangsregeling:

Houders van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op basis van een gehandicaptenparkeerkaart-P mogen, nadat zij geïnformeerd zijn door het cluster Vergunningen van de afdeling Publiekszaken over het opheffen van hun gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, nog zes maanden gebruik maken van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Hierna wordt de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats definitief opgeheven

Handhaving en uitvoering

Direct na het vaststellen van dit beleid zal het cluster Vergunningen van afdeling Publiekszaken contact opnemen met houders van gehandicaptenparkeerkaart-P die over een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats beschikken. De gereserveerde parkeerplaats wordt, met in achtneming van de overgangsregeling, opgeheven.

Verkeersbesluit

Voor het opheffen van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats dient een verkeersbesluit te worden genomen. Dit wordt verzorgd door het cluster Advies en Ondersteuning van afdeling Leefomgeving. Cluster Wijkzaken van afdeling Leefomgeving kan het bord en de belijning verwijderen nadat het verkeersbesluit is gepubliceerd.

Effect

Met het vaststellen van het gehandicaptenparkeerplaatsenbeleid wordt bereikt dat:

  • -

    gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen alleen worden toegekend aan houders van de gehandicaptenparkeerkaart-B;

  • -

    als er al (bij uitzondering) een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan een houder van een gehandicaptenparkeerkaart-P wordt toegekend, dan is (bij hoge uitzondering) inherente afwijkingsbevoegdheid toegepast.

6. Vaststelling, evaluatie, inwerkingtreding en aanhaling

6.1. Vaststelling

6.1.1. Looptijd

Het gehandicaptenparkeerplaatsen beleid geldt vanaf de datum van publicatie.

Het conceptbeleid is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 maart 2011.

Het definitieve beleid is, na advies van de Wmo-raad en de inspraakprocedure, door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 september 2011.

6.2. Evaluatie criteria

Het is raadzaam om de klachten en bezwaren op het gebied van gehandicaptenparkeer-plaatsen te registreren (aantal en inhoud).

Een jaar na inwerkingtreding van het beleid zal de afdeling Leefomgeving, cluster Advies & Ondersteuning een evaluatie opstellen ten behoeve van het college van Burgemeester en Wethouders.

Evaluatiecriteria zullen zijn:

  • -

    aantal klachten/bezwaren;

  • -

    inhoud;

  • -

    effecten parkeerdruk;

  • -

    knelpunten.

6.2.1. Tussentijdse aanpassing(en)

Het beleid kan in de navolgende gevallen worden aangepast, voordat het evaluatiemoment daar is:

  • 1.

    bij wijziging van wet- en regelgeving,

  • 2.

    indien het beleid en de daaruit voortvloeiende richtlijnen of voorwaarden in de praktijk niet (meer) werken of niet (meer) toe te passen zijn.

6.3. Inwerkingtreding

Het beleid treedt in werking op 28 september 2011.

6.4. Aanhaling

Dit beleid kan aangehaald worden als “Gehandicaptenparkeerplaatsenbeleid gemeente Uithoorn”.

Bijlage 1 Regeling gehandicaptenparkeerkaart

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 13, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 49 en 55 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de artikelen 85 en 86 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

Besluit:

Paragraaf 1. Criteria voor de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten

Artikel 1

  • 1.

    Voor een gehandicaptenparkeerkaart kunnen in aanmerking komen:

    • a.

      bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

    • b.

      passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en die voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;

    • c.

      bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden zijn;

    • d.

      bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, andere dan bedoeld onder a en b, die ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen, andere dan loopbeperkingen hebben;

    • e.

      het bestuur van instellingen ten behoeve van het personeel belast met het vervoer van bewoners die voldoen aan de criteria onder b, c of d.

  • 2.

    Op de gehandicaptenparkeerkaart wordt met een hoofdletter B aangegeven of het een gehandicapte bestuurder betreft en een hoofdletter P of het een gehandicapte passagier betreft. Een combinatie van beide is mogelijk. Een gehandicaptenparkeerkaart, bestemd voor een instelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, wordt aangeduid met een hoofdletter I.

  • 3.

    De afgifte van de gehandicaptenparkeerkaart geschiedt niet elektronisch.

Paragraaf 2. Geneeskundig onderzoek

Artikel 2

  • 1.

    Een gehandicaptenparkeerkaart wordt niet afgegeven alvorens een geneeskundig onderzoek heeft plaatsgehad met betrekking tot de handicap van de aanvrager.

  • 2.

    Een geneeskundig onderzoek kan achterwege worden gelaten, indien:

    • a.

      aan de aanvrager eerder een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt en aan de verstrekkende instantie bekend is dat de aanvrager nog steeds voldoet aan de in artikel 1 omschreven criteria;

    • b.

      aan de aanvrager eerder een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt en de keurende instantie van oordeel is dat de aanvrager nog steeds voldoet aan de in artikel 1 omschreven criteria;

    • c.

      op grond van artikel 49, derde lid, van het BABW een gehandicaptenparkeerkaart wordt verstrekt in verband met een kortstondig verblijf.

  • 3.

    Een geneeskundig onderzoek wordt achterwege gelaten indien een gehandicapten-parkeerkaart is aangevraagd door het bestuur van een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e.

Artikel 3

  • 1.

    Ingeval de gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven door het gemeentelijk gezag, bedoeld in artikel 49 van het BABW, wordt het geneeskundig onderzoek verricht door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst dan wel - bij externe advisering - door een vanwege het gemeentelijk gezag aangewezen deskundige.

  • 2.

    Ingeval de gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven door de Minister van Verkeer en Waterstaat, wordt het onderzoek verricht door een door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen arts, die niet de behandelend arts van de aanvrager is.

Paragraaf 3. Wijze van aanbrengen van de gehandicaptenparkeerkaart

Artikel 4

De gehandicaptenparkeerkaart moet op zodanige wijze bij de voorruit worden aangebracht, dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is.

Paragraaf 4. Model van de gehandicaptenparkeerkaart

Artikel 5

  • 1.

    Als model van de gehandicaptenparkeerkaart wordt vastgesteld het in de bijlage bij deze regeling opgenomen model.

  • 2.

    Blanco gehandicaptenparkeerkaarten worden door de met de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten belaste autoriteiten rechtstreeks besteld bij CIB verkoop en advies BV, onderdeel van VNG Diensten BV

Paragraaf 5. Gelijkstelling van in het buitenland afgegeven gehandicaptenparkeerkaart

Artikel 6

Met een ingevolge artikel 49 BABW afgegeven gehandicaptenparkeerkaart wordt gelijkgesteld:

  • a.

    een gehandicaptenparkeerkaart overeenkomstig het communautair model, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

  • b.

    een gehandicaptenparkeerkaart, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, voor zover aan de voorzijde van de kaart het in de bijlage bij deze regeling opgenomen symbool of een nagenoeg daaraan gelijk symbool voorkomt.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 7

De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 oktober 1991, nr. RVR 103389, houdende vaststelling van regels betreffende de invalidenparkeerkaart (Stcrt. 202), wordt ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2001.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gehandicaptenparkeerkaart.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

  • -

    Indien de kaart wordt verstrekt aan een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, wordt: geen pasfoto op de kaart aangebracht. Voorts wordt in dat geval bij ‘Naam' de naam van de directeur van de instelling, en bij Voornaam' de naam van de instelling vermeld.’

  • -

    De kaart is pas geldig indien hij volledig is ingevuld en ondertekend door de houder of, indien het om een kind gaat, door een van de ouders of verzorgers.

Bijlage 2 Protocol gehandicaptenparkeerkaart bestuurder

In dit protocol is de procedure betreffende adviseren van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurder beschreven. Enkele voorwaarden zoals onder andere beschreven onder 1 tot en met 4 worden door de gemeente in kaart gebracht, en zijn hier vermeld vanwege de samenhang tussen aanvraag, advies, besluit en afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart.

  • 1.

    Belanghebbende woont in de gemeente waar de aanvraag voor de voorziening wordt ingediend.

  • Ter toelichting: de inschrijving volgens GBA (gemeentelijke basis administratie) is bepalend bij welke gemeente de aanvraag moet worden ingediend. Het woonverblijf (inwonend, GezinsVervangendTehuis, verzorgingstehuizen) is geen criterium.

  • 2.

    Belanghebbende beschikt over een geldig rijbewijs, eventueel met restreints [6].

  • Punt 2 geldt niet wanneer belanghebbende gebruik maakt van een brommobiel.

  • 3.

    De gemeente vraagt medisch advies.

  • 4.

    Het medisch onderzoek wordt verricht door een onafhankelijke adviserende arts.

  • 5.

    Belanghebbende voldoet aan de criteria zoals gesteld in artikel 1, lid 1 van de regeling Gehandicaptenkaart. De regeling voorziet ook in de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen een positief advies over een GPK te rechtvaardigen op basis van een (zwaarwegend) aantoonbare beperkingen, anders dan loopbeperkingen (artikel 1, lid 1, sub d).

  • 6.

    Indien er redenen zijn om informatie bij de behandelende arts(en) of instelling(en) in te winnen geschiedt dit met schriftelijke toestemming van belanghebbende middels een gerichte machtiging.

  • 7.

    De adviserende arts velt zelfstandig en onafhankelijk zijn oordeel. In geval waarin het protocol niet voorziet beslist de adviserende arts.

  • 8.

    Het advies aan de gemeente wordt opgesteld en ondertekend door de adviserende arts en omvat tevens de reactie van belanghebbende op het advies. Het advies dient te voldoen aan eisen zoals deze gesteld zijn in de Algemene wet bestuursrecht en in de jurisprudentie hierover.

  • 9.

    Voor het toekennen van een gehandicaptenparkeerkaart is mandaat gegeven aan het afdelingshoofd van de G2 (de gemeenschappelijke regeling met gemeente Aalsmeer) afdeling Dienstverlening, eerste ondermandaat aan de coördinator WMO-voorzieningen, welke beslist over de aanvraag op basis van het medisch advies.

  • 10.

    Belanghebbende kan in bezwaar gaan bij het dagelijkse bestuur van de G2 en in beroep bij de sector bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank tegen een afwijzende beschikking. Belanghebbende kan niet in bezwaar en beroep gaan tegen het medisch advies bij de adviserende instantie.

Bijlage 3 Protocol gehandicaptenparkeerkaart passagier

In dit protocol is de procedure betreffende adviseren van een gehandicaptenparkeerkaart voor passagier beschreven. Enkele voorwaarden zoals onder andere beschreven onder 1 worden door de gemeente in kaart gebracht, en zijn hier vermeld vanwege de samenhang tussen aanvraag, advies, besluit en afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart.

  • 1.

    Belanghebbende woont in de gemeente waar de aanvraag voor de voorziening wordt ingediend.

  • Ter toelichting: de inschrijving volgens GBA (gemeentelijke basis administratie) is bepalend bij welke gemeente de aanvroeg moet worden ingediend. Het woonverblijf (inwonend, GezinsVervangendTehuis, verzorgingstehuizen) is geen criterium.

  • 2.

    De gemeente vraagt medisch advies.

  • 3.

    Het medisch onderzoek wordt verricht door een onafhankelijke adviserende arts.

  • 4.

    Bij belanghebbend eis sprake van:

    • -

      een aandoening of gebrek heeft resulterende in

    • -

      een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard waardoor hij/zij

    • -

      met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat is zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en

    • -

      voor het vervoer van deur tot deur continue afhankelijk is van de hulp van de bestuurder, of

    • -

      ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden is.

  • De regeling voorziet ook in een hardheidsclausule op grond waarvan in uitzonderlijke gevallen een positief advies over een GPK gerechtvaardigd kan zijn op basis van een (zwaarwegend) aantoonbare beperkingen, anders dan loopbeperkingen.

  • 5.

    Indien er redenen zijn om informatie bij de behandelende arts(en) of instelling(en) in te winnen geschiedt dit met schriftelijke toestemming va belanghebbende middels een gerichte machtiging.

  • 6.

    De adviserende arts velt zelfstandig en onafhankelijk zijn oordeel. In geval waarin het protocol niet voorziet beslist de adviserende arts.

  • 7.

    Het advies aan de gemeente wordt opgesteld en ondertekend door de adviserende arts en omvat tevens de reactie van belanghebbende op het advies. Het advies dient te voldoen aan eisen zoals deze gesteld zijn in de algemene wet bestuursrecht en in de jurisprudentie hierover.

  • 8.

    De gemeente beslist over de aanvraag op basis van het medisch advies.

  • 9.

    Belanghebbende kan in bezwaar gaan bij de gemeente en in beroep bij de sector bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank tegen een afwijzende beschikking. Belanghebbende kan niet in bezwaar en beroep gaan tegen het medisch advies bij de adviserende instantie.

Bijlage 4 Aanvraagformulier gehandicaptenparkeerplaats

Bijlage 5 Advies aanleg gehandicaptenparkeerplaats

Bijlage 6 Brief Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

U heeft op (datum) een aanvraag ingediend om in verband met uw handicap parkeerruimte te reserveren voor uw auto bij uw woning. Dit verzoek hebben wij ingewilligd.

Aan deze voorziening zijn voor u geen kosten verbonden. Het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats bestaat uit het plaatsen van een verkeersbord met hieronder het onderbord en het markeren van een parkeervak. Op het onderbord staat het kenteken van uw auto (kenteken). Het aanbrengen van het onderbord is verplicht, omdat slechts op grond daarvan de politie kan optreden tegen oneigenlijk gebruik van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. De plaats leggen wij zo dicht mogelijk bij uw woning aan. Voor een dergelijke voorziening dient een verkeersbesluit genomen te worden. Dit verkeersbesluit wordt gepubliceerd in de Nieuwe Meerbode. Tegen dit besluit kunt u, maar ook derde belanghebbenden, bezwaar maken. Wij verzoeken u hiermee rekening te houden.

Tot slot wijzen wij u nog op het volgende:

  • a.

    op de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats mag uitsluitend uw motorvoertuig worden geparkeerd; het kenteken van dit motorvoertuig moet overeenstemmen met het vermelde kenteken op het onderbord dat door de gemeente wordt aangebracht;

  • b.

    indien u het motorvoertuig vervangt, dan dient u ons het nieuwe kenteken door te geven zodat wij het onderbord kunnen vernieuwen;

  • c.

    bij vervanging van het onderbord dient u zelf ter voorkoming van het krijgen van een proces-verbaal tijdens deze overgangsfase (kenteken van het motorvoertuig komt niet overeen met het vermelde kenteken op het onderbord) contact op te nemen met de regiopolitie te Uithoorn om uw nieuwe kenteken door te geven;

  • d.

    uw gehandicaptenparkeerkaart-B moet goed zichtbaar achter de voorruit van uw motorvoertuig liggen;

  • e.

    wanneer u verhuist binnen de gemeente, dan dient u ons hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen zodat de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats kan worden opgeheven. Voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op uw nieuwe adres dient u een nieuwe aanvraag in te dienen;

  • f.

    indien u niet langer voldoet aan de criteria voor het toekennen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats of indien er sprake is van verhuizing naar een andere gemeente, dan dient u (of iemand namens u) dit schriftelijk bij ons te melden zodat wij de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats kunnen opheffen.

Mocht u nog vragen hebben, neemt u dan contact op met mevrouw Millenaar van de afdeling Publiekszaken, telefoon (0297) 513111.

Bijlage 7 Overzicht algemene gehandicaptenparkeerplaatsen

Bord gehandicaptenparkeerplaats Model E6

Gehandicaptenparkeerkaart bij Bijlage 1

Bijlage 4 aanvraagformulier gehandicaptenparkeerplaats

Bijlage 5 Advies aanleg gehandicaptenparkeerplaats

Bijlage 7 overzicht aggp

Voetnoten

[1]

Artikel 7 WVG: “Het gemeentebestuur kan de gehandicapte, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van de aanspraak op een voorziening, oproepen in een persoon te verschijnen en zich door een of meer daartoe aangegeven deskundigen te doen onderzoeken.”

[2a]

gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 m en niet is uitgerust met een motor, dan wel waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km/h bedraagt indien het voertuig is uitgerust met een motor, en niet zijnde een motorrijtuig met beperkte snelheid of een landbouw- of bosbouwtrekker; voor het besturen van het gehandicaptenvoertuig hoeft de bestuurder niet over een gehandicaptenparkeerkaart te beschikken.

[2b]

Bijlage 2 en 3: Protocol gehandicaptenparkeerkaart bestuurder en passagier.

[3]

CROW uitgave nummer 182, CROW, Ede 2003, p. 23.

[4]

ASVV 2004, aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom, CROW, Ede 2004 p. 895 e.v..

[5]

Onder andere de gemeenten Wijchen, Delft en Boxmeer.

[6]

Restreint is een beperkende voorwaarde waaronder de betrokken bestuurder bevoegd is een motorvoertuig te besturen. Bijvoorbeeld: een aanpassing van de gas- en rempedalen is noodzakelijk door een aandoening van het bewegingsapparaat.