Regeling vervallen per 31-12-2017

BELEIDSREGEL Fonds Energieke Initiatieven gemeente Utrecht

Geldend van 01-03-2016 t/m 30-12-2017

Intitulé

BELEIDSREGEL Fonds Energieke Initiatieven gemeente Utrecht

BELEIDSREGEL Fonds Energieke Initiatieven gemeente Utrecht

(collegebesluit van 1 maart 2016).

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht:

  • ·

    Overwegende dat zij krachtens de Algemene Subsidieverordening 2014 (ASV 2014) bevoegd zijn tot verstrekking van subsidies;

  • ·

    Gelet op het raadsbesluit Energieplan d.d. 11 februari 2016

  • ·

    Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet Bestuursrecht en op artikel 3 lid 2 ASV 2014;

  • ·

    Gelet op de wenselijkheid om initiatieven uit de stad te ondersteunen om de energietransitie te versterken.

BESLUIT

vast te stellen de volgende

BELEIDSREGEL FONDS ENERGIEKE INITIATIEVEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht

  • b.

    Initiatief: een initiatief of activiteit die een aantoonbare bijdrage levert aan het verminderen van de CO2 –uitstoot in de gemeente Utrecht door minder energie te verbruiken of duurzame energie op te wekken.

  • c.

    Initiatiefaanvraag: het verzoek om in aanmerking te komen voor ondersteuning vanuit het Fonds Energieke Initiatieven. De activiteiten worden uitgevoerd in de gemeente Utrecht.

  • d.

    Initiatiefnemer: inwoners van de stad Utrecht (bewoners, leerlingen, ouders, sporters etc.) die een initiatiefaanvraag indienen.

  • e.

    Draagvlak: steun van mensen voor de uitvoering van een initiatief.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

De gemeente Utrecht wil inwoners stimuleren met initiatieven in de stad om de CO2 uitstoot te verminderen door energie te besparen of duurzame energie op te wekken.

Deze subsidieregeling vormt een aanvulling op de instrumenten die al aangeboden worden in de Utrechtse Energieagenda’s 2016 – 2020.

Artikel 3 Eisen aan de initiatiefnemer

De initiatiefnemers zijn een groep van minimaal vijf natuurlijke personen die in de gemeente Utrecht wonen op vijf verschillende adressen. De initiatiefnemers kunnen zich laten vertegenwoordigen door een rechtspersoon (zoals vereniging, vereniging van eigenaren of coöperatie) .

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

  • 1. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast middels de subsidiestaat. Het budget voor 2016 bedraagt € 80.000.

  • 2. Het fonds wordt in jaarlijks twee tranches van elk 50% van het jaarbudget ter beschikking gesteld.

Artikel 5 Initiatieven die voor ondersteuning in aanmerking komen

  • 1.

    Het initiatief moet een aantoonbare bijdrage leveren aan het verminderen van de CO2 – uitstoot in de stad Utrecht en passen binnen het Energieplan.

  • 2.

    Er is sprake van een aantoonbare eigen bijdrage en/of inzet van de initiatiefnemers.

  • 3.

    Het initiatief heeft niet enkel een informerende, voorlichtende of motiverende functie, maar draagt concreet bij aan CO2 besparing.

  • 4.

    Het college of een ander overheidsorgaan heeft niet eerder een subsidie of een bijdrage voor hetzelfde initiatief verleend.

  • 5.

    De activiteiten van het initiatief richten zich op een doelgroep die ruimer is dan alleen de initiatiefnemers; het gaat om een collectief belang.

Uitgezonderd zijn:

  • 6.

    Initiatieven die al op een andere manier door het programma Utrechtse Energie worden ondersteund.

  • 7.

    Collectieve initiatieven van bewoners voor de aanschaf, plaatsing en ingebruikname van zonnestroominstallaties voor hun woningen. Voor deze initiatieven is de beleidsregel Collectieve Zonne-energieprojecten van kracht.

  • 8.

    Concrete bijdragen aan energiebesparende materiaalkosten (isolatiemateriaal e.d.).

  • 9.

    Een initiatiefnemer kan slechts eenmaal een bijdrage vragen voor hetzelfde initiatief.

Artikel 6 Voorwaarden aan de initiatiefaanvraag

  • 1. Een volledig ingevuld digitaal formulier zoals verstrekt door het college van B&W. Te vinden op www.utrecht.nl/subsidie.

  • 2. Een activiteitenplan, waarin in ieder geval staat aangegeven

    • o

      De doelgroep en het draagvlak voor het initiatief

    • o

      De te behalen resultaten en een inschatting van de te realiseren energiebesparing

    • o

      De inzet van de initiatiefnemer en deelnemers, in geld (co-financiering), natura of capaciteit

    • o

      De omvang van het bedrag, dat de initiatiefnemer aan de gemeente vraagt

    • o

      In hoeverre is het initiatief vernieuwend en is het opschaalbaar naar andere situaties.

Artikel 7 Indiening van een initiatief-aanvraag

  • 1. Initiatiefnemers kunnen een aanvraag in tranches indienen. In totaal zijn er vier tranches. Na de einddatum van een tranche wordt een aanvraag niet meer voor die tranche in behandeling genomen. Data van de tranches zijn:

    Tranche 1: 1 maart 2016 tot 20 mei 2016

    Tranche 2: sluit 30 september 2016

    Tranche 3: sluit 30 januari 2017

    Tranche 4: sluit 30 juni 2017.

  • 2. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen.

  • 3. Voor hulp en advies bij het indienen kan de initiatiefnemer terecht bij het Utrechtse Energieprogramma: utrechtseenergie@utrecht.nl.

Artikel 8 Vorm en hoogte subsidie

  • 1. De subsidie aan de initiatiefnemer voor het uitvoeren van het initiatief bedraagt minimaal

    € 1.000,- en maximaal € 10.000,-

  • 2. Het in een tranche beschikbare budget wordt toegekend aan de initiatieven die het beste aan de beoordelingscriteria voldoen.

  • 3. Bij het verstrekken van de subsidie zal de gemeente indien mogelijk een contactpersoon aanwijzen die de initiatiefnemer desgewenst kan adviseren bij de uitvoering van en het verder ontwikkelen van het initiatief.

Artikel 9 Criteria bij de beoordeling

  • 1. De gemeente beoordeelt de ingediende subsidieaanvragen op de volgende aspecten. Het in een tranche beschikbare budget wordt toegekend aan de initiatieven die naar het oordeel van het college het beste aan de onderstaande criteria voldoen. Aanvragen voor initiatieven in een tranche worden onderling gerangschikt:

    • a.

      De mate waarin het initiatief een aantoonbare bijdrage levert aan het verminderen van de CO2 –uitstoot in de stad Utrecht (40%).

    • b.

      De mate waarin er aantoonbaar draagvlak in de stad is voor het initiatief (30%).

    • c.

      De mate waarin het initiatief vernieuwend is en de resultaten opschaalbaar zijn (15%).

    • d.

      De mate waarin er sprake is van een aantoonbare eigen bijdrage en/of inzet van de initiatiefnemers (15%).

  • 2. De eventuele loonkosten kunnen in aanmerking komen voor ondersteuning op voorwaarde dat die in redelijke verhouding staan tot de inzet in geld of menskracht van initiatiefnemers en de deelnemers, die bij de uitvoering van het initiatief betrokken zijn.

  • 3. Indien de initiatieven naar het oordeel van het college onvoldoende bijdragen aan de doelstellingen of een ongunstige prijs-kwaliteitsverhouding hebben, wordt er geen subsidie verleend.

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1. Het college beslist op een aanvraag binnen 8 weken na het verstrijken van de indieningstermijn van een tranche.

  • 2. Indien na de aanvraag wordt gestart met activiteiten voordat de beslissing over de aanvraag is genomen, is dat voor risico van de initiatiefnemer.

  • 3. Het college houdt bij de beslissing over een aanvraag rekening met subsidies of een bijdrage die op grond van enig andere gemeentelijk regeling is of kan worden verleend.

Artikel 11 Voorwaarden aan subsidieverlening

  • 1. De activiteiten van het initiatief zijn uiterlijk 12 maanden na de toekenning uitgevoerd.

  • 2. De initiatiefnemer werkt mee om de successen en de geleerde ervaringen uit te dragen.

  • 3. Er wordt een beknopte eindrapportage geleverd met foto’s en een opsomming van de behaalde resultaten.

  • 4. Een financiële verantwoording bestaat uit een overzicht van gemaakte kosten en inkomsten en zijn voorzien van betaalbewijzen van de uitgaven.

  • 5. Indien een initiatief niet van de grond komt of voortijdig wordt beëindigd wordt de subsidiegever hiervan op de hoogte gesteld.

Artikel 12 Looptijd van de regeling en citeertitel

Deze beleidsregel treedt op 1 maart 2016 in werking en eindigt op 31 december 2017.

Najaar 2017 zal de beleidsregel geëvalueerd worden.

Er kan naar deze beleidsregel worden verwezen als: Fonds Energieke Initiatieven

Aldus is vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 1 maart 2016.

De secretaris de Burgemeester

Drs. M.R. Schurink mr J. van Zanen