Regeling vervallen per 27-10-2005

Verordening op de raadscommissies voor de wijken 2002 en 2003

Geldend van 06-06-2002 t/m 26-10-2005

Intitulé

Verordening op de raadscommissies voor de wijken 2002 en 2003

Verordening op de raadscommissies voor de wijken 2002 en 2003

(raadsbesluit van 16 mei 2002)

De raad der gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van cie Dualisering Gemeentebestuur d.d. 23 april 2002

Besluit

vast te stellen de volgende:

VERORDENING op de raadscommissies voor de wijken, 2002 en 2003.

Artikel 1 Doel

De raadscommissie voor de wijk heeft tot doel het verkleinen van de afstand tussen politiek en burger alsmede de raad te adviseren over het proces van totstandkoming van en de voortgang in, de uitvoering van het wijkprogramma.

Afdeling I

DE RAADSCOMMISSIES VOOR DE WIJKEN

Paragraaf 1

Het aantal, de benaming en de taak van de raadscommissies voor de wijken

Artikel 2 Aantal en benaming

De raadscommissies voor de wijken als bedoeld in artikel 1 zijn de volgende:

  • 1.

    de raadscommissie voor de wijk West;

  • 2.

    de raadscommissie voor de wijk Noordwest;

  • 3.

    de raadscommissie voor de wijk Overvecht;

  • 4.

    de raadscommissie voor de wijk Noordoost;

  • 5.

    de raadscommissie voor de wijk Oost;

  • 6.

    de raadscommissie voor de wijk Binnenstad;

  • 7.

    de raadscommissie voor de wijk Zuid;

  • 8.

    de raadscommissie voor de wijk Zuidwest;

  • 9.

    de raadscommissie voor de wijk Leidsche Rijn en

  • 10.

    de raadscommissie voor de wijk Vleuten-De Meern.

Artikel 3 Functies

De raadscommissie voor de wijk heeft de volgende functies

  • 1.

    ogen en oren van de raad;

  • 2.

    het controleren van de wijkwethouder;

  • 3.

    het bewaken van het proces van totstandkoming van het wijkprogramma;

  • 4.

    het bewaken van de uitvoering van het wijkprogramma;

  • 5.

    het adviseren over het Recht van Initiatief als het college heeft besloten de besluitvorming over te dragen aan de wijkwethouder, zoals genoemd in de artikelen 5 en 6 van de Regeling Recht van Initiatief voor Inwoners (Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 7).

  • 6.

    het onderhouden van contacten met wijkbewoners en belanghebbenden in de wijk.

Paragraaf 2

De samenstelling en de werkwijze van de raadscommissies voor de wijken

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Elke raadscommissie bestaat uit:

    • a.

      een voorzitter, door de raad uit haar midden aan te wijzen, en

    • b.

      maximaal elf leden (raadsleden of plaatsvervangende leden), door de raad uit haar midden aan te wijzen dan wel uit de verkiezingsgroslijst, afkomstig uit alle fracties vertegenwoordigd in de raad. De leden wonen bij voorkeur in de wijk waarvoor de raadscommissie is ingesteld,

    • c.

      een plaatsvervangend voorzitter die in de eerste vergadering van de raadscommissie uit haar midden wordt gekozen.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • -

      het samenstellen van de agenda;

    • -

      leiden van de vergadering;

    • -

      het handhaven van de orde;

    • -

      het geven van gelegenheid aan de leden, aan wijkbewoners en belanghebbenden hun mening kenbaar te maken betreffende het aan de orde gestelde onderwerp;

    • -

      het formuleren van de door de vergadering te beslissen mondelinge vraagpunten en

    • -

      het mededelen van de uitslag van de stemmingen.

  • 3.

    Aan iedere commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd. De ambtelijk secretaris is belast met:

    • -

      het in overleg met de voorzitter voorbereiden van de vergadering;

    • -

      de zorg voor de notulen van de vergadering;

    • -

      de uitvoering van de in de vergadering afgesproken actiepunten;

    • -

      het aankondigen van de vergadering en het versturen van stukken en verslagen en

    • -

      het versturen van de vergaderagenda ter kennisname aan het

Presidium van de raad.

Artikel 5 Aantal vergaderingen, tijdstip en wijze van vergaderen

  • 1.

    De raadscommissie vergadert minimaal drie keer per jaar en verder zo vaak als de voorzitter of tenminste drie leden van de raadscommissie dit nodig achten.

  • 2.

    De raadscommissie vergadert in het openbaar, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet of een particulier belang onevenredig zou worden bevoordeeld of geschaad. Artikel 19 van de Verordening op de raadscommissies 2002 (Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 3) is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De vergadering vindt in de avonduren plaats op een locatie in de wijk en duurt maximaal drie uren.

Artikel 6 Deelname van de leden aan de vergadering

  • 1.

    Ieder ter vergadering komend lid tekent onmiddellijk na aankomst in de vergaderzaal de presentielijst.

  • 2.

    Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen geeft daarvan voor het begin van de vergadering kennis aan de ambtelijk secretaris.

  • 3.

    De Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden en commissieleden

(Gemeenteblad van Utrecht 1999, nr. 20) is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Ondersteuning door ambtenaren en deskundigen

  • 1.

    Elke raadscommissie is bevoegd adviezen en inlichtingen te vragen aan de ambtenaren, die bij de gemeente Utrecht zijn aangesteld.

  • 2.

    De ambtenaren zijn verplicht, daartoe door de voorzitter opgeroepen, de vergadering van de raadscommissie bij te wonen en desgewenst adviezen en inlichtingen te geven.

  • 3.

    De oproeping geschiedt door de voorzitter, hetzij eigener beweging, hetzij op verlangen der raadscommissie.

  • 4.

    De adviezen of de inlichtingen worden desverlangd schriftelijk gegeven.

  • 5.

    Elke raadscommissie is bevoegd deskundigen buiten het gemeentepersoneel te raadplegen en aan haar beraadslagingen over een bepaalde zaak met adviserende stem te doen deelnemen. Indien hiermee kosten zijn gemoeid wordt eerst overleg gepleegd met het presidium van de raad.

  • 6.

    De Verordening inzake het verlenen van ambtelijke bijstand aan de leden van de raad (Gemeenteblad van Utrecht 1997, nr, 6) is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Vastleggen en totstandkoming adviezen van de raadscommissie

  • 1.

    Elke raadscommissie doet haar oordeel kennen, hetzij door het overleggen van de notulen van haar vergaderingen, hetzij door een afzonderlijk, door voorzitter en ambtelijk secretaris ondertekend, rapport of advies.

  • 2.

    Een eenvoudig gunstig advies, zonder meer, kan ook aangetekend worden op een aan het oordeel van een raadscommissie onderworpen stuk, mits gewaarmerkt door voorzitter en ambtelijk secretaris.

  • 3.

    De voorzitter kan, in bijzondere gevallen, eventueel na een verzoek van burgemeester en wethouders, besluiten de leden schriftelijk te raadplegen.

Artikel 9 Agenda, vergaderstukken en vragenhalfuurtje

  • 1.

    Voordat de oproeping tot een vergadering wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda vast.

  • 2.

    Wijkbewoners kunnen onderwerpen ter agendering van de vergadering bij de ambtelijk secretaris aanmelden.

  • 3.

    Ieder vergadering, met uitzondering van de vergadering die gewijd is aan het wijkprogramma, begint met een vragenhalfuurtje voor belanghebbenden uit de wijk, bij voorkeur in aanwezigheid van de wijkwethouder.

  • 4.

    Met uitzondering van bijzondere spoedeisende zaken en van zaken van bijzonder eenvoudige aard, worden in een vergadering geen zaken behandeld, waarvan de leden van de raadscommissie niet vooraf kennis hebben kunnen nemen.

  • 5.

    De op de vergadering betrekking hebbende stukken liggen minimaal tien dagen tevoren voor een ieder ter inzage op het wijkbureau.

Artikel 10 Vaststellen behandelwijze agendapunten

  • 1.

    De voorzitter stelt per agendapunt voor hoe hij het punt wenst te behandelen:

    • a.

      met een open gesprek waaraan ook burgers, belanghebbenden kunnen deelnemen, of

    • b.

      via een gestructureerd gesprek waarbij alleen leden van de commissie en direct belanghebbenden die zich vooraf hebben aangemeld, spreekrecht hebben, of

    • c.

      door bespreking met de leden onderling.

  • 2.

    Op voorstel van de voorzitter bepaalt de raadscommissie van tevoren of, en hoeveel spreektijd toegekend wordt aan een fractie, een individu of een groep.

Artikel 11 Bekendmaking van en uitnodiging voor de vergaderingen

  • 1.

    De oproeping tot een vergadering geschiedt door of namens de voorzitter, met opgave van de te behandelen onderwerpen, en -hetzij in spoedeisende gevallen- tenminste tien dagen tevoren.

  • 2.

    De wijkwethouder ontvangt, met inachtneming van dezelfde termijn,

een opgave van de te houden vergadering en van de aldaar te behandelen onderwerpen. Indien zijn aanwezigheid is vereist ontvangt hij een expliciete uitnodiging van de voorzitter hiertoe.

  • 3.

    Indien een lid van het college deel wil nemen aan de beraadslagingen geeft hij hiervan kennis aan de voorzitter. De voorzitter nodigt het lid van het college vervolgens uit.

  • 4.

    Het gestelde in het tweede lid is ook van toepassing op ambtenaren voor zover zij belang hebben bij kennis van de vergadering.

Artikel 12 Notulen

  • 1.

    De notulen van de vergadering worden vastgesteld door de voorzitter en door de ambtelijk secretaris verzonden aan de leden, de wijkwethouder en de voorzitter van de wijkraad.

  • 2.

    Overige belangstellenden kunnen ter vergadering aangeven of zij de notulen van de vergadering wensen te ontvangen.

  • 3.

    De notulen kunnen op het wijkbureau worden ingezien.

Artikel 13 Minimum deelname vergaderingen en stemeis

  • 1.

    Een raadscommissievergadering wordt niet gehouden als niet blijkens de presentielijst, behalve de voorzitter tenminste drie (plaatsvervangende) leden uit drie verschillende fracties aanwezig zijn. Wanneer tengevolge van de toepassing van deze bepaling een vergadering geen doorgang heeft gevonden, wordt binnen twee weken een nieuwe vergadering gehouden, ongeacht het aantal dan opgekomen (plaatsvervangende) leden. In deze vergadering worden uitsluitend onderwerpen behandeld die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

  • 2.

    Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de gewogen meerderheid vereist van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen.

Artikel 14 Aftreden leden

  • 1.

    Een lid van een raadscommissie kan tussentijds aftreden, van welk feit hij mededeling doet aan de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Een lid, dat benoemd wordt ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature, treedt aan op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is verkozen moest aftreden.

  • 3.

    Hetgeen in deze verordening is bepaald omtrent de leden van de raadscommissies is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de plaatsvervangende leden.

Artikel 15 Regeling van overige punten met betrekking tot werkwijze en vergaderorde

Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, worden de wijzen van werken van een raadscommissie en de orde der vergaderingen ingericht naar de regelen, voor overeenstemmende gevallen, gesteld in de Gemeentewet en in de Verordening op de raadscommissies 2002.

Afdeling II

SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 16 Inwerkingtreding verordening

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 16 mei 2002.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. A.A.H. Smits, loco-secretaris Mr. A.H. Brouwer-Korf
Bekendmaking is geschied op 29 mei 2002.
Deze verordening is in werking getreden op 6 juni 2002.