Regeling vervallen per 13-05-2015

Beleidsregel huisvesting maatschappelijk noodzakelijke doelgroepen

Geldend van 28-05-2009 t/m 12-05-2015 met terugwerkende kracht vanaf 12-05-2009

Intitulé

Beleidsregel huisvesting maatschappelijk noodzakelijke doelgroepen

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregel huisvesting maatschappelijk noodzakelijke doelgroepen(besluit van b. en w. 12 mei 2009)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

BESLUIT:

vast te stellen een

BELEIDSREGEL huisvesting maatschappelijk noodzakelijke doelgroepen

Inleiding

Op 31 mei 2001 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen (motie 17), waarin werd gevraagd “wat de gemeente kan doen om het personeelsprobleem in de zorg, in het onderwijs en bij de politie te helpen oplossen”. Hierbij werd onder andere gedacht aan oplossingen rondom de huisvesting van personeel. Binnen deze sectoren werd geconcludeerd dat het bieden van huisvesting op korte termijn een extra sollicitatiestimulans kan betekenen.

Dit leidde tot de z.g. Beleidsregel Huisvesting maatschappelijk noodzakelijke doelgroepen. De betreffende raadscommissie heeft in oktober 2002 ingestemd met deze beleidsregel. De beleidsregel is eind oktober 2003 geëvalueerd en tot 2005 verlengd. Per 1 januari 2005 is de beleidsregel wederom aangepast met de afspraak in 2008 weer te evalueren. Bestuursinformatie heeft de beleidsregel in 2008 geëvalueerd.

De huidige regeling

De regeling is gericht op nieuw aan te trekken personeel binnen genoemde beroepsgroepen, die:

1e in de regio Utrecht geen woonruimte in welke vorm dan ook heeft én door extreme reistijden belemmerd wordt in de uitoefening van hun functie, of

2e in de gemeente Utrecht geruime tijd onzelfstandige woonruimte bewoont of via woonshoppen onderdak vindt.

Aan de beleidsregel zijn enkele voorwaarden verbonden.

Wanneer de persoon aan de gestelde voorwaarden voldoet, krijgt hij/zij op basis van de hardheidsclausule uit de regionale huisvestingsverordening van het Bestuur Regio Utrecht een urgentiestatus met een zoekprofiel voor een flatwoning. Hierdoor verkrijgt hij/zij een voorrangspositie bij het zoeken naar een sociale huurwoning. De bepalingen van de regionale huisvestingsverordening zijn van toepassing.

De urgentie is zes maanden geldig en wordt zo nodig gevolgd door een eenmalige aanbieding.

De evaluatie

Uit de evaluatie komt naar voren dat de beleidsregel nog steeds in een behoefte voorziet. Ook wordt gepleit voor uitbreiding van de doelgroep “zorg” met personeel voor maatschappelijke instellingen en voor uitbreiding met de sociale koop.

Door Het vierde huis, die de uitvoering van deze beleidsregel verzorgt, zijn voorstellen gedaan voor een betere definiëring van het personeel dat onder deze beleidsregel kan vallen en voor een duidelijker afbakening van de voorwaarden.

Verder zou het wenselijk zijn wanneer deze beleidsregel in de regionale huisvestingsverordening wordt opgenomen.

De wijzigingen en overwegingen in de nieuwe regeling

De tekst van de nieuwe regeling is begrijpelijker gedefinieerd. Tevens is de doelgroep “zorg” uitgebreid met personeel voor maatschappelijke instellingen. De definities zijn daarop aangepast.

De uitbreiding met sociale koop is niet opgenomen, omdat bij het reageren op deze woningen het probleem van extreme reistijden niet onmiddellijk wordt opgelost.

Daarnaast doet zich dan het probleem voor van een rechtvaardige afbakening ten opzichte van (andere) starters.

Met het Bestuur Regio Utrecht zal worden overlegd over de opname van deze beleidsregel in de regionale huisvestingsverordening.

De nieuwe regeling is in het onderstaande verwoord.

De nieuwe beleidsregel

De gemeente biedt aan gepreciseerde werknemers 1) binnen de sectoren onderwijs, zorg en politie de mogelijkheid om een urgentie te verkrijgen waardoor de kans op een sociale huurwoning wordt vergroot. De verzoekers om een urgentie dienen aan de navolgende criteria te voldoen.

I.De aanvrager is woonachtig buiten het zgn. BRU-gebied.

Het BRU-gebied omvat de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Maarssen, Nieuwegein, Utrecht, Vianen, IJsselstein en Zeist:

    • a.

      de aanvrager woont minstens één jaar buiten het BRU-gebied;

    • b.

      de aanvrager heeft een vaste aanstelling of een contract voor minimaal één jaar;

    • c.

      de aanvrager heeft een aanstelling bij een instelling gelegen binnen de grenzen van de gemeente Utrecht en is ook in de gemeente Utrecht werkzaam;

    • d.

      de aanvrager heeft een bruto inkomen lager dan EUR 33.000,00 (modaal) bij een eenpersoonshuishouden en lager dan EUR 45.000,00 (1,5 x modaal) bij een twee- of meerpersoonshuishouden;

    • e.

      de aanvrager is minimaal 24 uur per week werkzaam bij de betreffende instelling;

    • f.

      de aanvrager staat ingeschreven bij WoningNet, maar niet langer dan de gemiddelde registratietijd die het voorgaande kalenderjaar nodig was om een woning te verkrijgen;

    • g.

      de aanvrager zoekt een sociale huurwoning;

    • II.

      De aanvrager is woonachtig in de gemeente Utrecht.

      • a.

        de aanvrager is niet bij zijn of haar ouders inwonend;

      • b.

        de aanvrager heeft een vaste aanstelling of een contract voor minimaal één jaar bij een instelling gelegen binnen de grenzen van de gemeente Utrecht;

      • c.

        de aanvrager heeft gerekend vanaf het moment van zijn vaste aanstelling of ingangsdatum contract bij de betreffende instelling in de gemeente Utrecht aantoonbaar minimaal twee aanééngesloten jaren in een onzelfstandige woonruimte gewoond, of heeft aantoonbaar minimaal twee aanééngesloten jaren via woonshoppen onderdak in de gemeente Utrecht gevonden en verkeert nog steeds in diezelfde woonsituatie;

      • d.

        de aanvrager voert een eenpersoonshuishouden én zoekt woonruimte voor één persoon.

      • e.

        de aanvrager heeft een bruto-inkomen lager dan EUR 33.000,00 (modaal) bij een eenpersoonshuishouden;

      • f.

        de aanvrager is minimaal 24 uur per week werkzaam bij de betreffende instelling in de gemeente Utrecht en ook in de gemeente Utrecht werkzaam;

      • g.

        de aanvrager staat ingeschreven bij WoningNet, maar niet langer dan de gemiddelde registratietijd die het voorgaande kalenderjaar nodig was om een woning te verkrijgen;

      • h.

        de aanvrager zoekt een sociale huurwoning.

    • III.

      De aanvrager die woonachtig is in één van de gemeenten binnen het z.g. BRU-gebied komt niet in aanmerking voor deze beleidsregel.

    • IV.

      De bepalingen uit de regionale huisvestingsverordening van het Bestuur Regio Utrecht zijn/blijven van toepassing.

    • V.

      De genoemde inkomensgrenzen zijn gebaseerd op peildatum 1 januari 2009 en mogen in de uitvoering jaarlijks worden geïndexeerd met de CPI-index.

    • VI.

      De beleidsregel moet in 2014 weer worden geëvalueerd.

    • VII.

      Deze beleidsregel treedt in werking op 1 maart 2009. Hiermee wordt de beleidsregel van 2005 ingetrokken.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 12 mei 2009.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. J. Schuilenburg Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 27 mei 2009.

Deze beleidsregel is in werking getreden op 28 mei 2009, en werkt terug tot 1 maart 2009.

1) Beroepsgroep "zorg": personen, werkzaam in de directe patiëntenzorg zowel in een zorginstelling als in een thuiszorginstelling. Het gaat om directe patiëntenzorg t.w. verplegend personeel en/of verzorgend personeel. En personen, die directe zorg verlenen aan de oGGz-cliënt als hulpverlener bij instellingen die zijn aangesloten bij de vereniging “Beter Wonen” of instellingen die zich bezig houden met vrouwenopvang en waarmee afspraken over urgentiecontingenten zijn gemaakt.

Beroepsgroep "politie": politiepersoneel in executieve dienst. Dit is een CAO-term waaronder politiepersoneel die "op straat surveilleren" worden begrepen.

Beroepsgroep "onderwijs": onderwijspersoneel in het primair onderwijs en in het voortgezet onderwijs. CAO-term waaronder leerkrachten en docenten worden begrepen. Onderwijsondersteunend personeel is uitgesloten.

Kern is: directe relatie met persoon waaraan zorg wordt verleend, onderwijs aan wordt gegeven of op wordt gelet. Dat moet uit de functiebenaming en, zeker, de functieomschrijving blijken.