Beleidsregels categoriale en periodieke regeling bijzondere bijstand chronisch zieken Utrecht 2007 en 2008

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  huishouden: de alleenstaande of het gezin, waarvan het hoofd, of één van hen, op de peildatum inwoner van de gemeente Utrecht was;

• b.

  alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

• c.

  alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meerdere tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

• d.

  gezin: 1. de gehuwden tezamen;

2. de gehuwden met de tot hun last komende kinderen;

3. de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende kinderen;

• e.

  kind: het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind;

• f.

  ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken;

• g.

  gehuwde: degene die ingevolge artikel 4 van de WWB als gehuwd kan worden aangemerkt;

• h.

  inwoner van de gemeente Utrecht: de Nederlander die op de peildatum ingezetene was van de gemeente Utrecht, en op die datum ingeschreven was in de Gemeentelijke Basisadministratie van de gemeente Utrecht en bovendien feitelijk zijn woonplaats in de gemeente Utrecht had in de zin van artikel 10 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Bij gebreke van een woonplaats in de zin van artikel 10 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt ook als inwoner van de gemeente Utrecht aangemerkt de dak- of thuisloze die op de peildatum ingeschreven was in de Gemeentelijke Basisadministratie van de gemeente Utrecht;

• i.

  Nederlander: de Nederlander of degene die daarmee gelijk te stellen is als bedoeld in artikel 11 van de Wet werk en bijstand;

• j.

  inkomen: inkomsten uit arbeid of sociale uitkering genoten door het huishouden in Nederland;

• k.

  bijstandsnorm: de bijstandsnorm inclusief de gemeentelijke toeslag.

• l.

  AOW-uitkering: de uitkering in het kader van de Algemene Ouderdomswet;

• m.

  peildatum: de maand voorafgaande aan de maand van aanvraag;

• n.

  aanvraagformulier: een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier waarmee de Categoriale verstrekking chronisch zieken Utrecht 2007 moet worden aangevraagd;

• o.

  aanvraagperiode: een door de gemeente vastgestelde periode waarbinnen de aanvaag kan worden gedaan;

• p.

  chronische ziekte: een langdurige ziekte voor zover deze is opgenomen in een overzicht als bedoeld in het tweede lid;

• q.

  chronisch zieke: de persoon die lijdt aan een ziekte als bedoeld onder p;

• r.

  AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

• s.

  WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

• t.

  WIA: Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen;

• u.

  Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

• v.

  WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

• w.

  WMO: Wet maatschappelijke ondersteuning.

2. De afdeling Sociale Zaken & Werkgelegenheid stelt bij de introductie van de regeling een overzicht vast, waarin de chronische ziekten die vallen onder het bereik van deze regeling worden opgesomd. Deze lijst is niet limitatief en wordt zo nodig aangepast.

1. Inwoners van de gemeente Utrecht van 18 jaar of ouder die lijden aan één of meerdere van de chronische ziektes als bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel p.

2. Personen die in een AWBZ-verpleeginrichting verblijven behoren niet tot de doelgroep.

1. De aanvraag wordt ingediend op een op deze doelgroep afgestemd aanvraagformulier. De belang-hebbende dient inkomensgegevens bij te voegen, tenzij hij een uitkering ontvangt van de afdeling Sociale Zaken & Werkgelegenheid van de gemeente Utrecht. De aanvraagperiode loopt tot en met 31 december 2008.

2. Ter vaststelling of een persoon tot de doelgroep behoort, moet bij voorkeur een verklaring van een behandelend arts, specialist, maatschappelijk werk van het ziekenhuis, praktijkondersteuner huis- artsenpraktijk of een gespecialiseerd verpleegkundige overleggen. Deze verklaring mag niet ouder zijn dan twaalf maanden. Als een persoon geen verklaring van een arts kan overleggen dan wordt er akkoord gegaan met de ingevulde lijst door de cliënt zelf in combinatie met een bewijs van hun volledige WAO-, WIA-, Wajong- of WAZ-uitkering, gehandicaptenparkeerkaart of een WMO- voorziening. Verder dient deze persoon ook een bewijs op naam, gerelateerd aan zijn ziekte te overleggen.

3. De persoon die in 2007 de tegemoetkoming in het kader van de Categoriale verstrekking chronisch zieken Utrecht 2007 heeft ontvangen, krijgt de tegemoetkoming over 2008 automatisch betaald voor 31 december 2008.

1. Huishoudens jonger dan 65 jaar met een netto inkomen hoger dan 110 % van de toepasselijke bijstandsnorm komen niet in aanmerking voor de regeling.

2. Huishoudens van 65 jaar en ouder met een netto inkomen hoger dan 110% van de voor het huis-houden geldende AOW-uitkering komen niet in aanmerking voor de regeling.

1. Bij de aanvraag Categoriale verstrekking chronisch zieken Utrecht 2007 vindt er geen vermogenstoets overeenkomstig artikel 34, tweede lid onder b en artikel 34, derde lid WWB plaats.

2. Bij de aanvraag Categoriale verstrekking chronisch zieken Utrecht 2007 wordt de draagkrachtruimte en draagkracht zoals bedoeld in artikel 12 RBBU 2004 op EUR 0,00 gesteld.

1. Personen tot 65 jaarEenmalige verstrekking van EUR 300,00 voor personen behorende tot de doelgroep. Als er meerdere chronisch zieken in een huishouden zijn wordt de verstrekking met 50% verhoogd ongeacht het aantal chronisch zieken.

2. Personen van 65 jaar en ouderEenmalige verstrekking van EUR 150,00 voor personen behorende tot de doelgroep. Als er meerdere chronisch zieken in een huishouden zijn wordt de verstrekking met 50% verhoogd ongeacht het aantal chronisch zieken.

3. Meerdere chronische zieken in een gezin:

- als er meerdere chronische zieken in een huishouden zijn, wordt de tegemoetkoming met 50% verhoogd ongeacht het aantal chronisch zieken;

- als het huishouden bestaat uit één persoon van 65 jaar en ouder en één persoon jonger dan 65 jaar dan is voor de hoogte van de tegemoetkoming de leeftijd van de jongste persoon bepalend.