Alcohol, drugs en medicijnbeleid 2013

Geldend van 01-09-2013 t/m heden

Intitulé

Alcohol, drugs en medicijnbeleid 2013

Alcohol en drugs

Artikel 1 Definities

  • a

    regeling:de “Regeling Alcohol-, Drugs- en Medicijngebruik gemeente Uithoorn 2013”;

  • b

    college:het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn;

  • c

    medewerker:hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in Openbare dienst werkzaam te zijn, alsmede hij met wie een arbeidsoverkomst naar burgerlijk recht is aangegaan (artikel 1:1 lid 1, sub a CAR), personen die (betaalde of niet betaalde) werkzaamheden voor de gemeente Uithoorn verrichten, anders dan in ambtelijk dienstverband zoals stagiaires; gedetacheerden en externen (inhuur);

  • d

    leidinggevende:de functionaris aan wie de medewerker volgens de hiërarchische structuur verantwoording verschuldigd is;

  • e

    alcohol: alcoholhoudende drank(en);

  • f

    drugs/softdrugs: de in de Opiumwet genoemde soorten drugs;

  • g

    medicijnen:geneesmiddelen die voorzien zijn van een waarschuwingssticker;

  • h

    werkterrein:de hele werkomgeving van de medewerker.

Artikel 2 Doel en reikwijdte

Het doel van deze regeling is om eenduidige regels over alcohol-, drugs- en medicijngebruik te stellen.

De gemeente Uithoorn wil met deze regeling de negatieve gevolgen van alcohol-, drugs- en medicijngebruik voorkomen, zoals ongevallen, materiële en immateriële schade, kwaliteitsvermindering van geleverde diensten en verzuim.

Deze regeling is van toepassing op alle medewerkers in dienst van de gemeente Uithoorn en op personen die (betaalde of niet betaalde) werkzaamheden voor de gemeente Uithoorn verrichten, anders dan in ambtelijk dienstverband.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid

De gemeente Uithoorn gaat er vanuit dat elke medewerker zijn eigen verantwoordelijkheden neemt ten aanzien van alcohol-, drugs- en medicijngebruik en dat goed ambtenaarschap en de goede naam van de gemeente te allen tijde voorop staan.

Artikel 4 Procedure

De direct leidinggevende deelt aan de medewerker mee, dat hij kennelijk gebruik van alcoholhoudende drank, drugs- en/of medicijngebruik vermoedt en geeft opdracht tot het staken van de werkzaamheden.

De direct leidinggevende legt de situatie schriftelijk vast en neemt dit op in het personeelsdossier van de betrokken werknemer. Er wordt van elk gesprek een verslag gemaakt en dit verslag wordt opgenomen in het personeelsdossier.

Indien de betrokken medewerker onder invloed van alcohol, drugs en/of medicijnen blijkt te zijn, wordt hem namens het college de toegang tot het werkterrein ontzegd conform artikel 15:1:19 CAR/UWO. De werkgever biedt de medewerker vervoer aan.

De betrokken medewerker kan zijn werkzaamheden weer hervatten op het moment dat de direct leidinggevende van mening is dat er niet langer sprake is van de onder lid 1 van dit artikel beschreven situatie.

Artikel 5 Alcohol

Het is verboden om tijdens werktijd alcohol te nuttigen.

Wanneer de medewerker na een bijeenkomst (recepties, personeelsbijeenkomsten of bijeenkomsten na afloop van een raadsvergadering) weer aan het werk moet, is het gebruik van alcoholische dranken alsnog verboden.

Het is niet toegestaan tijdens het werk alcohol in bezit te hebben, met uitzondering van alcoholische dranken in ongeopende verpakking.

Het is verboden om op de werkplek alcohol te verhandelen.

Artikel 6 Drugs

Het is verboden onder werktijd drugs te gebruiken en/of in bezit te hebben.

De medewerker mag geen werkzaamheden verrichten als hij onder invloed is van drugs.

Het is verboden om op de werkplek drugs te verhandelen.

Medicijnen

De medewerker is verantwoordelijk voor het verantwoord gebruik van medicijnen.

Slechts op voorschrift van een bevoegde arts is het voorgeschreven gebruik van medicijnen, die de geestelijke en/of lichamelijke vaardigheden kunnen beïnvloeden, toegestaan.

De medewerker dient de waarschuwingen en mogelijk neveneffecten van medicijnen in acht te nemen en hiernaar te handelen.

Indien een medewerker geneesmiddelen gebruikt, die voorzien zijn van een waarschuwingssticker waarop staat vermeld, dat deze het reactievermogen wezenlijk kan beïnvloeden, dan is hij verplicht dit aan zijn leidinggevende te melden. Er moet worden bekeken of de werkzaamheden kunnen worden voortgezet.

Het is verboden om op de werkplek medicijnen te verhandelen.

Artikel 8 Sancties

Als blijkt dat het alcohol, drugs- en/of medicijngebruik door de medewerker blijft bestaan en van invloed is op het werk, dan worden er sancties toegepast. Wel moet nadrukkelijk worden vermeld, dat het gaat om gebruik waarvan de effecten in werktijd waarneembaar zijn.

Wanneer de medewerker terugvalt in zijn gedrag, dan wordt hem de toegang tot het werkterrein ontzegd en ontvangt hij een waarschuwing in de vorm van disciplinaire straf, variërend van een schriftelijke berisping tot het inzetten van een ontslagprocedure door de werkgever.

Overtreding van deze regeling door personen die (betaalde of niet betaalde) werkzaamheden voor de gemeente Uithoorn verrichten, anders dan in ambtelijk dienstverband, wordt opgenomen met de direct leidinggevende van deze persoon. Het overtreden van deze regeling kan leiden tot:

  • a

    het geven van een waarschuwing via de ingeleende organisatie;

  • b

    het herzien van afspraken over de samenwerking;

  • c

    het herzien van afspraken over de te factureren arbeidsduur;

  • d

    ontbinden van de overeenkomst.

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Het college kan in individuele gevallen beslissen tot een afwijking van de regeling. Dit kan in die gevallen waarin deze regeling naar hun oordeel niet of niet naar redelijkheid voorziet.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling Alcohol-, Drugs- en Medicijngebruik gemeente Uithoorn 2013” en treedt in werking op 1 september 2013.

Daar waar in deze regeling de hij-vorm wordt gehanteerd is ook de zij-vorm van toepassing en waar “de gemeente Uithoorn” wordt gehanteerd, wordt hiermee ook de G2 bedoeld.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van B&W d.d. 22 juni 2013, nummer 006.