Regeling vervallen per 14-08-2008

Algemene bepalingen met betrekking tot de mandaatregeling brandweer gemeente Utrecht 2005

Geldend van 02-06-2005 t/m 13-08-2008

Intitulé

Algemene bepalingen met betrekking tot de mandaatregeling brandweer gemeente Utrecht 2005

Algemene bepalingen met betrekking tot de mandaatregeling brandweer gemeente Utrecht 2005

(besluit van 17 mei 2005)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

besluiten vast te stellen de volgende

Algemene bepalingen met betrekking tot de mandaatregeling brandweer gemeente Utrecht 2005

Artikel 1

Van het mandaat mag uitsluitend gebruik worden gemaakt wanneer de uitoefening van de bevoegdheid geschiedt overeenkomstig ter zake geldende regelgeving en / of vastgesteld gemeentelijk beleid.

Artikel 2

Van het mandaat mag geen gebruik worden gemaakt wanneer:

  • a.

    bij betrokkenheid van meerdere diensten één van de diensten over het te nemen besluit een afwijkend of negatief advies heeft uitgebracht;

  • b.

    sprake is of kan zijn van persoonlijke betrokkenheid van de mandaathouder / mandataris.

Artikel 3

De verlening van het mandaat geschiedt in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van besluiten in positieve zin wordt hieronder mede verstaan:

  • a.

    het stellen van nadere voorwaarden;

  • b.

    alle werkzaamheden ter voorbereiding van de te nemen besluiten;

  • c.

    het uitreiken van bewijs van ontvangst aanvragen en dergelijke;

  • d.

    verdagen en/of uitstellen;

  • e.

    verzoeken om aanvullende informatie;

  • f.

    het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;

  • g.

    het toekennen van bedragen in termijnen;

  • h.

    het toekennen van voorschotten;

  • i.

    het uitvoeren van selectie;

  • j.

    het uitvoeren van gunning;

  • k.

    het bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

  • l.

    het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

  • m.

    de bevoegdheid tot bewaking van uitvoering van de rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden;

  • n.

    alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.

Artikel 4

  • 1. Ondermandaat is niet toegestaan, tenzij dit uitdrukkelijk is bepaald.

  • 2. Het verlenen van ondermandaat dient te geschieden bij schriftelijk besluit door de oorspronkelijke mandaathouder/mandataris.

Artikel 5

De gemandateerde bevoegdheden zoals vermeld in deze mandaatregeling komen toe aan de mandaathouder / mandataris dan wel aan diens bevoegd aangewezen plaatsvervanger.

Artikel 6

  • 1. Elk in mandaat te nemen besluit of te verrichten rechtshandeling dient schriftelijk te worden vastgelegd, als zodanig te worden geregistreerd, te worden geparafeerd door de opsteller en te worden ondertekend door de mandaathouder/mandataris.

  • 2. Elk in mandaat te nemen besluit of te verrichten rechtshandeling dient vooraf beoordeeld en geaccordeerd te worden door het betrokken afdelingshoofd -of door een door het afdelingshoofd aangewezen medewerker-, welke medebeoordeling moet blijken uit een paraaf op de schriftelijke registratie van de beslissing.

  • 3. In het geval dat een ondermandaathouder/ondermandataris direct betrokken is geweest bij de voorbereiding, eventuele onderhandelingen en de totstandkoming van het te nemen besluit, dient het te nemen besluit besluit of de te verrichte rechtshandeling vooraf beoordeeld en geaccordeerd te worden door een tweede functionaris, niet zijnde een aan de ondermandaathouder / ondermandataris direct ondergeschikte, welke medebeoordeling moet blijken uit een paraaf op de schriftelijke registratie van de beslissing.

Artikel 7

  • 1.

    In het krachtens mandaat te nemen besluit wordt verwezen naar deze mandaatregeling (onder vermelding van de datum waarop de mandaatregeling door het college is vastgesteld alsmede het Brandweer-kenmerk).

  • 2.

    Daar waar door het college een bevoegdheid is verleend tot het nemen van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt tevens de bevoegdheid tot ondertekening verleend, voor zover dat wettelijk niet is uitgesloten.

  • 3.

    De als gevolg van de uitoefening van het mandaat uitgaande stukken worden als volgt ondertekend

Burgemeester en wethouders van Utrecht,

namens dezen,

met daaronder de vermelding van de functie en de naam van de mandaathouder/mandataris.

Ondertekening geschiedt door het plaatsen van een handtekening en niet door het plaatsen van een paraaf of een handtekeningstempel.

Artikel 8

De commandant van de Brandweer Gemeente Utrecht draagt er zorg voor dat burgemeester en wethouders periodiek worden geïnformeerd omtrent het gebruik van de door hen verleende mandaten.

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 17 mei 2005

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking heeft plaatsgevonden op 1 juni 2005.

Dit mandaat is in werking getreden op 2 juni 2005.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2005, NR. 58

Overzicht van de bevoegdheden, die het college van burgemeester en wethouders mandateren aan de commandant van de Brandweer Gemeente Utrecht.

Omschrijving bevoegdheden

Met inachtneming van de gestelde voorwaarden mandaat aan

Ondermandaat al dan niet toegestaan

Het entameren van rechtsgedingen ter nakoming, handhaving en uitvoering van ondermeer overeenkomsten, waartoe het college heeft besloten inclusief nevenvorderingen

Commandant

neen

Het voeren van rechtsgedingen ter nakoming, handhaving en uitvoering van ondermeer overeenkomsten, waartoe het college heeft besloten inclusief nevenvorderingen

Commandant

neen

Het instellen van alle rechtsmiddelen in alle instanties, zowel eisend als verwerend alsmede de ten uitvoerlegging van vonnissen/ beschikkingen

Commandant

neen

Het verrichten van alle proceshandelingen

Commandant

ja

Het besluiten tot het doen van aangiftes

Commandant

ja

Bevoegdheid tot het voeren van en het nemen van beslissingen ter voorbereiding, voorkoming of beëindiging van strafrechtelijke procedures

Commandant

neen

Het instellen van alle rechtsmiddelen in alle instanties, zowel eisend als verwerend alsmede de ten uitvoerlegging van vonnissen / beschikkingen

Commandant

ja

Bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en aanverwante regelingen, voorzover het aangelegenheden betreft die passen binnen het taakveld van de brandweer

Commandant

neen

Bevoegdheid tot het afhandelen van klachten tegen het functioneren van de brandweer en haar medewerkers

Commandant

ja