Regeling vervallen per 31-12-2012

Beleidsregel subsidieverstrekking stedelijke bewonersondersteuning

Geldend van 01-01-2003 t/m 30-12-2012

Intitulé

Beleidsregel subsidieverstrekking stedelijke bewonersondersteuning

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregel subsidieverstrekking stedelijk bewonersondersteuning.

(collegebesluit van 17 december 2002)

Burgemeester en wethouders van Utrecht;

overwegende dat zij krachtens de Algemene subsidieverordening 2002

bevoegd zijn tot de verstrekking van subsidies;

dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies ter ondersteuning van stedelijke bewonersorganisaties en ten behoeve van stedelijke bewonersondersteuning;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene subsidieverordening 2002;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende

BELEIDSREGEL subsidieverstrekking stedelijke bewonersondersteuning

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Stedelijke bewonersorganisatie: een groep bestaande uit vertegenwoordigers van op stedelijk niveau georganiseerde belangenbehartigingsorganisaties van bewoners van de stad Utrecht.

  • b.

    Stedelijke bewonersondersteuning: de professionele ondersteuning ten behoeve van de stedelijke bewonersorganisatie.

  • c.

    Subsidieplafond: het totale bedrag dat per jaar beschikbaar is voor ondersteu- ning van stedelijke bewonersorganisaties en ten behoeve van stedelijke bewonersondersteuning.

Toelichting

Dit artikel dient ter toelichting en om interpretatieverschillen te voorkomen met betrekking tot begrippen die in deze beleidsregel voorkomen.

Artikel 2 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is:

a.stedelijke bewonersorganisaties in staat te stellen activiteiten uit te

(laten) voeren op stedelijk niveau in het kader van de belangenbehartiging van haar achterban op het gebied van wonen, herstructurering en leefbaarheid,

b.ondersteuning op stedelijk niveau aan te bieden aan bewonersorganisaties in de stad Utrecht.

Toelichting

De subsidie is uitsluitend bedoeld voor het (laten) uitvoeren van activiteiten op stedelijk niveau. Met dit artikel wordt subsidiëring ten laste van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing van (de ondersteuning van) activi teiten op wijk-, buurt-, woningcomplex- of individueel niveau uitgesloten.

Artikel 3 Doelgroep

Op de subsidie ten behoeve van stedelijke bewonersondersteuning kan een beroep gedaan worden door:

  • a.

    stedelijke bewonersorganisaties met rechtspersoonlijkheid,

  • b.

    overige rechtspersonen die zich richten op de ondersteuning van (stedelijke) bewonersorganisaties ten behoeve van activiteiten op stedelijk niveau.

Toelichting

Bewonersorganisaties met rechtspersoonlijkheid of rechtspersonen voor bewonersondersteuning die zich richten op wijk-, buurt-, corporatie-, woning- complex- of individueel niveau, komen niet voor deze subsidie in aanmerking.

Artikel 4 Subsidietermijn en -grondslag

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor de periode van een jaar.

  • 2.

    De subsidie wordt verstrekt op grond van een door het college goedgekeurd activiteitenplan of werkplan met gekwantificeerde prestatie-eenheden.

  • 3.

    Wanneer de subsidie wordt aangevraagd door een rechtspersoon die zich richt op de ondersteuning van (stedelijke) bewonersorganisaties kan het college besluiten subsidie te verstrekken op grond van een werkplan met gekwantificeerde prestatie-eenheden.

Toelichting

Ten behoeve van subsidie aan een stedelijke bewonersorganisatie of organi satie die de stedelijke bewonersondersteuning uitvoert wil de gemeente jaarl lijks als basis een activiteitenplan of gekwantificeerde prestatie-eenheden vaststellen.

Artikel 5 Vaststelling en reservering van het budget

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5 van de Algemene subsidieverordening 2002 wordt op grond van artikel 2.4 van de Algemene subsidieverorde- ning in samenhang met de beleidsregel Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing jaarlijks het subsidieplafond per deelbudget vastgesteld inzake stedelijke bewonersondersteuning.

Toelichting

In dit artikel wordt het budget aangeduid dat voor de verstrekking van subsi dies beschikbaar is. De beschikbaarstelling van middelen gebeurt door mid- del van de vaststelling van de gemeentebegroting. Dit is echter een bevoegd- heid van de raad. Derhalve is het begrotingsvoorbehoud dat in artikel 2.5

van de Algemene subsidieverordening 2002 is opgenomen van toepassing.

Artikel 6 Wijze van aanvragen en beschikking

  • 1.

    De subsidieaanvraag moet schriftelijk worden ingediend en gericht aan het college van burgemeester en wethouders, Dienst Stadsontwikkeling, afdeling Wonen, Postbus 8406, 3503 RK, Utrecht.

  • 2.

    De subsidieaanvraag moet voldoen aan het gestelde in artikel 5.3 van de Algemene subsidieverordening 2002.

  • 3.

    Het activiteitenplan of werkplan met gekwantificeerde prestatie-eenheden behorende bij de subsidieaanvraag moet uiterlijk 1 juli in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft zijn ingediend bij de gemeente.

  • 4.

    Desgewenst wordt over het activiteitenplan of werkplan met gekwantificeerde prestatie-eenheden tussen gemeente en aanvrager nader overleg gevoerd.

  • 5.

    Het college bepaalt jaarlijks op basis van het ingediende activiteitenplan of werkplan met gekwantificeerde prestatie-eenheden welke activitei- ten/prestaties zij subsidiabel acht. In de beschikking tot subsidieverlening bepaalt het college welke activiteiten tenminste moeten worden gerealiseerd c.q. de prestatie-eenheden die voor subsidiëring in aanmer- king komen alsmede het bedrag van de subsidie per prestatie-eenheid.

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

Kosten die in elk geval niet voor subsidie in aanmerking komen zijn:

  • -

    kosten, waarvoor op andere grondslagsubsidie verleend is of kan worden en

  • -

    kosten van rechtsbijstand.

Artikel 8 Rapportage

  • 1.

    De subsidieontvanger legt vóór 1 juli van het jaar volgend op verkrijging van de subsidie een (jaar)verslag aan het college voor, waarin verant- woording wordt afgelegd over de besteding van de subsidie, de verrichte activiteiten of gerealiseerde gekwantificeerde prestatie-eenheden alsmede de gevolgde werkwijze.

  • 2.

    In artikel 5.8 van de Algemene subsidieverordening is bepaald waaraan een jaarverslag dient te voldoen.

  • 3.

    Ingeval de subsidieontvanger meer bronnen van inkomsten heeft gehad, moet uit het jaarverslag blijken welke activiteiten of prestatie-eenheden zijn gefinancierd uit de subsidie op basis van deze beleidsregel.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel stedelijke bewonersondersteuning.

  • 2.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2003. Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeesters en wethouders van Utrecht, gehouden op 17 december 2002.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking is geschied op 2 januari 2003.

Deze beleidsregel is in werking getreden op 1 januari 2003.