Regeling vervallen per 01-06-2017

Beleidsregel subsidie cultuureducatie: ‘cultuur voor ieder kind’

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-05-2017

Intitulé

Beleidsregel subsidie cultuureducatie: ‘cultuur voor ieder kind’

(Besluit van b. en w. 10 december 2013)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • -

    gelet op: artikel 4:81 Awb en art 3 lid 2 Algemene subsidieverordening 2014 (ASV 2014) om het subsidiebeleid uit te voeren binnen de beleidskaders, die de gemeenteraad vaststelt;

  • -

    Besluit:vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel subsidie cultuureducatie: ‘cultuur voor ieder kind’

Gemeente Utrecht: Beleidsregel subsidie cultuureducatie: ‘cultuur voor ieder kind’

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• Een school: de school of onderwijsinstelling zoals bepaald volgens de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO).

• Het schoolbestuur: wettelijk erkend bevoegd gezag dat de school beheert en bestuurt.

• Een schoolplan: het vierjarenplan van een school waarmee zij de kwaliteit bewaakt en verantwoording aflegt aan de Inspectie van het Onderwijs.

• Een jaarplan: een actualisering en concretisering van het schoolplan met opgave van doelstellingen en acties voor een bepaald voorliggend schooljaar.

• Leerlingaantal: het aantal leerlingen dat staat ingeschreven op een school op 1 oktober van een bepaald kalenderjaar. Voor de basisgegevens bij de aanvraag en de verantwoording met betrekking tot de scholen wordt uitgegaan van de administratie van de gemeentelijke afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling (Leerlingzaken).

• Cultuureducatie: alle vormen van educatie waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet. Cultuureducatie laat kinderen kennismaken met kunst- en cultuuruitingen en verdiept het inzicht daarin. Cultuureducatie is een overkoepelend begrip voor kunsteducatie, literatuureducatie, erfgoededucatie en media-educatie en wordt aangeboden als apart vak.

• Cultuuronderwijs: onderwijs dat cultuur (wat mensen doen en maken) centraal stelt en dat het vermogen van leerlingen ontwikkelt om te reflecteren op cultuur. Om de vraag te kunnen beantwoorden of er sprake is van cultuuronderwijs moet dus worden nagegaan op welk onderwerp wordt gereflecteerd en of dat onderwerp een vorm van cultuur is. Bij cultuuronderwijs is cultuureducatie volledig geïntegreerd in het curriculum van de school.

• Doorgaande leerlijn: de uitwerking per leerjaar van wat een kind aan het eind van het jaar moet kennen en kunnen. Deze uitwerking is gebaseerd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en geeft daarnaast zicht op de plaats van cultuur binnen

andere vakken, de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs en de aansluiting tussen binnenschools en buitenschools leren. Het doorgaande aan ‘de doorgaande leerlijn cultuuronderwijs’ is dat de leerervaringen cumulatief zijn en dus op elkaar voortbouwen.

• Leeropbrengst: een (meetbare) verhoging van het niveau van kennis en vaardigheden ten gevolge van een leerproces waarin de leerling bepaalde taken heeft uitgevoerd.

• Culturele organisatie: een organisatie die op professionele basis een cultureel aanbod verzorgt.

• Kunstvakopleiding: alle door de rijksoverheid erkende beroepsopleidingen voor kunstenaars op Universitair of HBO niveau.

• Creatief partnerschap: samenwerking tussen scholen en culturele organisaties gebaseerd op wederkerigheid, intensiteit en duurzaamheid.

• Actieve kunstbeoefening: het zelf beoefenen van een kunst- of cultuurdiscipline, zoals schilderen, toneelspelen of zingen.

• Receptieve kunstbeoefening: het waarnemen van kunst of cultuurbeoefening; luisteren, horen en zien; naar een tentoonstelling gaan, een concert bezoeken, een dans bekijken.

• Reflectieve kunstbeoefening: het reflecteren op zichzelf of datgene wat men heeft gemaakt of gezien.

• Inspectie: onderwijsinspectie; houdt toezicht op kwaliteit van onderwijs.

• Kerndoelen: leerdoelen die aangeven wat de leerlingen moeten leren binnen de diverse leergebieden.

• Creatief vermogen: het beïnvloeden van de houding van de deelnemers zodat zij zichzelf in leersituaties binnen de school en daarbuiten als creatief ervaren en dat zij zichzelf in staat voelen om actief sturing te geven aan hun eigen creatieve bijdragen. Hiervoor dienen verschillende competenties gestimuleerd te worden zoals nieuwe ideeën op laten komen, oplossingen vinden, het stellen van vragen, kunnen presenteren, alert zijn om kansen te zien, coördinatievermogen, analytisch denken en het vermogen om nieuwe kennis te verwerven.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Het college wil bereiken dat alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs in aanraking komen met cultuur, zowel actief als receptief en reflectief. Cultuureducatie biedt kinderen en jongeren de kans om hun creatief talent te ontdekken en te ontwikkelen. Cultuureducatie kan worden vormgegeven als een apart vak. Het kan ook volledig worden geïntegreerd in het curriculum van de school: dan is er sprake van cultuuronderwijs. Een illustratie daarvan is het gebruik van cultuureducatie binnen het vak Maatschappijleer in het voorgezet onderwijs, bijvoorbeeld als een theaterstuk wordt bezocht of gemaakt over een maatschappelijk thema. Dit is waar we uiteindelijk naar streven.

Het is de ambitie van de gemeente Utrecht dat de Primair Onderwijs- en Voortgezet Onderwijsscholen het cultuuronderwijs planmatig aanpakken. Dat houdt in dat eerst een visie geformuleerd wordt met daaraan gekoppeld de kerndoelen en tussendoelen. Hieruit vloeien activiteiten voort die bijdragen aan het behalen van de geformuleerde doelen. Door het opbouwen van de leerstof wordt een doorgaande leerlijn gevolgd en kan bewust worden gestuurd op de gewenste leeropbrengsten. De school bepaalt daarbij overigens zelf wat de leeropbrengst is.

Voor sommige scholen is zo’n planmatige aanpak in het begin nog niet mogelijk, daarom is er voor gekozen om het nieuwe beleid gefaseerd in te voeren over een periode van drie schooljaren. De scholen die nog geen planmatige aanpak zoals hierboven beschreven hebben, kunnen in de faseringsperiode 2014-2017 werken aan hun beleid op het gebied van cultuuronderwijs. Dit beleid dient dan de komende jaren ontwikkeld te worden en uitgebouwd te worden naar een planmatige aanpak, resulterend in cultuuronderwijs binnen het curriculum of cultuureducatie als apart vak.

De gemeente Utrecht streeft er na om zo veel mogelijk aan te sluiten bij landelijk beleid.

Artikel 3 Definitie aanvrager subsidie

Aanvragers dienen te voldoen aan de bepalingen van de geldende subsidieverordening.

Aanvragers dienen tevens te voldoen aan de volgende verplichtingen:

1 Een bestuur van een onderwijsstichting waarbij primair onderwijs en/of voortgezet onderwijs scholen in de gemeente Utrecht zijn aangesloten vraagt de subsidie aan voor de scholen die onder hun verantwoordelijkheid vallen.

2 Scholen die gezamenlijk met andere scholen vorm willen geven aan cultuureducatie zoals bij Brede scholen kunnen een gezamenlijke aanvraag met onderbouwing indienen. Eén van de participerende schoolbesturen doet de aanvraag mede namens de andere schoolbesturen (bij Brede scholen de penvoerder voor de Brede School).

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

1 Het college stelt ieder jaar het subsidieplafond vast.

2 Het college bepaalt jaarlijks het bedrag per leerling dat voor alle scholen beschikbaar is.

3 Per school is een bedrag per leerling beschikbaar voor cultuureducatie, een bedrag per school voor innovatie en een eenmalig vast bedrag voor expertise, zoals vastgesteld in het collegebesluit van 20 juni 2013.

4 In de eerste drie jaar dat deze beleidsregel van kracht is, wordt deze gefaseerd ingevoerd. Dit betekent dat in het schooljaar 2014-2015 voor maximaal 1/3 van de Utrechtse leerlingen subsidie aangevraagd kan worden, in het schooljaar 2015-2016 voor maximaal 2/3 van de Utrechtse leerlingen en in het schooljaar 2016-2017 voor alle Utrechtse leerlingen. Vanaf augustus 2017 moet voor alle Utrechtse leerlingen middels deze beleidsregel subsidie aangevraagd worden voor cultuureducatie.

5 Vanaf augustus 2017 vloeit het gereserveerde bedrag voor expertise terug in het budget beschikbaar voor cultuureducatie.

6 Na twee schooljaren zal het innovatiebudget geëvalueerd worden. Indien dit innovatiebudget komt te vervallen wordt het budget toegevoegd aan het beschikbare budget voor cultuureducatie.

7 Vanaf 2018 wordt de subsidie verstrekt per kalenderjaar. In de faseringsperiode augustus 2014 - juli 2017 wordt de subsidie per schooljaar verstrekt.

8 Om tot de systematiek van subsidieverstrekking per kalenderjaar te komen zal er een overgangsjaar zijn vanaf augustus 2017 waarbij er eenmalig voor 1,5 jaar subsidie verleend kan worden.

9 Bij het berekenen van de subsidie per leerling zijn de geldende leerlingenprognoses, zoals de gemeente die hanteert, als uitgangspunt genomen. Nieuwe prognoses kunnen leiden tot een andere verdeling van het subsidiebedrag.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Er kan subsidie worden aangevraagd voor:

1.Cultuureducatie

Het ontplooien van activiteiten die bijdragen aanhet cultuuronderwijs of aan cultuureducatie op de school voor de looptijd van één schooljaar.

2.Innovatie budget

Subsidie voor scholen die een creatief partnerschap zijn aangegaan met één of meerdere culturele organisaties of kunstvakopleidingen en die actief werken aan het creatief vermogen van de leerlingen.

3.Expertise

Onder expertise wordt verstaan die kennis en / of deskundigheid of activiteiten die scholen nodig hebben om een doorlopende leerlijn te ontwikkelen en cultuureducatie te verankeren in de school.

Artikel 6 Voorwaarden aan de subsidieaanvraag

1 (Brede) Scholen die gezamenlijk met andere (brede) scholen vorm willen geven aan hun beleid op het gebied van cultuureducatie, kunnen een gezamenlijke aanvraag indienen. Deze aanvraag bestaat uit het formulier en een bijlage waarin het gezamenlijke karakter van de aanvraag wordt onderbouwd.

2 Een aanvraag bestaat uit een ingevuld aanvraagformulier en de verplichte bijlagen.

3 Aanvragers moeten duidelijk aangeven:

  • -

    voor welke school of scholen zij aanvragen

  • -

    hoeveel leerlingen op deze school zitten

  • -

    voor welke onderdelen (cultuureducatie, innovatiebudget, expertise) zij subsidie willen aanvragen. De subsidie voor het innovatiebudget kan alleen worden aangevraagd als er ook subsidie voor cultuureducatie wordt aangevraagd en ontvangen.

4 Aanvragen moeten ieder jaar voorzien zijn van de volgende bijlagen:

a het schoolplan met daarin aangegeven:

  • -

    de visie van de school op het gebied van cultuureducatie

  • -

    kerndoelen en tussendoelen

  • -

    opbouw van de leerstof bedoeld om het einddoel te halen en zo een doorgaande leerlijn te ontwikkelen

b het jaarplan met daarin aangegeven:

  • -

    activiteiten om de geformuleerde doelen te bereiken

  • -

    aanvragen vanaf jaar 2 dienen een analyse van het voorgaande jaar mee te sturen met daarin een evaluatie of de doelen behaald zijn en wat de aanbevelingen zijn voor het komend jaar.

Als een school geen jaarplan maakt, dan zullen bovenstaande punten in een apart plan uiteengezet moeten worden.

c een inzichtelijke begroting waarin ook eventuele andere financiële middelen voor cultuureducatie zichtbaar worden gemaakt

d een overzicht van andere subsidieaanvragen bij andere bestuursorganen voor cultuureducatie met daarbij de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen

e een verklaring omtrent de beschikbaarheid en omvang van een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Awb

f indien het een eerste aanvraag betreft vloeit uit artikel 7.1 van de ASV voort dat tevens worden meegestuurd de statuten, een uittreksel uit de KVK, financiële verantwoording, opgave gelieerde rechtspersonen en een kopie bankafschrift.

g een formulier, waarin wordt aangegeven op welke onderdelen wordt voldaan aan de Governance Code van de eigen branche.

Artikel 7 Indiening subsidieaanvraag

1 In de faseringsperiode, schooljaar 2014 tot schooljaar 2017, dienen de subsidie aanvragen voor 01 april (voorafgaand aan het schooljaar waarvoor aangevraagd wordt) bij het college te worden ingediend.

2 Met ingang van januari 2018 dienen aanvragen voor 01 oktober ingediend te worden zodat de subsidie per kalenderjaar kan worden verstrekt.

3 Alle aanvragen moeten schriftelijk worden ingediend bij het college van B&W/ burgemeester en wethouder van de Gemeente Utrecht, t.a.v. het Subsidiebureau, Postbus 2158, 3500 GD Utrecht of via subsidie@utrecht.nl.

Artikel 8 Hoogte subsidie

1 Het maximaal aan te vragen bedrag per leerling voor cultuureducatie wordt jaarlijks vastgesteld.

2 Het maximale bedrag dat een school kan aanvragen uit het innovatiebudget wordt jaarlijks vastgesteld.

3 Het maximale bedrag voor expertise is eenmalig per school €7400, - inclusief BTW en is aan te vragen tot en met schooljaar 2016/2017.

Artikel 9 Beoordelingscriteria en besluitvorming

Cultuureducatie

Scholen komen op grond van deze regel voor subsidie in aanmerking als zij voldoen aan vijf subsidiecriteria:

  • a.

    de school ontplooit aantoonbare activiteiten op het gebied van cultuureducatie die het behalen van de kerndoelen binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie (PO) respectievelijk kunst en cultuur (onderbouw VO) bevorderen;

  • a.

    de school werkt actief aan de totstandkoming van een doorgaande leerlijn conform begrippenlijst voor cultuuronderwijs;

  • a.

    dat de cultuureducatie is geïntegreerd in een of meerdere vakken van het curriculum of als apart vak wordt aangeboden;

  • a.

    de school werkt actief aan het onderhouden en verdiepen van kennis en deskundigheid van leerkrachten op het gebied van cultuureducatie.

  • a.

    dat er sprake is van actieve, receptieve en reflectieve kunstbeoefening door de leerlingen.

Innovatiebudget

1 Alleen die scholen die subsidie aanvragen en ontvangen voor cultuureducatie kunnen de innovatie subsidie aanvragen.

2 Voor de beoordeling gelden de volgende criteria:

  • a.

    er is sprake van creatief partnerschap met één of meerdere culturele organisaties of kunstvakopleidingen

  • a.

    een school stimuleert het creatief vermogen van de leerlingen

3 In de aanvraag dient gemotiveerd te worden waarom een school in aanmerking wil komen voor deze subsidie.

Expertise

1 Een school kan eenmalig een aanvraag doen om subsidie voor expertise te verkrijgen tot en met schooljaar 2016/2017.

2 In de aanvraag dient te worden aangegeven waaraan en hoe deze middelen besteed zullen worden zodat er een doorlopende leerlijn wordt ontwikkeld en cultuureducatie wordt verankerd.

Artikel 10 Verplichtingen aan subsidieverlening

1 Indien er ook een subsidie wordt ontvangen van het Rijk (of andere overheid) voor cultuureducatie, dient de gemeentelijke subsidie als aanvulling. In dat kader dient de school tevens inzichtelijk te maken waaraan de Rijkssubsidie wordt besteed.

2 De subsidie is niet bedoeld voor huisvesting.

3 De subsidie mag alleen aan hardware worden besteed als cultuureducatie het hoofddoel is.

4 Het schoolbestuur werkt mee aan periodiek monitoren en evaluaties.

Artikel 11 Slotbepalingen

1 Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Beleidsregel cultuur voor ieder kind".

2 Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op (datum).

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Deze beleidsregel treedt in werking op ( 01-01-2 01 4 ).

Memorie van toelichting:

Artikel 10 Verplichtingen aan subsidieverlening

lid 3: de subsidie is alleen bedoeld voor die zaken die cultuureducatie als hoofddoel hebben. Dit zal in de subsidieaanvraag worden beoordeeld.

lid 4: samen met het onderwijs zal in de eerste periode van 2014 nader worden uitgewerkt hoe het monitoren en evalueren wordt vormgegeven.