Uitvoeringsregeling opleidings- en ontwikkelingsfaciliteiten

Geldend van 27-02-2004 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2003

Intitulé

Uitvoeringsregeling opleidings- en ontwikkelingsfaciliteiten

Burgemeester en Wethouders van Urk,gelezen het rapport van 17 december 2003 van de afdeling Personeel en Organisatie over het onderwerp reiskostenvergoeding per 1 januari 2004;gelet op het advies van de Ondernemingsraad van 15 december 2003;gelet op de bereikte instemming van de commissie voor Georganiseerd Overleg via de regiobestuurder van CNV Publieke Zaak tijdens het overleg op 27 februari 2004;besluiten:vast te stellen de navolgende verordening:<vet>‘Uitvoeringsregeling opleidings- en ontwikkelingsfaciliteiten’</vet>

Artikel 17.1

  • 1. De in artikel 17:1:1 van de CAR/UWO te volgen opleiding en de te ondernemen ontwikkelingsactiviteiten, zoals opgenomen in het ontwikkelingsgericht functioneringsgesprek, worden verleend voor een termijn, die wordt afgeleid van de normaal te achten duur van de opleiding en de te ondernemen ontwikkelingsactiviteiten. Deze termijn wordt in deel 2 van het formulier ontwikkelingsgericht functioneringsgesprek opgenomen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde termijn wordt geacht in elk geval te zijn verstreken op de datum waarop het dienstverband van de ambtenaar met de gemeente eindigt.

Artikel 17.2

De ambtenaar aan wie in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan opgenomen opleiding en ontwikkelingsactiviteiten zijn toegekend, is verplicht zich te onderwerpen aan de examen(s)! toets(en)! tentamen(s) die voor de betreffende opleiding en ontwikkelingsactiviteiten gelden, tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd. De uitslag van de examen(s)/toets(en)/tentamen(s) die voor de betreffende opleiding en ontwikkelingsactiviteiten gelden dient aan burgemeester en wethouders te worden meegedeeld.

Artikel 17.3

  • 1. Conform lid 4 van artikel 17:1:1 van de CAR/UWO worden de kosten die gemaakt worden in het kader van de in deel 2 van het formulier ontwikkelingsgericht functioneringsgesprek opgenomen opleiding en ontwikkelingsactiviteiten volledig bekostigd, mits deze passen in het gemeentelijk opleidingsplan.

  • 2. Het vergoeden van een opleiding en ontwikkelingsactiviteiten kan slechts plaatsvinden voorzover het opleidingsbudget toereikend is. Mochten een opleiding en ontwikkelingsactiviteiten in aanmerking komen voor vergoeding, maar niet meer passen binnen de begroting van het opleidingsplan, dan kan afgesproken worden dat het volgen van deze opleiding en/of ontwikkelingsactiviteiten wordt uitgesteld.

  • 3. Met betrekking tot de opleiding en ontwikkelingsactiviteiten waarvoor op grond van lid 1 een volledige vergoeding voor deelname-, cursus-, les- of collegegelden, examen- en diplomagelden wordt verstrekt, wordt een volledige vergoeding gegeven voor studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de opleiding en ontwikkelingsactiviteiten verband houdende boeken.

  • 4. Met betrekking tot de opleiding en ontwikkelingsactiviteiten waarvoor op grond van lid 1 een volledige vergoeding voor deelname, cursus-, les- of collegegelden, examen- en diplomagelden wordt verstrekt, wordt een volledige vergoeding gegeven voor noodzakelijke reiskosten, met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer en dat geen vergoeding wordt gegeven, indien de lessen worden gevolgd of het examen wordt afgelegd binnen het woongebied. Indien gereisd wordt met eigen auto, wordt de vergoeding berekend op basis van € 0,18 (onbelast) per gereden kilometer.

  • 5. Vergoeding van verblijfkosten vindt slechts plaats indien de betreffende kosten een verplicht onderdeel uitmaken van de opleiding. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de kosten die daarvoor door of namens het opleidingsinstituut in rekening worden gebracht. Kosten van eigen consumpties verband houdende met het volgen van de opleidings of ontwikkelingsactiviteit komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 17.4

  • 1. Vergoeding van kosten op grond van artikel 17:1:1:3 wordt eerst gegeven, nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard dat hij uit dien hoofde genoten bedragen zal terugbetalen, indien:

    • a.

      hij de opleiding en ontwikkelingsactiviteiten waarvoor de vergoeding is verleend, be&#xEB;indigt voor dat de in artikel 17:1:1:1 bedoelde termijn is verstreken, zonder dat de opleiding en ontwikkelingsactiviteiten tot het behalen van een diploma! certificaat hebben geleid;

    • b.

      indien de ambtenaar de in artikel 17:1:1:2 bedoelde opgelegde verplichting niet nakomt;

    • c.

      de ambtenaar op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de opleiding en ontwikkelingsactiviteiten waarvoor vergoeding is toegekend of binnen twee jaar na het behalen van het voor de betreffende opleiding en ontwikkelingsactiviteiten geldende diploma/certificaat;

    • d.

      de ambtenaar op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaar na het be&#xEB;indigen van de opleiding en ontwikkelingsactiviteiten zonder dat het door hem na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 17:1:1:1 afgelegde examen, toets, tentamen tot het behalen van een diploma heeft geleid.

  • 2. De terugbetalingsverplichting op grond van het gestelde in het eerste lid, onder a, van dit artikel vervalt, indien voortzetting van de opleiding en ontwikkelingsactiviteiten niet kan worden verlangd vanwege omstandigheden die in alle redelijkheid niet aan de ambtenaar zijn toe te rekenen. Geen terugbetaling op grond van het gestelde in het eerste lid onder c. en d, behoeft te geschieden, indien de ambtenaar aansluitend aan zijn ontslag een betrekking aanvaardt, waaraan het deelnemerschap van het pensioenreglement is verbonden.

  • 3. Het bedrag gemoeid met de terugbetalingsverplichting, op grond van het gestelde in het eerste lid, wordt berekend over het geheel van alle in de betreffende jaren, in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan, toegekende bedragen.

  • 4. Indien op de datum van ingang van het ontslag van de in het eerste lid, onder c. en d, bedoelde termijn van twee jaren, tenminste één jaar is verstreken, blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot 1/24 deel van de op grond van lid 3 berekende bedragen, voor iedere volle kalendermaand die aan de termijn van twee jaar ontbreekt.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de ambtenaar op zijn verzoek, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling.

Artikel 17.5

  • 1. Opleidingen en ontwikkelingsactiviteiten in het kader van het opleidingsplan dienen zoveel mogelijk in eigen tijd te worden gevolgd.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 15:1:27, eerste lid van de CAR/UWO wordt voor het volgen van lessen! bijeenkomsten die volledig binnen de voor de ambtenaar geldende werktijd worden gegeven, verlof met behoud van bezoldiging verleend, tot ten hoogste 7,2 uur per week, gemiddeld over een jaar berekend.

  • 3. Aan een ambtenaar die een opleiding en ontwikkelingsactiviteiten volgt waarvan de lessen! bijeenkomsten gedeeltelijk binnen de voor de ambtenaar geldende werktijd worden gegeven, wordt studieverlof verleend, gelijk aan het verschil tussen de voor die dag regulier door de ambtenaar te werken uren (met een maximum van 7,2 uur per dag) en de daadwerkelijk op die dag door de ambtenaar gewerkte uren

  • 4. Aan een ambtenaar die een opleiding en ontwikkelingsactiviteiten volgt waarvan de lessen! bijeenkomsten geheel buiten de voor de ambtenaar geldende werktijd of op een roostervrije dag worden gegeven, kan studieverlof worden verleend. Indien studieverlof wordt toegekend geldt daarbij een minimum van 3,6 uur per vier weken en een maximum van 3,6 uur per week. Bij een toekenning wordt rekening gehouden met de aard van de opleiding en de persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar.

Artikel 17.6

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze lokale regeling nadere regels vaststellen en/of zijn bevoegd in gevallen waarin deze lokale uitvoeringsregeling niet of niet in redelijkheid voorziet, een voorziening te treffen.

Artikel 17.7

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2003.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Urk, gehouden op 27 februari 2004,De burgemeester, De secretaris,