Beleidsregels in verband met grenscorrecties per 1 januari 2001

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregelsinverbandmet grenscorrecties per1januari2001

(b.enw.-besluitvan5september2000)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

gelet op de Wet van 6 juli 2000 (Stb. 2000, nr. 301) tot gemeentelijke herindeling in een deel van de provincie Utrecht en het besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 17 juni 1998 tot vaststelling van de Herindelingsregeling gemeentelijke grenscorrecties tussen de gemeenten Utrecht en Maarssen en de gemeenten Utrecht en Nieuwegein, alsmede het bepaalde in de artikelen 28 en 30 van de Wet algemene regels herindeling:

Besluit:

• 1.

  Per 1 januari 2001 vervallen te verklaren de beleidsregels inzake de aanwijzing van de WOZ- belanghebbende en de aanwijzing van de belastingplichtige in een keuzesituatie, vastgesteld door de aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, letter b van de Gemeentewet van de gemeente Maarssen, alsmede de Regeling gemeentelijke belastingen en de mandaatbesluiten inzake de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen, vastgestelde door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maarssen voor het ingevolge het besluit van de provincie Utrecht per die datum aan de gemeente Utrecht toe te voegen gebied.

• 2.

  Per 1 januari 2001 vervallen te verklaren de beleidsregels inzake de aanwijzing van de WOZ- belanghebbende en de aanwijzing van de belastingplichtige in een keuzesituatie, de Regeling gemeentelijke belastingen alsmede de mandaatbesluiten inzake de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein, voor het ingevolge het besluit van de provincie Utrecht per die datum aan de gemeente Utrecht toe te voegen gebied.

• 3.

  Per 1 januari 2001 geldend te verklaren op de ingevolge het besluit van de provincie Utrecht per die datum aan de gemeente Utrecht toe te voegen gebieden van de gemeenten Maarssen en Nieuwegein, de op 31 december 2000 geldende:

  • -

    regeling gemeentelijke belastingen Gemeenteblad van Utrecht 1998, nr. 14);

  • -

    beleidsregel voor het aanwijzen van een belanghebbende te wiens name de beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken wordt gesteld (Gemeenteblad van Utrecht 1998, nr. 15);

  • -

    beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige te wiens name de belasting feitelijk geheven wordt (Gemeenteblad van Utrecht 1998, nr. 16);

  • -

    beleidsregels bezwaarschriften gemeentelijke belastingen en waardebeschikkingen Wet WOZ

1999 (Gemeenteblad van Utrecht 1999, nr. 12);

-beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen 2000 (Gemeenteblad van

Utrecht 2000, nr. 9 );

-aanwijzings- en mandaatbesluiten van 4 januari 2000 (Gemeenteblad van Utrecht 2000, nr. 1)

en 1 maart 2000 (Gemeentebladen van Utrecht 2000, nrs. 10 en 11);

• -

  beleidsregel Zalmsnip 2000 (Gemeenteblad van Utrecht 2000) van de gemeente Utrecht.

  • 4.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht van

5 september 2000.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. A. Vermeulen Mr. A.H. Brouwer-Korf

Publicatie is geschied op 22 november 2000.

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2001.