Integraal handhavingsbeleid 2010-2014 gemeente Uithoorn

Geldend van 22-04-2011 t/m heden

Intitulé

Integraal handhavingsbeleid 2010-2014 gemeente Uithoorn

1 Integraal handhaven en de visie daarop

1.1 Aanleiding

Op 1 juli 2010 wordt zeer waarschijnlijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. Samen met deze Wet treden ook het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor) in werking. Het formuleren van handhavingsbeleid is de voornaamste opgave vanuit de Wabo ten aanzien van de handhaving.

De gemeente Uithoorn heeft de Wabo met beide handen aangegrepen om een professionaliteitslag te maken met het toezicht en de handhaving. Ze ziet de noodzaak om de beleidsopbouw en -visie van de verschillende taakvelden op één lijn te brengen. Door het handhavingsbeleid daar waar mogelijk is programmatisch aan te pakken borgt de gemeente Uithoorn de aansluiting met de Wabo wanneer deze van kracht wordt.

Het toezicht en de handhaving is ondergebracht bij het cluster Veiligheid en Handhaving binnen de afdeling Publiekzaken. Om het toezicht zo efficiënt mogelijk plaats te laten vinden, heeft de coördinator van het genoemde cluster de functie van spin in het web.

Om de aansluiting, aansturing en coördinatie professioneel uit te voeren is de hier voor liggende Integrale beleidsnota handhaving en een uitvoeringsprogramma 2010 (hoofdstuk 7)opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van externe ondersteuning (Ingenieursbureau Oranjewoud).

1.2 Programmatisch handhaven: de Big 8

Het voorhanden hebben van een compleet en afgestemd handhavingsbeleidplan is noodzakelijk voor iedere handhavingsorganisatie die in het kader van de Wabo bevoegd gezag is. Met name het Bor is bepalend voor het vormen van het handhavingproces. De specifieke artikelen in het besluit beschrijven nauwgezet de vereiste minimumcriteria waaraan een handhavingorganisatie moet voldoen. De gestelde criteria hebben zeer veel gelijkenis met de kwaliteitscriteria Milieuhandhaving zoals deze voor het traject, de Professionalisering van de handhaving zijn toegepast.

Het opzetten van handhavingsbeleid gebeurt aan de hand van een aantal stappen. Door al deze stappen systematisch te doorlopen, bouwt de organisatie haar eigen handhavingsbeleid op. Het doorlopen van deze stappen vormt de structuur van het op te zetten handhavingbeleidsplan.

Er is voor gekozen om het beleid te vormen met behulp van de structuur van de 'dubbele regelkring' (big 8). In het onderstaand figuur, is een koppeling gemaakt naar de wetsartikelen uit het Bor en de elementen uit de 'dubbele regelkring' (cyclus). Tevens is de terminologie uit het traject 'Professionalisering van de handhaving' opgenomen.

Figuur 1.1: Dubbele regelkring met artikelen uit het Bor

Het programma voor de uitvoering van de handhaving vormt het hart van de cyclus. Het programma komt voort uit de probleemanalyse, prioriteiten en doelen en de daarbij gehanteerde strategie. Wat volgt uit het programma is de monitoring en de verslaglegging (evaluatie). De verbetermaatregelen die voortkomen uit de evaluatie worden gebruikt als aanscherping en verbetering van de probleemanalyse en prioriteiten. Dit maakt de beleidscyclus van de handhaving rond.

Met dit programma heeft Uithoorn een belangrijk deel van de beleidcyclus praktisch ingevuld. Het programma komt voort uit de prioriteiten, doelen en de strategie. De prioriteiten zijn uitgewerkt in hoofdstuk 2. De doelen voor de handhaving in Uithoorn zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3. De strategie ten aanzien van de handhaving is uitgewerkt in hoofdstuk 4.

De uitwerking van de werkwijze, monitoring en evaluatie moet nog plaatsvinden. Het programma biedt hier de uitgangspunten en aanknopingspunten voor. De uitwerking van deze randvoorwaarden voor het handhavingsbeleid dienen bij het van kracht worden van het uitvoeringsprogramma ingevuld te worden. Een en ander moet resulteren in een format voor de praktische invulling van de handhavingsbeleidcyclus in Uithoorn voor het jaar 2011. In hoofdstuk 8 zijn de aandachtpunten voor het completeren van de beleidcyclus aangegeven.

1.3 Proces

Voor de totstandkoming van het Integrale uitvoeringsprogramma is een aantal bijeenkomsten geweest met alle betrokken medewerkers. Samen met de diverse toezichthouders vanuit de verschillende taakvelden (Milieu, Bouwen, Ruimtelijke Ordening, Veilig gebruik bouwwerken en APV/Bijzondere wetten) waarbij handhaving een belangrijke rol speelt, is nagedacht over de handhavingsrisico's. Hierbij is gewerkt vanuit de gedachte: als de risico's helder zijn, zijn automatisch ook de prioriteiten in beeld. Deze prioriteiten geven inzicht in de noodzaak tot handhaving binnen de diverse taakvelden in Uithoorn. Op grond van de resultaten van de verschillende bijeenkomsten heeft Oranjewoud een voorstel voor het integraal handhaving uitvoeringsprogramma 2010 gemaakt.

1.4 Leeswijzer

Deze nota bestaat uit negen hoofdstukken. Hoofdstuk één beschrijft kort de aanleiding en geeft de context weer waarbinnen dit programma tot stand gekomen is. De hoofdstukken twee tot en met vijf zijn de onderbouwing voor het programma dat in hoofdstuk zes gepresenteerd wordt. In hoofdstuk zeven is het uitvoeringsprogramma 2010 opgenomen. Het achtste hoofdstuk, laat zien welke acties moeten volgen nadat het programma is vastgesteld. In het laatste hoofdstuk wordt vooruitgekeken naar toekomstige wettelijke ontwikkelingen.

2 Prioriteiten van de handhaving

2.1 Uithoorn

De gemeente Uithoorn bestaat uit de woonkernen Uithoorn en De Kwakel en heeft ongeveer 28.000 inwoners. Uithoorn ontstond in de middeleeuwen als rivierdorp. De naam Uithoorn komt van 'Ute Hoirne' en betekent: uithoek.

Uithoorn kent een 60 ha groot natuurgebied. Waaronder de Biezenwaard welke een belangrijk gebied voor recreatie is. Uithoorn maakt deel uit van twee nationale landschappen: De Stelling van Amsterdam en het Groene Hart. Uithoorn ligt midden in een sterke regio waar overheid - provincie en gemeenten - samen met bedrijven werken aan een gezonde economie en werkgelegenheid. Uithoorn kent een tweepolige détailhandelsstructuur, het Dorpscentrum en het winkelcentrum Zijdelwaard. Daarnaast zijn er het winkelcentrum De Legmeer en het centrum van De Kwakel. Uithoorn is een prettige plaats om te wonen. Er bestaat een bloeiend verenigingsleven zowel op sportief, cultureel als recreatief gebied.

In een actieve gemeente gebeurt veel. De gemeente probeert al de activiteiten samen met ketenpartners in goede banen te leiden en indien mogelijk actief te ondersteunen. Er is veel mogelijk, maar uiteraard niet alles. In veel gevallen wordt er van gemeentewege toestemming of vergunning verleend. Er zijn echter ook initiatieven die niet passen in de regelgeving en dus niet of alleen in aangepaste vorm kunnen plaatsvinden. Een goed georganiseerd toezicht en handhaving kunnen ook in Uithoorn niet ontbreken.

2.2 Methodiek

De prioriteiten voor het toezicht zijn weergegeven in dit hoofdstuk. De prioriteiten zijn vastgesteld met behulp van de Risicomodule. De Risicomodule is een instrument om risico's in kaart te brengen en risico's van elkaar te onderscheiden. In het onderstaande figuur is de Risicomodule weergegeven.

Figuur 2.1 Risicomodule

Centraal in de systematiek van de Risicomodule staat de formule

RISICO = KANS maal EFFECT.

Deze formule is een internationaal geaccepteerde en veel gebruikte methode om een adequate inschatting te kunnen maken van de benodigde prioriteit van (onder andere) handhavingstaken.

De elementen [KANS] en [EFFECT] zijn door Oranjewoud ingevuld door middel van allerlei thema's en variabelen. De thema's zijn standaard in de methodiek, de variabelen zijn per werkveld verschillend. Aan de variabelen zijn scores toegekend die uitdrukking geven aan het risico van een bepaalde taak of object. Op basis van een complex stelsel van geautomatiseerde berekeningen komt de totaalscore tot stand. Deze totaalscore bepaalt in feite de prioriteit. Per taakveld is de methodiek voor prioriteitstelling gevuld met de specifieke gegevens (handhavingobjecten) van Uithoorn. Dit is uitgevoerd voor de taakvelden Bouwen, Ruimtelijke Ordening, Milieu, Veilig gebruik bouwwerken en APV. Ieder taakveld heeft eigen prioriteiten.

De risico's (concept prioriteiten) die op basis van de werking van het Risicomodel zijn bepaald, zijn voorgelegd aan de toezichthouders/juridisch medewerkers van de gemeente naar taakveld. Hierbij zijn de onderlinge wegingen aangepast op de praktijksituatie in Uithoorn. Een uitwerking van de variabelen per taakveld en de bijbehorende weegfactoren is terug te vinden in bijlage 1. Naar aanleiding van een sessie met de gemeenteraad is ook een afweging tussen de thema's aan effecten gemaakt. Hierdoor ontstaat een integrale afweging tussen de taakvelden.

2.3 Prioriteit naar taakveld

Door gebruik te maken van de Risicomodule zijn voor de vier taakvelden de spreiding van de risico's vastgesteld. Bij elk taakveld is hierdoor een rangschikking ontstaan van zeer groot naar zeer klein risico. De resultaten zoals deze nu gepresenteerd zijn, moeten geïnterpreteerd worden als ordinaal. De getallen op deze schaal hebben slechts tot doel te discrimineren. Zowel referentiepunt als eenheid ligt niet vast. De eenheid kan zelfs willekeurig gekozen worden, zolang de volgorde maar ongewijzigd blijft. Op een ordinale schaal is sprake van een volgorde; van de verschillen tussen de getallen is niets bekend en de mate van verschil is niet van belang.

In de onderstaande tabellen zijn de uitkomsten van de Risicomodule weergegeven. Door de risico's te clusteren is een verdeling in prioriteit ontstaan. Op deze verdeling in prioriteit is de volgende klasse indeling van toepassing:

Klasse

Opmaak

V

Zeer groot risico

IV

Groot risico

III

Gemiddeld risico

II

Klein risico

I

Zeer klein risico

Tabel 2.1 Risico

2.3.1 Veilig gebruik bouwwerken module

In de onderstaande tabel zijn de risico's en daarmee de prioriteiten weergegeven voor de Veilig gebruik bouwwerkenmodule. In de laatste kolom is weergegeven hoeveel objecten in Uithoorn aanwezig zijn.

tabel 2.2: Prioriteiten Veilig gebruik bouwwerken

2.3.2 Milieu module

In de tabel 2.3 zijn de risico's en daarmee de prioriteiten weergegeven voor de milieumodule. In de laatste kolom is weergegeven hoeveel inrichtingen per categorie in Uithoorn aanwezig zijn.

tabel 2.3: Prioriteiten milieu

2.3.3 Bouwen module

In de onderstaande tabel zijn de risico's en daarmee de prioriteiten weergegeven voor de bouwen module. In de laatste kolom is weergegeven hoeveel aanvragen en constateringen Uithoorn verwacht in 2010.

tabel 2.4: Prioriteiten bouwen

2.3.4 Ruimtelijke Ordening module

In de onderstaande tabel zijn de risico's en daarmee de prioriteiten weergegeven voor de Ruimtelijke Ordening module. In de laatste kolom is weergegeven hoeveel aanvragen en constateringen Uithoorn verwacht in 2010.

tabel 2.5: Prioriteiten Ruimtelijke Ordening

2.3.5 APV module

In het kader van deregulering en administratieve lastenverlichting heeft de raad van de gemeente Uithoorn de Algemene plaatselijke verordening Uithoorn 2009 (APV) vastgesteld. Deze nieuwe APV heeft ertoe geleid dat:

een aantal bepalingen is geschrapt;

een aantal bepalingen is vereenvoudigd;

een aantal vergunningen is vervangen door een meldingsplicht;

een aantal vergunningen is toegevoegd;

een aantal strafbaarheidstellingen is verwijderd;

vergunningen in principe voor onbepaalde tijd worden verleend.

Een direct gevolg van deze APV is dat toezicht en handhaving in een aantal gevallen op een andere manier plaats moet vinden of zelfs niet meer plaats kan vinden.

Waar bijvoorbeeld strafbaarstellingen zijn geschrapt, is er geen grondslag meer om handhavend te kunnen optreden. Verder betekent het wijzigen van een vergunningsplicht in een algemene regel niet dat de situaties zich niet meer zullen voordoen. De werkzaamheden verplaatsen zich in dat geval van vergunningverlening naar toezicht en mogelijk handhaving. Tot slot wordt verwacht dat het verlenen van vergunningen voor onbepaalde tijd een toename van de werkzaamheden voor toezicht en handhaving met zich meebrengt.

In onderstaande tabel zijn de risico’s en daarmee de prioriteiten weergegeven voor de module APV en bijzondere wetten. In de laatste kolom is weergegeven hoeveel situaties Uithoorn verwacht in 2010.

Onder een bepaling uit de APV vallen vaak diverse activiteiten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het organiseren van een braderie en het organiseren van Tropical Night en Goud van Oud. Zowel een braderie als Tropical Night en Goud van Oud vallen onder de noemer ‘evenement’. Omdat deze verschillende activiteiten een andere handhavingsprioriteit kennen, is besloten deze apart te benoemen.

tabel 2.6: Prioriteiten APV

3 Doelen

3.1 Doelstellingen handhavingsbeleid Uithoorn

Handhaving is een niet op zich zelf staand doel, maar vormt een belangrijk onderdeel van de publieke taak en is onlosmakelijk verbonden met het vergunning- en meldingstelsel binnen de Nederlandse Wet- en regelgeving. Uitgangspunt in de Grondwet (artikel 21) is: De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. In diverse formele wetten maar ook in lokale beleidsregels is dit nader uitgewerkt.

De gemeente Uithoorn heeft dit grondbeginsel vertaald naar een integrale doelstelling voor de afdeling Publiekszaken:

Op praktische en verantwoorde manier zorgen voor of bijdragen aan een veilige, leefbare, milieubewuste samenleving, met name door het geven van voorlichting, het stellen van voorschriften en het toezicht op naleving.

Deze doelstelling is voor elk taakveld doorvertaald naar subdoelstellingen. De subdoelstellingen van elk taakveld zijn de indicatoren voor de hoofddoelstelling. De doelstellingen per taakveld worden op verschillende niveaus onderscheiden:

§ Inputdoelen;

§ Prestatiedoelen;

§ Naleefdoelen.

Bij elke doelstelling hoort een set van indicatoren, waarmee inzichtelijk kan worden gemaakt in hoeverre een doel gerealiseerd is. De niveau-indeling die is gekozen, is conform de kwaliteitscriteria van het Besluit omgevingsrecht.

3.1.1 Inputdoelen

Het aantal toezichtsuren per handhavingstaak is gekoppeld aan de prioriteit van de desbetreffende taak. Het aantal uren dat de gemeente Uithoorn ingepland heeft per handhavingstaak is weergegeven in het Handhavingsuitvoeringsprogramma (hoofdstuk 6). Het programma is daarbij vraag en aanbod georiënteerd. Hierbij geldt de volgende urenverdeling:

Uitgangspunten ten aanzien van de inputdoelen van het programma zijn:

Verzoeken om handhaving worden altijd behandeld.

De formatie waarmee wordt gerekend is de vastgestelde formatie(zie paragraaf 5.1).

3.1.2 Outputdoelen

De gemeente Uithoorn stelt zichzelf de volgende outputdoelen:

Integraal:

Handhaven gebeurt conform de handhavingstrategie.

Milieu en Veilig gebruik bouwwerken

De controlefrequentie tot en met 2015 wordt afgeleid van de combinatie effect x naleefgedrag.

Milieu

Prioriteitsklasse

Frequentie

IV Hoog risico

100% (1 x per jaar)

III Gemiddeld risico

50% (1 x per 2 jaar)

II Laag risico

20% (1 x per 5 jaar)

I Zeer laag risico

10%(1 x per 10 jaar)

Veilig gebruik bouwwerken

Prioriteitsklasse

Frequentie

V Zeer hoog risico

100% (1 x per jaar)

III Gemiddeld risico

50% (1 x per 2 jaar)

I Zeer laag risico

20% (1 x per 5 jaar)

Bouwen/RO

Ingediende aanvragen en verleende vergunningen worden minimaal één keer gecontroleerd.

geweigerde aanvragen worden minimaal één keer gecontroleerd.

Idem voor sloopvergunningen.

3.1.3 Naleefdoelen

Er is weinig bekend over het naleefgedrag per doelgroep of per handhavingscategorie. Met naleving wordt in dit geval bedoeld het gewenste gedrag dat mensen spontaan de regels naleven. In een ideale situatie zou de gemeente natuurlijk streven naar een naleefgedrag van honderd procent.

In het Handhavings Uitvoerings Programma (HUP) 2010 is via de methode 'Tafel van elf[1]” geschat hoe groot de kans op naleving van de regels is: Hoe hoger het getal, hoe groter de kans dat regels niet worden nageleefd. Pas vanaf 2011 kan per handhavingsobject worden bijgehouden hoe het naleefgedrag in werkelijkheid is.

De gebruikte risicomodule biedt de mogelijkheid deze ervaringscijfers mee te laten wegen. Zo zal op den duur zichtbaar worden waar de naleving verbeterd. Dit zal pas na 2010 doorwerken in de programmering van de handhaving. Dit gebeurt door bijvoorbeeld het aantal aanschrijvingen bij te houden, het aantal en de hoogtes van dwangsommen en zo voorts.

Op basis van ervaringen van de toezichthouders en de juridisch medewerkers is de situatie in 2009 verwerkt in de Risicomodule. De combinatie van groot risico en slecht naleefgedrag geeft een hoge prioriteit in het handhavingsprogramma.

In elk geval kan het doel als volgt geformuleerd worden:

Integraal:

In de categorie met het laagste naleefgedrag wordt het naleefgedrag in 2015 door communicatie met 20% verbeterd. Het gaat dan om:

Milieu: Glastuinbouw (naleefpercentage 40% in 2008)

Bouwen/RO: Kamerbewoning en verhuur

(naleefpercentage 10 tot 70% in 2008)

Veilig gebruik bouwwerken: Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen

(hoogste risicoscore)

Milieu

Het naleefpercentage bij het toezicht op inrichtingen vasthouden op 80% voor 2015.

Het volgen van de resultaten uit de risicomodule leidt tot een directe koppeling tussen prioriteit en programmering van toezicht. Hierdoor blijft de handhaving adequaat, immers men 'vist waar de vis zit'.

3.1.4 Landelijk beleid en (handhaving)prioriteiten

LOM

Het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) stelt jaarlijks namens het ministerie van VROM, (handhaving)prioriteiten vast. Het LOM stimuleert het opstellen van interventiestrategieën en ketenhandhaving. Handhaving vergt in deze gevallen een goede afstemming tussen handhavingspartners.

Voor het jaar 2010 is het landelijk handhavingsprogramma van 2009 gecontinueerd, de relevante prioriteiten:

Asbest/bouw en sloopafval

Deze prioriteit is meegenomen binnen het programma voor Bouwen/RO. De onderdelen waar deze prioriteit in terug komt zijn alle activiteiten met betrekking tot sloop. Hierbij wordt toezicht gehouden op het op de juiste wijze van behandelen en verwijderen van asbest.

Grondstromen en sanering

Deze prioriteit is meegenomen binnen het programma voor Bouwen/RO. De onderdelen waar deze prioriteit in terug komt, zijn alle activiteiten met betrekking tot bouw- en sloopvergunningen. Hierbij wordt toezicht gehouden op het op de juiste wijze van saneren.

Verkoop consumentenvuurwerk

Deze prioriteit is meegenomen in het programma.

Het project is uitgewerkt in paragraaf 6.3.1

Woningwet (vanaf 1 april 2007)

Op 1 april 2007 is een wijziging van de Woningwet in werking getreden (Stb. 2007, 27) getreden. De wijziging heeft vooral tot doel de naleving, handhaving en handhaafbaarheid van de bouwregelgeving te verbeteren. Naast verbeterde handhavingsmogelijkheden voor gemeenten, krijgen burgers en ondernemers in de nieuwe Woningwet meer zelf de verantwoordelijkheid voor het naleven van de regels. Dit gebeurt simpelweg door te bepalen dat bestaande bouwwerken moeten voldoen aan het Bouwbesluit 2003 en de bouwverordening. Het toezicht op de naleving en de handhaving van de bouwregelgeving richt zich op de drie levensfasen van een bouwwerk: de bouw-, gebruiks- en sloopfase. Natuurlijk kan niet altijd overal en alles tot in detail worden gecontroleerd. Daarvoor ontbreekt de capaciteit en deels ook de specifieke kennis. Er moeten dus prioriteiten worden gesteld en keuzen worden gemaakt. Welke bouw- en sloopplaatsen worden in elk geval gecontroleerd en op welke momenten in de bouw- of sloopfase? Welke bouwwerken worden tijdens het gebruik gecontroleerd, hoe vaak en hoe intensief?

Met behulp van de risicomodule zijn de handhavingrisico's in kaart gebracht. Daarmee zijn de prioriteiten helder en leidend in de programmering van toezicht!

Besluit brandveilig gebruik bouwwerken ofwel het Gebruiksbesluit

Het Gebruiksbesluit is in oktober 2008 in werking getreden. De bedoeling is de procedure voor de gebruiksvergunning en gebruiksmelding te zijner tijd in te bedden in de procedure voor de omgevingsvergunning. In 80 procent van de gevallen komen algemene regels voor bouwwerken in combinatie met een meldingsplicht in de plaats van de huidige gebruiksvergunning. Een gebruiksvergunning is alleen nog nodig voor de meest kwetsbare vormen van gebruik, bijvoorbeeld kinderdagverblijven voor meer dan tien kinderen, basisscholen en hotels en tehuizen met meer dan 10 bedden. Nieuw zijn uniforme regels bij kamerverhuur en voor de opslag van niet-milieugevaarlijke brandbare stoffen, zoals hout.

De strekking van de werkzaamheden in het kader van brandveiligheid veranderen ten aanzien van handhaving niet. Het is niet van belang of handhaving plaatsvindt op basis van een vergunning of melding. De programmering is gebaseerd op risico's en prioriteiten. Deze worden voldoende afgedekt middels toezicht en handhaving.

4 Strategie

De strategie moet aansluiten op de gestelde strategische doelen en prioriteiten. Bovendien vraagt de komst van de Wabo vanwege het gelijkheidsbeginsel om eenduidigheid tussen de verschillende taakvelden. In de strategie is aangegeven op welke wijze de naleving bevorderd wordt en meer specifiek: welke instrumenten naast toezicht, handhaving en sanctioneren ingezet worden om dit doel te bereiken. De volgende strategieën zijn uitgewerkt:

1. een toezichtstrategie;

2. een sanctiestrategie.

4.1 Integrale toezichtstrategie

Het toezicht vindt plaats op basis van de gestelde prioriteiten en doelen. De volgorde in prioriteit is leidend voor de frequentie van het toezicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in aanbod gestuurd toezicht en periodiek toezicht.

4.1.1 Vormen van toezicht

Aanbod gestuurd

Bouwen

Het toezicht op het bouwproces is grotendeels aanbod gestuurd. Dat wil zeggen dat de inzet van de capaciteit voor handhaving grotendeels afhankelijk is van de verleende bouwvergunningen en/of meldingen. Hierop kan enigszins worden geanticipeerd door de 'lopende' procedures (aanvraag (ver)bouwvergunning periodiek te analyseren. Hieruit ontstaat inzicht in de 'werkvoorraad' voor het bouw- en woningtoezicht. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

• Ingediende bouwaanvragen en verleende vergunningen worden minimaal één keer gecontroleerd.[2]

• Sloopvergunningen worden minimaal één keer gecontroleerd.

• Geweigerde of ingetrokken bouwaanvragen worden minimaal een keer gecontroleerd.

Indien er meerdere bouwtrajecten tegelijkertijd plaatsvinden, biedt de prioriteitstelling uitkomst. Eerst worden alle bouwtrajecten met de hoogste prioriteitsklasse (zeer groot risico) in behandeling genomen, vervolgens de bouwprojecten met een lagere prioriteitsklasse (zeer klein risico).

Ruimtelijke ordening

Naast het aanbod gestuurde toezicht vindt 'Vrije veldtoezicht' plaats op activiteiten die mogelijk strijdig zijn met het bestemmingsplan. Dit is grotendeels de toezicht en handhaving met betrekking tot de Ruimtelijke ordening (aanlegvergunningen, gebruik- en bouwzaken). De onderstaande tabel geeft de taakverdeling (ook in uren) weer voor het 'Vrije veldtoezicht'. Onder dit soort toezicht vallen ook klachten van derden.

APV en bijzondere wetten

Het toezicht op de APV en Bijzondere Wetten is grotendeels aanbod gestuurd. Dat wil zeggen dat de inzet van de capaciteit voor handhaving grotendeels afhankelijk is van de verleende vergunningen en/of meldingen. Hierop kan enigszins worden geanticipeerd door de 'lopende' procedures (aanvraag om een vergunning) periodiek te analyseren. Hieruit ontstaat inzicht in de 'werkvoorraad' voor het toezicht.

Indien er meerdere activiteiten tegelijkertijd plaatsvinden, biedt de prioriteitstelling uitkomst, eerst worden alle activiteiten uit de hoogste prioriteitsklasse in behandeling genomen, vervolgens de activiteiten met een lagere prioriteitsklasse.

Periodiek toezicht

De meest bekende voorbeelden hiervan zijn de milieuvergunning en de gebruiksvergunning (veilig gebruik van gebouwen). Maar ook de drank- en horeca-inrichtingseisen, vuurwerkcontroles, controle nachtelijk verblijf gedurende de wintermaanden op het tuinpark Het Korte Eind, vallen onder het periodiek toezicht. Deze vorm van toezicht kan vooraf planmatig (= programmatisch) worden ingericht. Het is van te voren bekend welke bedrijven in een betreffend jaar gecontroleerd moeten worden. Binnen het integraal toezicht wordt er naar gestreefd om de diverse soorten toezicht met elkaar te combineren. Dit heeft als voordeel dat er voor de vergunninghouder een lastenverlichting plaatsvindt: in plaats van meerdere opeenvolgende deelcontroles wordt dit voor zover mogelijk teruggebracht naar één samenvallend integraal controlemoment.

4.1.2 Tafel van Elf analyse

Het naleefgedrag wordt verbeterd wanneer toezichtinstrumenten effectief worden ingezet. Een methode om de effectiviteit van de toezichtinstrumenten te bepalen is de 'Tafel van Elf'. De Tafel van Elf is een analysemodel bestaande uit een opsomming van 11 factoren die bepalend zijn voor de naleving van regelgeving.

De Tafel van Elf (T11) is een samenhangende opsomming van dimensies die bepalend zijn voor de naleving van regelgeving. De T11 is ontstaan vanuit de praktische behoefte om inzicht te krijgen in de factoren die de gehoorzaamheid van mensen aan regelgeving bepalen en de invloed die rechtshandhaving daarop heeft. De basis wordt gevormd door een combinatie van in de literatuur voorkomende sociaal-psychologische, sociologische en criminologische theorieën, aangevuld met algemene inzichten en praktijkervaringen op het terrein van de rechtshandhaving. De dimensies van de T11 moeten worden beschouwd als gedragswetenschappelijke variabelen die nalevingsgedrag beïnvloeden. Door ze systematisch na te lopen, vormen ze een hulpmiddel voor om te komen tot naleefbare wetgeving.

Figuur 4.1 is een uitkomst van een Tafel van Elf sessie. De resultaten per taakveld zijn weergegeven in bijlage 2. Door de resultaten te analyseren wordt duidelijk welk type instrument het meest effectief zal zijn om de naleving te bevorderen.

Figuur 4.1 Tafel van 11 analyse

De figuur bestaat uit drie onderdelen. Het eerste onderdeel is de spontane naleving met daarin de tafels 1 tot en met 6. Het tweede onderdeel is de controle, bestaande uit de tafels 7 tot en met 9. Het laatste onderdeel is de sanctie, deze bestaat uit de tafels 10 en 11.

De spontane naleving scoort bij de meeste taakvelden vrij constant laag. Met positieve uitschieters omhoog bij APV en de mate van acceptatie (tafel 3), bij Bouwen en RO scoort de spontane naleving over het algemeen lager dan gemiddeld, met als laagste punt de kosten/baten afweging (tafel 2). Dit betekent dat de burgers van Uithoorn een kosten/baten analyse maken met betrekking tot het wel of niet naleven van de regels. En dat de conclusie uit die analyse meestal is dat het niet naleven van de regels het voordeligst is. De informele meldingskans (tafel 6) scoort bij alle taakvelden behalve milieu laag, dit betekent dat mocht de overtreding geconstateerd worden door een burger, deze meestal niet gemeld wordt aan de overheidsinstanties.

Zowel de controleverwachting als de sanctieverwachting lopen sterk uiteen. Dat de controle verwachting anders is per taakveld is niet vreemd, er wordt ook anders gecontroleerd. Dat de sanctieverwachting anders is, is opvallend. Blijkbaar wordt op APV (volgens de verwachting) strengere sancties opgelegd dan op andere thema's.

Bij APV is de grootste winst te behalen bij de detectie- (8) en de sanctiekans (10). brandveiligheid (Veilig gebruik gebouwen) scoort op alle tafels erg gelijkmatig, met een positieve uitschieter in de controlekans (7). Bij milieu is alles erg gelijkmatig.

Op basis van deze analyse zijn de volgende effectieve toezichtinstrumenten geselecteerd:

- Voorlichting over specifieke wet- en regelgeving in combinatie met de controlekans werkt als extra stimulans om de (spontane) naleving te bevorderen.

- Uniform sanctioneren waarbij de hoogte van de sanctie mede bepaald wordt door de kosten/baten van het niet naleven van voorschriften.

4.2 Integrale sanctiestrategie

Bij de vaststelling van de sanctiestrategie is onder andere gebruik gemaakt van de Nalevings- en Handhavingpiramides van Ayres & Braithwaite/ Van Stokkum. Kern van deze methodiek is, dat het gedrag gekoppeld wordt aan een aanpak.

Figuur 4.2 Handhavingpiramide

In het jaar 2006 is door Uithoorn een Handhavingstrategie voor integrale handhaving opgezet. Deze strategie is gebaseerd op de handhavingstrategie voor gecombineerde handhaving in de provincie Noord-Holland, derde geheel herziene druk, 23 november 2005. Voor meer toelichting wordt naar dit stuk verwezen. De strategie is in 2008 geëvalueerd in regionaal verband en zal in 2010 verder geoptimaliseerd worden. De huidige werking blijft tot dat moment van kracht. Tevens is er een handhavingsstrategie “op weg naar een betere handhaving van de bouwregelgeving in Uithoorn”. Deze twee sectorale producten worden als het ware in “elkaar geschoven”. Al in 2007, bij het ontstaan van de toenmalige afdeling Vergunningen en Handhaving, is gekozen voor een integrale organisatie van het werk: binnen een afdeling zijn vrijwel alle gemeentelijke vergunningen en het toezicht en de handhaving ervan geconcentreerd. De nieuwe gezichtspunten van het integraal toezicht/handhaven zijn meegenomen in de voorliggende integrale beleidsnota handhaving.

Bij het constateren van een overtreding, treedt de sanctiestrategie in werking. De sanctiestrategie in Uithoorn is integraal. Dit betekent dat bij overtredingen, onafhankelijk van het desbetreffende taakveld, op dezelfde wijze wordt opgetreden. Er is overleg tussen alle betrokken vakdisciplines (intern en extern) en er wordt een samenhangend eenduidig handhavingstraject gestart. In de onderstaande figuur is de integrale sanctiestrategie van Uithoorn schematisch weergegeven.

Figuur 4.3 Stappenplan strategie

5 Capaciteit handhaving 2010

5.1 Beschikbare capaciteit

5.1.1 Afdeling Publiekszaken

Uithoorn heeft handhavingcapaciteit in zowel technische- als juridische zin, beschikbaar. Onderstaand een overzicht van de capaciteit naar taakveld in uren.

Taakveld

Capaciteit technisch

Capaciteit juridisch

Milieu

1.974 uur[3]

500 uur

Bouwen

2.950 uur

425 uur

Ruimtelijke Ordening

550 uur

150 uur

Veilig gebruik bouwwerken

336 uur

19 uur

APV & Bijzondere wetten

1.804 uur

300 uur

Tabel 5.1: Capaciteit per taakveld

Naast deze uren heeft de afdeling jaarlijks de mogelijkheid om in beperkte mate extra technische capaciteit in te huren.

Een onderdeel van de technische capaciteit bestaat uit medewerkers uit de toezichthouderspoule.

5.1.2 Toezichtpoule

Toezichtpoule

Voor het buitentoezicht is in 2008 een belangrijke wijziging in gang gezet. Er is een toezichthouderspoule opgericht bestaande uit vier mensen. Twee van hen worden 'uitgeleend' aan de afdeling Leefomgeving. Zij zijn daar voornamelijk bezig met het toezicht in de openbare buitenruimte. Daar maken zij ook gebruik van hun bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOA) en lopen zij in uniform. Tegen geconstateerde overtredingen (bijvoorbeeld vuildumping, loslopende honden, autowrakken) kunnen zij verbaliserend optreden.

De andere twee collega’s van de poule werken in het cluster Veiligheid en Handhaving en zijn daar vooral belast met het toezicht op eenvoudige milieuvergunningen, bouwvergunningen, gebruiksvergunningen, aanlegvergunningen en controles strijdig gebruik. Zij lopen niet in uniform. De zwaardere vergunningen worden gecontroleerd door twee hoger gekwalificeerde collega’s. De coördinator Veiligheid en Handhaving en in voorkomende gevallen de juridische kennisbank van het cluster Vergunningen zorgen voor de juridische onderbouwingen en het verdere vervolg van de handhavingstrajecten.

Periodiek (in beginsel ieder half jaar) wordt 'gewisseld'. Een van de buitencollega’s komt naar binnen en een van de binnencollega’s gaat naar buiten. Daarmee wordt bereikt dat er geen vaste koppels ontstaan en wordt bij de vier collega’s een brede kennis en interesse opgebouwd. De “ogen en orenfunctie” wordt zodoende optimaal uitgenut.

De nieuwe werkwijze van eenvoudige controles door de toezichthouderspoule en de zwaardere controles door de hoger gekwalificeerde mensen, bevalt in de praktijk goed. Toezicht en handhaving leeft binnen de afdeling. Er ontstaat een brede kijk op het totale werkveld en er is veel overleg tussen diverse gemeentelijke onderdelen. Het is een goede opmaat naar een integrale controle van veel activiteiten in Uithoorn.

De toezichthoudende werkzaamheden worden in toenemende mate ingepland op basis van het integrale handhavingsprogramma. Tijdens de voorbereiding en de feitelijk uitvoerende werkzaamheden worden externe partners zoals de politie, brandweer en het OM voor zover nodig vroegtijdig betrokken. Maar ook minder voor de hand liggende partners zullen (eenmalig) worden geconsulteerd (brancheverenigingen, douane, FIOD/belastingdienst, Kamer van Koophandel). De uren van deze toezichthouders zijn verwerkt in tabel 5.1

5.2 Kengetallen toezicht & handhaving

De verschillende taakvelden werken met diverse controlesoorten. Hierin is onderscheid te maken in de kengetallen voor technische- en/of juridische handhaving. Onderstaand een overzicht van de controlesoorten, naar taakveld en kengetal. Voor de taakvelden APV en RO zijn geen specifieke kengetallen opgesteld. Hiervoor geldt dat de uren zijn onderverdeeld in specifieke taken en projecten.

Taakveld

Controlesoort

Kengetal technisch in uren

Kengetal juridisch in uren

Kengetal totaal in uren

Milieu

Prioriteitsblok IV

32

7

39

 

Glastuinbouw

12,1

2

14,1

 

Prioriteitsblok III

23

5

28

 

Prioriteitsblok II

10

4

14

 

Prioriteitsblok I

5

2

7

Bouwen

Nieuwbouw

13,4

0,4

13,8

 

Verbouw/bijgebouw

5,9

0,4

6,3

Veilig gebruik bouwwerken

Integrale controle

6,0

0,4

6,4

Tabel 5.2: Kengetallen controlesoorten Uithoorn

Bij het taakveld milieu vallen de inrichtingen met het hoogste risico in Prioriteitsblok IV. Voor een inrichting uit deze categorie is voor een complete controle gemiddeld 32 uur nodig om de technische handhaving af te ronden. Om de juridische handhaving af te ronden is gemiddeld 7 uur noodzakelijk. Glastuinbouw inrichtingen vallen ook onder prioriteitsblok IV. Maar vanwege het hoge aantal glastuinbouw bedrijven (137) zijn deze als apart project aangewezen. Voor dit project is voor een inrichting 12, 1 uur nodig voor de technische handhaving en 2 uur nodig voor de juridische handhaving. Vanwege de projectmatige aanpak zijn de noodzakelijke uren sterk verminderd.

5.3 Doorkijk naar handhavingprogramma

In de Risicomodule waarin de handhavingprioriteiten berekend zijn, wordt een doorkijk gegeven naar het handhavingprogramma. Onderstaand ziet u ten behoeve van de taakvelden, de uitwerking daarvan op jaarbasis. De resultaten zijn direct gekoppeld aan de risicoklasse, conform de Risicomodule. Op basis van de gekozen frequentie (steekproef) wordt het aantal te controleren bedrijven/objecten berekend. Vervolgens wordt per taakveld een controletype geselecteerd, waardoor berekend kan worden op basis van het aantal maal het betreffende kengetal, hoeveel uren benodigd zijn voor technische- en juridische handhaving naar taakveld. Vervolgens is de beschikbare capaciteit vergeleken met de benodigde capaciteit. Dat uit zich in een verschil (positief/negatief). Voor het toezicht in het kader van de RO en de APV en bijzondere wetgeving is een dergelijke urenverdeling niet mogelijk. De reden hiervoor is dat het toezicht bij deze taakvelden met name "vrije veld toezicht" betreft. Dit is verder uitgewerkt in hoofdstuk 6.

Milieu

Prioriteitsklasse

Aantal totaal

Frequentie

Aantal te controleren

Type controle

Uren toezicht/ Handhaving

Uren juridisch

Uren totaal

Glastuinbouw (IV)

137

35%

48

Glastuinbouw

580

96

676

III

169

35%

69

Prioriteitsblok III

1.360

296

1.656

II

55

20%

11

Prioriteitsblok II

110

44

154

I

245

10%

25

Prioriteitsblok I

123

49

172

TOTAAL

606

 

153

 

2.173

485

2.658

Tabel 5.3: Urenverdeling taakveld Milieu

BWT

Prioriteitsklasse

Aantal totaal

Frequentie

Aantal te controleren

Type controle

Uren toezicht/Handhaving

Uren juridisch

Uren totaal

V

236

100%

236

Nieuwbouw

3.158

90

3.247

III

63

100%

63

Nieuwbouw

843

24

867

I

62

100%

62

Verbouw/ Bijgebouw

365

24

388

TOTAAL

361

 

361

 

4.365

137

4.502

Tabel 5.4: Urenverdeling taakveld BWT

Veilig gebruik bouwwerken

Prioriteitsklasse

Aantal totaal

Frequentie

Aantal te controleren

Type controle

Uren Handhaving

Uren juridisch

Uren totaal

V

38

100%

38

Integrale

229

13

242

III

28

35%

10

Integrale

59

3

62

I

36

20%

7

Integrale

43

3

46

TOTAAL

102

 

55

 

331

19

350

Tabel 5.5: Urenverdeling taakveld Veilig gebruik bouwwerken

6 Programma 2010

6.1 Naar taakveld

Nu de prioriteiten per taakveld (hoofdstuk 4) bekend zijn en de kengetallen, is de laatste stap het opstellen van het programma voor de handhaving. Het programma is opgebouwd uit verschillende vormen van controles:

§ Reguliere controle na elkaar en projecten;

§ Controleren met elkaar (projecten);

§ Signaleren voor elkaar;

§ Controleren voor elkaar.

Per controlevorm worden de projecten weergegeven en de daarin participerende taakvelden. Ook wordt per taakveld kort ingegaan op een bestuurlijke prioriteit bij dat taakveld.

6.2 Rode draad in prioriteiten

Door de verschillende uitkomsten van de prioriteiten naast elkaar te leggen ontstaat inzicht in de samenwerking die tussen de verschillende taakvelden mogelijk is. In onderstaand figuur staan illustratief de verbanden aangegeven tussen de verschillende taakvelden.

figuur 6.1: verbanden tussen prioriteiten

In een aantal situaties zal het zeer wenselijk zijn om een integrale controle uit te voeren, in verband met de integrale afweging vanuit de aanwezige expertise. In sommige situaties wordt gekoerst op het uitvoeren van een integrale controle van alle toestemmingen door één handhaver/toezichthouder. Een tussenvorm is het signaleren voor andere taakvelden tijdens een sectorale controle.

In onderstaande figuur zijn de vier vormen van toezicht weergegeven en uitgewerkt voor de prioriteiten van Uithoorn:

figuur 6.2: Vormen van controles

De verschillende vormen van controle zijn uitgewerkt door de prioriteiten per taakveld naast elkaar te leggen en op deze manier de verbanden te leggen, zoals in figuur 6.2 grafisch is weergegeven. In deze paragraaf zijn de vormen van controle nader toegelicht.

Na elkaar controleren: hierin zijn inspectiemomenten leidend. Dat wil zeggen dat, in eerste aanleg, verschillende toezichthouders, afhankelijk van de fase van handhaving, een inspectie uitvoeren. Deze inspecties worden programmatisch opgepakt. Omdat de inspecties over een relatief groter tijdsbestek worden uitgevoerd, heeft deze aanpak een sterkere preventieve uitwerking. Deze vorm van controleren is de klassieke vorm van toezicht.

Voor elkaar signaleren: facetcontroles/inspecties door één handhaver/toezichthouder. De handhaver/toezichthouder neemt tijdens de inspectie (binnen het model; na elkaar controleren) andere punten van aandachtsvelden mee. Het voordeel van deze aanpak is dat overtredingen in een eerder stadium worden gesignaleerd. Deze aanpak vergt wel de nodige afstemming en uitleg binnen een organisatie.

Voor elkaar controleren: hierin wordt de integrale controle van de aandachtsvelden, door één handhaver/toezichthouder uitgevoerd. Dit heeft voornamelijk betrekking op situaties die worden gekenmerkt door een zeer geringe complexiteit. In de praktijk betekent dit in Uithoorn dat dergelijke controles alleen mogelijk zijn bij locaties waarin voor beide aandachtsvelden het risico klein is.

Controleren met elkaar: vanuit bouwen/RO, milieu, Veilig gebruik bouwwerken en APV gezamenlijk een integrale controle uitvoeren. Met name van toepassing in situaties die door een groter dan gemiddelde complexiteit of bestuurlijke prioriteit worden gekenmerkt. In Uithoorn krijgt dit vorm door specifieke projecten zoals: vuurwerkcontroles, nachtverblijf gedurende de winterperiode op Het Korte Eind, legale en veilige kamerbewoning.

6.3 Regulier toezicht

Per taakveld worden de reguliere toezicht- en handhavingstaken omschreven. Hierbij is aangegeven waaruit de verschillende handhavingstappen zijn opgebouwd. Aan elke handhavingstap is de gemiddelde tijdsbesteding gekoppeld, het zogenaamde kengetal. Vervolgens is aangegeven op welke wijze het uitvoeringsprogramma is uitgewerkt.

6.3.1 Regulier Milieu

Binnen Milieutoezicht en handhaving zijn diverse taken te onderscheiden. Ten aanzien van het reguliere toezicht gaat het om de volgende taken:

- Inrichtinggebonden toezicht:

o Milieuvergunningen

o Milieumeldingen

o Niet meldingsplichtige inrichtingen

- Niet inrichtinggebonden toezicht:

o opslag in tanks bij particulieren

o geluid bij evenementen

Programma en planning controles Milieu

In hoofdstuk 2 is aan de hand van de prioriteiten een opzet gemaakt voor het uitvoeringsprogramma. Met de controlesoorten en de tijdsbesteding per controle wordt een verdiepingsslag gemaakt binnen het uitvoeringsprogramma. De verdiepingsslag bestaat uit een detailplanning op inrichtingsniveau voor 2010. Deze detailplanning betreft uitsluitend het sectorale toezicht, dit zijn controles waarbij uitsluitend de milieuaspecten gecontroleerd worden. Het integrale toezicht, controles waarbij aspecten van meerdere taakvelden gecontroleerd worden, is weergegeven in paragraaf 6.4.

Het uitvoeren van de sectorale milieucontroles vindt plaats in een volgorde zoals deze in de prioriteiten is vastgelegd. Elke inrichting is ingedeeld in een risicocategorie. De hoogte van de categorie bepaalt wanneer een inrichting gecontroleerd wordt. De hoogste categorie heeft de hoogste prioriteit en wordt dientengevolge als eerste uitgevoerd. Mocht het opgestelde programma in de praktijk, door onvoorziene omstandigheden, niet gehaald worden, dan gaat dit ten koste van de laagst geprioriteerde inrichtingen.

Belangrijk bij het uitvoeren van de controles, is dat dit zoveel mogelijk geclusterd plaatsvindt. Hierbij worden inrichtingen binnen een branche in dezelfde periode gecontroleerd. Het voordeel hiervan is dat de regelgeving in veel gevallen eenduidig is. Het levert ook voordelen op bij het in kaart brengen van consequenties van nieuwe wetgeving, zoals het activiteitenbesluit. Dit verkort de voorbereidingstijd.

Voor de uitwerking kan gekozen worden voor een indeling per kwartaal, met daarbij een selectie uit meerdere risicocategorieën. Het alternatief is dat de risicocategorieën achtereenvolgens worden afgewerkt.

Aandachtspunten Milieu

Binnen het taakveld milieu zijn er de volgende aandachtpunten, die hieronder toegelicht worden:

• branche glastuinbouwbedrijven;

• verkoop consumenten vuurwerk;

• geluid bij horeca.

branche glastuinbouwbedrijven

De branche glastuinbouwbedrijven is een specifiek aandachtspunt. Dit komt enerzijds door de risico-inschatting, prioriteitsklasse IV (groot risico) doordat hier veel milieuaspecten een rol spelen en anderzijds door het aantal bedrijven binnen de gemeente. De gemeente Uithoorn kende in 2009, in totaal 137 glastuinbouwbedrijven. Dit is bijna 25% van het totale inrichtingenbestand. De regelgeving van deze bedrijfstak is dermate specifiek, dat in combinatie met het aantal en het verhoogde risico een projectmatige aanpak gerechtvaardigd is.

Project Glastuinbouwbedrijven

Doel:

Een efficiëntere werkwijze, 80% naleefgedrag in 2015 (40%, in 2009). Daarbij zijn voor 2013 (binnen drie jaar) alle bedrijven gecontroleerd.

 

 

Aantallen

Milieu

Veilig gebr. bouwwerk

Bouwen/RO

APV

Glastuinbouw

48

676 uur

-

-

-

 

Controleobjecten:

Glastuinbouwbedrijven

Werkwijze:

In 2010 wordt in regionaal verband een alternatieve handhavingsstrategie opgesteld en uitvoert voor de regionaal meest voorkomende overtredingen. Dat zijn: - Opslag gevaarlijke stoffen Gebruik lekbakken Opslag gasflessen - SCIOS-keuringen/onderhoud stookinstallaties - Oprichten/veranderen zonder melding

Looptijd:

2010

Opmerkingen:

exclusief 30 uur tbv beleid ihkv assimilatieverlichting Signaaltoezicht voor Waterschappen en verblijf seizoensarbeiders

Verkoop consumentenvuurwerk

Het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) stelt jaarlijks namens het ministerie van VROM, (handhaving)prioriteiten vast. Voor het jaar 2010 zijn een aantal prioriteiten relevant. Eén van de prioriteiten betreft de verkoop van consumentenvuurwerk. Dit is een jaarlijks terugkerend project binnen de gemeente Uithoorn.

Project Vuurwerk

Doel:

Uitvoering geven aan de LOM prioriteit t.a.v. de verkoop van vuurwerk.

 

 

Aantallen

Milieu

Veilig gebr. bouwwerk

Bouwen/RO

APV

Vuurwerkverkoop detailhandel

3

25 uur

-

-

-

 

Controleobjecten:

Verkooppunten consumentenvuurwerk

Werkwijze:

Tijdens de verkoopdagen in december vindt een controle plaats waarbij de nadruk ligt op de afgifte.

Looptijd:

december 2010

Geluid bij horeca

De controles van de horeca vinden in de avond/nachtperiodes plaats.Daarbij is geluid en de ervaren overlast bij horeca-inrichtingen een specifiek aandachtspunt vanwege de (mogelijke) klachten.

Project Geluidsmetingen horeca

Doel:

Voorkomen van geluidsklachten bij horecabedrijven.

 

 

Aantallen

Milieu

Veilig gebr. bouwwerk

Bouwen/RO

APV

Horeca bedrijven

3

20 uur

-

-

-

 

Controleobjecten:

Avondhoreca

Werkwijze:

Geluidsmeting tijdens de avond- en nachtperiode

Looptijd:

juni 2010

6.3.2 Regulier Bouw/RO

Het toezicht op het bouw en -woningproces bestaat uit de volgende taken:

Aanbod gestuurd

Vrije veldtoezicht

Aanbod gestuurd

Het toezicht op het bouwwoningproces is grotendeels aanbod gestuurd. Dat wil zeggen dat de inzet van de capaciteit voor handhaving grotendeels afhankelijk is van de verleende bouwvergunningen en/of meldingen. Hierop kan enigszins worden geanticipeerd door de 'lopende' procedures (aanvraag (ver)bouwvergunning periodiek te analyseren. Hieruit ontstaat inzicht in de 'werkvoorraad' voor het bouw- en woningtoezicht. Deze werkvoorraad dient periodiek in kaart te worden gebracht. Dit zijn de lopende (bouw)projecten en nieuw op te starten bouwprojecten. De vastgestelde (handhaving)prioriteiten moeten worden geprojecteerd ten opzichte van de bovengenoemde projecten, resultaat daarvan is dat inzichtelijk wordt welke prioriteit een bouwproject voor wat betreft handhaving heeft. De handhavingsnoodzaak (urgentie) wordt hiermee inzichtelijk. Indien er meerdere bouwtrajecten tegelijkertijd plaatsvinden, biedt de prioriteitstelling uitkomst, eerst worden alle bouwtrajecten met prioriteitsklasse V (zeer groot risico) in behandeling genomen, vervolgens de bouwprojecten met een lagere prioriteitsklasse (zeer klein risico). Dit proces zal periodiek (bv. eenmaal per maand plaats moeten vinden).

Vrije veldtoezicht (stap 2)

Vrije veldtoezicht & handhaving

Signaleren

Juridische ondersteuning

Prioriteitsklasse

Omschrijving

uren

uren

Prioriteitsklasse V

Illegale sloop

100

20

Prioriteitsklasse V

Illegale bouw

200

20

Prioriteitsklasse III

Wederrechtelijk ingebruikname gemeentegrond

60

10

Prioriteitsklasse III

Kamerverhuur > 10 personen

100[4]

100

Prioriteitsklasse III

Illegaal gebruik overig

-

-

Prioriteitsklasse III

Illegale werken (aanlegvergunning)

-

-

Prioriteitsklasse III

Illegaal gebruik tuinhuis winterperiode

60

-

TOTAAL

 

520 uur

150 uur

Naast het aanbod gestuurde toezicht vindt 'Vrije veldtoezicht' plaats op activiteiten die mogelijk strijdig zijn met het bestemmingsplan. Dit is grotendeels het toezicht en handhaving met betrekking tot de Ruimtelijke ordening. De onderstaande tabel geeft de taakverdeling weer voor het 'Vrije veldtoezicht'.

6.3.3 Regulier Veilig gebruik bouwwerken

Het toezicht en handhaven met betrekking tot de Veilig gebruik bouwwerken worden behoudens nieuwe activiteiten, regulier en periodiek opgepakt. Op basis van de prioriteitenstelling van de Veilig gebruik bouwwerken zijn bezoekfrequenties toegekend aan 'objecten'. Deze frequenties variëren van één controle bezoek per jaar (maximum) tot eenmaal in de vijf jaar (absolute minimum). De controlevolgorde is afhankelijk van de prioriteitsklasse.

6.3.4 Regulier APV en Bijzondere wetten

Het toezicht op de APV en Bijzondere Wetten is van toepassing op meerdere vergunningen, bijvoorbeeld:

- Drank- en horecawetgeving,

- Evenementenvergunningen;

- Naleving hondenbeleid.

Aanbod gestuurd

Het toezicht op de APV en Bijzondere Wetten is grotendeels aanbod gestuurd. Dat wil zeggen dat de inzet van de capaciteit voor handhaving grotendeels afhankelijk is van de verleende vergunningen en/of meldingen. Hierop kan enigszins worden geanticipeerd door de 'lopende' procedures (aanvraag om een vergunning) periodiek te analyseren.

Indien er meerdere activiteiten tegelijkertijd plaatsvinden, biedt de prioriteitstelling uitkomst, eerst worden alle activiteiten met prioriteitsklasse V (zeer groot risico) in behandeling genomen, vervolgens de activiteiten met een lagere prioriteitsklasse (zeer klein risico). Dit proces zal periodiek (bijvoorbeeld eenmaal per maand plaats moeten vinden).

Vrije veldtoezicht

Naast het aanbod gestuurde toezicht vindt 'Vrije veldtoezicht' plaats op activiteiten die mogelijk plaatsvinden zonder vergunning. Soms is dat naar aanleiding van klachten maar ook via signalen die de toezichthouders krijgen van elkaar of van de politie.

Vrije veldtoezicht & handhaving

Signaleren

Juridische ondersteuning

Prioriteitsklasse

Omschrijving

uren

Uren

Prioriteitsklasse V

Fietswrakken

98

-

Prioriteitsklasse V

Naleving hondenbeleid

216

-

Prioriteitsklasse V

Afval (ogv afvalstoffenverordening)

120

-

Prioriteitsklasse V

Duobakken minicontainers

180

-

Prioriteitsklasse V

Overig toezicht afval

120

12

Prioriteitsklasse V

Preventief toezicht op straat

886

18

Prioriteitsklasse I

Ventvergunning

32

-

TOTAAL

 

1.652

30

Aandachtspunten APV

Onder handhaving APV valt ook de controle op evenementen en feesten. Dit raakt vaak aan handhaving van de openbare orde. Handhaving zal ook vaak via de strafrechtelijke kant in samenwerking met de politie plaatsvinden. Binnen de APV hebben evenementen en feesttenten prioriteit. In de praktijk zijn dit de jaarlijks terugkerende evenementen in de gemeente zoals de Goud van Oud en Tropical Night.

Project Evenementen

Doel:

Veiligheid bij evenementen

 

 

Milieu

Veilig gebruik bouwwerken

Bouwen/RO

APV

Goud van Oud

-

-

-

20 uur

Tropical Night

-

-

-

20 uur

Evenementen fort a/d Drecht

-

-

-

10 uur

Overige evenementen

-

-

-

10 uur

Totaal

-

-

-

60 uur

 

Controleobjecten:

Podia, Feesttenten e.d.

Looptijd:

april tot en met augustus 2010 (voorjaar en zomer 2010)

6.4 Integraal toezicht

6.4.1 Projectmatige gezamenlijke controles

Dit zijn controles die door een groter dan gemiddelde complexiteit of bestuurlijke prioriteit worden gekenmerkt. Door dit toe te passen op de prioriteiten per taakveld, zijn verschillende projecten te destilleren. In de gemeente Uithoorn betreft dit de volgende projecten, die in deze paragraaf zijn toegelicht:

- Reclamevergunningen;

- (Illegaal) ingebruikname gemeentegrond;

- Kerstcontroles.

Reclamevergunningen

Door het verzamelen van zowel de afgegeven vergunningen als de inventarisatie van illegale reclame-uitingen gedurende het kalenderjaar is hier een project van te maken. In het project wordt aan de hand van de hierboven beschreven inventarisatie en verzameling een rondgang door de gemeente gemaakt en de overtredingen aangepakt. Een dergelijk project heeft een nog groter effect wanneer dit vooraf gecommuniceerd wordt, door middel van een vooraankondiging van het project in een algemene brief naar de desbetreffende personen en inrichtingen.

Project Reclamevergunningen

Doel:

Kennisoverdracht en oefenen met de integrale sanctiestrategie in de praktijk.

Mogelijk trekker:

Bouwen/RO

Beschrijving:

Het toezicht op reclame-uitingen is een taak van zowel de bouwinspecteur als binnen APV. De prioriteit is binnen beide taakvelden laag, waardoor frequent toezicht niet direct vereist is.

 

 

Aantallen

Milieu

Veilig gebruik bouwwerken

Bouwen/RO

APV

Toezicht reclame

 

-

-

30 uur

32 uur

 

Controlevorm:

Controleren met elkaar, Uitvoering door toezichthouders uit de toezichthouderpoule

(Illegaal) gebruik gemeentegrond

Gemeentegrond en particulier bezit grenzen vaak aan elkaar. Met name bij woningen komt het voor dat eigenaren zich een aan hun tuin grenzend stuk gemeentegrond toe-eigenen. Dit komt vaak aan het licht tijdens onderhoudswerkzaamheden aan het plantsoen of de weg. Zodra dit wordt geconstateerd, wordt er actie ondernomen op basis van het lik-op-stuk beleid. Voorwaarde is daarbij wel dat het toe-eigenen van gemeente grond korter dan 20 jaar geleden (in verband met de verkrijgende verjaringstermijn in het Burgerlijk Wetboek) is gebeurd. Bij de overtreder wordt erop aangedrongen om het betreffende stuk gemeentegrond terug te geven aan de gemeente. Alle aanwezige zaken moeten worden verwijderd. Indien hij daartoe niet bereid is, verwijdert de gemeente zelf in beginsel alle illegaal aangebrachte zaken.

Project (Illegaal) Gebruik gemeentegrond

Doel:

Kennisoverdracht en oefenen met de integrale sanctiestrategie in de praktijk.

Mogelijk trekker:

Bouwen/RO

Beschrijving:

Het toezicht op het gebruik van gemeentegrond is een taak van zowel de bouwinspecteur als binnen APV.

 

 

Aantallen

Milieu

Veilig gebruik bouwwerken

Bouwen/RO

APV

Gebruik gemeentegrond

 

-

-

60 uur

60 uur

 

Controlevorm:

Controleren met elkaar, Uitvoering door toezichthouders uit de toezichthouderpoule

Kerstcontroles

Kerstcontroles vinden nu nog vooral plaats in horecagelegenheden. Wel zijn in de afgelopen kerstperiode ook de gebouwen waarin het gemeentepersoneel werkt gecontroleerd en zijn daar versieringen verwijderd. Drukbezochte gelegenheden lopen een extra risico door het versieren met brandgevaarlijke materialen. Kerstversieringen moeten of uit brandvertragend materiaal bestaan of geïmpregneerd zijn met een brandvertragend middel. Tijdens de kerstdagen wordt hierop actief gecontroleerd.

Het is de bedoeling dat ook scholen worden betrokken bij deze actie. In welke vorm dit plaats vindt, wordt in 2010 besloten.

Project Kerstcontroles (cafés en discotheken)

Doel:

Veilige horecavoorzieningen

Mogelijk trekker:

Milieu

 

 

Aantallen

Milieu

Veilig gebruik bouwwerken

Bouwen/RO

APV

Commerciële horeca

 

ü

ü

-

-

Scholen

 

ü

ü

-

-

Sportkantines/ buurthuizen

 

ü

ü

-

-

Totaal

 

35 uur

35 uur

-

-

 

Controleobjecten:

Cafés, discotheken, restaurants, buurthuizen, scholen en verenigingen

Werkwijze:

Er wordt hoofdzakelijk gecontroleerd op: - noodverlichting, vluchtrouteaanduidingen en (nood)uitgangen; - de brandveiligheid van de kerstversiering; - jaarlijks goedgekeurde en gebruiksklare brandblusmiddelen; - het aantal bezoekers.

Controlevorm:

Controleren met elkaar, Uitvoering door toezichthouders uit de toezichthouderpoule

Looptijd:

december 2010

Opmerkingen:

Andere taakvelden zoals AI en de VWA kunnen bij dit project aanhaken.

6.4.2 Regionale projecten

Uithoorn doet jaarlijks mee te doen aan regionale projecten. Dit heeft weinig extra tijdsbeslag omdat in eerste instantie controles worden uitgevoerd binnen de prioriteitsgebieden waar de gemeente Uithoorn op wil controleren. Het "vervangt" dan gedeeltelijk de reguliere controle. Thematische controles op vuurwerkverkoop past hier bijvoorbeeld binnen. Via het regionale overleg worden deze acties voorbereid.

6.4.3 Controle voor elkaar

Controleren voor elkaar heeft betrekking op situaties die worden gekenmerkt door een zeer geringe complexiteit. Door dit toe te passen op de prioriteiten per taakveld, zijn verschillende projecten te destilleren.

In 2010 zal verder worden uitgewerkt op welke gebieden controles voor elkaar kunnen worden overgenomen. Wat wel mogelijk is om op aanwijzing van een toezichthouder een deelcontrole uit te voeren, of een hercontrole voor elkaar. De eerste controle is dan gezamenlijk en de vervolgcontrole wordt dan door één toezichthouder afgehandeld.

6.4.4 Signaleren voor elkaar

Signaleren voor elkaar vindt plaats bij complexe situaties waarbij controleren voor elkaar niet wenselijk is. Door dit toe te passen op de prioriteiten per taakveld, zijn verschillende projecten te destilleren.

De afbakening van het aantal onderwerpen waarop signaaltoezicht wordt uitgevoerd is erg belangrijk. In 2010 zal verder worden uitgewerkt op welke gebieden signaaltoezicht wenselijk is en hoe dit per taakveld wordt afgebakend.

6.5 Consequentie programmering versus beschikbare capaciteit

Taakveld

Capaciteit technisch

Noodzakelijk handhaving

Tekort (-)/ Overschot (+)

Milieu

1.974

2.173

- 199

Bouwen

2.950

4.365

- 1.415

Ruimtelijke Ordening

550

520

+ 30

Veilig gebruik bouwwerken

336

331

+ 5

APV & Bijzondere wetten

1.804

1.652

+ 152

Totaal

7.614

9.071

-1.427

Taakveld

Capaciteit juridisch

Noodzakelijk juridisch

Tekort (-)/ Overschot (+)

Milieu

500

485

+15

Bouwen

425

137

+ 288

Ruimtelijke Ordening

150

150

0

Veilig gebruik bouwwerken

19

19

0

APV & Bijzondere wetten

300

30

+ 270

Totaal

1.394

821

+573

Projecten[5]

Milieu

Bouw/RO

Veilig gebruik bouwwerken

APV & Bijzondere wetten

Vuurwerk

25

 

 

 

Geluidsmetingen horeca

20

 

 

 

Evenementen

 

 

 

60

Totaal

45

 

 

60

Integraal toezicht

Milieu

Bouw/RO

Veilig gebruik bouwwerken

APV & Bijzondere wetten

Reclamevergunningen

 

30

 

32

(Illegaal) Gebruik gemeentegrond

 

60

 

60

Kerstcontroles

35

 

35

 

Totaal

35

90

35

92

Opvallend is dat op basis van de berekening fors meer technische capaciteit benodigd is dan beschikbaar. Naar verwachting worden de werkzaamheden in 2010 niet dusdanig anders dan voorgaande jaren, waardoor dit verschil vermoedelijk feitelijk niet in deze omvang gaat ontstaan. De berekening is namelijk gebaseerd op nieuwe kengetallen. Naar alle waarschijnlijkheid zijn deze te ruim ingeschat. Een ander deel van het te kort wordt opgevangen door extra inhuur van capaciteit binnen het daarvoor aanwezige afdelingsbudget (zie in dit verband ook kanttekening onder tabel 5.1 van hoofdstuk 5.1.1). Deze werkwijze maakt het mogelijk om flexibel om te gaan met gewijzigde omstandigheden en het ontstaan van plotselinge pieken in het werk. Ook geeft het ruimte voor extra ondersteuning in de vorm van een bijzondere (vaak eenmalige) expertice.

Opvallend is dat op basis van de berekening minder juridische capaciteit benodigd is dan beschikbaar. Dit is mogelijkerwijs toe te schrijven aan de opgebouwde kennis. Veel standaard juridische kennis is binnen het cluster veiligheid en handhaving aanwezig. Slechts in bijzondere gevallen wordt een beroep gedaan op anderen binnen de organisatie.

Een leermoment voor 2010 is dan ook dat door middel van monitoring van de uitvoering zal worden vastgesteld wat de reële kentallen zullen zijn.

7 De optelsom: het uitvoeringsprogramma 2010

In de voorgaande hoofdstukken is beschreven dat er vier soorten controles zijn:

• Programmatische controles, terugkerende controles zoals milieu- en gebruiksvergunningen;

• Eenmalig werkende vergunningen, wanneer de procedure is afgerond hoeft er ook niet meer gecontroleerd te worden zoals bouw- en aanlegvergunningen;

• Vrije veld controles;

• Regionale projecten.

Naast de standaard controles word er ook gehandhaafd na aanleiding van klachten van burgers.

Op basis van de risicomodule, kennis en ervaring ziet het toezichts- en handhavingsprogramma 2010 er als volgt uit:

Programmatische controles

Wet milieubeheer

153 inrichtingen (volgens tabel 5.3)

Gebruiksvergunningen

55 bedrijven (volgens tabel 5.5)

Kerstcontroles horecabedrijven en gemeentelijke gebouwen (en eventueel schoolgebouwen)

• Minimaal twee controlemomenten gedurende de nachtperiode op het tuinpark Het Korte Eind

• Vuurwerkcontroles bij de drie (wellicht in 2010 5) verkooppunten

• Toezicht tijdens de evenementen Tropical night en Goud voor Oud

• APVtoezicht

• Veilige en legale kamerbewoning

• Regionale projecten

Voorwaarschuwingen en handhavingstrajecten

Tijdens de programmatische controles worden soms ernstige overtredingen geconstateerd die niet zomaar afgehandeld zijn. Hiervoor worden voorwaarschuwingen geschreven. Wanner bij her controle de overtreding nog niet verholpen is komt men in een handhavingtraject terecht.

Per jaar is sprake van circa 35 nieuwe handhavingstrajecten.

Incidenteel te controleren vergunningen

• Alle aangevraagde en verleende vergunningen

• Alle geweigerde vergunningen

Bouwvergunningen

361 vergunningen (volgens tabel 5.4).[6]

Vrije veld controles

Alle geconstateerde zaken worden in overleg met het cluster vergunningen gecontroleerd. Belanghebbenden worden geïnformeerd over de afhandeling van de constatering.

Per jaar is sprake van circa 125 gevallen

Regionale projecten

Bijvoorbeeld inzet SLOK-subsidie

Glastuinbouw

Milieu-estafette

Project veilingterrein (Clockwork)

Klachten

Alle klachten worden in behandeling genomen en de klagers worden geïnformeerd over de afhandeling.

8 Monitoren en evaluatie

Het maken van een uitvoeringsprogramma voor de handhaving is geen doel op zich. Het opstellen van een programma maakt deel uit van een cyclisch proces, zoals dit in paragraaf 1.3 reeds is weergegeven. In dit hoofdstuk is kort aangegeven welke onderdelen volgen na het opstellen van het programma en welke minimale eisen hier vanuit het Besluit omgevingsrecht (Bor) aan ten grondslag liggen.

8.1 Monitoren

Om te kunnen vaststellen of de handhavingsdoelstellingen worden bereikt, is een methodiek nodig waarbij monitoring en evaluatie plaatsvindt. Voor het proces van monitoren heeft men indicatoren nodig. Een indicator is een meetbaar fenomeen (meestal een getal) dat een signalerende functie heeft. Wijkt een indicator af van een afgesproken norm dan is bijsturing mogelijk.

Ten aanzien van de registratie van gegevens is er ook een wettelijke verplichting. Ingevolge artikel 7.6, tweede lid, van het Bor moeten gegevens worden geregistreerd. De relatie tussen de gekozen methodiek en de handhavingsdoelstellingen impliceert dat deze doelen voldoende concreet (meetbaar) moeten zijn. Bij het vaststellen van indicatoren is het gebruikelijk om daarbij cijfermatige gegevens te hanteren die in het kader van de handhaving zijn verkregen over:

aantallen uitgevoerde controles;

geconstateerde overtredingen;

opgelegde bestuursrechtelijke sancties;

opgelegde strafrechtelijke sancties (zoals processenverbaal en aangeboden transacties).

Naast de hierboven genoemde indicatoren zijn ook andere gegevens bruikbaar voor monitoring. Voorbeelden hiervan zijn:

Het aantal uren per controle (tijdschrijven);

het aantal klachten (verdeeld naar thema);

procesgegevens zoals termijnen van afwikkeling handhavingcontroles;

Het aantal adviezen over de handhaving aan andere bestuursorganen en de daarmee gemoeide uren.

gegevens van andere handhavingorganisaties.

Automatisering

Nota bene:

In 2010 tot en met 2012 is een ontwikkeling gaande waarbij de Risicomodule wordt gekoppeld aan de Registratiemodule die momenteel in gebruik is bij diverse overheden.

Na de inwerkingtreding van de Wabo, verwachte datum 1 juli 2010, wordt ook bij de gemeente Uithoorn alles digitaal aangeleverd. Om hierop voorbereid te zijn worden vanaf de tweede helft van 2010 alle huidige gegevens ingevoerd in het programma Squit XO, (dit is een integraal systeem voor vergunningverlening en handhaving). Milieuvergunningen worden vooralsnog in een ander systeem bijgehouden. Aangezien deze oude programmatuur niet voorziet in het bijhouden en verder ontwikkelen van de kengetallen wordt er gekeken om de gegevens voorlopig 'handmatig' te registreren tot aan het moment dat de nieuwe programmatuur operationeel is.

8.2 Evaluatie

Om te kunnen beoordelen of de uitgevoerde handhaving effectief is en uitvoering geeft aan de gestelde doelen en prioriteiten is evalueren noodzakelijk. Artikel 7.2, eerste lid van het Bor schrijft voor dat regelmatig moet worden bezien of het beleid aanpassing vergt, maar in ieder geval naar aanleiding van voorgeschreven jaarlijkse evaluatie van het uitvoeringsprogramma.

Artikel 7.7, tweede lid, van het Bor schrijft voor dat de activiteiten die in het uitvoeringsprogramma beschreven zijn vervolgens na afloop van dat jaar worden geëvalueerd. Daarbij moet niet alleen worden bezien of de voorgenomen activiteiten zijn gerealiseerd maar ook of en in hoeverre zij hebben bijgedragen aan de krachtens artikel 7.2, eerste lid, vastgelegde handhavingsdoelstellingen. Hiermee levert het belangrijke informatie op om verbeteringen door te voeren. Indien deze doelstellingen zijn bereikt, zal dit in algemene zin leiden tot een beter naleefgedrag en - indirect - tot positieve effecten op de omgevingskwaliteit. Indien deze doelstellingen niet zijn bereikt, kan dit leiden tot conclusies en aanbevelingen over aanpassingen van het handhavingsbeleid, het uitvoeringsprogramma of de uitgevoerde handhavingsactiviteiten. De verbetermaatregelen zijn de voeding om de uitvoering, programmering en het bestaande beleid aan te passen en te verbeteren. Dit maakt de beleidscyclus van de handhaving rond.

De verantwoording over de prestaties van het taakveld handhaving gebeurt via de reguliere planning en controlcyclus. De aantallen controles en procedures zijn vanuit dit uitvoeringsprogramma vertaald naar de gemeentebegroting. Rapportage kan via de Maraps plaatsvinden. Periodiek zal voor het management een tussenstand beschikbaar moeten zijn om tijdig te kunnen bijsturen en te verantwoorden als er wijzigingen in aanpak en controle plaatsvinden.

9 Klaar voor de Wabo?

Met het vaststellen van dit programma is de gemeente Uithoorn klaar voor de Wabo. De Wabo stelt de volgende stappen voor:

Probleemanalyse per taakveld. Dit is verwerkt in de module.

Opstellen van een nalevingstrategie. Door te communiceren over handhaving en door projectmatig te controleren wordt handhaving ingezet op de plaats waar het hoort. Daar waar de naleving onvoldoende is. Dit plan biedt een eerste aanzet daarvoor. Door monitoring kan dit jaarlijks worden bijgesteld.

Verder bezit de gemeente Uithoorn over een sanctiestrategie en een gedoogbeleid. Helder en strak, hiermee volgt de gemeente Uithoorn de handhaafstrategie die regionaal is opgesteld.

Het hebben van een meerjarenbegroting. Dit programma is pas een eerste aanzet. Via de programmabegroting kan de gemeente Uithoorn haar lange termijndoelen stellen. Jaarlijks wordt dit vertaald via de begroting en een handhaving uitvoeringsprogramma.

Monitoring en rapportage. Dit zal vanaf de tweede helft 2010 verder worden ontwikkeld. Digitale hulpmiddelen zijn nodig om per doelgroep de naleving gedetailleerd te evalueren en de controles hierop af te stemmen.

Verdere ontwikkelingen;

Er loopt een landelijke proef op het gebied van de handhaving van de kwaliteit van de openbare buitenruimte. Het middel dat daarbij een belangrijke rol speelt is de bestuurlijke strafbeschikking. Momenteel wordt aan een voorstel gewerkt waarin aan de raad zal worden gevraagd om ten aanzien van deze nieuwe mogelijkheid een standpunt in te nemen.

Bijlage 1 : Variabelen en weegfactoren Risicomodel

Weging thema's

De weging van de thema's aan de effectzijde is niet evenredig. In onderstaande tabel is aangegeven in hoeverre elk thema bepalend is voor de totaalscore van het effect. De weegverhoudingen zijn voor alle taakvelden gelijk, waarmee een integrale afweging geborgd wordt. Deze weegfactoren zijn op basis van de sessie met de gemeenteraad vooralsnog als volgt bepaald.

Weging tussen thema's Effect

Thema

Weegfactor

Thema Financiële gevolgen

11%

Thema Fysieke veiligheid

19%

Thema Kwaliteit leefomgeving

19%

Thema Leefbaarheid/ hinder

18%

Thema Natuur

14%

Thema Volksgezondheid

19%

Totaal

100%

Weging variabelen

De thema's zijn voor alle vier de taakvelden gelijk. De variabelen binnen de thema's zijn echter voor alle vier de taakvelden verschillend. Daarnaast is voor elke variabele een weegfactor aangegeven. De weegfactor bepaald hoe vaak de variabele meeweegt binnen het thema van de variabele. In de onderstaande tabellen zijn voor alle taakvelden de variabelen en de bijbehorende weegfactoren van de variabelen weergegeven. De weegfactoren tussen de variabelen zijn door de vakinhoudelijke ambtenaren per taakveld vastgesteld.

Weging tussen variabelen Milieu

Thema Financiële gevolgen

1

Aansprakelijkheid

0

Herstelkosten

Thema Fysieke veiligheid

1

Gevaar

1

Opslag en gebruik gevaarlijke stoffen

1

Risicoregistratie RIVM / BEVI

 

 

Thema Kwaliteit leefomgeving

1

Lozing afvalwater

1

Impact werking RWZI

Thema Leefbaarheid/ hinder

1

Geluid

1

Geur

1

Stof

0

Verkeer

0

Gevaarlijk afval

 

 

Thema Natuur

2

Energie

2

Gasverbruik

1

Waterverbruik

2

Bodemrisico

2

IPPC

 

 

Thema Volksgezondheid

1

Toxische stoffen

 

 

Binnen het taakveld Milieu, onder het thema Financiële gevolgen vallen 2 variabelen: 'Aansprakelijkheid' en 'Herstelkosten'. Door de vakinhoudelijke ambtenaren is vastgesteld dat de aansprakelijkheid meetelt (1) met de bepaling van het risico, en dat de herstelkosten niet meetellen (2).

Onder het thema Natuur vallen 5 variabelen: 'Energie', 'Waterverbruik', 'IPPC', 'Gasverbruik' en 'Bodemrisico'. Door de vakinhoudelijke ambtenaren is vastgesteld dat binnen dit thema Energie, Gasverbruik, Bodemrisico en IPPC op gelijk niveau staan. Waterverbruik wordt als iets minder belangrijk beschouwd, maar waterverbruik moet wel meegenomen worden. Hierdoor heeft waterverbruik een factor 1 gekregen, de andere variabelen hebben de factor 2 gekregen.

Weging tussen variabelen Bouwen/RO

Thema Financiële gevolgen

1

Aansprakelijkheid

 

 

Thema Fysieke veiligheid

1

Aantal personen in gebouw

1

Complexiteit van de constructie

1

Brandveiligheid

1

Illegale wijzigingen in gebruik en/of functie

Thema Kwaliteit leefomgeving

1

Impact op de beeldkwaliteit

1

Verloedering

Thema Leefbaarheid/ hinder

1

Impact op de omgeving

1

Klachten

Thema Natuur

1

Duurzaamheid

 

 

Thema Volksgezondheid

1

Gevaarlijke stoffen bij sloop

 

 

Binnen het taakveld Bouw/RO is besloten om alle variabelen gelijk mee te laten tellen. Daarom hebben alle variabelen een 1 gekregen.

Weging tussen variabelen Veilig gebruik bouwwerken

Thema Financiële gevolgen

1

Aansprakelijkheid

 

 

Thema Fysieke veiligheid

2

Zelfredzaamheid

2

Slaapfunctie

1

Aantal personen

1

Interne organisatie

1

Bekendheid gebouw

1

Prep./repressief belang

Thema Kwaliteit leefomgeving

1

Monumentale waarde

 

 

Thema Leefbaarheid/ hinder

-

-

 

 

Thema Natuur

-

-

 

 

Thema Volksgezondheid

-

-

 

 

Binnen het taakveld Veilig gebruik bouwwerken vallen onder het thema Fysieke veiligheid 6 variabelen: 'Zelfredzaamheid', 'Aantal personen', 'Bekendheid gebouw', 'Slaapfunctie', '

Interne organisatie' en 'Prep./repressief belang'. Binnen dit thema worden de variabelen Zelfredzaamheid en Slaapfunctie als erg belangrijk beschouwd. De overige thema's zijn iets minder belangrijk, maar moeten wel meegeteld worden. Daarom hebben de variabelen Zelfredzaamheid en Slaapfunctie een factor 2, de overige variabelen hebben een factor 1 gekregen.

Weging tussen variabelen APV- Bijzondere wetten

Thema Financiële gevolgen

1

Aansprakelijkheid

1

Herstelkosten

Thema Fysieke veiligheid

2

Personen

1

Bereikbaarheid en ontvluchting

1

Aanwezigheid bouwwerken/ attracties

 

 

Thema Kwaliteit leefomgeving

1

Verloedering

2

Sociale onveiligheid

1

Aantasting woongenot

 

 

Thema Leefbaarheid/ hinder

1

Geluid

2

Verkeer

1

Klachten

 

 

Thema Natuur

1

Afval

 

 

Thema Volksgezondheid

1

Drankgebruik

 

 

Binnen het taakveld APV - Bijzondere wetten vallen onder het thema Kwaliteit leefomgeving 3 variabelen: 'Verloedering', 'Aantasting woongenot' en 'Sociale onveiligheid'. Binnen dit thema wordt Sociale onveiligheid als een belangrijk onderwerp beschouwd en krijgt daarom een factor 2.

Bijlage 2 : Tafel van Elf analyse

Spinnenweb bouwen

Bij bouwen scoort de gehele kant van Spontane naleving erg laag. Alleen de mate van acceptatie (tafel 3) en de normgetrouwheid (tafel 4) scoren gemiddeld. Door de kennis van regels (tafel 1) te vergroten, een onderdeel van de kennis van regels is ook uitleg van de hoogte van de dwangsommen. Is de kans groot dat de kosten/baten (tafel 2), informele controle (tafel 5) en de informele meldingskans (tafel 6) mee stijgen.

Bij de sanctie kant van het spinnenweb is er een opvallende lijn te zien. De sanctiekans (tafel 10) is bovengemiddeld hoog, maar de sanctie-ernst (tafel 11) is bovengemiddeld laag. Dit houdt in dat de kans om 'betrapt' te worden is vrij groot, maar als je dan betrapt bent en je een boete krijgt is deze erg laag. Hierdoor wordt de kosten/baten (tafel 2) sterk beïnvloed. Zelfs al zouden mensen alle regels en sancties kennen (tafel 1)wordt er een bewuste afweging gemaakt om niet conform de regels te bouwen aangezien de sanctie-ernst (tafel 11) toch niet serieus genomen wordt.

Spinnenweb Ruimtelijke Ordening

De kennis van regels (tafel 1), informele controle (tafel 5) en informele meldingskans (tafel 6) zijn laag. De zichtbaarheid van overtredingen op het Bestemmingsplan is klein vooral vanwege onbekendheid met de regels. De gemeente heeft de plicht om te onderzoeken of legalisatie van activiteiten in strijd zijn met het bestemmingsplan. Dit versterkt mogelijk een slechte naleving. Wanneer een overtreding qua prioriteit in de hoogste categorie valt, (zeer groot risico), dient consequent een bestuursrechtelijk handhavingstraject te worden gestart eventueel zelfs in combinatie met een strafrechtelijke sanctie.. De sanctiekans en sanctie-ernst (tafel 10 en 11) kunnen beide vergroot worden door het consequent toepassen van de sanctiestrategie. Door inwoners hierover voor te lichten (tafel 1) kan de naleving verder vergroot worden.

Spinnenweb Veilig gebruik bouwwerken (Brandweer)

Wat bij veilig gebruik bouwwerken direct opvalt, is dat het een gemiddeld verdeeld spinnenweb zichtbaar is behalve op twee punten. De informele meldingskans (tafel 6) is erg laag. De controle kans (tafel 7) is erg hoog.

Door de kennis van regels (tafel 1) onder de burgers te vergroten gaat de informele meldingskans (tafel 6) ook omhoog. De sanctiekans en sanctie-ernst (tafel 10 en 11) kunnen beiden vergroot worden door het structureel toepassen van de handhavingsstrategie. Hierdoor gaan ook de selectiviteit en de kosten/baten analyse (tafel 9 en 2) omhoog.

Spinnenweb APV en bijzondere wetgeving

Voor APV en bijzondere wetgeving bleken de scores voor verschillende objecten heel ver uit elkaar te liggen. Hierdoor is het niet mogelijk een eenduidige analyse te maken. De objecten hondenbeleid, evenementen en grote evenementen (Goud van oud en Tropical night) zijn specifiek geanalyseerd.

De kennis van de regels (tafel 1) is redelijk en de acceptatie van de regels (tafel 3) is groot. De informele meldingskans (tafel 6) is echter klein. De uitvoering van controles vindt plaats op ad hoc basis in een groot gebied, hierdoor is de kans op een controle zeer klein (tafel 7). De pakkans kan worden verhoogd door specifieke controles, bijvoorbeeld op tijden waar veel mensen hond uitlaten, uit te voeren (tafel 9). De kans op een sanctie en de ernst van deze sanctie (tafel 10 en tafel 11) worden laag ingeschat. Voorlichting (tafel 1) hierover kan de inschatting verhogen en daarmee ook het naleefgedrag. Door bij de voorlichting in te gaan op het de overlast die hondenpoep veroorzaakt is door bewustwording van de hondeneigenaar ook de kans dat de normgetrouwheid (tafel 4) stijgt.

In 2010 wordt het huidige hondenbeleid geëvalueerd. Daarover zal breed worden gecommuniceerd.

De regels zijn bekend zowel bij organisatoren als derden (tafel 1). De kans op meldingen van overtredingen door derden is gering. Wanneer gecontroleerd wordt, komen overtredingen niet snel aan het licht (tafel 8). Mogelijk is de handhaafbaarheid van voorschriften moeilijk, doordat voorschriften multi-interpretabel zijn of specifiek zoals de geluidsvoorschriften. De kans op een sanctie en de ernst van deze sanctie (tafel 10 en tafel 11) worden laag ingeschat. Voorlichting (tafel 1) hierover kan de inschatting verhogen en daarmee ook het naleefgedrag.

De regels zijn bekend zowel bij organisatoren als derden (tafel 1). De kans op informele melding van overtredingen (tafel 6) blijft achter bij de signalering van diezelfde overtredingen (tafel 5). De controles worden consequent uitgevoerd (tafel 7). De kans op een sanctie en de ernst van deze sanctie (tafel 10 en tafel 11) worden laag ingeschat. Voorlichting (tafel 1) hierover kan de inschatting verhogen en daarmee ook het naleefgedrag.

Spinnenweb milieu

De spontane naleving van milieu is ten opzichte van andere gemeenten hoog. Het naleefpercentage ligt rond de 80%, het landelijk gemiddelde ligt tussen de 50 en 60%. De overtredingen die gemaakt worden zijn vaak gerelateerd aan het gedrag (opslag olie boven lekbak, keuringen uitvoeren) en worden grotendeels ter plekke opgelost. De kernbepalingen die door de gemeente gedefinieerd zijn, worden goed nageleefd. Het systeem van handhaving bij milieu werkt afdoende en dient in stand gehouden te worden.

[1] De 'Tafel van Elf' is een analysemodel bestaande uit een opsomming van 11 factoren die bepalend zijn voor de naleving van regelgeving.

[2] Eenvoudige vergunningen worden in principe een keer gecontroleerd. Grote en/of complexe vergunningen worden meermaals gecontroleerd. Van elk controlebezoek wordt een aantekening in het dossier gemaakt.

[3] milieu = 500 uur juridisch en 539 extra voor hh (1435+539= 1974 uur).

[4] Voor 2010 is circa 1000 uur beschikbaar in de vorm van een trainee.

[5] Het project glastuinbouw zit al in de reguliere capaciteitsplanning van milieu en is derhalve niet als individueel project genoemd.

[6] N.b.: dit aantal zal zeer waarschijnlijk lager gaan uitvallen als gevolg van de bouwrecessie.

Bijlagen

Figuur 1.1 Dubbele regelkring

Bijlagen

Figuur 2.1 Risicomodule

Bijlagen

Tabel 2.2 Prioriteiten Veilig gebruik bouwwerken

Bijlagen

Tabel 2.3 Prioriteiten milieu

Bijlagen

Tabel 2.4 Prioriteiten Bouwen

Bijlagen

Tabel 2.5 Prioriteiten Ruimtelijke Ordening

Bijlagen

Tabel 2.6 Prioriteiten APV

Bijlagen

Figuur 4.1 Tafel van 11 analyse

Bijlagen

Figuur 4.2 Handhavingpyramide

Bijlagen

Figuur 4.3 Stappenplan strategie

Bijlagen

Figuur 6.1 Verbanden tussen prioriteiten

Bijlagen

Figuur 6.2 Vormen van controles

Bijlagen

Weging themas

Bijlagen

Bouwen

Bijlagen

Ruimtelijke ordening

Bijlagen

Veilig gebruik bouwwerken

Bijlagen

APV Hondenbeleid

Bijlagen

APV Evenementen