Regeling vervallen per 01-01-2007

Beleidsregel inzake de toepassing van de wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken

Geldend van 15-02-2005 t/m 31-12-2006

Beleidsregel inzake de toepassing van de

wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken.

(b. en w.-besluit van 1 februari 2005)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

gelet op artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 7:15 Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat Besluit behorende bijlage,

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende:

BELEIDSREGEL vergoeding van kosten door een belanghebbende gemaakt in bestuurlijke voorprocedures.

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder een belastingbedrag:

  • a.

    het bedrag van een belastingaanslag tezamen met de bij de belastingaanslag opgelegde bestuurlijke boete, of

  • b.

    indien geen belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete, of

  • c.

    het bedrag van de belasting die op aangifte is voldaan. Onder een belastingaanslag wordt mede verstaan een bedrag als bedoeld in art. 233a, tweede lid, aanhef en onderdeel a, Gemeentewet.

Artikel 2

Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak aangemerkt als

  • a.

    zeer licht indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van minder dan EUR 450,00, of

    • 2.

      een waarde van minder dan EUR 45.000,00, of

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van minder dan EUR 450,00 dan wel met een waarde van minder dan EUR 45.000,00;

  • b.

    licht indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van EUR 450,00 of meer, maar minder dan EUR 900,00, of

    • 2.

      een waarde van EUR 45.000,00 of meer, maar minder dan EUR 90.000,00, of

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van EUR 450,00 of meer, maar minder dan EUR 900,00, dan wel met een waarde van EUR 45.000,00 of meer, maar minder dan EUR 90.000,00;

  • c.

    gemiddeld indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van EUR 900,00 of meer, maar minder dan EUR 6.750,00, of

    • 2.

      een waarde van EUR 90.000,00 of meer, maar minder dan EUR 675.000,00, of

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van EUR 900,00 of meer, maar minder dan EUR 6.750,00, dan wel met een waarde van EUR 90.000,00 of meer, maar minder dan EUR 675.000,00;

  • d.

    zwaar indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van EUR 6.750,00 of meer, maar minder dan EUR 22.500,00, of

    • 2.

      een waarde van EUR 675.000,00 of meer, maar minder dan EUR 2.250.000,00, of

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van EUR 6.750,00 of meer, maar minder dan EUR 22.500,00, dan wel met een waarde van EUR 675.000,00 of meer, maar minder dan EUR 2.250.000,00;

  • e.

    zeer zwaar indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van EUR 22.500,00 of meer, of

    • 2.

      een waarde van EUR 2.250.000,00 of meer, of

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van EUR 22.500,00 of meer, dan wel met een waarde EUR 2.250.000,00 of meer.

Artikel 3

  • 1.

    De Beleidsregel vergoeding kosten voorprocedures 2002, vastgesteld bij besluit van 25 maart 2003, wordt ingetrokken met ingang van inwerkingtreding van deze beleidsregel.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel toepassing wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken.

  • 3.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 15 februari 2005.

Aldus vastgesteld in vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 februari 2005.

De secretaris, De burgemeester.

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking heeft plaatsgevonden op 23 februari 2005.

Deze beleidsregel is in werking getreden op 15 februari 2005.