Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregels jeugdhulp Urk 2017

Geldend van 02-11-2017 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleidsregels jeugdhulp Urk 2017

Begripsbepalingen

In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    Informeel netwerk: een verzamelnaam voor betekenisvolle figuren (familie, vrienden, kennissen, bekenden) dat functioneert als ondersteuningsbron voor het eigen welzijn en welbevinden.

  • -

    CAK: Centraal Administratie Kantoor

  • -

    Niet-professional: vrijwilliger zonder een relevante afgeronde opleiding, veelal een persoon uit het informeel netwerk.

  • -

    Sociaal netwerk: het gehele palet van informele en formele zorg tot en met specialistische zorg.

  • -

    Sociaal zorgnetwerk: overleg van professionals uit verschillende beroepsgroepen, eventueel aangevuld met personen uit de specialistische zorg. Het sociaal zorgnetwerk is onderverdeeld in twee sociale zorgteams; Team Jeugd 18- Team Volwassenen 18+.

Inleiding

Jeugdwet

Vanuit de Jeugdwet is de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp met ingang van 1 januari 2015 bij de gemeente belegd. Nadrukkelijk is hierbij het uitgangspunt dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders zelf ligt. Als het eigen probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en hun informeel netwerk ontoereikend is, dan heeft de gemeente de plicht om te voorzien in jeugdhulp die passend is bij de vragen en behoeften van de jeugdige en/of zijn ouders.

Beleidsplan

In het beleidsplan ´Zorg voor elkaar` wordt de gemeentelijke visie omschreven wat de invoering van de drie nieuwe wetten voor Urk betekent. Daarnaast zien de zes Flevolandse gemeenten de decentralisatieopgaven als kans om samenwerking verder vorm te geven met als uitgangspunt ´Lokaal waar mogelijk, regionaal waar nodig`. De uitwerking hiervan is omschreven in het Regionaal Beleidsplan Jeugdhulp Flevoland. Beide beleidsplannen sluiten naadloos op elkaar aan.

Verordening

De vormen van jeugdhulp, de procedure voor jeugdhulp en regels voor persoonsgebonden budget (pgb) worden omschreven in de verordening jeugdhulp Urk 2015. Ook regels voor kwaliteit en inspraak worden in de verordening nader uitgewerkt.

Beleidsregels

In de verordening wordt verwezen naar beleidsregels. Het opstellen en uitvoeren van beleidsregels is door de gemeenteraad gemandateerd aan het college en is de verdere concretisering van het beleidsplan en de verordening. In beleidsregels worden werkwijzen, procedures en criteria voor jeugdhulp uitgewerkt.

Juridische status

Beleidsregels ontlenen hun status aan artikel 4.81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht: "Een bestuursorgaan kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid."

Grondgedachte

Niet het aanbod van de voorzieningen staat centraal, maar de vraag van de inwoner en de eigen mogelijkheden van de inwoner. Wat kan de hulpvrager zelf? Wat is zijn eigen kracht en zijn eigen verantwoordelijkheid? Wat kan zijn informele netwerk doen?

Iedere inwoner doet, naar eigen vermogen op maximaal niveau, mee aan de samenleving. Blijkt de eigen kracht van de jeugdige, zijn ouders en hun informele netwerk ontoereikend dan wordt ondersteuning geboden. De ondersteuning die wordt aangeboden is integraal, gericht op 1Gezin1Plan en vanuit de gedachte: “Goed is goed genoeg”.

Vormen van jeugdhulp

Zoals in de verordening staat omschreven stelt het college in deze beleidsregels vast welke algemene en individuele voorzieningen beschikbaar zijn.

Algemene voorziening

Voor een deel van de hulpvragen kan worden volstaan met een algemene (jeugdhulp)voorziening. Hier kunnen de jeugdige en/of zijn ouders gebruik van maken zonder dat daarvoor een toegangsbeoordeling benodigd is. Een toegangsbeoordeling is een verwijzing of een besluit van de gemeente. De jeugdige en zijn ouders kunnen zich voor deze jeugdhulp dus rechtstreeks tot het Centrum voor Jeugd en Gezin of Caritas wenden. De volgende algemene voorzieningen worden aangeboden:

  • ·

    Informatie

  • ·

    Opvoedadvies

  • ·

    Opgroeiadvies

  • ·

    Cursus ´Peuterinzicht`

  • ·

    Cursus ´Opvoeden zo`

  • ·

    Schoolmaatschappelijk werk

  • ·

    Algemeen maatschappelijk werk

  • ·

    Jongerencoaching

  • ·

    Buddytraject ´Een goeie moat kan gien kwoad!`

  • ·

    Ambulant jongerenwerk

  • ·

    Ambulant meidenwerk

  • ·

    Participatiebevordering

  • ·

    Groepstrainingen voor jeugdigen gericht op sociale vaardigheden, weerbaarheid, etc.

  • ·

    Video-Hometraining

  • ·

    Familieberaden

  • ·

    Activiteiten gericht op sport, spel en (culturele) ontmoetingsmogelijkheden

Individuele voorziening

Een individuele voorziening is niet vrij toegankelijke jeugdhulp, zoals vastgelegd in de verordening jeugdhulp Urk 2015, artikel 2. De jeugdige en/of zijn ouders kunnen alleen gebruik maken van een individuele voorziening na een toegangsbeoordeling. De procedure van de toegangsbeoordeling wordt in hoofdstuk 2 verder toegelicht. De volgende individuele voorzieningen zijn na een besluit van de gemeente beschikbaar:

  • ·

    Hulp, ondersteuning, diagnostiek en behandeling van of omgaan met psychische problemen en/of stoornissen

  • ·

    Hulp, ondersteuning bij psychosociale problemen, of bij een verstandelijke beperking van de jeugdige

  • ·

    Ondersteuning bij opvoedingsproblemen van de ouders of bij adoptie gerelateerde problemen

  • ·

    Bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer ondanks beperkingen

  • ·

    Gesloten jeugdhulp

  • ·

    Gedwongen jeugdhulp (ter uitvoering van een jeugdbescherming- of jeugdreclasseringmaatregel)

  • ·

    Pleegzorg

  • ·

    (Semi)residentiële hulp in vrijwillig kader

  • ·

    Specialistische dagactiviteiten en (persoonlijke) verzorging

  • ·

    Kortdurend Verblijf

  • ·

    Spoedeisende zorg (crisisopvang 24-uurs en ambulant)

  • ·

    Onderzoek en advies bij huiselijk geweld en kindermishandeling

De jeugdige en/of zijn ouders kunnen alleen gebruik maken van een individuele voorziening na een toegangsbeoordeling. Een toegangsbeoordeling is een verwijzing of een besluit van of namens het college, of zoals in de verordening (artikel 5) staat omschreven, het toekennen van een individuele voorziening. Deze toegangsbeoordeling is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Aansluitend op de verordening stelt het college in deze beleidsregels vast dat het sociaal zorgnetwerk in het proces van toegangsbeoordeling een belangrijke rol speelt. Het sociaal zorgnetwerk is geformeerd met professionals uit de formele zorg, algemene en specialistische voorzieningen. Van alle organisaties wordt verwacht dat ze integraal samenwerken en kwalitatief goede zorg leveren vanuit 1Gezin1Plan.

Het sociaal zorgnetwerk is onderverdeeld in twee sociale zorgteams (18- en 18+) met als doel het reguleren en indien nodig het organiseren van complexe hulpverlening. De twee sociale zorgteams hebben mandaat van het college om toegangsbeoordelingen uit te voeren. Voor de jeugdige en/of zijn ouders is Team Jeugd 18- samengesteld.

Jeugdigen en/of hun ouders kunnen zich wenden tot één van de toegangspartners met een hulpvraag. Zo spoedig mogelijk vindt dan een gesprek plaats met als doel de hulpvraag nader te verkennen. Team Jeugd 18-:

  • ·

    Bespreekt de casus (bij voorkeur in aanwezigheid hulpvrager) in hun team

  • ·

    Bepaalt wie de coördinatie op zich neemt

  • ·

    Laat indien nodig objectieve screening uitvoeren door een gedragswetenschapper of Arbo-arts

  • ·

    Zet informele, vrij toegankelijke en niet-vrij toegankelijke jeugdhulp in

  • ·

    Werkt volgens 1Gezin1Plan

  • ·

    Zorgt dat waar nodig en in afstemming met de voorzitter, specialistische kennis wordt toegevoegd aan het team

Inleiding

Een persoonsgebonden budget is een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken. Bij een pgb hebben zij de vrijheid om zelf te kiezen welke zorgverleners zij willen en op welke tijdstippen zij de begeleiding wensen te ontvangen. Een pgb kan niet worden aangevraagd voor een algemene voorziening. Het college stelt in deze beleidsregels vast dat ook reiskosten, feestdagenuitkeringen, tussenpersonen en/of belangenbehartigers niet vanuit het pgb betaald mogen worden.

Zoals in de verordening staat omschreven stelt het college in deze beleidsregels vast op welke wijze de hoogte van een pgb wordt vastgesteld en onder welke expliciete voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort het informele netwerk of een niet-professional.

Voorwaarden

  • 1.

    Jeugdhulp uitgevoerd middels een pgb is alleen mogelijk als de jeugdige en/of zijn ouders aan kunnen tonen dat er geen toereikend aanbod aan jeugdhulp beschikbaar is.

  • 2.

    De uitgevoerde jeugdhulp middels een pgb moet veilig, effectief, kwalitatief en cliëntgerichtheid toereikend zijn.

  • 3.

    Jeugdhulp middels een pgb geboden door een niet-professional en/of iemand vanuit het informele netwerk is alleen mogelijk, als expliciet kan worden aangetoond dat dit leidt tot een betere en effectievere ondersteuning en dat dit aantoonbaar doelmatig is. Bijvoorbeeld om de ondersteuning flexibeler in te kunnen zetten.

  • 4.

    De persoon vanuit het informeel netwerk en/of niet-professional heeft aangegeven dat de zorg aan de belanghebbende voor hem niet tot overbelasting leidt.

  • 5.

    De pgb jeugdhulp uitgevoerd door een niet-professional of iemand vanuit het informele netwerk, kan niet ingezet worden voor behandeling en/of kort verblijf.

  • 6.

    De jeugdige of zijn ouders stellen een plan op waarin wordt aangegeven welke pgb begeleiding noodzakelijk is en op welke manier deze begeleiding uitgevoerd gaat worden. Het plan omschrijft concrete doelen inclusief de meerwaarde voor de korte en lange termijn.

  • 7.

    De overwegingen voor de keuze tussen pgb en/of zorg in natura moeten opgenomen worden in het plan. Ook de aspecten veiligheid, deskundigheid, verplichtingen en verantwoordelijkheden worden expliciet opgenomen in het plan.

  • 8.

    Er wordt geen pgb verstrekt als het gaat om jeugdhulp aan een minderjarige of zijn ouders in het kader van een door de rechter opgelegde kinderbeschermingsmaatregel, een vorm van jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp.

  • 9.

    Controle vindt minimaal één keer per jaar plaats en richt zich op de afspraken in het plan. In iedere individuele beschikking waarin een pgb wordt toegekend wordt de frequentie van de controle vastgelegd.

  • 10.

    De aanvrager van het pgb moet bekwaam zijn voor het houden van een pgb.

  • 11.

    Een goede beheersing van de Nederlandse taal is een vereiste.

Financiële voorwaarden

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten welke worden ingekocht bij een aanbieder die in loondienst werkzaam is bij een organisatie die staat ingeschreven in het handelsregister als zijnde aanbieder van maatschappelijke ondersteuning/jeugdhulp, bedraagt in ieder geval niet meer dan 100% van het tarief waarvoor het college deze diensten heeft ingekocht.

  • 2.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten welke worden ingekocht bij een aanbieder die niet in loondienst werkzaam is bij een organisatie als bedoeld in het vorige lid, maar wel als beroepskracht kan worden aangemerkt, bedraagt in ieder geval niet meer dan 75% van het tarief waarvoor het college deze diensten heeft ingekocht.

  • 3.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten welke worden ingekocht bij een persoon uit het informeel netwerk van de cliënt bedraagt in ieder geval niet meer dan 50% van het tarief waarvoor het college deze diensten heeft ingekocht.

Voor inwoners van de gemeente Urk geldt geen vrij besteedbaar bedrag.

TrekkingsrechtBij het pgb wordt een model van trekkingsrechten gehanteerd. Pgb-houders krijgen per 1 januari 2015 geen geld meer op de rekening, maar moeten zorgafname declareren bij de Sociale Verzekeringsbank. De Sociale Verzekeringsbank betaalt direct aan de aanbieders die de begeleiding leveren, de afgesproken eenheidsprijs. Voor de uitbetaling aan de hulp en enkele bijkomende administratieve zaken is de gemeente verplicht om de Sociale Verzekeringsbank in te schakelen. De Sociale Verzekeringsbank toetst ook de zorgovereenkomsten die pgb-houders afsluiten op arbeidsrechtelijke aspecten.

Fraude en terugvordering

Het college zet in op fraudepreventie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college ouders en jeugdigen informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een jeugdhulpvoorziening dan wel persoonsgebonden budget zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Het college beoordeelt, al dan niet steekproefsgewijs, de besteding van het persoonsgebonden budget als bedoeld in deze beleidsregels. Tevens beoordeelt het college of de jeugdigen en zijn ouders nog voldoet aan de criteria om voor een persoonsgebonden budget in aanmerking te komen. Het college kan op basis van deze beoordeling het besluit tot toekenning van een individuele voorziening in natura of persoonsgebonden budget herzien of intrekken en/of:

  • 1.

    Het ten onrechte of tot een te hoog bedrag genoten aan persoonsgebonden budget terugvorderen.

  • 2.

    De geldwaarde van een individuele voorziening in natura terugvorderen.

Gebruikelijke zorg

Met gebruikelijke zorg wordt de hulp en zorg bedoeld waarvan naar algemeen aanvaardbare maatstaven gangbaar wordt geacht dat ouders die aan hun kind bieden. Zoals bijvoorbeeld het bieden van een veilige omgeving en het ondersteunen in de dagstructuur.

De Jeugdwet kent geen regels over (boven)gebruikelijke zorg, dit kan elke gemeente zelf bepalen. Een overzicht met uitgangspunten gebruikelijke zorg zijn als bijlage toegevoegd. Objectief onderzoek vindt plaats vanuit Team Jeugd 18- zodat nadrukkelijk maatwerk geleverd kan worden. Tijdens dit onderzoek wordt beoordeeld welk deel van de benodigde zorg voortkomt uit problemen en/of stoornissen van de jeugdige. Vervolgens wordt beoordeeld welk deel van deze zorg onder gebruikelijke zorg valt.

Familiegroepsplan

Zoals reeds aangegeven ligt de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders zelf. Ouders en jeugdigen moeten versterkt worden in hun eigen kracht en zoveel mogelijk zelf de regie houden wanneer zij kampen met problemen. Een familiegroepsplan kan daarbij een belangrijk instrument zijn. In een familiegroepsplan kunnen ouders zelf aangeven hoe ze zelf de opvoed- en opgroeisituatie voor hun kind(eren) willen verbeteren.

In het plan staat wat zij zelf kunnen doen, wat hun omgeving kan bijdragen, welke vorm van professionele hulp/ondersteuning nodig is en het plan bevat eveneens de concreet te behalen doelen. Indien nodig wordt een casuscoördinator toegewezen welke verantwoordelijk wordt voor de samenhang van de ondersteuning. Elke aanbieder van jeugdhulp, ook de gecertificeerde instelling als sprake is van een ondertoezichtstelling, moet bij het leveren van hulp als eerste de mogelijkheid bieden om een familiegroepsplan op te stellen tenzij:

  • ·

    De ouders aangeven dat zij geen gebruik wensen te maken van de mogelijkheid een familiegroepsplan op te stellen, of

  • ·

    Als concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind aanleiding geven van een familiegroepsplan af te zien of de belangen van het kind anderszins geschaad worden.

Bij het uitoefenen van voogdij (als de ouders uit het ouderlijk gezag ontheven of ontzet zijn) of bij de uitvoering van jeugdreclassering hoeft de gecertificeerde instelling niet de mogelijkheid aan te bieden aan het gezin om eerst zelf te komen tot een familiegroepsplan. 

1Gezin1Plan

Inwoners kunnen te kampen hebben met problemen op meerdere leefgebieden en daarvoor ondersteuning krijgen door een netwerk van partijen. In dat geval moet de ondersteuning integraal vorm gegeven worden Dat betekent dat wordt gewerkt op basis van 1Gezin1Plan, waarbij indien nodig een casuscoördinator verantwoordelijk wordt gemaakt voor de samenhang van de ondersteuning. Het uitgangspunt van 1Gezin1Plan is: waar meerdere organisaties bij een gezin betrokken zijn, moeten de in het gezin actieve hulpverleners met elkaar samenwerken als collega’s in één team.

Inspraak en medezeggenschap

Het college is in 2014 reeds gestart met een zeer zorgvuldige voorbereiding op de nieuwe taken voor de gemeente. Het beleidsplan, verordening en beleidsregels zijn gaandeweg ontstaan op basis van bijeenkomsten, vragen van maatschappelijke instellingen en naar aanleiding van de gesprekken met onder meer vertegenwoordigers van cliënten.

Er is in de afgelopen periode veelvuldig contact geweest met de raad- en commissieleden, maatschappelijke organisaties, zorginstellingen, cliëntenorganisaties en met kerken. Voor deze overleggen zijn diverse werkvormen gebruikt om met elkaar te blijven zoeken naar de best passende zorg op Urk. Deze communicatielijn wordt blijvend gecontinueerd.

Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen bepalingen van deze beleidsregels buiten toepassing laten, indien deze gelet op het doel ervan tot onbillijkheden van overwegende aard kunnen leiden. En in alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorziet, beslist het college.

Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels jeugdhulp Urk 2017.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels vervallen de Beleidsregels jeugdhulp Urk 2015 zoals die zijn vastgesteld op 9 december 2014.

  • 3.

    Deze beleidsregels treden in werking na de dag van bekendmaking.

Aldus besloten in de collegevergadering van 31 oktober 2017,

de secretaris, de voorzitter,

Bijlage Uitgangspunten gebruikelijke zorg

Jeugdigen van 0 tot 3 jaar:

  • ·

    Hebben bij alle activiteiten zorg van een ouder nodig.

  • ·

    Ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig.

  • ·

    Zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen.

  • ·

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling.

  • ·

    Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Jeugdigen van 3 tot 5 jaar:

  • ·

    Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand.

  • ·

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling.

  • ·

    Kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen.

  • ·

    Ontvangen zindelijkheidstraining van ouders/verzorgers.

  • ·

    Hebben gedeeltelijk hulp en volledig stimulans en toezicht nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen.

  • ·

    Hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding.

  • ·

    Zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven.

  • ·

    Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Jeugdigen van 5 tot 12 jaar:

  • ·

    Hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/week.

  • ·

    Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand.

  • ·

    Hebben toezicht nodig en oplopend nog maar weinig hulp bij hun persoonlijke verzorging.

  • ·

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling.

  • ·

    Zijn overdag zindelijk, en 's nachts merendeels ook, ontvangen zonodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers.

  • ·

    Hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrijetijdsbesteding gaan.

  • ·

    Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Jeugdigen van 12 tot 18 jaar:

  • ·

    Hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen.

  • ·

    Kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden.

  • ·

    Kunnen vanaf 16 jaar kunnen oplopend iets langere tijd alleen gelaten worden.

  • ·

    Kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen.

  • ·

    Hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig.

  • ·

    Hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding.

  • ·

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling.

  • ·

    Hebben tot 18 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.