Regeling vervallen per 26-10-2017

Beleidsregel Stedelijke Herontwikkeling: ruimte voor initiatief

Geldend van 23-06-2015 t/m 25-10-2017

Intitulé

Beleidsregel Stedelijke Herontwikkeling: ruimte voor initiatief

GEMEENTE UTRECHT: Beleidsregel Stedelijke Herontwikkeling: ruimte voor initiatief

Stedelijke Herontwikkeling: ruimte voor initiatief

(Besluit van B&W d.d. 23 juni 2015)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

•gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 3 lid 2 van de Algemene

subsidieverordening 2014 (ASV 2014);

•gelet op het raadsbesluit van 17 juli 2014 met daarbij het door de raad vastgestelde Bestedingskader reserve Stedelijke Herontwikkeling.

BESLUIT

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Stedelijke Herontwikkeling : ruimte voor initiatief

Deze beleidsregel heeft betrekking op de volgende twee posten uit de reserve Stedelijke Herontwikkeling: ‘Ruimte om aan te sluiten bij initiatieven’ en ‘Kennisontwikkeling, netwerk en experiment’.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Betaalbare en middeldure huur- en koopsector : huurwoningen tot € 900,00 en koopwoningen tussen de

€ 200.000,00 en € 250.000,00.

Draagvlak: steun van mensen voor de uitvoering van het initiatief.

Cofinanciering: gezamenlijke financiering waarbij naast de gemeente een of meer andere financieringsbronnen betrokken zijn.

Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl : gebiedsontwikkeling met andere manieren van samenwerking en financiering of verdienmodellen, onder gedeeld opdrachtgeverschap en met een bredere focus dan alleen vastgoed en grond, vaak (gecombineerd met) kleinschalige ontwikkelingen van onderop.

Herontwikkeling openbare ruimte : investering in de openbare ruimte die leidt tot een structurele verbetering. Het beheer valt hier niet onder.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

De doelstelling van Stedelijke Herontwikkeling is het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de stad.

Hieronder vallen drie subdoelstellingen:

• Vergroten van het aanbod en kwaliteit van woningen binnenstedelijk (om landelijk gebied te sparen);

• toevoegen van passende bedrijvigheid en (maatschappelijke, culturele of economische) voorzieningen;

• verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte.

Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de subdoelstelling uit de programmabegroting 'Ruimtelijke kwaliteit van de bestaande stad versterken' (hoofdstuk Stedelijke Ontwikkeling).

Artikel 3 Vorm van ondersteuning

Ondersteuning vindt plaats in de vorm van een financiële bijdrage i.c. subsidie aan de aanvrager voor het uitvoeren van het initiatief of de gemeente geeft de ondersteuning in natura.

Artikel 4 Eisen aan de aanvrager

Ondersteuning kan worden aangevraagd door natuurlijke personen en rechtspersonen die willen investeren in stedelijke herontwikkeling. We denken primair aan maatschappelijke-, culturele-, sociale- of creatieve ondernemers.

Artikel 5 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast via de subsidiestaat. De subsidiestaat wordt bekendgemaakt en is te vinden op de gemeentelijke subsidiepagina op internet.

Artikel 6 Activiteiten die voor ondersteuning in aanmerking komen

In het kader van de reserve Stedelijke Herontwikkeling komen de volgende activiteiten/projecten in aanmerking voor ondersteuning door de gemeente Utrecht:

• Investering in herontwikkeling openbare ruimte.

• (Stimulerings)bijdrage aan de initiatiefnemer(s) voor hun project of hun rol in gebiedsontwikkeling nieuwe stijl.

• Tijdelijke invulling van een locatie of gebouw.

• Experiment op het terrein van gebiedsontwikkeling nieuwe stijl.

• Kennisontwikkeling over gebiedsontwikkeling nieuwe stijl die in ieder geval ook ten goede moet komen aan de gemeentelijke organisatie.

Artikel 7 Eisen aan de aanvraag

De aanvraag bestaat uit:

• een activiteitenplan met aandacht voor de doelstelling (art. 2) en de criteria (art.9);

• een sluitende begroting;

• informatie over het draagvlak;

• informatie over met wie of welke organisaties wordt samengewerkt.

Artikel 8 Indiening van de aanvraag

• Aanvragen kunnen doorlopend ingediend worden.

• Alle aanvragen moeten worden ingediend bij het college van B en W, gebruikmakend van het daarvoor bestemde digitale aanvraagformulier. Dit formulier is te vinden op www.utrecht.nl/subsidie

Artikel 9 Vorm en hoogte van de ondersteuning

• De ondersteuning per initiatief bedraagt maximaal de helft van de goedgekeurde kosten die worden gemaakt met een maximum van € 100.000,- en kan op twee manieren vorm krijgen:

de gemeente verleent de initiatiefnemer een financiële bijdrage in de vorm van een subsidie voor het uitvoeren van het initiatief. Hierbij is de Algemene Subsidieverordening 2014 van toepassing;

de gemeente geeft ondersteuning in natura.

• Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd af te wijken van de te verstrekken subsidie en kan besluiten tot ondersteuning die meer dan het maximale bovenstaande subsidiebedrag vergt.

• Bij initiatieven voor kennisontwikkeling kan 100% aan subsidie worden verstrekt.

Artikel 10 Beoordeling

Bij de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag wordt naar een aantal aspecten gekeken.

Aan de subsidieaanvraag wordt een aantal eisen gesteld:

• er is sprake van cofinanciering (niet vereist in geval van kennisontwikkeling). De gemeentelijke bijdrage is aanvullend en zal in verhouding staan tot de inzet van de initiatiefnemer en eventuele derden in geld en

• er is aantoonbaar draagvlak bij bewoners, verenigingen en/of ondernemers en

• het initiatief is niet structureel afhankelijk van gemeentelijke financiële ondersteuning en

• het plan past in de ruimtelijke strategie voor de stad en

• het project moet realiseerbaar zijn.

De activiteit moet bijdragen aan een van de doelstellingen (uit artikel 2) en de middelen moeten besteed worden aan een van de genoemde bestedingsmogelijkheden (uit artikel 6) om voor een bijdrage vanuit de reserve Stedelijke Herontwikkeling in aanmerking te komen.

Om te bepalen of een aanvraag wordt gehonoreerd en om de hoogte van de ondersteuning te bepalen, worden de volgende criteria per aanvraag gehanteerd. Het gaat hier om een kwalitatieve en subjectieve weging van die factoren, waarbij een aanvraag niet aan alle onderstaande criteria hoeft te voldoen.

• De gemeente is financieel belanghebbend (bijvoorbeeld via een grondexploitatie).

• Het project draagt bij aan transformatie (omzetten van bedrijventerrein of leegstaande gebouwen naar andere functies zoals woningbouw).

• Het project draagt bij aan verbetering van de woningmarkt.

• Het project lost een bestaand knelpunt op of komt tegemoet aan een wens of vraagstuk vanuit de samenleving (er is vanuit de samenleving draagvlak voor de uitvoering van de wens of de oplossing van het knelpunt).

• Met de financiële bijdrage kan een initiatief/project van een initiatiefnemer mogelijk gemaakt worden.

• Bij dit project zijn ondernemers of maatschappelijke partijen uit het gebied betrokken.

• De start van de uitvoering van het project is bij voorkeur binnen een half jaar en uiterlijk binnen drie jaar na het toekennen van de subsidie.

• Het initiatief/project heeft een experimenteel karakter en draagt bij aan een andere manier van werken (Buiten=Binnen, Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl) en/of aan het verbreden en/of delen van kennis.

• Het project is toekomstbestendig (duurzaam) op een of meer van de volgende manieren: vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen, zo min mogelijk verspilling van grondstoffen en water, het levert een bijdrage aan de vermindering van uitstoot van schadelijke stoffen en/of het leidt tot een versterking van de biodiversiteit.

• Met dit project worden studenten- en starterswoningen in de betaalbare en middeldure huur- en koopsector gerealiseerd.

Artikel 11 Besluitvorming

Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:

• de aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst.

• bij de beoordeling van de aanvraag wordt bekeken in welke mate de aanvraag voldoet aan de in deze beleidsregel genoemde eisen en criteria.

• Uiterlijk binnen 13 weken nemen wij een besluit op de aanvraag.

Artikel 12 Verantwoording

De inhoudelijke eindverantwoording wordt uiterlijk vijf maanden na afloop van de periode waarvoor subsidie is verleend ingediend. Inhoudelijke eindverantwoording kan ook plaatsvinden in de vorm van een presentatie, publicatie, enzovoort. De aanvrager kan hiervoor voorstellen doen.

De financiële verantwoording dient tegelijkertijd met de inhoudelijke verantwoording plaats te vinden.

Voor de eindverantwoording verwijzen u verder naar artikel 20 en het controleprotocol van de Algemene Subsidieverordening 2014.

Artikel 13 Evaluatie

Er wordt jaarlijks geëvalueerd hoe en met welke afwegingen aanvragen zijn gehonoreerd of afgewezen en of de genoemde criteria en andere regels uit deze beleidsregel afdoende werken om de doelstelling te kunnen bereiken.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt in werking op 23 juni 2015.

Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 23 juni 2015.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. J.H.C. van Zanen

Bekendmaking is geschied op ..............