Wegsleepverordening Uithoorn 2008

Geldend van 19-03-2009 t/m heden

Intitulé

Wegsleepverordening Uithoorn 2008

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 juni 2008, nr. 21;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Wegsleepverordening Uithoorn 2008

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2: Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c, van de wet worden aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Uithoorn voor zover die behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3: Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: Daniël Goedkoopstraat 7 tot 9 te Amsterdam.

  • 2.

    De bewaarplaats is alle dagen 24 uur per dag voor het publiek geopend.

Artikel 4: Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

De kosten van overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats en het bewaren van een voertuig worden jaarlijks vastgesteld op grond van de tarieven van Dienst Stadstoezicht. Deze kosten worden door het college bij afzonderlijk besluit vastgesteld op grond van een opgave van de Dienst Stadstoezicht.

Artikel 5: Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid, excessieve overschrijding van de maximumsnelheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, zoals bedoeld in de artikel 130 vierde lid, artikel 164 zevende lid en artikel 174 eerste lid, zijn artikel 1,3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6: Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Wegsleepverordening Uithoorn 2004”, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 16 september 2004, nr. RV04.46 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op gevallen die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Uithoorn 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van Uithoorn van 11 september 2008, nr. 4.1/3.3.
de griffier, de voorzitter,
(Joh. A. Pot)  (mevr. H.L. Groen)

Tarieventabel 2014, zoals bedoeld in artikel 4 van de Wegsleepverordening Uithoorn 2008

De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats en het bewaren van een voertuig bedragen:

 

Tarief

Wegslepen

€ 373,- per voertuig

Bewaren

€ 30,- per dag

Het basistarief van € 373,- is inclusief de eerste dag opslag.

Vastgesteld door de burgemeester en wethouders van Uithoorn

Bij besluit van 8 december 2014, nr 17.

Toelichting algemeen

In de Wegenverkeerswet 1994 (hierna; “WVW 1994”) is bepaald dat de uitvoering van de wegsleepregeling een bevoegdheid is van het gehele college van burgemeester en wethouders.

Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

Verordening

In artikel 170 e.v. WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

  • 1.

    de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • 2.

    de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

  • 3.

    de aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

Op basis van het voorgaande is in september 2004 de Wegsleepverordening Uithoorn 2004 van kracht geworden. Hierin is in artikel 3 bepaald dat weggesleepte voertuigen bewaard zullen worden aan de Spinnerij 17 te Amstelveen, zijnde het bewaarterrein van het bergingsbedrijf Verbruggen B.V.

Gezien het feit dit bergingsbedrijf recentelijk is opgeheven, is de gemeente Uithoorn genoodzaakt een ander bergingsbedrijf aan te nemen. In overweging nemende de eerdere werkovereenkomst met de Dienst Stadstoezicht te Amsterdam en de goede ervaringen met dit bergingsbedrijf, is besloten om de uitvoering van de wegsleepregeling aan de Dienst Stadstoezicht te mandateren. Daartoe dient een nieuwe wegsleepverordening vastgesteld te worden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Ad d. Voertuig

Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, betreft: fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens.

Ad e. Motorrijtuig

Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de Uithoornse wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.

In dit artikel worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Uithoorn aangewezen als toepassingsgebied van de wegsleepverordening. Dat houdt in dat geparkeerde voertuigen kunnen worden verwijderd van de trottoirs, voor garagedeuren en in- en uitritconstructies alsmede van alle andere plaatsen waar sprake is van de noodzaak tot verwijdering in het belang van de veiligheid op de weg (art. 170, eerste lid, onder a WVW 1994) of het belang van de vrijheid van het verkeer (art. 170, eerste lid, onder b WVW 1994). In de regel zijn dit de plaatsen waar een voertuig niet behoort te worden geparkeerd.

In artikel 170 eerste lid onder c juncto artikel 2 van het Besluit is ook aangegeven dat een voertuig in het belang van het vrijhouden van bepaalde wegen en weggedeelten kan worden weggesleept, wanneer deze zijn aangewezen in de gemeentelijke wegsleepverordening en behoren tot de wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit.

Ingevolge artikel 170 eerste lid sub c WVW, juncto artikel 2 van het Besluit, juncto artikel 2 van de Wegsleepverordening Uithoorn 2008, kan in de gemeente Uithoorn van de volgende soorten wegen en weggedeelten worden weggesleept:

  • 1.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

  • 2.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

  • 3.

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, waarbij op een onderbord wordt aangegeven:

    • 1°.

      de categorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of

    • 2°.

      dat het parkeren op bepaalde dagen of uren is verboden;

  • 4.

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 5.

    parkeerplaatsen voor gehandicapten, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 6.

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 7.

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 8.

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 9.

    voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen worden aangewezen.

Het bewaarterrein van Dienst Stadstoezicht in de gemeente Amsterdam beschikt over voldoende capaciteit en is 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar/bereikbaar. Het bewaarterrein ligt echter op afzienbare reisafstand van Uithoorn maar is goed bereikbaar per openbaar vervoer (bus 170 en sneltram 51, halte Spaklerweg).

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid, excessieve overschrijding van de maximumsnelheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 6 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich.