Regeling vervallen per 13-12-2018

Verantwoordings- en accountantsprotocol 2016 gemeente Utrecht

Geldend van 27-12-2016 t/m 12-12-2018

Intitulé

Verantwoordings- en accountantsprotocol 2016 gemeente Utrecht

Verantwoordings- en accountantsprotocol 2016

Gemeente Utrecht

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Gelet op de Algemene Subsidieverordening 2014 en de Algemene Wet Bestuursrecht

Overwegende dat het vigerende controleprotocol verouderd is

Besluit vast te stellen het Verantwoordings- en accountantsprotocol 2016 Gemeente Utrecht

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1.1 Definities

Artikel 1 Definities

In dit protocol worden de volgende definities gehanteerd:

Activiteitenkosten

De activiteitenkosten zijn de variabele kosten die worden gemaakt voor de uitvoering van activiteiten.

Activiteitenverslag

Het activiteitenverslag maakt inzichtelijk in hoeverre de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Tevens bevat het een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen. Het activiteitenverslag valt buiten de reikwijdte van de accountantscontrole, de accountant stelt alleen vast of het verslag verenigbaar is met de jaarrekening of financiële verantwoording en geen tegenstrijdigheden bevat.

Btw in de subsidieverantwoording

Bij de verantwoording van de subsidie kan uitsluitend niet verrekenbare Btw als subsidiabele lasten worden opgevoerd. De subsidiabele activiteiten zijn nagenoeg altijd vrijgesteld voor de btw. In het uitzonderlijke geval dat de gesubsidieerde activiteiten btw plichtig zijn en de subsidieontvanger bovendien btw plichtig is, dient de subsidieontvanger aan de gemeente een factuur met btw te sturen voor de activiteiten.

Egalisatiereserve

Een reserve als bedoeld in het artikel “Bij vaststelling van een subsidie over te leggen gegevens” van de ASV (in de ASV 2014: artikel 21 lid 4): dat deel van de reserves (waaronder eigen vermogen en bestemmingsreserves) dat is gevormd met subsidiegelden van de gemeente Utrecht.

Exploitatiesubsidie

Activiteitensubsidie, waarvan de hoogte mede wordt bepaald door het exploitatieresultaat van de subsidieontvanger over het subsidiejaar.

Financiële verantwoording

Een separate subsidieverantwoording met de baten en lasten verbonden aan de verleende subsidie, met daarin een vergelijking van de baten en lasten zoals opgenomen in de begroting bij de subsidieaanvraag. Uit de financiële verantwoording dient te blijken of is voldaan aan de verplichtingen die aan de verleende subsidie zijn verbonden.

Goedgekeurde begroting

De begroting is de begroting van baten en lasten, die is ingediend bij de subsidieaanvraag. De begroting wordt door de gemeente goedgekeurd middels het besluit tot subsidieverlening, waarbij eventuele afwijkingen worden benoemd. De begroting kan tussentijds worden geactualiseerd met instemming van de gemeente.

Hoofdstuk 5 van de ASV

Hoofdstuk 5 van de ASV in dit protocol verwijst naar twee artikelen in de ASV namelijk “Bij vaststelling van een subsidie over te leggen gegevens” en “Accountantsonderzoek”. In de ASV 2014 zijn dit de artikelen 21 en 22. Daar waar in dit protocol wordt verwezen naar Hoofdstuk 5 van de ASV wordt daarmee naar deze twee artikelen verwezen.

Huisvestingskosten

De huisvestingskosten bestaan uit de kosten die direct samenhangen met de huisvesting, waaronder nutskosten en afschrijving van gebouwen.

Jaarrekening

De jaarrekening dient te worden opgesteld overeenkomstig de in Nederland geldende voorschriften voor de jaarverslaggeving. Dit betreft in het algemeen Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en/of de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. In de jaarrekening dient een specificatie te worden opgenomen van de activa en de passiva, een vergelijking met voorgaand jaar en een vergelijking met de baten en lasten zoals opgenomen in de begroting bij de subsidieaanvraag.

Organisatiekosten

De organisatiekosten zijn de overige kosten, die geen deel uitmaken van de personeelskosten, huisvestingskosten en activiteitenkosten.

Personeelskosten

De personeelskosten bestaan uit de loonkosten, de werkgeverslasten en de overige kosten, die direct zijn gerelateerd aan het personeel (zoals opleidingskosten en reiskosten woon-werk). De kosten voor de inhuur van personeel maken deel uit van de personeelskosten.

Paragraaf 2.2 Doel

Artikel 2 Doel

Dit verantwoordings- en accountantsprotocol is vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht op 13 december 2016. Het is opgesteld ten behoeve van de financiële verantwoording van subsidies en de daarbij behorende accountantscontrole. Het is bestemd voor het bestuur en de accountant van de organisatie die subsidie ontvangt van de gemeente Utrecht. De subsidieontvanger is verantwoordelijk voor het ter kennis stellen van dit verantwoordings- en controleprotocol aan de accountant. Dit protocol is het Controleprotocol waarnaar verwezen wordt in artikel 22 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening 2014 (ASV 2014) van de gemeente Utrecht.

Op grond van de Algemene Subsidieverordening (ASV) van de gemeente Utrecht kunnen subsidies worden verstrekt. De verleende subsidies worden verantwoordt via een financiële verantwoording en een activiteitenverslag. In de ASV is opgenomen wanneer een jaarrekening verplicht is bij deze verantwoording. In een beleidsregel dan wel in het besluit tot verlening kan van deze eisen zijn afgeweken.

De accountantscontrole met een controleverklaring is verplicht voor subsidies die uitkomen boven het drempelbedrag, zoals dit is opgenomen in de ASV, alsmede voor subsidies waarvoor in de beleidsregel of in het besluit tot verlening is opgenomen, dat een accountantscontrole verplicht is. Uitgezonderd zijn subsidies, waarbij door het college vrijstelling is verleend voor deze verplichting. Deze vrijstelling kan zijn opgenomen in de beleidsregel (generieke vrijstelling), in het besluit tot subsidieverlening of in een apart besluit (specifieke vrijstelling).

Bij de verantwoording van de subsidies dient de regelgeving in Hoofdstuk 5 van de ASV te worden gevolgd. In het besluit tot verlening kunnen daarnaast aanvullende verplichtingen of verantwoordingsinstructies zijn opgenomen. Als deze afwijken van de verplichtingen of instructies die in dit protocol zijn vermeld, dan dient de subsidieontvanger de verplichtingen of instructies, die in het besluit tot subsidieverlening zijn opgenomen te volgen.

Door de subsidieontvanger dient verantwoording te worden afgelegd conform de kaders in hoofdstuk 2 van dit protocol. De accountant voert zijn controle uit conform hoofdstuk 3 van dit protocol.

Hoofdstuk 2 Verantwoordingsprotocol

Paragraaf 2.1 Verantwoording met of zonder jaarrekening en controleverklaring

Artikel 3 Wijze van verantwoorden

In hoofdstuk 5 van de ASV is opgenomen wanneer verantwoording via een jaarrekening dan wel een financiële verantwoording met controleverklaring van de accountant verplicht is, tenzij in een beleidsregel dan wel in het besluit tot subsidieverlening van deze eisen is afgeweken. Indien de subsidieontvanger van een jaarlijkse subsidie een egalisatiereserve wil vormen conform de ASV, dan dient de subsidieontvanger zich altijd via een jaarrekening te verantwoorden, waarin deze egalisatiereserve zichtbaar is opgenomen.

De volgende drie varianten zijn mogelijk bij de subsidieverantwoording:

  • 1.

    De subsidieontvanger mag volstaan met een separate financiële verantwoording met bijbehorende controleverklaring, zonder dat een jaarrekening hoeft te worden overlegd. Zie hiervoor paragraaf 2.2 van dit protocol.

  • 2.

    De subsidieontvanger mag volstaan een separate financiële verantwoording met bijbehorende controleverklaring, met overlegging van een jaarrekening. Zie hiervoor paragraaf 2.2 van dit protocol. Naast de separate financiële verantwoording van de subsidie levert de subsidieontvanger een jaarrekening met bijbehorende controleverklaring aan. Op deze jaarrekening is dit protocol niet van toepassing.

  • 3.

    De subsidieontvanger dient de subsidie via een jaarrekening te verantwoorden met een bijbehorende controleverklaring van de accountant. Deze verantwoording kan integraal in de jaarrekening plaatsvinden of via een bijlage bij de jaarrekening. Zie hiervoor paragraaf 2.3 van dit protocol.

Bij de keuze van de subsidieverantwoording dient de regelgeving in hoofdstuk 5 van de ASV, de beleidsregels en het besluit tot subsidieverlening te worden gevolgd.

Paragraaf 2.2 Verantwoording met of zonder jaarrekening en controleverklaring

Artikel 4 Verantwoording zonder een jaarrekening

Indien er geen verplichting is om de subsidie te verantwoorden via een jaarrekening, mag worden volstaan met een separate financiële verantwoording voorzien van een controleverklaring van de accountant en een activiteitenverslag.

Artikel 5 Separate financiële verantwoording

In de financiële verantwoording dient een vergelijking te zijn opgenomen met de baten en lasten uit de goedgekeurde begroting. In de financiële verantwoording dienen per verleende subsidie de gerealiseerde kosten en inkomsten te zijn opgenomen. Daarbij wordt minimaal onderscheid gemaakt in personeelskosten, organisatiekosten, huisvestingskosten en activiteitenkosten. In het geval van een toerekening van kosten aan subsidies dient in de verantwoording de grondslag voor de toerekening te zijn opgenomen. Uit de verantwoording dient te blijken of de activiteiten tegen meer of minder kosten dan de subsidie zijn gerealiseerd.

Wanneer in het besluit tot verlening onderscheid is gemaakt naar meerdere activiteiten, dient uit de financiële verantwoording te blijken wat de totale gerealiseerde kosten en inkomsten per benoemde activiteit zijn.

Artikel 6 Activiteitenverslag zonder jaarrekening

In het activiteitenverslag dienen de activiteiten te worden verantwoord in gesubsidieerde en gerealiseerde aantallen zoals vermeld in het besluit tot verlening. Dit verslag mag ook worden toegevoegd aan de financiële verantwoording. In het geval er in het besluit tot verlening geen aantallen zijn opgenomen vervalt deze verplichting.

Paragraaf 2.3 Verantwoording van verleende subsidies via een jaarrekening

Artikel 7 Verantwoording via een jaarrekening

De jaarrekening dient voorzien te zijn van een controleverklaring van de accountant. De financiële verantwoording kan integraal zijn opgenomen in de jaarrekening (via de balans en resultatenrekening), maar kan ook als bijlage bij de jaarrekening worden aangeleverd. Uit deze bijlage dient de aansluiting met de jaarrekening te blijken. De controleverklaring van de accountant bij de jaarrekening dient dan tevens deze bijlage te omvatten.

Indien het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ op de jaarrekening van toepassing is, hoeft de accountant in zijn verklaring niet te verwijzen naar het protocol van de gemeente Utrecht. Ook hoeft hij het protocol niet toe te passen voor zover sprake is van tegenstrijdigheden met het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ. In vergelijkbare gevallen kan op verzoek ontheffing worden verleend.

Artikel 8 Integrale verantwoording in de jaarrekening

In de jaarrekening dienen bij de baten en lasten kolommen te zijn opgenomen voor de realisatie van het boekjaar, de begroting en de realisatie van het voorgaand boekjaar. Bij een exploitatiesubsidie dient de kolom begroting de goedgekeurde begroting te bevatten.

Daarbij wordt minimaal onderscheid gemaakt in personele kosten, organisatiekosten, huisvestingskosten en activiteitenkosten. In het geval van een toerekening van kosten aan subsidies dient in de verantwoording een kostenverdeelstaat met de grondslag voor de toerekening te zijn opgenomen. Verder dient te blijken of de activiteiten tegen meer of minder kosten dan de subsidie zijn gerealiseerd. Wanneer in het besluit tot verlening onderscheid is gemaakt naar meerdere activiteiten, dient te blijken wat de totale gerealiseerde kosten en inkomsten per benoemde activiteit zijn.

Uit de jaarrekening dient voorts te blijken welk gedeelte van de reserves (waaronder eigen vermogen en bestemmingsreserves) zijn gevormd met subsidiegelden van de gemeente Utrecht. Dit gedeelte van de reserves is de egalisatiereserve die is bedoeld in het artikel “Accountantsonderzoek” van hoofdstuk 5 van de ASV (ASV 2014: artikel 21 lid 4).

Artikel 9 Verantwoording via een bijlage bij de jaarrekening

In de bijlage dient een vergelijking te zijn opgenomen met de baten en lasten uit de goedgekeurde begroting. In de bijlage dienen per verleende subsidie de gerealiseerde kosten en inkomsten te zijn opgenomen. Daarbij wordt minimaal onderscheid gemaakt in personele kosten, organisatiekosten, huisvestingskosten en activiteitenkosten. In het geval van een toerekening van kosten aan subsidies dient in de verantwoording een kostenverdeelstaat met de grondslag voor de toerekening te zijn opgenomen. Uit de bijlage dient te blijken of de activiteiten tegen meer of minder kosten dan de subsidie zijn gerealiseerd. Wanneer in het besluit tot verlening onderscheid is gemaakt naar meerdere activiteiten, dient uit de bijlage te blijken wat de totale gerealiseerde kosten en inkomsten per benoemde activiteit zijn.

Artikel 10 Activiteitenverslag

In het activiteitenverslag dienen de activiteiten te worden verantwoord in gesubsidieerde en gerealiseerde aantallen voor zoverre en zoals vermeld in het besluit tot verlening. Dit verslag mag ook worden toegevoegd aan de bijlage.

Hoofdstuk 3 Accountantsprotocol

Paragraaf 3.1 Normenkader

Artikel 11 Normenkader

Het normenkader voor de controle van de jaarrekening en de financiële verantwoording door de accountant bestaat uit de artikelen “Bij vaststelling van een subsidie over te leggen gegevens” en “Accountantsonderzoek” van hoofdstuk 5 van de ASV van de gemeente Utrecht (in de ASV 2014 zijn dit de artikelen 21 en 22) en uit hetgeen is vastgelegd in het besluit tot subsidieverlening.

Paragraaf 3.2 Algemeen

Artikel 12 Algemene zaken

Van de accountant wordt verwacht dat hij vaststelt of de subsidie is besteed in overeenstemming met de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen met een financieel effect, zoals vastgelegd in het hierboven genoemde normenkader. Het staat de accountant vrij hierbij zijn eigen controleaanpak te kiezen, dit protocol schrijft geen werkprogramma voor.

Uit de controleverklaring van de accountant dient te blijken, dat het Verantwoordings- en accountantsprotocol van de gemeente Utrecht is gevolgd, tenzij het Onderwijsaccountants-protocol OCW/EZ van toepassing is of in een vergelijkbare situatie ontheffing is verleend. Zie hiervoor paragraaf 2.3.

Paragraaf 3.3 Aandachtpunten bij de controle van de verantwoording

Artikel 13 Integrale verantwoording in de jaarrekening

De accountant dient het volgende vast te stellen:

  • de jaarrekening is opgesteld conform het kader in paragraaf 2.3 van dit protocol

  • de jaarrekening bevat een vergelijking met de gerealiseerde baten en lasten van het voorafgaande boekjaar

  • de jaarrekening bevat een vergelijking met de baten en lasten zoals opgenomen in de begroting, bij een exploitatiesubsidie is dit de goedgekeurde begroting

  • afwijkingen groter dan 10% tussen de begroting en de realisatie zijn toegelicht in de jaarrekening, met vermelding van de omvang van de afwijking

  • de jaarrekening bevat een specificatie van de activa en passiva

  • uit de jaarrekening blijkt de omvang van de egalisatiereserve: het gedeelte van de reserves (waaronder eigen vermogen en bestemmingsreserves) dat is gevormd met subsidiegelden van de gemeente Utrecht

  • de baten en lasten in de jaarrekening zijn volledig en juist verantwoord

  • de baten en lasten per verleende subsidie zijn volledig en juist verantwoord

  • de subsidieontvanger heeft niet in strijd gehandeld met de aan de subsidie verbonden verplichtingen volgens het normenkader dat is genoemd in paragraaf 3.1 van dit protocol

  • het activiteitenverslag is verenigbaar met de jaarrekening en bevat geen tegenstrijdigheden

Artikel 14 Separate financiële verantwoording of bijlage bij de jaarrekening

De accountant dient het volgende vast te stellen:

  • ·

    de financiële verantwoording is opgesteld conform het kader in paragraaf 2.2 (separate financiële verantwoording) of 2.3 (bijlage bij de jaarrekening) van dit protocol

  • ·

    de financiële verantwoording bevat een vergelijking met de baten en lasten zoals opgenomen in de goedgekeurde begroting

  • ·

    afwijkingen groter dan 10% tussen de begroting en de realisatie zijn toegelicht in de financiële verantwoording, met vermelding van de omvang van de afwijking

  • ·

    de baten en lasten per verleende subsidie zijn volledig en juist verantwoord

  • ·

    de subsidieontvanger heeft niet in strijd gehandeld met de aan de subsidie verbonden verplichtingen volgens het normenkader dat is genoemd in paragraaf 3.1 van dit protocol

  • ·

    het activiteitenverslag is verenigbaar met de financiële verantwoording en bevat geen tegenstrijdigheden

Artikel 15 Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid

De controle van een separate financiële verantwoording moet zodanig worden ingepland en uitgevoerd dat een redelijke mate zekerheid wordt verkregen dat de verantwoording geen afwijkingen (fouten en onzekerheden) van materieel belang bevat. Indien dit begrip door het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, betekent dit dat een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gehanteerd moet worden.

Een verklaring met een goedkeurende strekking impliceert, dat, gegeven de bovengenoemde betrouwbaarheid, in de separate financiële verantwoording geen afwijkingen (fouten en onzekerheden) voorkomen die groter zijn dan de percentages in de in artikel 11 opgenomen materialiteitstabel. Als omvangbasis geldt hierbij het totaalbedrag van de verleende subsidie.

Bij een verantwoording via de jaarrekening zijn twee situaties mogelijk. Bij een bijlage bij de jaarrekening gelden voor deze bijlage dezelfde materialiteitspercentages als bij een separate financiële verantwoording, namelijk die van artikel 16. Bij een integrale verantwoording in de jaarrekening gelden de voor de jaarrekeningcontrole gebruikelijk materialiteitspercentages. Deze bepaalt de accountant zelf op basis van professional judgement, Hiervoor gelden geen nadere eisen.

Artikel 16 Goedkeuringstolerantie

Voor de oordeelsvorming van de accountant en de controleverklaring zijn de volgende goedkeuringstoleranties van toepassing bij de separate financiële verantwoording en bij een verantwoording via een bijlage bij de jaarrekening:

Soort verklaring

Goedkeurend

Met beperking

Oordeels-onthouding

Afkeurend

Fouten in de financiële verantwoording (% van de verleende subsidie)

≤ 1%

> 1% < 3%

≥ 3%

Onzekerheden in de controle (% van de verleende subsidie)

≤ 3%

> 3% < 10%

≥ 10%

Hoofdstuk 4 Rapportages accountantsonderzoek

Artikel 17 Model controleverklaring

Er worden door de gemeente Utrecht geen specifieke voorwaarden gesteld ten aanzien van de tekst van de controleverklaring, anders dan dat daarin moet worden aangegeven dat het Verantwoordings- en accountantsprotocol Gemeente Utrecht is gevolgd (tenzij bij toepassing van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ of een andere vrijstelling) en dat de voorbeeldtekst 10.2 (jaarrekening) of 10.3 (separate financiële verantwoording) van HRA III van de NBA is toegepast.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 18 Intrekking

Het Controleprotocol Gemeente Utrecht 2013 komt bij bekendmaking van dit besluit te vervallen.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt bij bekendmaking in werking.

Artikel 20 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Verantwoordings- en accountantsprotocol 2016 gemeente Utrecht.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Utrecht, gehouden op 20 december 2016.

De secretaris, De burgemeester,