Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van Urk

Geldend van 22-05-1999 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van Urk

Burgemeester en wethouders van de gemeente Urk;

gelet op artikel 52 van de Gemeentewet;

besluiten:vast te stellen het volgende:

‘Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van Urk’

Aantal en plaats der vergaderingen

Artikel 1

1. Het college van burgemeester en wethouders vergaderen in de regelen éénmaal per week op een in onderling overleg vast te stellen dat en voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee wethouders dit nodig achten.

2. De vergaderingen worden in de regel gehoude in de vergaderkamer van burgemeester en wethouders.

Oproep

Artikel 2

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 56, tweede lid, van de Gemeentewet worden de gewone vergaderingen zonder schriftelijke oproeping gehouden.

2. Indien de voorzitter een buitengewone vergadering nodig acht roept hij deze bijeen.

3. Indien twee of meer wethouders een buitengewone vergadering nodig achten, verzoeken zij de voorzitter deze bijeen te roepen. Indien de voorzitter de vergaderingen niet binnen 48 uur belegt, zijn de verzoekers gerechtigd zelf een vergadering bijeen te roepen.

Verhindering

Artikel 3

1. Wanneer een lid verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de voorzitter.

2. Wanneer de voorzitter verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan degene, die hem op grond van artikel 77, lid 1, van de Gemeentewet vervangt.

3. Wanneer de secretaris verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de voorzitter of diens vervanger, alsmede aan de loco-secretaris.

Agenda

Artikel 4

1. Voor elke vergadering stelt de secretaris een agenda samen, die aan de leden wordt uitgereikt op de aan de vergaderingsdag voorafgaande dag.

2. De agenda vermeldt de te behandelen onderwerpen.

3. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter onderwerpen ter behandeling aan de agenda toevoegen.

Behandeling der stukken

Artikel 5

1. Aan de leden van het college wordt, spoedeisende gevallen als bedoeld in artikel 4, lid 3, uitgezonderd, gelegenheid gegeven van de stukken kennis te nemen vóór de aanvang van de vergadering, waarin zij aan de orde zullen worden gesteld.

2. De wijze en het tijdstip van indieining der stukken, alsmede de verdere behandeling daarvan ter voorbereidin g van de vergadering, worden bij afzonderlijk besluit van het college geregeld.

Artikel 6

1. Op de ter inzage gegeven stukken of adviezen wordt ruimte gereserveerd, waarin de leden door het plaatsen van hun paraaf kunnen aangeven, dat zij met het advies instemmen, dan wel bespreking van het stuk verlangen.

2. Stukken of adviezen, ten aanzien waarvan alle leden, door het stellen van een paraaf hebben te kennen gegeven, dat zij met het daarop betrekking hebbende advies instemmen, worden niet in bespreking gebracht. Het besluit is in dat geval genomen conform het uitgebracht advies.

3. Het onder twee vermelde is van overeenkomstige toepassing op stukken waarvan de afdoenning op grond van een regeling van interne werkverdeling aan een of meer leden van het college is opgedragen (mandaat);

4. Van de in de leden 2 en 3 bedoelde stukken en de daaromtrent genomen besluiten worden door de zorg van de secretaris lijsten opgesteld.

Orde der vergadering

Artikel 7

1. De voorzitter regelt de volgorde van de werkzaamheden en is belast met de handhaving van de orde in de vergadering.

2. Na opening van de vergadering stelt de voorzitter de behandeling aan de orde van de onderwerpen die op de agenda zijn vermeld.

Verslaglegging

Artikel 8

1. De secretaris draagt er zorg voor dat:

a. de genomen besluiten in het kort op de stukken worden vermeld;

b. aantekening wordt gehouden van alle overige in bespreking gebrachte onderwerpen en te dien aanzien genomen besluiten;

c. een lijst wordt aangelegd waarin alle genomen besluiten zijn vermeld;

d. indien bij het nemen van besluiten is afgeweken van de voorgelegde adviezen, zo nodig in de aantekening op het stuk de reden, die tot deze afwijking heeft geleid, wordt vermeld;

e. op de onder c vermelde lijst de namen van de aanwezige en afwezige leden worden vermeld.

2. De lijst bedoeld in lid 1, onder c, wordt in de regel in de volgende vergadering aan het college ter goedkeuring voorgelegd.

Portefeuilleverderling

Artikel 9

1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van ieder van de leden welke zaken het lid in het bijzonder ter voorbereiding en uitvoering zullen worden toevertrouwd.

2. Bij verhindering of ontstentenis van één van de wethouders worden diens werkzaamheden, zonodig, door een of meer der overige wethouders verricht op de wijze zoals burgemeester en wethouders bepalen.

Artikel 10

Zo nodig met afwijking van de verdeling van de werkzaamheden krachtens artikel 9 kunnen burgemeester en wethouders de voorbereiding van bepaalde zaken opdragen aan één of meer door hen aan te wijzen leden.

Stemmingen

Artikel 11

1. Nadat de beraadslaging over een ondewerp is gesloten, wordt zonodig tot stemming over gegaan.

2. Wanneer geen der leden stemming vraagt wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

3. Ieder lid dat zich tegen een voorstel heeft uitgesproken kan verlangen dat daarvan aantekening wordt gemaakt op de lijst van besluiten, bedoeld in artikel 8, lid 1, sub c.

4. De stemming over zaken geschiedt mondeling. De leden stemmen met de woorden 'voor' of 'tegen', zonder enige bevoeging. De stemming wordt gedaan in volgorde van het aantal jaren dat de wethouders achtereenvolgens deel uitmaken van het college, het eerste door het lid dat het kleinste aantal jaren wethouder is en zo vervolgens, het laatst door de voorzitter. In het geval dat twee of meer wethouders een gelijk aantal jaren deel uitmaken van het college stemt van hen de in leeftijd jongste wethoudeer het eerst en zo vervolgens, onverlet het gestelde in de hieraan voorafgaande alinea.

Artikel 12

1. Bij het doen van aanbevelingen, voordrachten of keuzen van personen wordt bij gesloten en ongetekende briefjes gestemd, indien één der leden een schriftelijke stemminmg verlangt.

2. Indien tot schriftelijke stemming wordt overgegaan, hebben er evenveel stemmingen plaats als er personen aan te bevelen, voor te dragen of te kiezen zijn.

3. De voorzitter leest de inhoud van elke stembriefje voor, waarna hij het stembriefje aan één der wethouders ter inzage geeft.

4. De secretaris houdt aantekening van de uitslag van de stemming.

5. Niet of niet behoorlijk ingevulde briefjes worden bij de bepaling van de volstrekte meerderheid buiten beschouwing gelaten. In geval van twijfel over de inhoud van een briefje beslist de vergadering.

Herstemming en loting

Artikel 13

1. Indien bij de eerste vrije stemming geen volstrekte meerderheid wordt verkregen heeft een tweede vrije stemming plaatst.

2. Wordt ook daarbij geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft herstemming plaatst tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben behaald. Indien door het behalen van een gelijk aantal stemmen meer dan twee personen voor herstemming in aanmerkoning komen beslist het lot, wie van degenen, die een gelijk aantal stemmen hebben behaald, tot het tweetal, waarover de herstemming plaats zal hebben, zal of zullen behoren.

3. De namen van hen, tussen wie overeenkomstig het tweede lid van dit artikel het lot moet beslissen, worden door de voorzitter op gelijke briefjes geschreven. De briefjes worden nagezien door de wethouder, die het grootste aantal jaren lid is van het college, of wanneer bij de bepaling daarvan blijkt dat meerdere wethouders hetzelfde aantal jaren lid zijn, van deze de in leeftijd oudste wethouder. Vervolgens worden de briefjes door de voorzitter op gelijke wijze gevouwen in de bus gedaan en geschud. De wethouder die het kleinste aantal jaren lid is van het college, of wanneer bij bepaling daarvan blijkt dat meerdere wethouders hetzelfde aantal jaren lid zijn, van deze de in leeftijd jongste wethouder, neemt een briefje uit de bus. Degene, wiens naam op het briefje staat vermeld, komt voor herstemming in aanmerking respectievelijk is de gekozene.

Adviserende stem secretaris

Artikel 14

De secretaris heeft in de vergadering een adviserende stem.

Bijwonen van vergaderingen door gemeenteraadsleden

Artikel 15

1. De gewone vergaderingen kunnen bij toerbeurt door de overige raadsleden gedurende één maand per jaar worden bijgewoond.

2. Door loting in de raadsvergadering wordt de maand bepaald waarin het raadslid in de gelegenheid wordt gesteld om de vergaderingen bij te wonen. Het aldus vastgestelde schema wordt aan de raadsleden meegedeeld.

3. De onder 1 bedoelde raadsleden hebben in de vergadering geen stem of stemrecht en dienen met inachtneming van dit reglement, dat overigens ook voor hen geldt, de aanwijzingen van de voorzitter in acht te nemen.

4. De voorzitter geeft het bijzittende raadslid de gelegenheid om over een aan de orde zijnde agendapunt het woord te voeren of een mening of advies te geven.

5. Voor het raadslid, dat een collegevergadering bijwoont, gelden dezelfde bepalingen als voor de leden van het college van burgemeester en wetouders inzake het kennis kunnen nemen van de stukken.

Openbare vergadering

Artikel 16

1. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een openbare vergadering te houden.

2. De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op een openbare vergadering.

Geheimhouding

Artikel 17

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet kunnen burgemeester en wethouders besluiten dat omtrent hetgeen in de vergadering is besproken en besloten aan de voorzitter en de leden geheimhouding wordt opgelegd. Zij bepalen daarbij tevens de duur van de geheimhoudingsplicht.

2. In afwijking van artikel 8 van dit reglement worden van de besluiten waaromtrent geheimhouding is opgelegd door de secretaris afzonderlijk notulen opgemaakt, die dor hem worden bewaard.

Slotbepaling

Artikel 18

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of in het geval dat enige bepaling voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de vergadering.

Inwerkingtreding

Artikel 19

Dit reglement treedt in werking op de dag die volgt na de vastelling. Alsdan vervalt het reglement van 18 oktober 1971.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Urk, gehouden op d.d. 21 mei 1999.
Burgemeester,                                                                     Secretaris,