Regeling vervallen per 01-01-2014

Beleidsregel subsidieverstrekking bij raadplegende referenda 2005

Geldend van 28-04-2005 t/m 31-12-2013

Beleidsregel subsidieverstrekking bij raadplegende referenda 2005

(b. en w.-besluit van 15 april 2005)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

overwegende dat zij krachtens de Algemene Subsidieverordening 2002 bevoegd zijn tot het nemen van beschikkingen op subsidie-aanvragen;

dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende subsidieverstrekking ter ondersteuning van campagnes die worden gevoerd in het kader van raadplegende referenda;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene Subsidieverordening 2002;

B E S L U I T E N:

vast te stellen de volgende:

BELEIDSREGEL subsidieverstrekking bij raadplegende referenda 2005.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    raadplegend referendum: een raadplegend referendum als bedoeld in artikel 1 sub a van de Verordening Raadplegend Referendum van de gemeente Utrecht (Gemeenteblad van Utrecht 2001, nr. 27);

  • 2.

    subsidie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 3.

    verordening: de Algemene subsidieverordening 2002 (Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 13 en Gemeenteblad van Utrecht 2003 nr. 60).

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Ter financiële ondersteuning van standpuntuitdragende campagnes die worden gevoerd in het kader van raadplegende referenda kan een subsidie worden verstrekt aan:

    • a.

      rechtspersonen;

    • b.

      groepen van tenminste tien natuurlijke personen die in een gestructureerd verband met elkaar samenwerken teneinde een standpunt uit te dragen voorafgaand aan een raadplegend referendum.

  • 2. Subsidies die op basis van deze beleidsregel kunnen worden verstrekt worden in alle gevallen verleend op de grondslag van kostensoorten als bedoeld in artikel 3.2 van de Algemene Subsidieverordening en hebben in alle gevallen een incidenteel karakter.

Artikel 3 Limieten

  • 1. De subsidie kan alleen worden verstrekt ter bekostiging van materiële kosten die een aanvrager maakt ten behoeve van een campagne.

  • 2. Subsidie kan slechts worden verleend voor zover een budget beschikbaar is gesteld voor de ondersteuning van referendumcampagnes en voor zover dit budget toereikend is.

  • 3. Per aanvrager kan per referendum ten hoogste EUR 2.500,00 subsidie worden verstrekt.

  • 4. Subsidie wordt alléén verleend voor activiteiten die vòòr of op de datum van het referendum plaatsvinden.

Artikel 4 Uitsluitingen

  • 1. Geen subsidie kan worden verstrekt aan politieke groeperingen die zijn geregistreerd bij het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, provinciale staten en de Tweede Kamer, als bedoeld in de Kieswet.

  • 2. Indien een aanvraag van een groepering bestaande uit natuurlijke personen mede is ondertekend door personen die bij de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen waren geplaatst op een kandidatenlijst als bedoeld in artikel H1 van de Kieswet, blijven deze handtekeningen buiten beschouwing bij de bepaling van het vereiste aantal handtekeningen als bedoeld in artikel 2, eerste lid sub b van deze beleidsregel.

  • 3. Geen subsidie kan worden verleend ten behoeve van activiteiten die (mede) met een winstoogmerk worden ondernomen en/of die worden georganiseerd door aanvragers die beogen geldelijke winst te behalen.

  • 4. Geen subsidie wordt verleend voor een activiteit die reeds heeft plaatsgevonden voordat over een subsidieaanvraag is beslist.

Artikel 5 Aanvraagtermijnen

  • 1. Indien de raad besluit een raadplegend referendum te houden en voor de financiële ondersteuning van referendumcampages middelen beschikbaar stelt, wordt zo spoedig mogelijk daarna gedurende een periode van drie weken de mogelijkheid opengesteld tot het indienen van subsidie-aanvragen.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt bekend gemaakt in een of meer in de gemeente Utrecht verschijnende dag- of nieuwsbladen. Daarbij wordt aangegeven gedurende welke periode aanvragen kunnen worden ingediend.

  • 3. Binnen drie weken na het verstrijken van de termijn/de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid wordt een beschikking genomen op de ingediende subsidie-aanvragen.

  • 4. Het budget kan in meerdere tranches beschikbaar gesteld worden en er kunnen meerdere aanvraagperioden opengesteld worden. Indien meer dan één aanvraagtermijn wordt opengesteld, wordt per termijn een maximaal ter beschikking te stellen bedrag vastgesteld.

  • 5. Wanneer het voor een termijn beschikbare bedrag niet wordt aangewend, blijft dit beschikbaar voor een volgende termijn.

Artikel 6 Subsidie-aanvragen

Aanvragen worden gedaan met gebruikmaking van een van gemeentewege beschikbaar gesteld aanvraagformulier en dient een opgave te bevatten van de volgende gegevens:

  • 1.

    indien het een groepering van natuurlijke personen betreft: de namen, voorletters, adressen, woonplaatsen, geboortedata en handtekeningen van tenminste tien aanvragers die deelnemen aan de activiteiten van de groep;

  • 2.

    indien het een rechtspersoon betreft: de rechtsvorm, de statutaire naam, vestigingsadres en handtekeningen van degene(n) die bevoegd zijn de rechtspersoon te vertegenwoordigen.

Artikel 7 Mandatering beschikkingsbevoegdheid

De bevoegdheid tot het nemen van beschikkingen op subsidie-aanvragen wordt, gebaseerd op artikel 168 van de Gemeentewet, gemandateerd aan:

  • 1.

    het lid van ons college dat in het bijzonder is belast met de behartiging van de bestuurlijke vernieuwing en

  • 2.

    het lid c.q. de leden van ons college dat/die in het bijzonder is/zijn belast met de behartiging van de belangen die betrekking hebben op het beleidsveld waartoe het onderwerp van het referendum behoort.

De gemandateerde bevoegdheid wordt door de in het eerste lid bedoelde leden van het college van burgemeester en wethouders gezamenlijk uitgeoefend.

Artikel 8 Verdeelcriteria

  • 1. Bij de beschikking op subsidie-aanvragen worden de volgende criteria in acht genomen:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd levert een bijdrage aan de campagne over het onderwerp waarop het referendum betrekking heeft;

    • b.

      uit de aanvraag spreekt betrokkenheid van de aanvragers bij het onderwerp van het referendum;

    • c.

      de activiteit is voor het publiek toegankelijk en/of de uitingen zijn openbaar;

    • d.

      de aanvrager maakt de geplande activiteit bij het publiek bekend;

    • e.

      het geheel van te verlenen subsidies is gespreid over aanvragers, en soort en inhoud van de verschillende activiteiten.

  • 2. Wanneer er meer subsidie wordt aangevraagd dan beschikbaar is, wordt het advies ingewonnen van de referendumcommissie en wordt tevens in de overweging meegenomen de hoeveelheid subsidie die de aanvrager vanwege andere activiteiten van de gemeente ontvangt en de mogelijkheden die de aanvrager heeft om de activiteit zelf te financieren.

Artikel 9 Uitbetaling subsidies

Indien een aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt gehonoreerd, wordt zo spoedig mogelijk 80% van het subsidiebedrag bij wijze van voorschot aan de belanghebbende ter beschikking gesteld.

Artikel 10 Slotbepaling

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag die volgt op die van haar publicatie.

  • 2.

    Met ingang van hetzelfde tijdstip wordt ingetrokkken de Beleidsregel subsidieverstrekking bij raadplegende referenda vastgesteld op 6 november 2001.

Utrecht, 15 april 2005.

Burgemeester en wethouders van Utrecht,

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking heeft plaatsgevonden op 27 april 2005.

Deze beleidsregel treedt in werking op 28 april 2005.