Regeling vervallen per 08-03-2018

Beleidsregels Subsidieverstrekking groene daken en verticaal groen

Geldend van 03-08-2011 t/m 07-03-2018

Intitulé

Beleidsregels Subsidieverstrekking groene daken en verticaal groen

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2011 Nr. 50

Beleidsregels Subsidieverstrekking groene daken en verticaal groen

(collegebesluit van 28 juni 2011)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende

BELEIDSREGELS Subsidieverstrekking groene daken en verticaal groen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    gebouw:  een gebouw is elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • b.

    college:                       het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

  • c.

    dak(constructie):         samenstelling van balken (hout of staal), regels en bebording of betonnen plaat, die sterk genoeg is om de dakbedekking van een gebouw te dragen en de wind-/regen-/ en sneeuwbelasting op te vangen. De dakconstructie moet zodanig zijn dat deze beloopbaar is voor onderhoud en inspectie;

  • d.

    extensieve groene daken: daken, met een vegetatiepakket, dat is opgebouwd uit een wortelkerende laag, een drainagelaag of waterbergingslaag, een substraatlaag en een vegetatielaag met droogteresistente soorten en die geen gebruiksfunctie hebben. De groene extensieve daken zijn alleen voor onderhoud en inspectie toegankelijk. De belasting ligt tussen de 40 en 200 kg per vierkante meter;

  • e.

    intensieve groene daken: daken met een vegetatiepakket, dat is opgebouwd uit een wortelkerende laag, een drainagelaag, een substraatlaag en een vegetatielaag met een grote variatie aan soorten tot en met bomen toe en die een gebruiksfunctie kunnen hebben. De belasting ligt boven de 200 kg per vierkante meter;

  • f.

    verticaal groen: een groene of levende muur zijnde een verticale constructie van planten niet grondgebonden in een substraat tegen de gevel of vlak voor maar losstaand van de gevel in de grond.

  • g.

    monument:       een onroerende zaak die is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988, dan wel een onroerende zaak die is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de vigerende monumentenverordening;

  • h.

    woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw als bedoeld in de Woningwet dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

  • i.

    woonboot: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet en dat uit hoofde van zijn feitelijke bestemming of gebruik plaatsgebonden is;

  • j.

    platte daken:             daken met een hellingshoek ten opzichte van de horizontaal van kleiner dan of gelijk aan 3 graden.;

  • k.

    schuine daken:      daken met een grotere hellinghoek dan 3 graden. Daken met een helling groter dan 15 graden komen niet in aanmerking voor subsidie;

  • l.

    subsidieplafond het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening 2008 van de gemeente Utrecht.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Met deze beleidsregel wil het college de aanleg van groene daken en verticaal groen stimuleren met als doel een bijdrage te leveren aan het verminderen van CO2-emissies door energiebesparing, het binden van fijn stof, het opnemen van gasvormige luchtverontreiniging, het voorkomen van wateroverlast in het bebouwde gebied, het terugdringen van geluidshinder, het tegengaan van de opwarming van de stad en het verhogen van de biodiversiteit en woonkwaliteit.

Artikel 3 Reikwijdte subsidieregeling

Deze beleidsregel is van toepassing op de bestaande bebouwing en nieuwbouw binnen de bebouwde kom van de gemeente Utrecht zoals genoemd in de Utrechtse Bouwverordening.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Het college kan in het kader van een aanvraag besluiten tot het verstrekken van een tegemoetkoming in de kosten van de aanleg van een extensief groen dak op gebouwen/bijgebouwen, woonboten of woonwagens of verticaal groen.

Artikel 5 Definitie aanvrager subsidie

  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt aan natuurlijke personen of organisaties met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht. Bedrijven en organisaties met winstoogmerk vallen niet onder deze regeling.

  • 2. Subsidie voor het aanbrengen van een groen dak of verticaal groen kan worden aangevraagd door:

    • -

      eigenaar, opstaller;

    • -

      erfpachter;

    • -

      vruchtgebruiker;

    • -

      huurder;

    • -

      gerechtigde tot een appartementsrecht;

    • -

      vereniging van eigenaren;

    • -

      degene aan wie een rechtspersoon deelnemings- of lidmaatschapsrechten heeft verleend die recht geven op het gebruik van het dak van een gebouw; - eigenaren of verenigingen van eigenaren van gebouwen, woonboten en woonwagens.

  • 3. Wanneer de aanvrager geen eigenaar is, dient een schriftelijk bewijsstuk bij de aanvraag te worden gevoegd waaruit blijkt dat de eigenaar van het betreffende gebouw, woonboot of woonwagen instemt met het aanbrengen van een groen dak of verticale groen en op de hoogte is van de regeling en de verplichtingen die het met zich meebrengt.

  • 4. Als een verzameling van natuurlijke personen zijn ondergebracht in een rechtspersoon dan kan alleen de rechtspersoon de aanvraag indienen.

  • 5. Als er sprake is van een verband of corporatie van zakelijk gerechtigden dan kan alleen de rechtspersoon een aanvraag waarin de zakelijk gerechtigden zijn verenigd.

Artikel 6 Vaststelling subsidieplafond

  • 1. Voor elk kalenderjaar is voor het subsidiëren van de in deze beleidsregel genoemde activiteiten het bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor het betreffende jaar is vastgesteld.

  • 2. Wanneer voor enig kalenderjaar het totaalbedrag van de aanvragen het bedrag als bedoeld in het eerste lid van dit artikel overschrijdt, worden ten laste van dit bedrag de aanvragen toegekend op basis van de volgorde waarop de subsidie-aanvragen bij de gemeente zijn binnengekomen.

  • 3. Voor de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel geldt, dat als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht eenmalig de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen met betrekking tot de verdeling als de datum van ontvangst geldt;

  • 4. Als aanvragen een gelijke ontvangstdatum hebben en gezamenlijk het subsidieplafond overschrijden, zoals genoemd in het tweede lid, krijgen bij de verdeling van het beschikbare bedrag die activiteiten voorrang die het meest overeenkomen met het doel van de regeling;

  • 5. Aanvragen die wegens het bereiken van het subsidieplafond niet kunnen worden gehonoreerd worden aangehouden tot het volgende begrotingsjaar.

  • 6. Van de hierboven beschreven verdelingsregeling kan naar het oordeel van het college op grond van bijzondere omstandigheden worden afgeweken in geval van een belangwekkend project.

Artikel 7 Aanvraag subsidieverlening

  • 1.

    Voor het aanvragen van de subsidie kan van het aanvraagformulier gebruik worden gemaakt.

  • 2.

    De aanvraag voor de subsidie groene daken/verticaal groen bevat in ieder geval:

    • a.

      een voorstel voor het aan te brengen groene dak/verticaal groen, de oppervlakte c.q. omvang ervan en hoe het eruit ziet;

    • b.

      een gespecificeerde begroting van de kosten en/of een offerte van de kosten opgesteld door een dakbegroeningsbedrijf of een dakdeskundige. In de begroting wordt in ieder geval een overzicht van de kosten aangegeven van:

    • I.

      het materiaal dat nodig is voor de aanleg van het groene dak/verticaal groen;

    • II.

      loonkosten dakbegroeningsbedrijf of dakdeskundige;

    • III.

      kosten van het bouwkundig advies;

    • IV.

      overige relevante kosten.

Indien een groen dak meer van 100m2 aan oppervlakte heeft, dienen er twee offertes te worden ingediend bij de aanvraag. Indien het bedrijf is gecertificeerd door Stichting Groenkeur, hoeft er maar één offerte te worden ingediend.

  • c.

    een situatietekening van schaal 1: 100;

  • d.

    een foto van het bestaande dak;

    • 3.

      Als ook een omgevingsvergunning voor bouwen (bouwvergunning) en/of voor een monument (monumentenvergunning) vereist is, dan wordt ook een kopie van de verleende omgevingsvergunning (bouwvergunning en/of monumentenvergunning) meegezonden;

    • 4.

      indien de aanvrager niet de eigenaar is van het betreffende gebouw, woonboot of woonwagen, de verklaring van de eigenaar waaruit blijkt dat de eigenaar instemt met het aanbrengen van het groene dak/verticale groen.

    • 5.

      Indien een (rechts-) persoon namens een partij een aanvraag indient, een geldig machtigingsbewijs of volmacht.

Artikel 8 Behandeling aanvraag subsidieverlening

  • 1. De aanvrager ontvangt onverwijld een bericht van ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening, waarin de datum van ontvangst van de aanvraag wordt vermeld.

  • 2. Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

  • 3. Aanvragen die wegens het bereiken van het subsidieplafond niet kunnen worden gehonoreerd worden aangehouden tot de volgende budgetperiode. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 9 Hoogte subsidie/Wijze van berekening

De hoogte van de subsidie wordt berekend aan de hand van de volgende punten:

  • a.

    de subsidie bedraagt EUR 30,00 per m2;

  • b.

    de subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten;

  • c.

    de kosten van een bouwkundig expert worden tot een maximum van EUR 250,00 vergoed;

  • d.

    de subsidie bedraagt maximaal EUR 20.000,00 per aangevraagd object (inclusief de kosten genoemd onder c.), waarbij in bijzondere gevallen hiervan kan worden afgeweken;

  • e.

    voor gevelgroen wordt de hoogte van de subsidiebijdrage van elke aanvraag op zich beoordeeld. De subsidie bedraagt nooit meer dan maximaal 50% van de kosten per aangevraagd object met een maximum van EUR 20.000,00.

Artikel 10 Voorwaarden subsidieverlening

De subsidie kan slechts worden verleend:

  • 1.

    voor zover een omgevingsvergunning voor bouwen (bouwvergunning) en/of voor een monument (monumentenvergunning) is vereist, wanneer de omgevingsvergunning (bouwvergunning en/of monumentenvergunning) is verleend;

  • 2.

    de minimale oppervlakte van het groene dak 20 m2 is;

  • 3.

    de aanvraag en alle bijbehorende informatie en stukken zijn ontvangen;

  • 4.

    als er niet eerder subsidie voor (een deel van) hetzelfde gebouw en/of dezelfde aanvrager is verleend;

  • 5.

    de werkzaamheden voor het aanleggen van het groene dak nog niet zijn aangevangen;

  • 6.

    aan deze beleidsregel is voldaan en niet in strijd is gehandeld met Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 Subsidieverlening

  • 1. Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening een beslissing op de aanvraag.

  • 2. Het college stelt bij zijn besluit tot verlening van de subsidie de maximale hoogte ervan vast.

Artikel 12 Afwijking subsidieverlening

    • 1.

      Wanneer er tijdens de werkzaamheden door onvoorziene omstandigheden moet worden afgeweken van hetgeen in de aanvraag en het besluit tot subsidieverlening is gesteld, wordt dit direct gemeld aan het college van Burgemeester en Wethouders, t.a.v. Dienst Stadsontwikkeling, Afdeling Milieu en Duurzaamheid, Postbus 8406, 3503 RK Utrecht.

    • 2.

      Zolang de subsidie niet is vastgesteld is het mogelijk om op verzoek van de aanvrager in een herziene beslissing op de aanvraag het maximumbedrag van de subsidie te wijzigen.

    • 3.

      Het verzoek tot herziening van de beslissing gaat in ieder geval vergezeld van de volgende gegevens:

    • a.

      omschrijving van de wijziging, een voorstel voor het aan te brengen groene dak/verticaal groen, de oppervlakte c.q. omvang ervan en het verschil van oppervlakte met de vorige aanvraag;

    • b.

      motivering waarom de wijziging noodzakelijk is;

    • c.

      een situatietekening van schaal 1:100;

    • d.

      een gespecificeerde begroting van de kosten en/of een offerte van de kosten opgesteld door een dakbegroeningsbedrijf of een dakdeskundige. In de begroting wordt in ieder geval een overzicht van de kosten en de wijzigingen ten aanzien van de vorige aanvraag aangegeven van:

  • het materiaal dat nodig is voor de aanleg van het groene dak/verticaal groen;

  • loonkosten dakbegroeningsbedrijf of dakdeskundige;

  • kosten van het bouwkundig advies;

  • overige relevante kosten.

Artikel 13 Subsidieverplichtingen

  • 1. De subsidieaanvrager is verplicht:

  • a. ontwerp en aanleg van het groene dak deugdelijk uit te laten voeren, te onderhouden en in stand te houden;

  • b. binnen dertien weken na de datum van subsidieverlening met het treffen van de voorzieningen een begin te maken.

  • 2. Het college kan besluiten andere verplichtingen op te leggen.

  • 3. Wanneer de subsidieaanvrager niet de eigenaar is van het betreffende gebouw en het zakelijk recht van de aanvrager eindigt, wordt de eigenaar verantwoordelijk voor het onderhoud en het in stand houden van het groene dak/verticaal groen.

Artikel 14 Aanvraag vaststelling subsidie

  • 1. De subsidieontvanger dient tegelijkertijd met de gereedmelding een aanvraag tot subsidievaststelling in. De gereedmelding en aanvraag tot vaststelling wordt gericht aan het college van Burgemeester en Wethouders, t.a.v. Dienst Stadsontwikkeling, afdeling Milieu en Duurzaamheid, Postbus 8406, 3503 RK Utrecht.

  • 2. De aanvraag tot subsidievaststelling groene daken gaat vergezeld van de volgende stukken:

  • a. een foto van het gerealiseerde groene dak;

  • b. een kopie van de originele rekening;

  • c. een kopie van de originele betaalbewijzen van deze rekening betreffende de uitgevoerde werkzaamheden;

  • d. totale kostenopstelling waaruit duidelijk naar voren moet komen hoeveel m2 zijn aangelegd.

Artikel 15 Vaststelling en betaling subsidie

  • 1. De vaststelling van de subsidie vindt plaats na goedkeuring binnen twee maanden na de melding.

  • 2. In het geval dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, kan de subsidie lager worden vastgesteld voor zover de werkzaamheden niet volgens de voorwaarden van deze beleidsregel en de subsidieverlening zijn uitgevoerd. De subsidie wordt dan vastgesteld naar rato van het gerealiseerde aantal m2.

  • 3. Het college stelt de subsidie betaalbaar binnen vier weken na de vaststelling van de subsidie.

Artikel 16 Weigerings- en intrekkingsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:48 en artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college in ieder geval de subsidie weigeren of intrekken, indien blijkt dat:

  • a. niet aan de voorwaarden is voldaan of wanneer de verplichtingen op grond van deze beleidsregel niet zijn nagekomen;

  • b. de benodigde vergunningen zoals bedoeld in artikel 7, zesde lid en artikel 10a niet is/zijn verleend;

  • c. de minimale oppervlakte van het groene dak minder dan 20 m2 is;

  • d. al uit andere hoofde een subsidie is verkregen voor de aanleg van het groene dak;

  • e. de aanvrager die geen eigenaar is van het gebouw, woonwagen of woonboot waarvoor de subsidie wordt aangevraagd geen verklaring van de eigenaar kan overleggen, dat die met de aanvraag akkoord is.

  • 2. Het college kan de subsidie eveneens weigeren of intrekken indien:

  • a. de kosten van de subsidiabele voorzieningen niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • b. de aanvrager is begonnen met het werk voordat op de aanvraag tot het verlenen van de aangevraagde subsidie is beslist, tenzij het college vooraf schriftelijk toestemming heeft verleend voor het alvast mogen uitvoeren van het werk;

  • c. de werkzaamheden niet binnen zes maanden na de datum van de verlening van de subsidie zijn uitgevoerd, tenzij het college schriftelijk toestemming heeft verleend op een verzoek om uitstel;

  • d. de werkzaamheden vallen onder het begrip compensatiemaatregelen in de zin van hoofdstuk 4.3 van het Groenstructuurplan Utrecht (2007).

Artikel 17 Geldigheidsduur

De regeling loopt door tot het moment van intrekking, onder voorbehoud van beschikbaarstelling van budget door de raad.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college kan deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 28 juni 2011.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 27 juli 2011.

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 3 augustus 2011.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2011, NR. 50

TOELICHTING

Algemeen

De subsidieregeling Groene Daken Utrecht is ingesteld om het aanbrengen van extensieve groene daken en verticaal groen op gebouwen, woonwagens en woonboten binnen de bebouwde kom van Utrecht te stimuleren.

Groene daken dragen namelijk op verschillende manieren bij aan een leefbare en duurzame stad. Groene daken brengen groen in de stad op weinig tot niet gebruikte plaatsen en hebben een positief effect op het milieu. Zij kunnen zorgen voor een verbeterde waterhuishouding (minder regenwaterbelasting op het riool) en voor een verbetering van het stedelijke microklimaat (tegengaan van warmte-eiland effect, minder droge lucht).

Ook hebben zij een positief effect op de kwaliteit van het hemelwater en de atmosfeer (minder fijn stof). Voor bewoners zijn er verder de voordelen van een betere isolatie en binnenklimaatbeheersing bij lichte dakconstructies, vooral in de zomer. Bij toepassing van groene daken heeft de dakbedekking een langere levensduur. Groene daken dragen ook bij aan meer biodiversiteit in de stad (vooral ongewervelde dieren, die weer vogels aantrekken).

De subsidieregeling is bedoeld voor de aanleg van groene daken op woningen, woonboten, woonwagens, scholen en appartementcomplexen en bijbehorende schuren en garages en de aanleg van verticaal groen / groene muren, waarvoor speciale constructies nodig zijn.

De subsidie kan alleen worden aangevraagd voor het realiseren van een extensief groen dak of verticaal groen op een gebouw, woonwagen of woonboot. Intensieve daktuinen en dakterrassen vallen niet onder de doelstelling van de subsidieregeling.

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht met algemene regelgeving over subsidieverlening en vaststelling, en de Algemene subsidieverordening 2008 van de gemeente Utrecht zijn van toepassing.

De subsidieaanvrager is verantwoordelijk voor de inhoud van de aanvraag. De aanvrager dient altijd na te gaan of de stukken bij de aanvraag juist en volledig zijn en of er een omgevingsvergunning voor bouwen of monumenten nodig is.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

1a, 1i en 1j. "Gebouw", "woonwagen", "woonboot"

De subsidieregeling is bedoeld voor gebouwen, woonwagens en woonboten. Hieronder vallen ook schoolgebouwen en een complex van woningen van bijvoorbeeld een VVE of corporatie.

1e. , 1f. "extensieve" en "intensieve groene daken"

Het verschil tussen extensieve en intensieve daken betreft vooral de dikte van de substraatlaag en dus de zwaarte van het pakket en het gebruik dat ervan wordt gemaakt.

De begroeiing van extensieve daken beperkt zich tot laagblijvende (vet)planten, mossen, grassen en kruiden. Het pakket heeft een dikte van 5-13 cm. De belasting varieert van 40 tot 200 kg per vierkante meter. Ze hebben geen gebruiksfunctie en zijn alleen voor onderhoud en inspectie toegankelijk.

Intensieve groene daken hebben een hogere begroeiing en een zwaardere belasting (meer dan 200 kg per m2), omdat het pakket dikker is en de begroeiing zwaarder. Zij zijn in dat opzicht vergelijkbaar met gewone tuinen. Intensieve daken waaronder dakterrassen vallen niet onder de doelstelling van de subsidieverordening.

In de praktijk wordt er een variatie aan typen dakbegroeiing aangeboden door bedrijven die groene daken aanleggen, zowel voor platte als voor schuine daken. Schuine daken lenen zich doorgaans niet voor intensieve groene daken.

Kosten voor groene daken op daken die steiler zijn dan 15 graden nemen sterk toe en de baten nemen af. Er moeten dan extra maatregelen worden genomen om het water niet te snel af te laten vloeien. Vanaf 10 graden nemen de afschuifkrachten en de erosiekans toe, waardoor speciale voorzieningen nodig zijn. De grens voor het subsidiëren van groene daken wordt daarom bij 15 graden gelegd.

Wanneer het extensieve groene dak wordt aangebracht op een bestaand dak (of alleen de dakbedekking wordt vernieuwd) zou er in principe geen omgevingsvergunning voor bouwen nodig zijn.

Per geval moet worden beoordeeld of er sprake is van een omgevingsvergunningsplicht (bouwvergunningsplicht). In zijn algemeenheid is bij wijzigingen van constructieve aard een omgevingsvergunning voor bouwen nodig. Het kan dan gaan om het verhogen van een dakrand, constructieve aanpassingen, vernieuwing van de afwatering van het hemelwater en aanpassing van installaties en afvoerpijpen. Wanneer het gaat om een monument is wel altijd een omgevingsvergunning voor monumenten noodzakelijk.

De beoordeling of de dragende constructie van een gebouw voldoende draagkracht bezit om het groene dak te dragen, of het dak in de juiste staat verkeert en of de afwatering voldoet, is altijd nodig en moet gebeuren door een deskundige. De eigenaar van het gebouw/ de woning blijft altijd zelf verantwoordelijk voor de (constructieve) veiligheid.

1 g "verticaal groen"

Verticaal groen ofwel een groene of levende muur is een verticale constructie die meestal losstaat van de gevel. De vochthuishouding is dan in de constructie geregeld (irrigatie en drainage). De planten wortelen dan niet in de bodem, maar in aan de muur aangebrachte constructie (platen, bakken of zakken). Maar soms is de groene muur een constructie met groene planten als een soort voorzetgevel waarbij de planten in de grond staan.

Toelichting op artikel 2 Beleidsdoelstelling:

Op de doelstelling van deze subsidieregeling is in het algemene gedeelte al ingegaan.

Toelichting op artikel 4 Subsidiabele activiteiten:

De activiteiten waarop deze subsidieregeling van toepassing is, betreffen het aanleggen van extensieve groene daken of groene verticale muren op c.q. aan gebouwen, woonboten of bijgebouwen. Het aanleggen van dakterrassen en andere vormen van intensieve groene daken vallen dus niet onder deze regeling.

Er wordt geen onderscheid gemaakt in het aanbrengen van groene daken/verticaal groen op nieuwe of bestaande bebouwing. Het gaat er om dat burgers en partijen worden gestimuleerd om zoveel mogelijk groene daken/verticaal groen aan te leggen. Er kan sprake zijn van bestaande daken waarop een groen dak wordt aangebracht, bestaande daken die in het kader van renovatie met een nieuw groen dak worden aangelegd, of nieuwbouw met een groen dak. Ook voor verticaal groen wordt geen onderscheid gemaakt tussen bestaande– en nieuwbouw.

Uiteraard wordt alleen subsidie verstrekt als aan de voorwaarden uit de beleidsregel is voldaan en er geen strijd is met de bepalingen over subsidie uit de Algemene wet bestuursrecht.

Toelichting op artikel 5 Definitie aanvrager subsidie:

De reden dat er alleen aan natuurlijke- en rechtspersonen subsidie kan worden verstrekt, is dat bij toezicht of handhaving een persoon kan worden aangesproken.

Zoals al is aangegeven wordt met deze subsidieregeling beoogd dat er zoveel mogelijk groene daken/verticaal groen wordt aangelegd. Daarom richt deze subsidieregeling zich niet alleen tot de eigenaren, maar ook tot andere zakelijk gerechtigden.

Bedrijven of (rechts)personen met winstoogmerk zijn van de subsidieregeling uitgesloten. De belangrijkste reden hiervoor is dat er specifiek voor bedrijven mogelijkheden zijn om gebruik te maken van financieel gunstige regelingen (MIA/Vamil) bij het investeren in groene daken en gevels.

Ook een vereniging van eigenaren onder een dak van bijvoorbeeld een flatgebouw kan een aanvraag indienen voor subsidie.

Bij een aanvrager die niet eigenaar is, geldt de voorwaarde dat de eigenaar moet hebben ingestemd met het aanbrengen van het groene dak/verticale groen.

Voor deze gevallen is in het aanvraagformulier een modelverklaring opgenomen voor de eigenaar, waarin deze kan verklaren dat hij/zij instemt met het aanbrengen van het groene dak en dat hij/zij op de hoogte is van het feit dat de gemeente slechts betrokken is in het kader van de subsidieregeling, en niet aansprakelijk is voor mogelijke schade aan of door het groene dak/verticaal groen.

De beoordeling of de dragende constructie van een gebouw voldoende draagkracht bezit om het groene dak te dragen en of het dak in de juiste staat verkeert, is de verantwoordelijkheid van de subsidieaanvrager en/of eigenaar van het dak.

De aanvrager is tevens verantwoordelijk voor de uitvoering en deugdelijkheid van het groene dak/verticaal groen. Daarnaast is de aanvrager verantwoordelijk voor de instandhouding en het onderhoud van het groene dak/verticale groen.

En de aanvrager-niet-eigenaar zal indien zijn zakelijk recht op welke manier dan ook eindigt een regeling moeten treffen voor het onderhoud en instandhouding van het groene dak/verticaal groen.

Wanneer het zakelijk recht van de aanvrager-niet-eigenaar is beëindigd, en er geen regeling is getroffen voor het onderhoud en instandhouding van het groene dak/verticaal groen, zal de eigenaar verantwoordelijk worden gehouden voor de instandhouding en het onderhoud van het groene dak.

De verplichting tot onderhoud en instandhouding geldt voor tenminste vijf jaar.

Vierde en vijfde lid gaan over de situaties waar er sprake is van een Vereniging van Eigenaren of een coöperatie. Het is niet de bedoeling dat deelnemers aan een Vereniging van Eigenaren of huurders van een complex van een corporatie los van elkaar een aanvraag indienen voor een deel van het dak van het complex. Slechts integrale aanvragen van de rechtspersoon kunnen in behandeling worden genomen.

Toelichting op artikel 6, vaststelling subsidieplafond

In lid 6 wordt gesproken van het begrip 'belangwekkend project'. Hiermee wordt bedoeld een project dat een grote of bijzondere bijdrage levert aan het beleidsdoel. Vaak zal dit begrip spelen in vergelijking met andere projecten. Het project dat het meest aan de geest van deze regeling voldoet, zal dan voorrang krijgen. Bijvoorbeeld als een groen dak groter is, op een karakteristieke plaats aanwezig is of meer in het oog springt.

Toelichting op artikel 7 Aanvraag subsidieverlening

Bij de aanvraag voor subsidieverlening kan gebruik worden gemaakt van het aanvraagformulier. Dit is geen verplichting, maar meer een hulpmiddel in de zin van een checklist.

In het subsidiebedrag kan rekening worden gehouden met de kosten van bouwkundige berekeningen die in bepaalde situaties nodig zijn. Voor woonboten gelden geen wettelijke eisen voor de constructie bij de aanleg van groene daken, maar het is wel verstandig om de draagkracht te laten berekenen evenals de diepteligging van de woonboot met een groen dak.

Om de kwaliteit van de groene daken te waarborgen en om te garanderen dat de subsidie sober en doelmatig wordt ingezet, moeten er in het geval dat er meer dan 100 m2 groene dak wordt aangelegd minimaal 2 offertes worden ingediend. Wanneer een bedrijf is gecertificeerd door Stichting Groenkeur hoeft er maar 1 offerte bij de aanvraag te worden ingediend.

Toelichting artikel 10 Voorwaarden verlening subsidie

De aanvrager is verantwoordelijk voor de deugdelijkheid van de aanvraag. Zo zal hij zelf moeten nagaan of er een omgevingsvergunning voor bouwen of monumenten nodig is zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Daarnaast is de aanvrager verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de gegevens uit de aanvraag. Wanneer de aanvraag niet deugdelijk is kan worden besloten tot het niet in behandeling nemen van de aanvraag. Dit besluit kan worden genomen nadat de aanvrager in de gelegenheid is gesteld om de aanvraag aan te vullen of te herstellen (zie hiervoor artikel 4:15 en 4:5 Algemene wet bestuursrecht).

De ondergrens voor een aanvraag ligt bij 20 m2.

Het dak van een schuurtje kan worden meegenomen in de aanvraag voor het dak van een woning wanneer de totale oppervlakte van het aan te leggen dakgroen in totaal tenminste 20 m2 omvat. Twee aangrenzende eigenaren, die gezamenlijk een aanvraag voor 2 x 10 m2 indienen, komen niet in aanmerking voor subsidie.

Er wordt geen subsidie achteraf verstrekt. De werkzaamheden mogen nog geen aanvang hebben genomen op het moment dat de subsidie wordt verleend. Dit volgt tevens uit Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht over subsidies.

Toelichting artikel 11 Subsidieverlening

Bij besluiten geldt een redelijke termijn waarin een besluit op een aanvraag moet worden genomen, volgens de Algemene wet bestuursrecht is dit uiterlijk acht weken.

In het besluit wordt vermeld voor welke activiteiten de subsidie wordt verleend en wat het maximale subsidiebedrag zal zijn nadat de activiteiten naar behoren zijn uitgevoerd.

Toelichting artikel 12 Afwijking subsidieverlening

Bij onvoorziene omstandigheden kan het tijdens de werkzaamheden gebeuren dat er moet worden afgeweken van de aanvraag en het besluit tot subsidieverlening. Zolang er nog geen besluit tot vaststelling van de subsidie is genomen, is het mogelijk een melding in te dienen dat er wordt afgeweken. Daarbij zal moeten worden aangetoond dat er sprake is van omstandigheden die ten tijde van het indienen van de aanvraag om subsidieverlening nog niet bekend waren, en daarnaast zal goed moeten worden gemotiveerd waarom er wordt afgeweken van de aanvraag en het besluit tot subsidieverlening en wat de wijziging precies inhoudt.

Het is aan het bevoegd gezag om te beoordelen of het mogelijk is om een herziene beschikking tot subsidieverlening te nemen waarin het maximumbedrag van de subsidie kan worden aangepast.

Toelichting artikel 13 Subsidieverplichtingen

Naast de algemene verplichtingen die volgen uit de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening, en het besluit tot subsidieverlening, gelden de verplichtingen tot het starten van de werkzaamheden binnen dertien weken na subsidieverlening en daarnaast het in standhouden en onderhouden van het groene dak/verticaal groen.

Indien noodzakelijk kan het college in bepaalde gevallen aanvullende verplichtingen opleggen.

Bij het opleggen van aanvullende verplichtingen zullen deze voldoende gemotiveerd moeten worden.

Toelichting artikel 14 vaststelling subsidie

Zodra de werkzaamheden zijn afgerond, meldt de subsidieaanvrager dit schriftelijk bij de gemeente Utrecht. Dit kan per brief of digitaal.

Bij de aanvraag voor vaststelling van subsidie moet een aantal stukken zijn bijgevoegd, die nodig zijn om tot vaststelling te kunnen overgaan, deze stukken worden genoemd in artikel 14.

Toelichting artikel 16, weigerings- en intrekkingsgronden

In dit artikel worden mogelijke weigerings- en intrekkingsgronden genoemd. De lijst in het artikel is niet limitatief.

Toelichting artikel 17

De regeling loopt door tot het moment van intrekking, onder voorbehoud van beschikbaarstelling van budget door de raad. Hierbij zullen de ervaringen meespelen, die met de uitvoering van de regeling worden opgedaan.