Regeling vervallen per 20-09-2013

Mandaat- en machtingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en Experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West

Geldend van 29-09-2011 t/m 19-09-2013

Intitulé

Mandaat- en machtingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en Experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 13 april 2010, nr. 2010INT258633 houdende verlening van mandaat en machtiging aan nader aan te duiden medewerkers van de Dienst Regelingen.

GEDEPUTEERDE STATEN VAN PROVINCIE UTRECHT, hierna te noemen: Gedeputeerde Staten;

Overwegende dat het Subsidiestelsel van Programma Beheer en het Subsidiestelsel voor natuur- en landschapsbeheer, bestaande uit de subsidieregelingen hierna genoemd in artikel 2, en het Experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West worden uitgevoerd door de Dienst Regelingen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna te noemen: de Dienst Regelingen);

Gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

De Algemeen directeur van de Dienst Regelingen heeft in het kader van de totstandkoming en voorbereiding van de uiterlijk media mei 2010 vast te stellen prestatieovereenkomst ingestemd met het mandaat ex. 10:4 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht en voor het Experiment Groenblauwe Diensten ihebben DR en provincie de opdracht dd. 28 januari 2009 overeengekomen.

Paragraaf 1. Algemeen

 Artikel 1

  • 1 De Algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de  unitmanagers van de Dienst Regelingen en de manager en plaatsvervangend manager Recht en Rechtsbescherming zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de beantwoording van aan Gedeputeerde Staten gerichte individuele brieven en mondelinge verzoeken, die betrekking hebben op de in artikel 2 onderdelen a. tot en met g. genoemde regelingen, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van de geldende wet- en regelgeving c.q. van het vigerende beleid, althans niet van zodanige beleidsmatige, politieke of financiële betekenis is, of anderszins vanwege zijn aard of inhoud zodanig is, dat deze door Gedeputeerde Staten dienen te worden afgedaan.

  • 2 De Algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager en de plaatsvervangend manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a.

      besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover die betrekking hebben op de in artikel 2 onderdelen a. tot en met g. genoemde regelingen;

    • b.

      besluiten op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 30, derde lid, 35, 36 en 38, tweede lid, 40 of 41 van die Wet, voor zover die betrekking hebben op de in artikel 2 onderdelen a. tot en met g. genoemde regelingen.

  • 3 De Algemeen directeur van de Dienst Regelingen is gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afhandeling van klachten en klaagschriften, als bedoeld in hoofdstuk 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover die betrekking hebben op de in artikel 2 onderdelen a. tot en met g. genoemde regelingen en de antwoorden zich beperken tot een beschrijving van de geldende wet- en regelgeving c.q. van het vigerende beleid, althans deze klachten of klaagschriften niet van zodanige beleidsmatige, politieke of financiële betekenis zijn, of anderszins vanwege hun aard of inhoud zodanig zijn, dat deze door Gedeputeerde Staten dienen te worden afgedaan.

Paragraaf 2. Primaire besluiten

Artikel 2

De teammanagers uitvoering van de Dienst Regelingen zijn gemandateerd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a.

    beschikkingen inzake de Subsidieregeling natuurbeheer van de minister van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit;

  • b.

    beschikkingen inzake de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer van de minister van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit;

  • c.

    beschikkingen inzake de Subsidieregeling natuurbeheer provincie Utrecht;

  • d.

    beschikkingen inzake de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer provincie Utrecht;

  • e.

    beschikkingen inzake de Subsidieverordening natuur- & landschapsbeheer provincie Utrecht, m.u.v.

    • beschikkingen tot verlening, vaststelling en intrekking of wijziging van een subsidie als bedoeld in de artikelen 6.1 en 8.2.1;

    • beschikkingen tot het verstrekken, intrekken of wijzigen van een voorschot als bedoeld in de artikelen 6.8 en 8.2.8;

    • aanvragen als bedoeld in de artikelen 7.9, 8.1.1 en 9.1;

    • beschikkingen als bedoeld in de artikelen 8.1.5 en 8.1.6, eerste lid, onderdelen b en c.

  • f.

    beschikkingen inzake de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur & landschap van de provincie Utrecht;

  • g.

    beschikkingen inzake het Experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West, die worden afgegeven op basis van de door Gedeputeerde Staten van Utrecht op 11 november 2008 vastgestelde subsidiabele groenblauwe diensten, zoals verwoord in het stuk ‘Diensten te leveren in het experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West’, waarvoor de juridische basis binnenkort zal worden vastgelegd in het herziene Subsidiekader als bedoeld in artikel 2 van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied provincie Utrecht 2006;

  • h.

    beschikkingen tot afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning van bedragen tot ten hoogste € 5.000, verband houdende met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met f. van dit artikel;

  • i.

    beschikkingen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen en de terugvordering van dergelijke dwangsommen bij onverschuldigde betaling, verband houdende met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met f. van dit artikel;

  • j.

    beschikkingen op basis van de afdelingen 4.4.1., 4.4.2. en 4.4.4 en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van dit artikel.

De teammanagers Uitvoering van de Dienst Regelingen, de teammanager CCB Uitvoering daaronder begrepen, zijn gemandateerd om namens Gedeputeerde Staten te beschikken en stukken te ondertekenen betreffende de kortingen en uitsluitingen die verband houden met de uitvoering van de regelingen in de onderdelen a. tot en met g. van dit artikel, alsmede met de rechtstreekse toepassing van de Verordeningen van het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid.

Paragraaf 3. Bezwaar en beroep

Artikel 3

De Algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager en plaatsvervangend manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen, de unitmanagers en de teammanagers Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen, zijn gemandateerd en gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a.

    beschikkingen op bezwaarschriften tegen besluiten van artikel 2 en daarmee samenhangende beslissingen tot verdaging van beslissingen;

  • b.

    het horen in het openbaar, bedoeld in artikel 7:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    beslissingen op verzoeken tot heroverweging van beschikkingen van op bezwaarschriften ad a. van dit artikel genomen beslissingen;

  • d.

    beschikkingen tot de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 5.000, voor zover verzoeken hiertoe hangende de bezwaarprocedure worden gedaan en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van artikel 2;

  • e.

    beschikkingen op verzoeken tot vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure, voor zover de verzoeken hiertoe hangende de bezwaarprocedure worden gedaan en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van artikel 2;

  • f.

    beschikkingen die tijdens de bezwaarprocedure worden genomen op basis van de afdelingen 4.4.1., 4.4.2. en 4.4.4 en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van artikel 2;

  • g.

    beschikkingen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen en de terugvordering van dwangsommen bij onverschuldigde betaling, voor zover de verzoeken hiertoe hangende de bezwaarprocedure worden gedaan en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g van artikel 2;

  • h.

    verweerschriften en andere schrifturen in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter, voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van artikel 2;

  • i.

    beschikkingen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in paragraaf 8.1 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht en daarmee samenhangende beslissingen tot verdaging van beslissingen, op welke beschikkingen hetgeen hiervoor in de onderdelen b, c, d, e, f, g en h is bepaald van overeenkomstige toepassing is;

De Algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager en plaatsvervangend manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen, zijn gemandateerd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende beslissingen op de bezwaren tegen besluiten, als bedoeld in artikel 1, tweede lid van dit Besluit, tenzij deze vanwege hun politieke betekenis, of gelet op aard en inhoud, door Gedeputeerde Staten dienen te worden afgedaan.

Artikel 4

De functionarissen bedoeld in artikel 1, 2 en 3 alsmede de onder hen ressorterende  medewerkers van Dienst Regelingen zijn gemachtigd om ter voorbereiding van de in artikel 2 en 3 bedoelde besluiten en handelingen alle nodige werkzaamheden te verrichten.

Artikel 5

De Algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager en plaatsvervangend manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen, zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het instellen van hoger beroep of verzet, het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening, of een verzoek om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening, of het instellen van een ander rechtsmiddel, in gedingen en tegen rechterlijke uitspraken, die het gevolg zijn van de in artikel 2 en 3 genoemde beschikkingen, waarbij Gedeputeerde Staten partij zijn, na voorafgaand overleg met Gedeputeerde Staten.

Paragraaf 4. Procesmachtiging

Artikel 6

Met betrekking tot de machtiging van juristen werkzaam bij de Dienst Regelingen om Gedeputeerde Staten te vertegenwoordigen bij de bestuursrechter met betrekking tot (hoger) beroepen inzake besluiten genomen namens Gedeputeerde Staten met betrekking tot de in de artikelen 2 en 3 genoemde beschikkingen, zijn de machtigingen die op grond van het Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen aan de betrokken juristen zijn verstrekt van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 5. Instructies

Artikel 7

De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8

De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door het college van Gedeputeerde Staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

  • a.

    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

Artikel 9

De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende (onder)volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

Artikel 10

Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen of bij de voorbereiding van het primaire besluit betrokken is geweest.

Artikel 11

  • 1 Na ontvangst van een bezwaarschrift wordt, alvorens een beslissing op het bezwaar wordt genomen, getracht het geschil op te lossen met toepassing van mediationvaardigheden.

  • 2 Indien de toepassing van mediationvaardigheden niet leidt tot een oplossing van het geschil, wordt de afhandeling van het bezwaar door een andere functionaris voortgezet.

  • 3 Een onder een gemandateerde functionaris ressorterende medewerker die in het betreffende geval betrokken is geweest bij mediation of de “andere aanpak”, verricht in die zaak geen werkzaamheden ter voorbereiding van de beslissing op bezwaar.

  • 4 Alvorens een beslissing wordt genomen op een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel i, wordt advies gevraagd aan de Stichting Certificering Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer. Indien conform het eerste lid wordt getracht het geschil op te lossen met toepassing van mediationvaardigheden wordt dit advies in het kader van dat traject gevraagd.

Artikel 12

Voor zover uit deze instructie een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeien, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

Paragraaf 6. Overige bepalingen

Artikel 13

De ondertekening van beslissingen in mandaat, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 5, luidt:

‘HET COLLEGE VAN GEDEPUTEERDE STATEN, voor deze:

gevolgd door

‘DE ALGEMEEN DIRECTEUR DIENST REGELINGEN,'

onderscheidenlijk,

‘DE DIRECTEUR FINANCIEN DIENST REGELINGEN,’

onderscheidenlijk,

‘DE DIRECTEUR UITVOERING DIENST REGELINGEN,’

onderscheidenlijk,

‘DE UNITMANAGER DIENST REGELINGEN,’ onderscheidenlijk, ‘DE TEAMMANAGER UITVOERING DIENST REGELINGEN,’

onderscheidenlijk,

‘DE TEAMMANAGER CCB UITVOERING DIENST REGELINGEN,’

onderscheidenlijk,

‘DE MANAGER RECHT EN RECHTSBESCHERMING DIENST REGELINGEN,’

onderscheidenlijk,

‘DE PLAATSVERVANGEND MANAGER RECHT EN RECHTSBESCHERMING DIENST REGELINGEN,’

onderscheidenlijk,

‘DE TEAMMANAGER RECHT EN RECHTSBESCHERMING DIENST REGELINGEN’.

Artikel 14

Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad. Het Mandaatbesluit Mandaatbesluit Programma Beheer provincie Utrecht wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding ingetrokken. Voor het Experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West treedt dit besluit in werking met terugwerkende kracht per 28 januari 2009.

Artikel 15

Gedeputeerde Staten kunnen aan de in artikel 1, 2 en 3 genoemde functionarissen, naar aanleiding van door Dienst Regelingen verstrekte inlichtingen in een specifiek geval of de door Dienst Regelingen uitgebrachte rapportages, in aanvulling op hetgeen is vermeld in paragraaf 5 van dit besluit, nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Ondertekening

R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H.H. SIETSMA, secretaris.
Uitgegeven 4 mei 2010 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H.H. SIETSMA, secretaris