Regeling vervallen per 20-07-2016

Beleidsregels voor het medegebruik van busbanen en -stroken in de gemeente Utrecht

Geldend van 23-10-2003 t/m 19-07-2016

Intitulé

Beleidsregels voor het medegebruik van busbanen en -stroken in de gemeente Utrecht

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregels voor het medegebruik van busbanen en -stroken in de gemeente Utrecht

(besluit van burgemeester en wethouders van 30 september 2003)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, gelet op Artikelikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, waarin is aangegeven dat van de verboden in de Artikelikelen 62 (bord C1) en 81 van het RVV 1990 ontheffing verleend kan worden;

gelet op het delegatiebesluit d.d. 12 oktober 1995, waarbij de bevoegdheden die ingevolge de wegenverkeerswetgeving toekomen aan het bevoegd gezag als bedoeld in Artikelikel 18, eerste lid sub d WVW zijn overgedragen van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders;

gelet op Artikelikel 4:81 Awb, waarin de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels is geformuleerd;

overwegende dat het in sommige gevallen -wanneer de belangen van de aanvrager prevaleren boven de belangen van doorstroming en verkeersveiligheid op de busbaanmedegebruik van businfrastructuur toegestaan moet kunnen worden;

besluit vast te stellen de volgende:

BELEIDSREGELS voor het medegebruik van busbanen en -stroken in de gemeente Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen.

a.taxivervoer: als bedoeld in artikel 1, sub j jo sub h Wet

Personenvervoer 2000;

  • b.

    SDC-bedrijf: bedrijf als bedoeld in het Reglement Ontheffingen binnenstad;

  • c.

    nooddienst: voertuigen van ambulancedienst, politie en brandweer, welke als zodanig herkenbaar zijn aan verschijningsvorm, kleur of logo;

  • d.

    busbaan: als bedoeld in artikel 1, sub j RVV1990;

  • e.

    busstrook: als bedoeld in artikel 1, sub k RVV 1990;

  • f.

    aanvrager: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die ontheffing aanvraagt voor het berijden van een busbaan of -strook in Utrecht;

  • g.

    daklicht: lichtbak, op het dak aangebracht, met tenminste het woord ´taxi´ erop;

  • h.

    RVV: Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens.

Artikel 2 Algemeen

  • a.

    Van het verbod een busbaan of - strook binnen de gemeente Utrecht te berijden met andere voertuigen dan lijnbussen, danwel lijn- en autobussen, als bedoeld in artikel 1, sub a. en v. RVV wordt geen ontheffing verleend, tenzij de aanvrager behoort tot de categorieën als genoemd in de artikelen 3 t/m 6 en voldoet aan de daarbij gestelde eisen. Daarnaast kan in geval van bijzondere omstandigheden ontheffing worden verleend.

  • b.

    Te allen tijde kan het college busbanen of busstroken aanwijzen, die uitgezonderd zijn van de mogelijkheid tot verstrekken van de ontheffing. Deze worden opgenomen in de voorwaarden bij de verstrekte ontheffing.

Artikel 3 Taxivervoer

  • a.

    Aan de aanvrager die valt onder deze categorie wordt ontheffing verleend voor het berijden van busbanen en -stroken onder diensttijd. Bij het afhalen van de ontheffing dient het kentekenbewijs en Vergunningbewijs taxivervoer te worden overlegd.

  • b.

    De ontheffing wordt verleend op kenteken.

  • c.

    Uit oogpunt van handhaafbaarheid dient de taxi bij gebruikmaking van de ontheffing altijd voorzien te zijn van een daklicht.

Artikel 4 SDC

  • a.

    Aan de aanvrager die valt onder de categorie SDC-bedrijf , wordt ontheffing verleend voor het berijden van die busbanen en -stroken die liggen op de directe route van het SDC naar de binnenstad en in de binnenstad zelf.

  • b.

    De ontheffing wordt verleend op wisselend kenteken.

  • c.

    Uit oogpunt van handhaafbaarheid dient de aanvrager herkenbaar te zijn aan logo/ kleurstelling.

Artikel 5 Nooddiensten

Aan de nooddiensten wordt een algemene ontheffing verleend, voor het uitoefenen van hun taak, dringend of niet dringend.

Artikel 6 Onderhouds- en reparatieverkeer

  • a.

    Aan de gemeentelijke diensten die zorgdragen voor het onderhoud van en reparatie aan de busbanen en -stroken wordt een algemene ontheffing verleend voor de noodzakelijke werkzaamheden.

  • b.

    Wanneer derden de werkzaamheden als hierboven genoemd uitvoeren

(ingehuurd door de gemeente) wordt een ontheffingsaanvraag slechts in behandeling genomen wanneer deze is gedaan door de gemeentelijke dienst die de derde inhuurt.

  • c.

    Het voertuig dient herkenbaar te zijn aan het gemeentelogo.

  • d.

    De ontheffing aan derden wordt afgegeven op kenteken dan wel wisselend kenteken, afhankelijk van de aard en frequentie van de werkzaamheden.

  • e.

    Aan de ontheffing kunnen beperkingen worden gesteld ten aanzien van de geldigheid naar plaats en tijd.

Artikel 7 Toetsingscriteria

Wanneer een aanvrager, niet behorend tot de categorieën onder genoemd in de artikelen 3 t/m 6, bijzondere omstandigheden aanvoert ter ondersteuning van zijn aanvraag, worden deze tenminste getoetst aan de volgende criteria:

  • -

    er ontbreekt een adequaat alternatief, waardoor onevenredig nadeel ontstaat wanneer de busbaan niet gebruikt mag worden;

  • -

    de belangen van de aanvrager zijn niet in strijd met de belangen van doorstroming en verkeersveiligheid op en nabij de busbaan en

  • -

    wanneer ontheffing verleend wordt, ontstaat geen precedentwerking.

Artikel 8

  • a.

    Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden vanwege bescherming van de belangen op grond waarvan het verbod van kracht is.

  • b.

    Een ontheffing wordt verleend voor de duur van twee jaar. Uitzondering hierop vormen de ontheffingen als genoemd in artikel 5. Deze worden voor onbepaalde tijd verleend.

Artikel 9

Een ontheffing kan worden ingetrokken, gewijzigd of niet opnieuw verleend indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing;

  • c.

    een aan de ontheffing verbonden voorschrift of bepaling niet is of wordt nageleefd;

  • d.

    de ontheffinghouder dit verzoekt;

  • e.

    de ontheffinghouder overlijdt of ophoudt te bestaan.

Artikel 10 Wijze van aanvragen van ontheffing

Voor het aanvragen van een ontheffing als bedoeld in deze beleidsregels, wordt steeds gebruik gemaakt van het hiervoor vastgestelde aanvraagformulier.

Slotbepalingen

Artikel 11 Overgangsrecht

Ontheffingen die zijn afgegeven voor de inwerkingtreding van dit beleid blijven gelden tot een jaar na inwerkingtreding van deze beleidsregels, tenzij binnen dit jaar een ontheffing is afgegeven die de oude ontheffing vervangt. De voorschriften die aan de reeds verstrekte ontheffingen waren verbonden, blijven onverkort van toepassing.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag die volgt op die van publicatie.

Artikel 13 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als: Beleidsregels medegebruik busbanen in

Utrecht

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 30 september 2003.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2003.

Deze beleidsregels zijn in werking getreden op 23 oktober 2003.