Regeling vervallen per 01-01-2006

Beleidsregel subsidieverstrekking stimulering toerisme

Geldend van 06-02-2003 t/m 31-12-2005

Intitulé

Beleidsregel subsidieverstrekking stimulering toerisme

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregelsubsidieverstrekkingstimuleringtoerisme.

(besluit b. en w. d.d. 14 januari 2003)

Burgemeester en wethouders van Utrecht;

Overwegende dat zij krachtens de Algemene subsidieverordening 2002

bevoegd zijn tot de verstrekking van subsidies;

dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies met betrekking tot initiatieven gericht op stimulering van toerisme in de gemeente Utrecht.

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene subsidieverordening 2002;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende

BELEIDSREGEL subsidieverstrekking stimulering toerisme

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • -

    Subsidieplafond: het totale bedrag dat per jaar beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies op basis van deze beleidsregel.

  • -

    Werkplan: het bij subsidieaanvraag te overleggen document, waarin beschreven is welke activiteiten de subsidieaan-

vrager voornemens is met behulp van de te verstrekken subsidie te gaan uitvoeren, hoe de uitvoering van deze activiteiten vorm krijgt, en welke doelen er met de uitvoering van deze activiteiten nagestreefd worden.

  • -

    Verslag van verrichtte activiteiten: het bij subsidievaststelling te overleggen document, waarin beschreven is hoe de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd verlopen zijn en in welke mate de doelstellingen die met het uitvoeren van de activiteiten beoogd waren, behaald zijn. Uit het verslag van verrichte activiteiten moet blijken of aan de subsidievoorwaarden voldaan is.

  • -

    Begroting: een begroting voor het te realiseren werkplan, waarin per activiteitensoort de baten en lasten zijn opgenomen.

  • -

    Definitieve financiële verantwoording: het bij subsidievaststelling te overleggen document, waarin financiële verantwoording wordt afgelegd ten aanzien van de besteding van de subsidie c.q. de werkelijk gemaakte kosten.

Artikel 2 Doel van de subsidie

Het doel van subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is het stimuleren van initiatieven die bijdragen aan de verwezenlijking van het toeristisch beleid van de gemeente Utrecht. In artikel 9 is een lijst met concrete beleidsdoeleinden opgenomen waaraan in subsidieaanvragen voorgestelde projecten dienen bij te dragen.

Artikel 3 Doelgroep

Op de subsidie ten behoeve van stimulering van toerisme in de gemeente Utrecht kan uitsluitend een beroep gedaan worden door rechtspersonen zonder winstoogmerk, die een initiatief willen ontplooien dat bijdraagt aan de verwezenlijking van het toeristisch beleid van de gemeente Utrecht.

Artikel 4 Subsidietermijn en -grondslag

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor een project.

  • 2.

    De subsidie wordt verstrekt op basis van door het college vastgestelde kosten.

Artikel 5 Vaststelling en reservering van het budget

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5 van de Algemene subsidieverordening 2002 wordt op grond van artikel 2.4 van de Algemene subsidieverordening jaarlijks het subsidieplafond vastgesteld inzake stimulering toerisme.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het jaarlijks vastgestelde subsidieplafond geldt als limiet voor het verstrekken van subsidie. Behalve de eis dat het honoreren van een subsidieaanvraag niet mag leiden tot het overschrijden van het subsidieplafond, geldt er geen maximum bedrag per subsidieaanvraag.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, gelet op de te verwachte bijdrage die een subsidieaanvraag levert aan de in artikel 9 beschreven beleidsdoelen, besluiten slechts een deel van het in de aanvraag genoemde subsidiebedrag te beschikken.

Artikel 7 Indienen van aanvragen

  • 1.

    De subsidieaanvraag dient schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht.

  • 2.

    In afwijking van de termijn bepaald in artikel 5.2, tweede lid van de Algemene subsidieverordening 2002, dient een subsidieaanvraag tenminste tien weken voordat het project, waarvoor subsidie wordt aangevraagd aanvangt, te zijn ingediend.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 5.6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening 2002 vindt besluitvorming over verstrekking van subsidies twee maal per jaar plaats, te weten in mei en in november. Subsidieaanvragen die van 1 september tot 1 maart zijn ingediend worden beschikt in mei. Subsidieaanvragen die van 1 maart tot 1 september zijn ingediend worden beschikt in november.

  • 4.

    Bij indiening van de subsidieaanvraag dient een werkplan zoals omschreven in artikel 1 en een begroting voor het project te worden geleverd.

  • 5.

    De subsidieaanvraag zal worden getoetst op ontvankelijkheid.

  • 6.

    De ontvangst van de subsidieaanvraag wordt per brief bevestigd.

Artikel 8 Beschikken van aanvragen en verstrekken van voorschotten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien zij dit nodig achten voor de beoordeling van een subsidieaanvraag, nadere informatie eisen van de subsidieaanvrager.

  • 2.

    Op basis van de toetsingsgronden zoals verwoord in artikel 9, bepalen burgemeester en wethouders of een subsidieaanvraag gehonoreerd wordt. Een vertegenwoordiging van in de gemeente Utrecht gevestigde hoteliers heeft daarbij een adviserende rol.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in de beschikking tot subsidieverlening aanvullende voorwaarden stellen waaraan voldaan moet worden voor vaststelling van de subsidie.

  • 4.

    Op subsidieaanvragen die gehonoreerd worden wordt zo spoedig mogelijk na besluitvorming een voorschot, groot 90% van het beschikte subsidiebedrag, uitgekeerd.

Artikel 9 Toetsingsgronden

1.Subsidieaanvragen worden getoetst op de mate waarin ze bijdragen aan de uitvoering van het toeristisch beleid, onder andere verwoord in de nota "Zet 'm op toerisme Meerjarenprogramma Toerisme 2000 -

2004". Binnen het toeristisch beleid ligt de nadruk op toeristische stadspromotie/collectieve marketing, toeristische informatievoorziening, en uitvoering van het taakstellend actieprogramma behorend bij de nota

"Zet 'm op toerisme Meerjarenprogramma Toerisme 2000 2004".

Bij subsidieaanvragen voor projecten gericht op toeristische stadspromotie/collectieve marketing gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    Promotionele projecten dienen direct of indirect positieve effecten ten behoeve van verblijfstoerisme te hebben;

  • -

    Promotionele projecten dienen positief bij te dragen tot het algemene en eenduidige imago van Utrecht en nauw aan te sluiten bij de Unique Selling Points zoals omschreven in de nota "Zet 'm op toerisme" en bij de positionering van de stad op de toeristische markt;

  • -

    Promotionele uitingen dienen zoveel mogelijk te passen bij het (te ontwikkelen) merk Utrecht;

  • -

    Promotionele projecten die er in slagen ook meerdere geledingen of bedrijfstakken binnen Utrecht op positieve wijze te betrekken dienen voorrang te krijgen: collectieve marketing;

  • -

    De uitvoering van de projecten dient zoveel als mogelijk en wenselijk geclusterd te worden bij (de te fuseren) VVV en UBT om versnippering van budgetten te voorkomen en out of pocket kosten richting niet Utrecht-gebonden partijen te minimaliseren.

Bij subsidieaanvragen voor projecten gericht op toeristische informatievoorziening geldt als uitgangspunt dat zij bij dienen te dragen aan het actief benaderen en informeren van potentiële bezoekers in binnenen buitenland met doelgerichte informatie. Hierbij geldt dat niet de massatoerist aangesproken dient te worden, maar de zogenaamde kwaliteitstoerist die wat rustiger van aard is en beter past bij de mogelijkheden en het toeristisch aanbod van Utrecht.

Bij subsidieaanvragen voor projecten gericht op uitvoering van (onderdelen van) het taakstellend actieprogramma behorend bij de nota "Zet 'm op toerisme Meerjarenprogramma Toerisme 2000 2004", geldt dat de uitvoering van het project moet plaats vinden vóór 2005.

  • 2.

    Projecten waarvoor subsidie wordt aangevraagd dienen daarnaast te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • -

      Een financiële bijdrage van de gemeente moet noodzakelijk zijn om het voorgestelde project uit te kunnen voeren;

    • -

      Het project dient een bovenregionale uitstraling te hebben;

    • -

      Het project dient een laagdrempelig karakter te hebben, wat betekent dat de activiteiten uit het project gemakkelijk toegankelijk dienen te zijn voor geïnteresseerd publiek;

    • -

      Het project dient niet strijdig te zijn met het gemeentelijk beleid;

    • -

      Het project dient met name de kwaliteitstoerist (als tegenhanger van de massatoerist, dus meer solitair en per definitie wat rustiger van aard) aan te spreken. De kwaliteitstoerist baseert zijn keuze voor Utrecht op de culturele, historische en andere bijzondere kwaliteiten van de stad;

    • -

      Het project draagt bij aan de beleidsdoelstelling van spreiding van de bezoekers in tijd en ruimte;

    • -

      Het project dient actief in te springen op vernieuwingen, trends en actualiteit op toeristisch gebied.

Artikel 10 Vaststelling en intrekking van subsidie

  • 1.

    Een schriftelijk verzoek tot vaststelling van de subsidie dient overeenkomstig artikel 5.7 van de Algemene subsidieverordening 2002 uiterlijk drie maanden na beëindiging van het project waarvoor subsidie is aangevraagd ingediend te worden bij burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht.

  • 2.

    Bij het schriftelijk verzoek tot vaststelling dient een verslag van verrichte activiteiten zoals omschreven in artikel 1 en een definitieve financiële verantwoording waaruit blijkt dat de subsidie noodzakelijk was om het project te kunnen uitvoeren, te worden ingediend.

  • 3.

    Bij een verzoek tot vaststelling van een subsidie van EUR 50.000,00 of meer dient een op kosten van de subsidieaanvrager opgestelde registeraccountantsverklaring gevoegd te zijn.

  • 4.

    Bij een verzoek tot vaststelling van een subsidie van EUR 100.000,00 of meer dient, naast het in het derde lid bepaalde, een gemeentelijk accountantsonderzoek zoals beschreven in artikel 5.9 van de Algemene subsidieverordening 2002 uitgevoerd te worden, voor rekening van de gemeente Utrecht.

  • 5.

    Bij een verzoek tot vaststelling van de subsidie zal getoetst worden of:

    • -

      het project is uitgevoerd conform het goedgekeurde werkplan;

    • -

      het project is uitgevoerd conform de goedgekeurde begroting;

    • -

      de subsidie noodzakelijk was om het project te kunnen uitvoeren;

    • -

      is voldaan aan de in deze beleidsregel opgenomen bepalingen en voorwaarden en eventuele aanvullende voorwaarden opgenomen in de beschikking.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders hebben het recht de subsidie (ten dele) in te trekken en het reeds uitgekeerde voorschot (ten dele) terug te vorderen indien aan het bepaalde in het vijfde lid van dit artikel niet is voldaan.

  • 7.

    De subsidieaanvrager verbindt zich de als voorschot ontvangen steun terstond als onverschuldigd betaald te restitueren indien burgemeester en wethouders zulks op grond van het zesde lid van dit artikel besluiten.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel subsidieverstrekking stimulering toerisme.

  • 2.

    De beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag die volgt op bekendmaking.

  • 3.

    Subsidieaanvragen die zijn ingediend per 1 januari 2003 zullen worden beschikt op basis deze beleidsregel.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, gehouden op 14 januari 2003.

De secretaris, De burgemeester,

Dr. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking is geschied op 5 februari 2003.

Deze beleidsregel is in werking getreden op 6 februari 2003.