Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010, alsmede de bijbehorende tarieventabel

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010, alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2010

(raadsbesluit van 5 november 2009)

De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w.

Besluit

vast te stellen de volgende

VERORDENING op de heffing en invordering van leges 2010, alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2010

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 3 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor diensten welke reeds uit andere hoofde tot enige betaling aan het gemeentebestuur aanleiding geven.

Artikel 4 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.

Artikel 6 Termijnen van betaling

De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

  • a.

    mondeling wordt gedaan op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan op het moment van uitreiking van de kennisgeving dan wel in geval van toezending daarvan

    • 1.

      per post, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving

    • 2.

      langs elektronische weg, onverwijld.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggave van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De Legesverordening 2009 van 6 november 2008 (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 77) wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2010.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Legesverordening 2010.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 5 november 2009.

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 18 november 2009.

Deze verordening is in werking getreden op 26 november 2009

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2009, NR. 63

Tarieventabel 2010 behorende bij de Legesverordening 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2009

De griffier,

Drs. A.A.H. Smits

  • 1.

    Algemeen (niet programma gebonden)

    • 1.1.

      Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

      1.1.1.Het tarief bedraagt ter zake van het op aanvraag verstrekken van:

      • 1.1.1.1.

        een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven gemeentelijk beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel vervallenverklaring, EUR 8,00

      • 1.1.1.2.

        een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van in de gemeentelijke beperkingenadministratie opgenomen gegevens EUR 8,00

      • 1.1.1.3.

        een schriftelijke verklaring dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen gemeentelijke publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken zoals bedoeld in artikel 9 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken EUR 8,00

    • 1.2.

      Nasporing en verstrekkingen uit gemeentelijke archiefbescheiden

      • 1.2.1.

        Het tarief ter zake van het op aanvraag doen van nasporing in, eventueel gevolgd door het op aanvraag vertrekken van inlichtingen uit, de niet naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden:

      • 1.2.2.

        voor elk daaraan te besteden half arbeidsuur EUR 5,25

        1.2.2.1.met een maximum van EUR 525,00

    • 1.3.

      Vertrekkingen Wet bescherming persoonsgegevens

      1.3.1.Het tarief bedraagt ter zake van het op aanvraag verstrekken van een overzicht betreffende de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 35 en 39, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens EUR 4,90

    • 1.4.

      Aanvragen in kader van Wet openbaarheid van bestuur

      • 1.4.1.

        Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een afschrift, op verzoek vervaardigd ter uitvoering van het bepaalde in de Wet openbaarheid van bestuur, per bladzijde EUR 0,20

      • 1.4.2.

        Indien het totale, op grond van dit artikel verschuldigde, bedrag aan leges, per verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, niet meer dan EUR 10,00 bedraagt, zal het verschuldigde bedrag aan leges niet worden geheven.

    • 1.5.

      Externe advieskosten

      1.5.1.Indien voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing een extern advies noodzakelijk is, wordt het navolgende geheven:

      • 1.5.1.1.

        De in deze tarieventabel genoemde bedragen worden verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

      • 1.5.1.2.

        Voor de toepassing van de tarieventabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

      • 1.5.1.3.

        Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

    • 1.6.

      Overige verklaringen en diensten en samenloop

      • 1.6.1.

        Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

        • 1.6.1.1.

          tot het verstrekken van een beschikking op aanvraag EUR 17,30

        • 1.6.1.2.

          tot het verstrekken van stukken of uittreksels welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt EUR 17,30

      • 1.6.2.

        Indien een door het gemeentebestuur verstrekte dienst kan worden gerangschikt onder meer dan één van de in deze tarieventabel opgenomen belastbare feiten, wordt uitsluitend leges geheven op basis van het belastbare feit op grond waarvan het hoogste bedrag aan leges in rekening gebracht kan worden.

  • 2.

    Programma Publieksdienstverlening

    • 2.1.

      Huwelijk en partnerschap: basistarief

      2.1.1.Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, op de hierna vermelde tijden:

      • 2.1.1.1.

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 449,00

      • 2.1.1.2.

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur EUR 320,00

      • 2.1.1.3.

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 449,00

      • 2.1.1.4.

        op zaterdag, zondag en feestdagen vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 449,00

      • 2.1.1.5.

        op zaterdag, zondag en feestdagen vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur EUR 434,00

      • 2.1.1.6.

        op zaterdag, zondag en feestdagen vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 449,00

      • 2.1.1.7.

        op de avond en in de nacht van Oudejaarsdag en Nieuwjaarsdag vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 449,00

      • 2.1.1.8.

        op de avond en in de nacht van Oudejaarsdag en Nieuwjaarsdag vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 449,00

    • 2.2.

      Huwelijk en partnerschap: verhogingen voor ongebruikelijke tijden

      2.2.1Het verschuldigde bedrag onder 2.1.1. wordt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd op de locaties Stadhuis en WijkserviceCentrum te Vleuten verhoogd:

      • 2.2.1.1

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 437,00

      • 2.2.1.2

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur EUR 89,00

      • 2.2.1.3

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 233,00

      • 2.2.1.4

        op zaterdag, vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 524,00

      • 2.2.1.5

        op zaterdag, vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur EUR 174,00

      • 2.2.1.6

        op zaterdag, vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 320,00

      • 2.2.1.7

        op zondag, vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 524,00

      • 2.2.1.8

        op zondag, vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur EUR 291,00

      • 2.2.1.9

        op zondag, vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 437,00

      • 2.2.1.10

        op feestdagen, vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 611,00

      • 2.2.1.11

        op feestdagen, vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur EUR 379,00

      • 2.2.1.12

        op feestdagen, vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 524,00

      • 2.2.1.13

        op Eerste Kerstdag, vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 816,00

      • 2.2.1.14

        op Eerste Kerstdag, vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur EUR 583,00

      • 2.2.1.15

        op Eerste Kerstdag, vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 729,00

      • 2.2.1.16

        op de avond en in de nacht van Oudejaarsdag en Nieuwjaarsdag vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 729,00

      • 2.2.1.17

        op de avond en in de nacht van Oudejaarsdag en Nieuwjaarsdag vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 874,00

    • 2.3.

      Huwelijk en partnerschap: éénmalige locatie

      2.3.1.Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd voor enig éénmalig aangewezen locatie, op de hierna vermelde tijden:

      • 2.3.1.1.

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 00.00 uur tot en met 08.00 uur EUR 602,00

      • 2.3.1.2.

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 08.00 uur tot en met 18.00 uur EUR 422,00

      • 2.3.1.3.

        van maandag tot en met vrijdag vanaf 18.00 uur tot en met 24.00 uur EUR 602,00

      • 2.3.1.4.

        op zaterdag, zondag en feestdagen vanaf 00.00 tot 24.00 uur EUR 602,00

    • 2.4.

      Huwelijk en partnerschap: bijzonder huis

      2.4.1.Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, ongeacht de dag waarop de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of omgekeerd geschiedt, bij een voltrekking, registratie of omzetting:

      • 2.4.1.1.

        vanaf 00.00 uur tot 08.00 uur EUR 449,00

      • 2.4.1.2.

        vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur EUR 320,00

      • 2.4.1.3.

        vanaf 18.00 uur tot 24.00 uur EUR 449,00

    • 2.5.

      Huwelijk en partnerschap: baliehuwelijk

      2.5.1.Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, ten kantore van Burgerzaken en Gemeentebelastingen aan de Arthur van Schendelstraat 500 en het WijkserviceCentrum te Vleuten, van maandag tot en met vrijdag vanaf 09.00 uur tot 17.00 uur en op donderdagavond tot 21.00 uur EUR 107,00

    • 2.6.

      Huwelijk en partnerschap: leges bij alsnog afzien van huwelijk

      • 2.6.1.

        Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, ongeacht de oorzaak, geen doorgang vindt en de afmelding meer dan drie weken voorafgaand aan de geplande datum van de huwelijksvoltrekking, de registratie van het partnerschap dan wel de omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand wordt medegedeeld, wordt ontheffing verleend van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.

      • 2.6.2.

        Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, ongeacht de oorzaak, geen doorgang vindt en de afmelding niet meer dan drie weken, maar meer dan één week voorafgaand aan de geplande datum van de huwelijksvoltrekking, de registratie van het partnerschap dan wel de omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand wordt medegedeeld, wordt ontheffing verleend van de helft van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.

      • 2.6.3.

        Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, ongeacht de oorzaak, geen doorgang vindt en de afmelding gedurende de week voorafgaand aan de geplande datum van de huwelijksvoltrekking, de registratie van het partnerschap dan wel de omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand wordt medegedeeld, wordt geen ontheffing verleend van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.

    • 2.7.

      Huwelijk en partnerschap: kosteloos huwelijk

      2.7.1.Kosteloze voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, als bedoeld in artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand, vindt uitsluitend plaats op woensdag om 8.45 uur en 9.30 uur

    • 2.8.

      Huwelijk en partnerschap: afschriften, uittreksels en verklaringen

      2.8.1.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

    • 2.9.

      Verstrekkingen uit de GBA: definitie verstrekking

      2.9.1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 2.11., wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. Indien raadpleging van gegevens van een persoon ertoe leidt dat geen gegevens kunnen worden verstrekt of de verstrekte gegevens niet tot het beoogde gevolg leiden, wordt het in deze paragraaf bedoelde recht eveneens geheven.

    • 2.10.

      Verstrekkingen uit de GBA: verstrekkingen

      2.10.1.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

      • 2.10.1.1.

        gegevens aan de balie, dan wel gegevens die via de gemeentelijke website worden aangevraagd en betaald, per verstrekking EUR 10,80

      • 2.10.1.2.

        gegevens welke de aanvrager per post ontvangt, per verstrekking EUR 13,70

    • 2.11.

      Verstrekkingen uit de GBA: verstrekkingen over personen niet opgenomen in de GBA

      2.11.1.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens omtrent een persoon, die niet is opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens:

      • 2.11.1.1.

        voor gegevens aan de balie verstrekt, dan wel gegevens die via de gemeentelijke website worden aangevraagd en betaald, per verstrekking EUR 10,80

      • 2.11.1.2.

        voor gegevens welke de aanvrager per post ontvangt per verstrekking EUR 13,70

    • 2.12.

      Verstrekkingen uit de GBA: steekproef

      • 2.12.1.

        Het tarief bedraagt ter zake van het op aanvraag verstrekken van gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie via selectie of steekproef per verstrekking; vermeerderd met de (re-)productie-, papier- en portikosten volgens vooraf verstrekte opgave:

        • 2.12.1.1.

          voor 5.000 verstrekkingen of minder EUR 524,80

        • 2.12.1.2.

          voor elk volgend honderdtal EUR 10,80

      • 2.12.2.

        Indien voor een aanvraag als bedoeld onder 2.12.1. extra werkzaamheden moeten worden verricht, bijvoorbeeld omdat meer gegevens of gegevens of gegevensverzamelingen moeten worden geraadpleegd of bewerkt, dan wel omdat de aanvraag van een van de gebruikelijke wijze afwijkende presentatie behelst, wordt het op grond van de artikelen 2.12.1.1. en 2.12.1.2. verschuldigde bedrag aan leges verhoogd met (per aanvraag) EUR 81,50

    • 2.13.

      Verstrekkingen uit de GBA: persoonslijst

      2.13.1.Het tarief ter zake van het op aanvraag verstrekken van een persoonslijst ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens per lijst of gedeelte van een persoonslijst bedraagt EUR 13,70

    • 2.14.

      Verstrekkingen uit de GBA: wettelijk tarief

      2.14.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bedraagt per verstrekking EUR 2,27

    • 2.15.

      Verstrekkingen uit de GBA: attestatie de vita

      • 2.15.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vestrekken van een attestatie de vita welke de aanvrager aan de balie aanvraagt en aldaar contant voldoet dan wel via de gemeentelijke website aanvraagt en betaald, bedraagt EUR 10,80

      • 2.15.2.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een attestatie de vita welke de aanvrager schriftelijk aanvraagt en per toegestuurde acceptgiro voldoet bedraagt EUR 13,70

    • 2.16.

      Verstrekkingen uit de GBA: verklaring omtrent het gedrag

      2.16.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag bedraagt EUR 30,05

    • 2.17.

      Verstrekkingen uit de GBA: legaliseren handtekening

      • 2.17.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het legaliseren van een handtekening welke de aanvrager aan de balie aanvraagt en aldaar contant voldoet bedraagt dan wel via de gemeentelijke website aanvraagt en betaald, bedraagt EUR 10,80

      • 2.17.2.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het legaliseren van een handtekening welke de aanvrager schriftelijk aanvraagt en per toegestuurde acceptgiro voldoet bedraagt EUR 13,70

    • 2.18.

      Verstrekkingen uit de GBA: bewijs van Nederlanderschap

      • 2.18.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap welke de aanvrager aan de balie aanvraagt en aldaar contant voldoet bedraagt dan wel via de gemeentelijke website aanvraagt en betaald EUR 10,80

      • 2.18.2.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap welke de aanvrager schriftelijk aanvraagt en per toegestuurde acceptgiro voldoet bedraagt EUR 13,70

    • 2.19.

      Reisdocumenten: paspoort

      2.19.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vreemdelingen of een reisdocument voor vluchtelingen bedraagt (inclusief EUR 23,01 Rijksleges) EUR 50,90

    • 2.20.

      Reisdocumenten: zakenpaspoort

      2.20.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een nationaal paspoort dat een groter aantal bladzijden bevat dan een nationaal paspoort als bedoeld onder 2.19.1. (een zakenpaspoort) bedraagt (inclusief EUR 29,01 Rijksleges) EUR 56,90

    • 2.21.

      Reisdocumenten: faciliteitenpaspoort

      2.21.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet bestreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 als Nederlander wordt behandeld (een faciliteitenpaspoort) bedraagt (inclusief EUR 23,01 Rijksleges) EUR 50,90

    • 2.22.        Reisdocumenten: Nederlandse identiteitskaart

       

      2.22.1.        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar bedraagt                                                                    EUR                8,95

       

      2.22.2.        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder bedraagt (inclusief EUR 17,81 Rijksleges)                   EUR              42,85

       

    • 2.23.

      Reisdocumenten: bijschrijving kind

      2.23.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld onder 2.19., 2.20. en 2.21. bedraagt

      • 2.23.1.1.

        direct bij aanvraag van een nieuw reisdocument EUR 8,95

      • 2.23.1.2.

        in een reeds bestaand reisdocument (met een bijschrijvingsticker) EUR 20,90

    • 2.24.

      Reisdocumenten: gewaarmerkt kopie

      2.24.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkte kopie van een door een Nederlandse autoriteit afgegeven reisdocument bedraagt EUR 10,80

    • 2.25.

      Reisdocumenten: toeslag wegens vermissing te vervangen document

      2.25.1.Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reisdocument als bedoeld onder 2.19., 2.20. of 2.21., of een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld onder 2.22., het in het verleden verstrekte reisdocument of de in het verleden verstrekte identiteitskaart niet door de aanvrager wordt ingeleverd, worden naast de verschuldigde leges als bedoeld onder 2.19., 2.20., 2.21. en 2.22. administratiekosten in rekening gebracht van EUR 35,00

    • 2.26.

      Reisdocumenten: toeslag spoedprocedure

      2.26.1.Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reisdocument als bedoeld onder 2.19.1., 2.20.1. of 2.21.1., of een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld onder 2.22.1. of 2.22.2 de spoedprocedure toepassing vindt, wordt een toeslag in rekening gebracht van EUR 41,00

    • 2.27.

      Reisdocumenten: toeslag spoedprocedure bijschrijving kind

      2.27.1.Indien bij het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld onder 2.23.1.2. de spoedprocedure toepassing vindt, wordt een toeslag in rekening gebracht van EUR 19,50

    • 2.28.

      Rijbewijzen: rijbewijs

      2.28.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen, omwisselen, wijzigen of vervangen van een rijbewijs bedraagt (inclusief EUR 9,75 Rijksleges) EUR 49,25

    • 2.29.

      Rijbewijzen: gewaarmerkt kopie

      2.29.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkte kopie van een Nederlands rijbewijs ten behoeve van het aanvragen van een chauffeurspas bedraagt EUR 10,80

    • 2.30.

      Rijbewijzen: toeslag wegens vermissing te vervangen rijbewijs

      2.30.1.Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vernieuwen, omwisselen, wijzigen of vervangen van een in het verleden verstrekt rijbewijs, het rijbewijs niet door de aanvrager wordt ingeleverd, worden naast de verschuldigde leges als bedoeld onder 2.28.1. administratiekosten in rekening gebracht van EUR 35,00

    • 2.31.

      Rijbewijzen: toeslag spoedprocedure

      2.31.1.Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen, omwisselen, wijzigen of vervangen van een rijbewijs als bedoeld onder 2.28.1. de spoedprocedure toepassing vindt, wordt een toeslag in rekening gebracht van EUR 33,50

  • 3.

    Programma Bereikbaarheid

    • 3.1.

      Verstrekking tijdelijke ontheffing conform artikel 62 RVV 1990

      3.1.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een tijdelijke ontheffing van het bepaalde in artikel 62 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover het betreft de borden van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, om met een motorvoertuig het voetgangersgebied te berijden in de toegestane richting bedraagt EUR 15,00

    • 3.2.

      Verstrekking, wijziging en verlenging ontheffing conform artikel 87 RVV 1990

      • 3.2.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, anders dan bedoeld onder 3.2.3. en 3.4.1. bedraagt EUR 60,55

      • 3.2.2.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanbrengen van een wijziging in een ontheffing zoals bedoeld onder 3.2.1., dan wel een verlenging daarvan bedraagt EUR 49,35

      • 3.2.3.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten bedraagt EUR 38,65

    • 3.3.

      Verkrijgen ontheffing conform artikel 7.1 Voertuigreglement

      3.3.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement bedraagt EUR 41,65

    • 3.4.

      Gehandicaptenparkeerkaart

      3.4.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer bedraagt EUR 27,25

    • 3.5.

      Milieuzone

      • 3.5.1.

        Het tarief voor het verkrijgen van een lokale ontheffing voor de milieuzone zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid van het Reglement ontheffingen milieuzone 2008 van de gemeente Utrecht (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 41) bedraagt EUR 25,00

      • 3.5.2.

        Het tarief voor het verkrijgen van een langdurige ontheffing zoals bedoeld in artikel 9, eerste en derde lid van het Reglement ontheffingen milieuzone 2008 van de gemeente Utrecht (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 41) bedraagt EUR 25,00

      • 3.5.3.

        Verkrijgen van een ontheffing conform artikel 101, eerste lid APV

      • 3.5.4.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 101, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (ontheffing voor het parkeren van drie of meer voertuigen) bedraagt EUR 55,05

  • 4.

    Programma Beheer openbare ruimte

    • 4.1.

      Reclame-uitingen en verlichting werfmuren

      4.1.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het aanbrengen van reclame-uitingen en verlichting op werfmuren, bedraagt:

      • 4.1.1.1.

        voor een eerste aanvraag EUR 118,10

      • 4.1.1.2.

        voor een vergunning aansluitend op een eerder aan de aanvrager met dezelfde voorwaarden verleende vergunning EUR 87,30

      • 4.1.1.3.

        voor een vergunning tot wijziging van een vigerende vergunning wegens wijziging van het ontwerp EUR 87,30

    • 4.2.

      Bewegwijzering en informatiebordjes

      4.2.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het aanbrengen van bewegwijzering of een informatiebordje, bedraagt:

      • 4.2.1.1.

        voor een eerste aanvraag EUR 120,60

      • 4.2.1.2.

        voor een vergunning aansluitend op een eerder aan de aanvrager met dezelfde voorwaarden verleende vergunning EUR 74,10

      • 4.2.1.3.

        voor een vergunning tot wijziging van een eerder aan de aanvrager verleende, nog vigerende vergunning wegens de verplaatsing van het object of wijziging van het ontwerp EUR 106,80

    • 4.3.

      Reclamevergunning

      • 4.3.1.

        De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, Reclameverordening Utrecht 2004 bedragen voor een voorwerp of enig ander middel per m2 voor reclamebestemde oppervlakte EUR 69,00

      • 4.3.2.

        Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 4.3.1. kent een minimum van EUR 69,00

      • 4.3.3.

        Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 4.3.1. kent een maximum van EUR 3.450,00

    • 4.4.

      Teruggaaf: intrekking aanvraag reclamevergunning

      • 4.4.1.

        Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor een reclamevergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald mits de vergunning nog niet verleend is. Indien de aanvraag wordt ingetrokken bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 60%

      • 4.4.2.

        Het na de verrekening als bedoeld in artikel 4.4.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 39,00

    • 4.5.

      APV artikel 17: inname openbare grond

      4.5.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht bedragen:

      • 4.5.1.1.

        voor steigers, keten, loodsen, bouwwerktuigen, waaronder begrepen bouwrails en bouwkranen en dergelijke, per object EUR 66,10

      • 4.5.1.2.

        voor het innemen van ruimte door laden, lossen en opslaan van goederen, bouwmaterialen en grond EUR 66,10

4.5.2 De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming te verkrijgen tot afwijking van een eerder verleende vergunning als bedoeld onder 4.5.1. bedragen EUR 32,15

    • 4.6.

      Telefooncel

      4.6.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het plaatsen van een telefooncel bedraagt per object EUR 205,60

    • 4.7.

      Straatmeubilair

      4.7.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het plaatsen van straatmeubilair bedraagt EUR 115,60

    • 4.8.

      Verlicht reclameobject aan lichtmast

      4.8.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het plaatsen van een verlicht reclameobject aan een lichtmast bedraagt:

      • 4.8.1.1.

        voor een eerste aanvraag EUR 214,70

      • 4.8.1.2.

        voor een vergunning aansluitend op een eerder aan de aanvrager met dezelfde voorwaarden verleende vergunning EUR 111,20

      • 4.8.1.3.

        voor een vergunning tot wijziging van een vigerende vergunning wegens het verplaatsen van een verlicht reclameobject aan een lichtmast EUR 120,60

      • 4.8.1.4.

        voor een vergunning tot wijziging van een vigerende vergunning wegens wijziging van het ontwerp van een verlicht reclameobject aan een lichtmast EUR 120,60

    • 4.9.

      Niet verlichte reclameborden

      4.9.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het plaatsen van niet verlichte reclameborden aan lichtmasten geldig voor ten hoogste tien dagen (tijdelijke reclame aan lichtmasten) bedraagt EUR 88,10

    • 4.10.

      Borden en promotiebordjes

      4.10.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor een vergunning tot het plaatsen van:

      • 4.10.1.1.

        een (verzamel)verwijsbord voor commerciële of niet-commerciële doeleinden EUR 74,10

      • 4.10.1.2.

        tijdelijke promotiebordjes ten behoeve van jaarbeurs standhouders EUR 80,30

      • 4.10.1.3.

        overige op, in of boven de openbare weg te plaatsen of aan te brengen voorwerpen EUR 176,20

    • 4.11.

      Film- en televisieopnames

      4.11.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor:

      • 4.11.1.1.

        het maken van film- of televisieopnames met een commercieel doel EUR 55,70

      • 4.11.1.2.

        het maken van film- of televisieopnames in verband waarmee een voor openbare dienst bestemde (water)weg tijdelijk voor het verkeer wordt afgesloten of andere maatregelen van verkeers- technische aard worden getroffen, ongeacht het in beslag genomen tijdsbestek EUR 302,80

    • 4.12.

      Strooibiljetten en sampling

      4.12.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor:

      • 4.12.1.1.

        het verspreiden van strooibiljetten met het kennelijke doel daarmee handelsreclame te maken EUR 92,60

      • 4.12.1.2.

        sampling met het kennelijke doel daarmee handelsreclame te maken EUR 92,60

    • 4.13.

      Spandoeken, Mupi en mobiele affichering

      • 4.13.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor een voorwerp of enig ander middel:

      • 4.10.1.

        voor een spandoek al dan niet voorzien van handelsreclame EUR 61,80

      • 4.10.2.

        voor het uiten van reclame op de gemeentezijde van een Mupi EUR 69,40

      • 4.10.3.

        voor mobiele affichering EUR 138,70

    • 4.14.

      Uitstalverordening 2001

      • 4.14.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 Uitstalverordening 2001 (het uitstallen van voorwerpen op of aan de openbare weg voor of bij een onroerende zaak voor een eerste aanvraag bedraagt EUR 129,60

      • 4.14.2.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van aan aanvraag als bedoeld onder 4.14.1. bedraagt ingeval het een aanvraag voor een vergunning betreft onder dezelfde voorwaarden als opgenomen in de eerder aan de aanvrager verleende, expirerende vergunning EUR 74,10

    • 4.15.

      Aansluitverordening Riolering

      4.15.1.Het tarief ter zake van het verstrekken van een vergunning tot het aansluiten van een particulier riool op het gemeenteriool bedraagt:

      • 4.15.1.1.

        voor één aansluiting EUR 81,20

      • 4.15.1.2.

        voor meer dan één aansluiting verenigd in dezelfde vergunning, het tarief genoemd onder 4.15.1.1. voor de eerste aansluiting, vermeerderd voor elke volgende aansluiting met EUR 35,30

    • 4.16.

      Telecommunicatiewet

      • 4.16.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid Telecommunicatiewet bedraagt per aaneengesloten tracé van:

        • 4.16.1.1.

          vanaf 0 tot 25 meter EUR 62,00

        • 4.16.1.2.

          vanaf 25 tot 100 meter EUR 565,70

        • 4.16.1.3.

          vanaf 100 tot 500 meter EUR 687,40

        • 4.16.1.4.

          vanaf 500 tot 1.000 meter EUR 837,40

        • 4.16.1.5.

          vanaf 1.000 meter EUR 987,40

      • 4.16.2.

        De onder 4.16.1.1. tot en met 4.16.1.5 genoemde bedragen worden verhoogd:

        • 4.16.2.1.

          indien met betrekking tot een melding onderzoek en/of vooroverleg plaatsvindt met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

        • 4.16.2.2.

          indien een begroting als bedoeld onder 4.16.2.1. is uitgebracht , wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

    • 4.17.

      Opbreekvergunning kabels en leidingen

      • 4.17.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 19, eerste lid, Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (opbreekvergunning, ten behoeve van kabels en leidingen) bedraagt per aaneengesloten tracé van:

        • 4.17.1.1.

          vanaf 0 tot 25 meter EUR 62,00

        • 4.17.1.2.

          vanaf 25 tot 100 meter EUR 565,70

        • 4.17.1.3.

          vanaf 100 tot 500 meter EUR 687,40

        • 4.17.1.4.

          vanaf 500 tot 1.000 meter EUR 837,40

        • 4.17.1.5.

          vanaf 1.000 meter EUR 987,40

      • 4.17.2.

        De onder 4.17.1.1. tot en met 4.17.1.5 genoemde bedragen worden verhoogd:

        • 4.17.2.1.

          indien met betrekking tot een melding onderzoek en/of vooroverleg plaatsvindt met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

        • 4.17.2.2.

          indien een begroting als bedoeld onder 4.17.2.1. is uitgebracht , wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

    • 4.18.

      Opbreekvergunning overig

      4.18.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 19, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (opbreekvergunning) voor zover de werkzaamheden waarvoor de vergunning wordt aangevraagd niet vallen onder paragraaf 4.16 (telecomwerkzaamheden) en/of paragraaf 4.17 (opbrekingen in verband met werkzaamheden aan kabels en leidingen) bedraagt EUR 97,50

    • 4.19.

      Heliterrein

      4.19.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 5, zesde lid Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen, voor het gebruik van een terrein als heliterrein bedraagt EUR 48,50

    • 4.20.

      Kabelballon

      4.20.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 9, tweede lid Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen, voor het gebruik van een terrein voor het doen opstijgen en doen landen van een kabelballon bedraagt EUR 55,60

    • 4.21.

      Hete luchtballon en parachute

      4.21.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 10, tweede lid Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen, voor het doen opstijgen en/of doen landen van een hete luchtballon en/of een parachute bedraagt EUR 55,60

    • 4.22.

      Evenementen

      • 4.22.1.

        Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor:

        • 4.22.1.1.

          een buurt- en straatfeest EUR 16,60

        • 4.22.1.2.

          een klein evenement EUR 72,80

        • 4.22.1.3.

          een middelgroot evenement EUR 355,10

        • 4.22.1.4.

          een groot evenement EUR 710,60

        • 4.22.1.5.

          een zeer grootschalig evenement EUR 1.240,60

      • 4.22.2.

        Indien voor het verlenen van de vergunningen genoemd in deze paragraaf een geluidsmeting plaats vindt, worden de in deze paragraaf genoemde tarieven per uur geluidsmeting verhoogd met EUR 107,60

    • 4.23.

      Uitweg

      4.23.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 20, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (het maken van een uitweg) bedraagt EUR 169,00

    • 4.24.

      Kapvergunning

      • 4.24.1.

        Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 85, eerste lid, Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (kapvergunning) voor maximaal vijf bomen bedraagt EUR 144,00

      • 4.24.2.

        Indien de aanvraag als bedoeld onder 4.24.1. betrekking heeft op meer dan vijf bomen geldt het tarief van 4.24.1 voor de eerste vijf bomen vermeerderd voor elke boom meer dan vijf op dezelfde locatie in hetzelfde project EUR 13,70

    • 4.25.

      Verlichtingselementen

      4.25.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 95a Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (het bevestigen van verlichtingselementen in bomen die zich bevinden op de openbare weg) EUR 209,80

    • 4.26.

      Standplaats: anders dan straathandel

      4.26.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 113, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (standplaats voor een ander doel dan straathandel) EUR 61,80

    • 4.27.

      Standplaats: tijdelijke standplaats

      4.27.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 112, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht voor een tijdelijke standplaats voor commerciële straathandel bedraagt EUR 83,30

    • 4.28.

      Standplaats: commerciële straathandel

      4.28.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Standplaatsverordening 2001:

      • 4.28.1.1.

        voor een standplaats voor commerciële straathandel EUR 385,40

      • 4.28.1.2.

        voor een standplaats voor commerciële straathandel ingeval het een aanvraag betreft voor een vergunning onder dezelfde voorwaarden als opgenomen in een eerder aan de aanvrager verleende, expirerende vergunning EUR 155,40

      • 4.28.1.3.

        voor het overschrijden van de tenaamstelling van een in artikel 2 van de Standplaatsverordening 2001 genoemde vergunning op naam van de partner of het kind zoals is opgenomen in artikel 6 van de Standplaatsverordening 2001 EUR 27,80

    • 4.29.

      Havenverordening

      4.29.1.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de Havenverordening Utrecht 2006 EUR 58,70

  • 5.

    Openbare Orde en (Wijk)Veiligheid

    5.1.Wet Bibob: behandeling verzoek Bibob

    5.1.1.De in deze Legesverordening en bijbehorende tarieventabel opgenomen tarieven voor het in behandelingen nemen van aanvragen om beschikkingen worden, indien het gaat om het in behandeling nemen van een verzoek van een betrokkene als bedoeld in:

  • 1.

    Artikel 1, eerste lid, onder c Wet Bibob of

  • 2.

    artikel 7, tweede lid Wet Bibob juncto artikel 4 Besluit Bibob

en in gevallen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 "Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob" (Bibob-onderzoek) verhoogd met EUR 2.941,00

  • 5.2.

    Wet Bibob: verhoging wegens advies Bureau Bibob

    5.2.1.Indien advies als bedoeld in artikel 9 Wet Bibob wordt ingewonnen, wordt het onder 5.1.1. genoemde bedrag verhoogd met het bedrag zoals bedoeld in artikel 16 Wet Bibob en artikel 5 Besluit Bibob

  • 5.3.

    Wet Bibob: restitutie begunstigende beschikking

    5.3.1.De onder 5.1.1. en 5.2.1. genoemde bedragen worden gerestitueerd indien op het verzoek van betrokkene een begunstigende beschikking wordt genomen.

  • 5.4.

    Kansspelen: aanwezigheidsvergunning speelautomaten

    5.4.1.Het tarief ter zake van het op aanvraag verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b Wet op de kansspelen voor de periode van twaalf maanden voor één speelautomaat bedraagt EUR 22,50

verhoogd met EUR 34,00

  • 5.4.2.Het tarief ter zake van het op aanvraag verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b Wet op de kansspelen voor de periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten bedraagt:

    • 5.4.2.1.

      voor de eerste speelautomaat EUR 56,50

    • 5.4.2.2.

      voor iedere volgende speelautomaat EUR 34,00

  • 5.5.

    Kansspelen: vergunningen speelautomatenhallen

    • 5.5.1.

      Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 Verordening op de speelautomatenhallen met vermelding van maximaal vier ondernemers bedraagt EUR 998,48

    • 5.5.2.

      Indien sprake is van meer dan vier ondernemers of beheerders wordt het bedrag genoemd onder 5.5.1. verhoogd per ondernemer of beheerder met EUR 120,84

    • 5.5.3.

      Indien publicatie plaatsvindt, wordt het onder 5.5.1. en 5.5.2. genoemde bedrag verhoogd met EUR 78,48

  • 5.6.

    Kansspelen: loterijvergunning

    5.6.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid Wet op de kansspelen (loterijvergunning met een prijzenpakket van maximaal EUR 4.500,00) bedraagt EUR 183,90

  • 5.7.

    Kansspelen: bingo en rad van avontuur

    5.7.1.Het tarief ter zake van het op aanvraag verlenen van diensten in verband met het waarmerken van formulieren voor maximaal vier bingoavonden of maximaal vier Rad van Avontuur avonden bedraagt EUR 123,50

  • 5.8.

    Drank en horeca: slijterbedrijf

    5.8.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de uitoefening van het slijterbedrijf als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet, met een vermelding van maximaal vier personen als leidinggevenden bedraagt EUR 998,50

  • 5.9.

    Drank en horeca: tapvergunning

    5.9.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid Drank- en Horecawet ("tapvergunning") bedraagt EUR 162,55

  • 5.10.

    Drank en horeca: melding conform artikel 30 Drank- en Horecawet

    5.10.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 Drank- en Horecawet bedraagt EUR 459,40

  • 5.11.

    Drank en horeca: vergunning uitoefening horecabedrijf

    • 5.11.1.

      Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf als bedoeld in artikel 2, eerste lid Horecaverordening Utrecht 2004, met vermelding van maximaal vier personen als leidinggevenden bedraagt indien het een eerste aanvraag betreft:

      • 5.11.1.1.

        zonder terras EUR 698,15

      • 5.11.1.2.

        met terras EUR 818,30

    • 5.11.2.

      Indien de aanvraag als bedoeld onder 5.11.1. niet een eerste aanvraag betreft (verandering lokaliteit of ondernemingsvorm) bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag EUR 459,40

  • 5.12.

    Drank en horeca: verkrijgen ontheffing ex artikel 12 Horecaverordening

    5.12.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 12, vijfde lid Horecaverordening Utrecht 2004 bedraagt EUR 121,20

  • 5.13.

    Drank en horeca: combinatie van vergunningen

    • 5.13.1.

      Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een combinatie van de vergunningen voor de uitoefening van het horecabedrijf als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet en artikel 2, eerste lid Horecaverordening Utrecht 2004 met vermelding van maximaal vier personen als leidinggevenden bedraagt indien het een eerste aanvraag betreft:

      • 5.13.1.1.

        zonder terras EUR 968,45

      • 5.13.1.2.

        met terras EUR 1.028,50

    • 5.13.2.

      Indien de aanvraag als bedoeld onder 5.13.1. niet een eerste aanvraag betreft (verandering lokaliteit of ondernemingsvorm) bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag EUR 459,40

  • 5.14.

    Drank en horeca: exploitatievergunning

    • 5.14.1.

      Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid Horecaverordening Utrecht 2004 al dan niet in combinatie met een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf of het slijterbedrijf als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet, voor een bestaande inrichting, waarbij alleen wijzigt de leidinggevende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub 2 en 3 Drank- en Horecawet bedraagt per leidinggevende EUR 120,85

    • 5.14.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 5.14.1. kent een maximum van EUR 604,20

  • 5.15.

    Drank en horeca: leges voor publicatie

    5.15.1.Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in de paragrafen 5.8., 5.11. en 5.13. publicatie plaats vindt worden de aldaar genoemde tarieven verhoogd met EUR 78,50

  • 5.16.

    Drank en horeca: verhoging leges meer leidinggevenden

    • 5.16.1.

      Indien het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in de paragrafen 5.8., 5.11. en 5.13. meer dan vier leidinggevenden betreft worden de aldaar genoemde tarieven per leidinggevende verhoogd met EUR 120,85

    • 5.16.2.

      De op grond van 5.16.1. verschuldigde verhoging bedraagt maximaal EUR 604,20

  • 5.17.

    Drank en horeca: ontheffing sluitingstijden bijzondere gebeurtenis

    5.17.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een ontheffing als bedoeld in artikel 12 Horecaverordening Utrecht 2004 (ontheffing sluitingstijden bij een bijzondere gebeurtenis voor horecabedrijven uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik bij een sport- of jeugdorganisatie of –instelling) bedraagt EUR 90,20

  • 5.18.

    APV artikel 15: vergunning tegen betaling aanbieden van diensten

    5.18.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 15, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (vergunning voor het tegen betaling aanbieden van diensten) voor de duur van een jaar of gedeelte daarvan bedraagt EUR 108,75

  • 5.19.

    APV artikel 16: draaiorgelvergunning

    5.19.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 16, tweede lid Algemene Plaatselijke Verordening (draaiorgelvergunning) voor de duur van een jaar of een gedeelte daarvan bedraagt EUR 106,45

  • 5.20.

    APV artikel 33: vergunning voetbalwedstrijd

    5.20.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 33 Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht bedraagt per in de vergunning opgenomen wedstrijd EUR 523,00

  • 5.21.

    APV artikel 65: vuurwerkverkoopvergunning

    5.21.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 65, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (vuurwerkverkoopvergunning) bedraagt EUR 184,85

  • 5.22.

    APV artikel 70: seksinrichting en escortbedrijf

    • 5.22.1.

      Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 70, eerste lid (vergunning seksinrichtingen), of 21e lid (vergunning escortbedrijf) Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht indien het een aanvraag voor een vergunning voor de duur van drie jaar met vermelding van maximaal vier personen als exploitant of beheerder betreft bedraagt EUR 998,50

    • 5.22.2.

      Het tarief verschuldigd op grond van 5.22.1. wordt als de aanvraag een vergunning voor de duur van drie jaar met vermelding van meer dan vier personen als exploitant of beheerder betreft verhoogd met een bedrag per exploitant of beheerder van EUR 120,85

    • 5.22.3.

      Indien ter zake van de onder 5.22.1. en 5.22.2. genoemde aanvragen publicatie plaatsvindt, worden de tarieven die op grond van deze artikelen verschuldigd zijn verhoogd met EUR 78,50

  • 5.23.

    APV artikel 70: seksinrichting en escortbedrijf: wijziging exploitant

    • 5.23.1.

      Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van één of meerdere vergunningen als bedoeld in artikel 70, eerste lid (vergunning seksinrichtingen) of eenentwintigste lid (vergunning escortbedrijf) Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht voor één of meerdere bestaande inrichtingen, waarbij alleen wijzigt de exploitant of beheerder bedraagt per exploitant of beheerder EUR 120,85

    • 5.23.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 5.23.1. kent een maximum van EUR 604,20

  • 5.24.

    APV artikel 112: ventvergunning

    5.24.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 112, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht voor het gedurende één jaar uitoefenen van straathandel anders dan vanuit een vast verkooppunt (ventvergunning) bedraagt EUR 108,75

  • 5.25.

    APV artikel 112: standplaats verkoop zelfgemaakte artikelen

    5.25.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 112, eerste lid Algemeen Plaatselijke Verordening Utrecht voor een standplaats met een geldigheidsduur van één maand voor de verkoop van zelfgemaakt artikelen bedraagt EUR 108,75

  • 5.26.

    APV artikel 114: houden van een verkoopbijeenkomst

    5.26.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 114, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (vergunning voor het houden van een verkoopbijeenkomst) bedraagt EUR 122,10

  • 5.27.

    APV artikel 121: vergunningen evenement in een gebouw

    5.27.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 121 b Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (vergunning voor het houden van een evenement in een gebouw) bedraagt EUR 2.305,00

  • 5.28.

    Dierenbescherming

    5.28.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid Wet op de Dierenbescherming bedraagt EUR 263,70

  • 5.29.

    Gevaarlijke stoffen: vergunning neerleggen en aanwenden ontplofbare stoffen

    5.29.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 18, eerste lid Reglement Gevaarlijke Stoffen (vergunning voor het neerleggen en aanwenden van ontplofbare stoffen) bedraagt EUR 119,15

  • 5.30.

    Winkeltijden: ontheffing winkeltijden

    5.30.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet of de Winkeltijdenverordening Utrecht 1996 bedraagt EUR 117,10

  • 5.31.

    Gebruiksvergunning: basistarief

    5.31.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 Besluit brandveilig gebruik bouwwerken en/of artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening bedraagt EUR 484,02

  • 5.32.

    Gebruiksvergunning: verhoging basistarief naar oppervlakte

    5.32.1.Het tarief genoemd onder 5.31.1. wordt verhoogd voor een bouwwerk of inrichting met een oppervlakte van:

    • 5.32.1.1.

      0 t/m 100 m2 (categorie 1) EUR 323,14

    • 5.32.1.2.

      101 m2 t/m 500 m2 (categorie 2) EUR 323,14

vermeerderd per m2 boven het aantal van 100 m2 met EUR 1,97

5.32.1.3.501 m2 t/m 2.000 m2 (categorie 3) EUR 1.112,55

vermeerderd per m2 boven het aantal van 500 m2 met EUR 1,04

5.32.1.4.2.001 m2 t/m 5.000 m2 (categorie 4) EUR 2.674,80

vermeerderd per m2 boven het aantal van 2.000 m2 met EUR 0,33

5.32.1.5.5.001 m2 t/m 50.000 m2 (categorie 5) EUR 3.606,94

vermeerderd per m2 boven het aantal van 5.000 m2 met EUR 0,08

5.32.1.6.meer dan 50.000 m2 (categorie 6) EUR 6.073,91

vermeerderd per m2 boven het aantal van 50.000 m2 met EUR 0,01

    • 5.33.

      Gebruiksvergunning: vermindering leges tijdelijk gebruik

      5.33.1.Indien de aanvraag als bedoeld onder 5.31.1. betrekking heeft op een tijdelijk gebruik van niet meer dan vier weken wordt van het legestarief vermeld onder 5.31.1. en 5.32.1. tot met 5.32.1.6. geheven: 15%

    • 5.34.

      Gebruiksvergunning: teruggaaf ingetrokken aanvraag

      5.34.1.Indien de aanvraag als bedoeld onder 5.31.1. wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen wordt van het legestarief vermeld onder 5.31.1. en 5.32.1. tot met 5.32.1.6. geheven: 50%

    • 5.35.

      Gebruiksvergunning: leges bij wijziging van een vergunning

      • 5.35.1.

        Indien een aanvraag betrekking heeft op het verkrijgen van een vergunning die strekt tot wijziging van een vergunning als bedoeld onder 5.31.1. wordt geheven van het legestarief vermeld onder 5.31.1. en 5.32.1. tot en met 5.32.1.6.:

        • 5.35.1.1.

          voor zover het een uitbreiding van de inrichting betreft, het legestarief onder 5.31.1. en 5.32.1. tot met 5.32.1.6. met dien verstande dat de toeslag wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding

        • 5.35.1.2.

          voor zover het gewijzigd gebruik van de hele inrichting betreft, het legestarief onder 5.31.1. en 5.32.1. tot met 5.32.1.6.

      • 5.35.2.

        voor zover het gewijzigd gebruik van een gedeelte van de inrichting betreft, het legestarief onder 5.31.1 en 5.32.1 tot en met 5.32.1.6. met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte.

    • 5.36.

      Algemeen: tarief indien niet elders een tarief

      5.36.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking, alsmede de leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet-ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen bedragen EUR 42,00

  • 6.

    Wonen en Monumenten

    • 6.1.

      Begripsbepaling: bouwkosten

      6.1.1.Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, vermeerderd met omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (vermeerderd met omzetbelasting) bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • 6.2.

      Begripsbepaling: investeringskosten

      6.2.1.Onder kosten, bij een investering nodig voor de uitvoering wordt in dit hoofdstuk verstaan de investeringskosten als genoemd in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het inrichten geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder investering nodig voor de uitvoering verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het uitvoeren van het werk waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • 6.3.

      Begripsbepaling: overige begripsbepalingen

      6.3.1.Voor de overige begripsbepalingen wordt verwezen naar

  • a.

    de Woningwet;

  • b.

    de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

  • c.

    de Wet op de ruimtelijke ordening;

  • d.

    de gemeentelijke bouwverordening;

  • e.

    de Monumentenwet en

  • f.

    de monumentenverordening.

    • 6.4.

      Algemeen: bescheiden betreffende beschikt bouwwerk

      6.4.1.De leges voor het op aanvraag ter inzage geven van bescheiden betreffende een beschikt bouwwerk bedragen per bouwdossier EUR 8,95

    • 6.5.

      Algemeen: kopieën bouwplannen en aanverwante stukken

      6.5.1.De leges voor het op aanvraag verstrekken van meer dan vijftien fotokopieën van bescheiden betreffende een beschikt bouwwerk, van bestemmingsplanvoorschriften of bestemmingsplankaarten en van in behandeling zijnde bouwplannen bedragen per fotokopie:

      • 6.5.1.1.

        op A4-formaat EUR 0,60

      • 6.5.1.2.

        op A3-formaat EUR 0,80

    • 6.6.

      Algemeen: verstrekken huisnummerkaart

      • 6.6.1.

        De leges voor het verstrekken van een uit de huisnummerkaart of grootschalige basiskaart vervaardigd uittreksel bedragen EUR 7,75

      • 6.6.2.

        De leges voor elk gelijktijdig aan de vertrekking bedoeld in 6.6.1. vertrekt gelijkluidend exemplaar bedragen EUR 1,40

    • 6.7.

      Algemeen: woningcartotheek

      6.7.1.De leges voor het schriftelijk verstrekken van gegevens uit de woningcartotheek bedragen per perceelskaart EUR 4,90

    • 6.8.

      Algemeen: verklaring bestemming en gebruik

      6.8.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een schriftelijke verklaring omtrent de bestemming en het gebruik van gebouwen/terreinen bedragen per adres EUR 122,10

    • 6.9.

      Algemeen: principestandpunt bouwvergunning

      6.9.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een principestandpunt over een bouwvergunning en/of een al dan niet hiermee samenhangend vrijstellingsverzoek bedragen EUR 134,70

    • 6.10.

      Algemeen: principestandpunt bestemmingsplan en projectbesluit

      6.10.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een principestandpunt over een wijziging van een bestemmingsplan respectievelijk het nemen van een projectbesluit bedragen EUR 473,00

    • 6.11.

      Algemeen: schriftelijke informatie uit bestemmingsplan

      • 6.11.1.

        De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van schriftelijke informatie uit een bestemmingsplan van een pand of perceel bedragen per adres EUR 20,35

      • 6.11.2.

        Indien er geen adres bestaat worden de leges van 6.11.1. geheven over ieder perceel.

    • 6.12.

      Bouwvergunning: lichte bouwvergunning

      • 6.12.1.

        De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een lichte bouwvergunning bedragen 1,6%

      • 6.12.2.

        De leges genoemd in artikel 6.12.1. worden berekend over de bouwkosten en hebben een minimumtarief (waaronder inbegrepen de eventuele verhoging als gevolg van een vrijstelling) van EUR 51,00

    • 6.13.

      Bouwvergunning: reguliere bouwvergunning

      6.13.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een reguliere bouwvergunning bestaan uit een vast deel en een variabel deel die conform de onderstaande tariefgroepindeling worden bepaald. Het variabele deel bestaat uit het bij de tariefgroep genoemde percentage van het deel van de bouwkosten dat het aanvangsbedrag van de betreffende tariefgroep, waarin het bouwplan op grond van de bouwkosten valt, overstijgt.

      • 6.13.1.1

        Het minimumtarief (waaronder begrepen de eventuele verhoging als gevolg van een vrijstelling) van een bouwvergunning bedraagt EUR 51,00

      • 6.13.1.2

        Bouwkosten tariefgroep I: > EUR 0,00 en ≤ EUR 1.000.000

Vast EUR 0,00

Variabel 1,9%

6.13.1.3Bouwkosten tariefgroep II: > EUR 1.000.000 en ≤ EUR 2.500.000

Vast EUR 19.000,00

Variabel 1,8%

6.13.1.4Bouwkosten tariefgroep III: > EUR 2.500.000 en ≤ EUR 10.000.000

Vast EUR 46.000,00

Variabel 1,6%

6.13.1.5Bouwkosten tariefgroep IV: > EUR 10.000.000 en ≤ EUR 20.000.000

Vast EUR 166.000,00

Variabel 1,6%

6.13.1.6Bouwkosten tariefgroep V: > EUR 20.000.000 en ≤ EUR 50.000.000

Vast EUR 326.000,00

Variabel 1,6%

6.13.1.7Bouwkosten tariefgroep VI: > EUR 50.000.000

Vast EUR 806.000,00

Variabel 0,5%

  • 6.14.

    Bouwvergunning: reguliere bouwvergunning eerste fase

    • 6.14.1.

      De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een reguliere bouwvergunning eerste fase bedragen een percentage van de leges die op grond van paragraaf 6.13. (aanvraag reguliere bouwvergunning) in rekening moeten worden gebracht, welk percentage bedraagt 60%

    • 6.14.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.14.1. kent een minimum van EUR 51,00

  • 6.15.

    Bouwvergunning: reguliere bouwvergunning tweede fase

    • 6.15.1.

      De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een reguliere bouwvergunning tweede fase bedragen een percentage van de leges die op grond van paragraaf 6.13. (aanvraag reguliere bouwvergunning) in rekening moeten worden gebracht, welke percentage bedraagt 50%

    • 6.15.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.15.1. kent een minimum van EUR 51,00

  • 6.16.

    Verhoging bouwleges: vrijstelling

    6.16.1.Voor het in behandeling nemen van een vrijstelling dan wel het verlenen van ontheffing van een bestemmingsplan en/of de bouwverordening, waarvoor vergunning is vereist als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet, worden de leges verhoogd met een percentage van de bouwkosten, welk percentage bedraagt 0,15%

  • 6.17.

    Verhoging bouwleges: benodigde ontheffing

    • 6.17.1.

      Voor het in behandeling nemen van een vrijstelling dan wel het verlenen van een binnenplanse, buitenplanse of tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c, artikel 3.23, artikel 3.22 van de Wet Ruimtelijke ordening en/of de bouwverordening, waarvoor vergunning is vereist als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet, worden de leges verhoogd met een percentage van de bouwkosten, welk percentage bedraagt 0,30%

    • 6.17.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.17.1. kent een minimum van EUR 102,00

  • 6.18.

    Verhoging bouwleges: projectbesluit

    6.18.1.Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een projectbesluit waarvoor vergunning is vereist als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet worden de leges verhoogd met:

    • 6.18.1.1.

      indien de bouwkosten > EUR 0,00 en ≤ EUR 100.000,00 bedragen EUR 7.200,00

    • 6.18.1.2.

      indien de bouwkosten > EUR 100.000,00 en ≤ EUR 1.000.000,00 bedragen EUR 13.800,00

    • 6.18.1.3.

      indien de bouwkosten > EUR 1.000.000,00 en ≤ EUR 10.000.000,00 bedragen EUR 23.400,00

    • 6.18.1.4.

      indien de bouwkosten > EUR 10.000.000,00 en ≤ EUR 20.000.000,00 bedragen EUR 34.000,00

    • 6.18.1.5.

      indien de bouwkosten > EUR 20.000.000,00 en ≤ EUR 50.000.000,00 bedragen EUR 47.800,00

    • 6.18.1.6.

      indien de bouwkosten > EUR 50.000.000,00 bedragen EUR 55.000,00

  • 6.19.

    Verhoging bouwleges: ontwikkeling, wijziging en uitwerking bestemmingsplan

    6.19.1.Indien op verzoek ten behoeve van een project een bestemmingsplan moet worden ontwikkeld (wijziging of uitwerking hieronder mede begrepen) bedragen de voor de ontwikkeling van het bestemmingsplan in rekening te brengen kosten, bij een investering nodig voor de uitvoering

    • 6.19.1.1.

      Categorie A: > EUR 0,00 en ≤ 100.000,00 EUR 7.000,00

    • 6.19.1.2.

      Categorie B: > EUR 100.000,00 en ≤ 1.000.000,00 EUR 12.600,00

    • 6.19.1.3.

      Categorie C: > EUR 1.000.000,00 en ≤ 10.000.000, 00 EUR 22.200,00

    • 6.19.1.4.

      Categorie D: > EUR 10.000.000,00 en ≤ 20.000.000,00 EUR 32.800,00

    • 6.19.1.5.

      Categorie E: > EUR 20.000.000,00 en ≤ 50.000.000,00 EUR 46.600,00

    • 6.19.1.6.

      Categorie F: > EUR 50.000.000,00 EUR 53.800,00

  • 6.20.

    Verhoging bouwleges: projectbesluit

    6.20.1.De leges voor het in behandeling nemen van een verzoek/ aanvraag tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de Wro sec is gelijk aan die voor het ontwikkelen van een bestemmingsplan zoals omschreven in paragraaf 6.19., vermeerderd met EUR 1.500,00

  • 6.21.

    Samenloop met privaatrecht

    6.21.1.Het bepaalde in de paragrafen 6.19. en 6.20. vindt geen toepassing voor zover de betreffende vergoeding op grond van een privaatrechtelijke regeling is verschuldigd dan wel voor zover deze vergoeding op een andere wijze (grondexploitatie/ gemeentelijke exploitatieverordening) wordt voldaan.

  • 6.22.

    Verhoging bouwleges: buiten toepassing verklaring beheersverordening

    6.22.1.De leges voor het in behandeling nemen van een verzoek/ aanvraag tot het buiten toepassing verklaren/besluit tot afwijking van de beheersverordening –ongeacht de aanwezigheid van een bouwplan waarvoor een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet- bedragen EUR 296,55

  • 6.23.

    Verhoging bouwleges: weigering projectbesluit/bestemmingsplanherziening

    6.23.1.Wanneer de gemeente in eerste aanleg weigert medewerking te verlenen aan een projectbesluit/bestemmingsplanherziening worden aan leges in rekening gebracht EUR 951,15

  • 6.24.

    Slopen

    • 6.24.1.

      De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een sloopvergunning als bedoeld in de bouwverordening en/of op grond van een voorbereidingsbesluit, provinciale voorbereidingsverklaring, bestemmingsplan, beheersverordening of inpassingplan op grond van de Wro bedragen per gebouw/bouwwerk EUR 135,20

    • 6.24.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.24.1. kent een maximum van EUR 811,15

  • 6.25.

    Monumentenvergunning

    • 6.25.1.

      De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning tot het wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet en/of de Monumentenverordening bedragen een percentage van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, welk percentage bedraagt 0,80%

    • 6.25.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.25.1. kent een minimum van EUR 38,65

  • 6.26.

    Aanlegvergunning

    • 6.26.1.

      De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een aanlegvergunning bedragen EUR 137,85

    • 6.26.2.

      Indien de aanvraag onder 6.26.1. betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 16 of artikel 46, zesde, zevende of achtste lid Wet op de Ruimtelijke Ordening, bedragen de leges EUR 269,25

  • 6.27.

    (Technische) Woonvergunning

    6.27.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 60 Woningwet ((technische) woonvergunning) bedragen EUR 184,55

  • 6.28.

    Administratief: wijzigen tenaamstelling

    6.28.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een verleende bouw-/sloopvergunning. EUR 41,50

  • 6.29.

    Administratief: wijzigen bouwvergunning

    • 6.29.1.

      De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een bouwvergunning als gevolg van een wijziging in het bouwplan bestaan uit een percentage van de bouwkosten van uitsluitend de wijziging van het bouwplan. Het percentage is gelijk aan het percentage dat in rekening moet worden gebracht op basis van de bouwkosten van de oorspronkelijke bouwvergunning

    • 6.29.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.29.1. kent een minimum van EUR 51,00

    • 6.29.3.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.29.1. kent een maximum van EUR 5.174,00

    • 6.29.4.

      De legesheffing op grond van deze paragraaf vindt geen toepassing indien de afwijking van het oorspronkelijke bouwplan zodanig is dat in feite moet worden gesproken van een nieuw bouwplan.

  • 6.30.

    Teruggaaf: lichte/reguliere bouwvergunning

    • 6.30.1.

      Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor een lichte/reguliere bouwvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen bij de gemeente, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald, mits de vergunning nog niet verleend is.

    • 6.30.2.

      Indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van één maand nadat deze in behandeling is genomen bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 75%

      • 6.30.2.1.

        Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.30.2. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 51,00

      • 6.30.2.2.

        Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.30.2. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 1.293,00

    • 6.30.3.

      Indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van één maand nadat deze in behandeling is genomen bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 60%

      • 6.30.3.1.

        Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.30.3. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 51,00

      • 6.30.3.2.

        Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.30.3. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 2.586,00

  • 6.31.

    Teruggaaf: gefaseerde bouwvergunning

    • 6.31.1.

      Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor een gefaseerde bouwvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald mits de vergunning nog niet is verleend.

    • 6.31.2.

      Indien de aanvraag wordt ingetrokken bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 60%

      • 6.31.2.1.

        Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.31.2. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 51,00

      • 6.31.2.2.

        Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.31.2. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 1.293,00

  • 6.32.

    Teruggaaf: weigering aanvraag bouwvergunning

    • 6.32.1.

      Wanneer de gemeente een bouwvergunning weigert, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald. Het terug te ontvangen bedrag bestaat uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 30%

    • 6.32.2.

      Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.32.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 51,00

    • 6.32.3.

      Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.32.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 3.881,00

  • 6.33.

    Teruggaaf: intrekken bouwvergunning

    • 6.33.1.

      Indien van een verleende bouwvergunning binnen 26 weken na verlening geen gebruik wordt gemaakt en deze vergunning binnen die periode wordt ingetrokken, wordt ambtshalve een deel van de leges terugbetaald. Het terug te betalen bedrag bedraagt een percentage van de voor de aanvraag in rekening gebrachte leges, welk percentage bedraagt 25%

    • 6.33.2.

      Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.33.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 51,00

    • 6.33.3.

      Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.33.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 5.175,00

  • 6.34.

    Teruggaaf: intrekken monumentenvergunning

    • 6.34.1.

      Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor een monumentenvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald mits de vergunning nog niet is verleend. Indien de aanvraag wordt ingetrokken bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 60%

    • 6.34.2.

      Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.34.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 39,00

    • 6.34.3.

      Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.34.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 2.511,00

  • 6.35.

    Teruggaaf: weigering monumentenvergunning

    • 6.35.1.

      Wanneer de gemeente een monumentenvergunning weigert, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald. Het terug te ontvangen bedrag bestaat uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 30%

    • 6.35.2.

      Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.35.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 39,00

    • 6.35.3.

      Het na de verrekening als bedoeld in artikel 6.35.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 2.511,00

  • 6.36.

    Vrijstelling/ontheffing bestemmingsplan

    6.36.1.Indien geen sprake is van een aanvraag waarvoor een bouwvergunning vereist is bedragen de leges voor een vrijstelling/ontheffing van het geldende bestemmingsplan:

    • 6.36.1.1.

      als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, 3.22 of 3.23 Wet ruimtelijke ordening EUR 270,50

    • 6.36.1.2.

      als bedoeld in artikel 11, 15 of 17 Wet op de Ruimtelijke Ordening EUR 270,50

    • 6.36.1.3.

      als bedoeld in artikel 19, eerste lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening EUR 1.136,25

    • 6.36.1.4.

      als bedoeld in artikel 19, tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening EUR 709,75

    • 6.36.1.5.

      als bedoeld in artikel 19, derde lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening EUR 270,50

  • 6.37.

    Vrijstelling Algemene Leefmilieu Verordening

    6.37.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning of een vrijstelling als bedoeld in de Algemene Leefmilieu Verordening bedragen EUR 254,50

  • 6.38.

    Vrijstelling artikel 352 Bouwverordening

    6.38.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vrijstelling als bedoeld in artikel 352 Bouwverordening Utrecht 1990 bedragen EUR 254,50

  • 6.39.

    Teruggaaf: intrekken aanvraag vrijstelling

    6.39.1.Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor een vrijstelling/ ontheffing genoemd in de paragrafen 6.36., 6.37. of 6.38. intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald mits de vrijstelling nog niet is verleend. Indien de aanvraag wordt ingetrokken bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 60%

  • 6.40.

    Teruggaaf: weigering aanvraag vrijstelling

    6.40.1.Wanneer de gemeente een vrijstelling/ontheffing genoemd in de paragrafen 6.36., 6.37. of 6.38. weigert, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leegs verrekend dan wel terugbetaald. Het terug te ontvangen bedrag is een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 30%

  • 6.41.

    Huisvesting: splitsing

    • 6.41.1.

      De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 Huisvestingswet bedragen per appartement dat door de splitsing zal ontstaan bedragen EUR 858,95

    • 6.41.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.41.1. kent een maximum per aanvraag van EUR 17.179,00

  • 6.42.

    Huisvesting: onttrekking

    • 6.42.1.

      De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot geheel of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a Huisvestingswet bedragen per woning die verloren gaat bedragen EUR 858,95

    • 6.42.2.

      Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 6.42.1. kent een maximum per aanvraag van EUR 4.294,75

  • 6.43.

    Huisvesting: melding ingebruikname deel woning

    6.43.1.De leges voor het in behandeling nemen van een melding betreffende het in gebruik nemen van een deel van een woning ten behoeve van een bedrijf, praktijk of kantoor aan huis bedragen EUR 48,95

  • 6.44.

    Huisvesting: samenvoeging

    6.44.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b Huisvestingswet bedragen per woning die verloren gaat bedragen EUR 858,95

  • 6.45.

    Huisvesting: omzetting

    6.45.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c Huisvestingswet bedragen per woning die verloren gaat bedragen EUR 858,95

  • 6.46.

    Teruggaaf: intrekken aanvraag, weigering vergunning Huisvestingswet

    • 6.46.1.

      Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Huisvestingswet doch voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken of indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend wordt ambtshalve teruggaaf verleend die een percentage is van de geheven leges, welk percentage bedraagt 40%

    • 6.46.2.

      De in artikel 6.46.1. bedoelde teruggaaf wordt niet tot een groter bedrag berekend dan dat er na aftrek van de teruggaaf een minimum aan te verschuldigde leges overblijft van EUR 39,00

  • 6.47.

    Algemeen: tarief indien niet elders een tarief

    6.47.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking, alsmede de leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet ontvankelijk aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen bedragen EUR 41,65

    6.47.        Archeologie: schriftelijk advies

6.47.1.        De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het schriftelijk verstrekken van adviezen inzake archeologische waarden en verwachtingen  bedragen                       EUR            105,00

6.48.        Archeologie: beoordeling programma van eisen

6.48.1.        De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma's van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 3.1 bedragen                                                              EUR            315,00

6.49.        Archeologie: beoordeling plannen van aanpak

6.49.1.        De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek bedragen                                                             EUR            210,00

6.50.        Archeologie: archeologisch depot

6.50.1.        De leges voor het controleren en in het gemeentelijk archeologisch depot opnemen van de archeologische documentatie en archeologische vondsten bedragen                        EUR            105,00

6.51.        Archeologie: beoordeling rapportages

6.51.1.        De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikelen 39, tweede lid, 40, eerste lid en 41, eerste lid Monumentenwet bedragen                                    EUR            525,00

7             Bebouwde omgeving: Omgevingsvergunning

 

Pagraaf 1: Begripsomschrijvingen

 

7.1.1.          Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

7.1.1.1.       investeringskosten: de investeringskosten als genoemd in het  normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het inrichten geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder investering nodig voor de uitvoering verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het uitvoeren van het werk waarop de aanvraag betrekking heeft.

7.1.1.2.       bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft

7.1.1.3.       sloopkosten: de aannemingsom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft

7.1.1.4.       Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschrijven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

7.1.2.          In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

7.1.3.          In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingkader is een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning

 

7.2.             Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

7.2.1.          voor het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is                                              EUR            290,00

 

Paragraaf 3: Omgevingsvergunning

 

7.3.             Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 van dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

7.3. 1.      Bouwactiviteiten

 

7.3.1.1.       Indien de aanvraag om een bouwvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, bedraagt het tarief:

7.3.1.1.1.    indien de bouwkosten minder dan EUR 1.000.000,00 bedragen                                2,26% van de bouwkosten, met een minimum van:                                         EUR            130,00

7.3.1.1.2.    indien de bouwkosten EUR 1.000.000,00 tot EUR 5.000.000,00 bedragen van de bouwkosten,                                                                                  2,14% met een minimum van:                                                                       EUR       22.600,00

7.3.1.1.3.    indien de bouwkosten EUR 5.000.000,00 tot EUR 50.000.000,00 bedragen van de bouwkosten,                                                                                  1,94% met een minimum van                                                                        EUR     107.000,00

7.3.1.1.4.    indien de bouwkosten meer dan EUR 50.000.000,00 bedragen           EUR     970.000,00 vermeerderd met                                                                                                    0,17% berekend over de bouwkosten meer dan EUR 50.000.000,00

 

  • 7.3.1.2.          Achteraf ingediende aanvraag

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 7.3.1.1. bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit                                                 150% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van                                                                        EUR            260,00

      

7.3.2.       Aanlegactiviteiten

                   Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:                                         EUR            290,00

 

  • 7.3.3.                 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

                   Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 7.3.1.:

  • 3.1. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse afwijking), 2 (buitenplanse afwijking) of 3 (kleine afwijking) van de Wabo, dan wel artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke afwijking), van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid, onder b (afwijking van exploitatieplan) van de Wabo of artikel 2.12, eerste lid, onder d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast                                                                                                    16,00% van het op grond van onderdeel 7.3.1.1 verschuldigde bedrag

  • 3.2

    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast                            16,00% van het op grond van onderdeel 7.3.1.1 verschuldigde bedrag

  • 3.3

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid , van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast                                            16,00% van het op grond van onderdeel 7.3.1.1. verschuldigde bedrag

 

 

  • 7.3.4.                 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, noch zal zijn

                   Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake zal zijn van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

  • 1. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse afwijking) of 2 (buitenplanse kleine afwijking) van de Wabo, artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke afwijking) van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid onder b (afwijking van een exploitatieplan) of d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast                                                                                EUR            290,00

  • 2.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bij een investering nodig voor de uitvoering: Categorie A: > EUR 0 en ≤ EUR 100.000                                            EUR         8.500,00 Categorie B: > EUR 100.000 en ≤ EUR 1.000.000                              EUR       14.100,00 Categorie C: > EUR 1.000.000 en ≤ EUR 10.000.000                         EUR       23.700,00 Categorie D: > EUR 10.000.000 en ≤ EUR 20.000.000                       EUR       34.300,00 Categorie E: > EUR 20.000.000 en ≤ EUR 50.000.000                       EUR       48.100,00 Categorie F: > EUR 50.000.000                                                         EUR       55.300,00

  • 3.

    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)                                  EUR            290,00

  • 4.

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)                           EUR            290,00

 

  • 7.3.5.                 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

  • 1.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief                                          EUR            610,00

  • 2.

    Het tarief genoemd onder 2.3.5.1. wordt verhoogd voor een bouwwerk of inrichting met een oppervlakte van:

  • 2.1

    0 t/m 100 m2 (categorie 1)                                                                EUR            405,00

  • 2.2

    101 m2 t/m 500 m2                                                                           EUR            405,00 vermeerderd per m2 boven het aantal van 100 m2 met                        EUR                2,49

  • 2.3

    501 m2 t/m 2.000 m2                                                                        EUR         1.400,00 vermeerderd per m2 boven het aantal van 500 m2 met                        EUR                1,31

  • 2.4

    2.001 m2 t/m 5.000 m2                                                                     EUR         3.370,00 vermeerderd per m2 boven het aantal van 2.000 m2 met                     EUR                0,39

  • 2.5

    5.001 m2 t/m 50.000 m2                                                                   EUR         4.545,00 vermeerderd per m2 boven het aantal van 5.000 m2 met                     EUR                0,07

  • 2.6

    meer dan 50.000 m2                                                                         EUR         7.655,00 vermeerderd per m2 boven het aantal van 50.000 m2                          EUR                0,01

 

  • 7.3.6.                                                                                                                                                                                                                                 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

  • 1.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief voor het wijzigen van een monument                                                                         1,13% van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, met een minimum van                                                                                     EUR            130,00

  • 2.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief                                                                 2,2% van de kosten van de uit de voeren werkzaamheden, met een minimum van                                                                                     EUR            130,00

met een maximum van                                                                       EUR       13.000,00

 

  • 7.3.7.                 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

  • 1.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

  • 1.1

    in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:                                                                       EUR            290,00

  • 1.2

    in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1. van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a van de Wabo                                           2,0% van de sloopkosten, met een minimum van                                          EUR            130,00 en een maximum van                                                                         EUR       13.000,00

 

  • 7.3.7.2. Asbesthoudende materialen

    In afwijking van het bepaalde in onderdeel 7.3.7.1.2 bedraagt het maximumtarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een complex woningen, een woongebouw waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is, voor een paraplu- of overalltoestemming                                                    EUR         1.300,00

 

  • 7.3.8. Uitweg/inrit

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief                           EUR            169,00

 

  • 7.3.9. Kappen

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief

  • 1.

    indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf bomen               EUR            144,00

  • 2.

    indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan vijf bomen geldt het tarief van 2.3.9.1 voor de eerste vijf bomen vermeerderd voor elke boom meer dan vijf bomen op dezelfde locatie in hetzelfde project                                                                               EUR              13,70

 

  • 7.3.10 Handelsreclame

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief                                                                             EUR            142,00 per m2 voor handelsreclame bestemde oppervlakte met een minimum van                                                                        EUR            130,00 en een maximum van                                                                         EUR          4590,00

 

  • 7.3.11.             Projecten of handelingen in het kader van de natuurbeschermingswet 1998

  • 1.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief                                EUR            290,00

  • 2.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998                                                            EUR            290,00

  • 7.3.12 Handelingen in het kader van Flora- en Faunawet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief                                                                             EUR            290,00

 

  • 7.3.13 Andere activiteiten

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling

  • 1.

    behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief                                                              EUR            290,00

  • 2.

    behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief                                                                             EUR            290,00

 

  • 7.3.14 Omgevingsvergunning in twee fasen

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

  • 1.

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.

  • 2.

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

  • 7.3.15.             Advies

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning                                                                         EUR            290,00

 

  • 7.3.16.             Verklaring van geen bedenkingen

Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven bedraagt het tarief                                    EUR            290,00

 

Paragraaf 4 Vermindering

 

  • 7.4.1. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten waarvoor leges zijn verschuldigd, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen, handelingen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 7.3.11, 7.3.12, 7.3.15 en 7.3.16 bedraagt                                                                                      5% bij vijf en meer activiteiten waarvoor leges verschuldigd zijn van de voor de activiteiten verschuldigde leges

 

Paragraaf 5 Teruggaaf

 

  • 7.5.1. Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 7.3.1., 7.3.6., en 7.3.7., intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

  • 1.

    indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan                                                              75% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

  • 1.1

    indien de aanvraag wordt ingetrokken na vier weken na het in behandeling nemen ervan                                                                                      60,0% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteiten verschuldigde leges

  • 1.2

    Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 7.5.1.2. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan                   EUR            130,00

  • 2.

    Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 7.5.1.2. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer                                  EUR         3.120,00

  • 2.1

    Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 7.5.1.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan                   EUR            130,00

  • 2.2

    Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 7.5.1.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan                      EUR         1.950,00

 

  • 7.5.2. Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten, met inbegrip van monumenten

    Als de gemeente een verleende omgevinsgvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 7.3.1., 7.3.6 en 7.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt                                                                                           25,0% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

  • 1.

    Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 7.5.2. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan                   EUR            130,00

  • 2

    Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 7.5.2. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan                   EUR         5.850,00

 

 

  • 7.5.3.                 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten, met inbegrip van monumenten

  • 1.

    Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 7.3.1., 7.3.6. of 7.3.7.weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt                                                                                           30% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

  • 1.1

    Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 7.5.3. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan                   EUR            130,00

  • 1.2

    Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 7.5.3. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan                      EUR         5.460,00

 

  • 7.5.4. Minimumbedrag voor teruggaaf

    Een bedrag minder dan                                                                     EUR            260,00 wordt niet teruggegeven

 

  • 7.5.5.Geen teruggaaf legesdeel overige onderdelen

Uitsluitend van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 7.3.1, 7.3.6 en 7.3.7 wordt teruggaaf verleend. 

 

Paragraaf 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

  • 7.6. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 7.5.2. van toepassing is          EUR            290,00

 

Paragraaf 7 Wijzigen omgevingsvergunning als gevolg van wijzigen project

 

  • 7.7. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project                                                                                                          5% van het verschuldigde legesbedrag voor de oorspronkelijke omgevingsvergunning met een minimum van                                                                        EUR            130,00 met een maximum van                                                                       EUR         5.850,00

 

Paragraaf 8 In dit hoofdstuk niet genoemde beschikking

 

  • 7.8. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet genoemde beschikking                                                                                       EUR            290,00