Regeling vervallen per 13-05-2017

Besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van 15 september 2015, nummer 815FE15D,houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht)

Geldend van 03-10-2015 t/m 12-05-2017

Intitulé

Besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van 15 september 2015, nummer 815FE15D,houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht)

Besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van 15 september 2015, nummer 815FE15D, houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht)

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Gelet op: – afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; – titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk wetboek; – artikelen 2 en 32 van de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Noordzeekanaalgebied;

Besluiten vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van gedeputeerde staten van Utrecht;

  • b.

    directeur: de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de regeling;

  • c.

    regeling: de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • d.

    OD NZKG: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, bedoeld in artikel 3 van de regeling.

Artikel 2. Mandaat, volmacht en machtiging

  • 1 Aan de directeur, alsmede diens plaatsvervanger, wordt voor zover het bevoegdheden van het college betreft, mandaat, volmacht of machtiging verleend voor alle bevoegdheden die voortvloeien uit de Algemene wet bestuursrecht en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht die nodig zijn om uitvoering te kunnen geven aan de Dienstverleningsovereenkomst 2013 Provincie Utrecht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, overeenkomstig het bij dit besluit behorende mandaatregister dat is opgenomen als bijlage bij dit besluit.

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheden die voortvloeien uit de wet Bibob.

  • 4 De directeur, alsmede diens plaatsvervanger, neemt bij de aan hem in mandaat, volmacht of machtiging opgedragen taken of bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, van het college in acht.

Artikel 3. Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging

  • 1 De bij of krachtens dit besluit verleende mandaten, volmachten en machtigingen strekken niet verder dan de uitoefening van die bevoegdheden die tot het takenpakket van de OD NZKG horen, te weten de uitvoering van taken zoals opgenomen in het bij dit besluit behorende mandaatregister, op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemdewetten.

  • 2 De directeur, alsmede diens plaatsvervanger, wordt mandaat, volmacht, onderscheidenlijk machtiging verleend om namens het college alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen te verrichten ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 2.

Artikel 4. Ondermandaat

  • 1 De directeur kan de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, in ondermandaat, onder volmacht of ondermachtiging opdragen aan ondergeschikten, tenzij ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging is uitgesloten in het mandaatregister.

  • 2 De artikelen 2, derde lid, en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.

Artikel 5.Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassingen in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijk gesteld:

  • a.

    de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

  • b.

    de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 6. Ondertekening

  • 1 Indien een besluit krachtens mandaat wordt genomen als bedoeld in artikel 2, luidt de ondertekening:

    Het college van gedeputeerde staten van Utrecht,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de directeur.

  • 2 Indien een besluit krachtens ondermandaat wordt genomen als bedoeld in artikel 4, luidt de ondertekening:

    Het college van gedeputeerde staten van Utrecht,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    voor deze,

    (naam functie/afdeling) van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

  • 3 Indien bij het nemen van een besluit krachtens mandaat als bedoeld in artikel 2, gebruik wordt gemaakt van volmacht en machtiging overeenkomstig artikel 5, luidt de ondertekening:

    De provincie Utrecht,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de directeur.

  • 4 Indien bij het nemen van een besluit krachtens ondermandaat als bedoeld in artikel 4, gebruik wordt gemaakt van volmacht en machtiging overeenkomstig artikel 5, luidt de ondertekening:

    De provincie Utrecht,

    namens deze,

    de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    voor deze,

    (naam functie/afdeling) van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

    gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1 Ingetrokken wordt het Mandaatbesluit OD NZKG 2013 provincie Utrecht.

  • 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

  • 3 Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van gedeputeerde staten van Utrecht op 15 september 2015.
Voorzitter, Secretaris,

Bijlage Mandaatregister

Bijlage (nr. 815FE15B) bij het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2015(nr. 815FE15D) van de provincie Utrecht

Aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied gemandateerde bevoegdheden vanhet college

Mandaten, uitsluitend van toepassing op taken als bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijkeregeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

1.

Algemene mandaten

3

 

Provinciewet

3

 

Algemene wet bestuursrecht

3

 

Wet openbaarheid van bestuur

4

 

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

4

2.

Toezicht en handhaving

4

3.

Fysieke leefomgeving – overig

4

 

Coördinatie besluitvorming Waterwet – Wabo

4

4.

Milieuzaken

5

 

Wet milieubeheer

5

Mandaten, uitsluitend van toepassing op taken als bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Afkortingen- en begrippenlijst:

Awb: Algemene wet bestuursrecht Mandaatbesluit: Mandaatbesluit OD NZKG 2015 Provincie Utrecht (nr. 815FE15D) OD: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wm: Wet milieubeheer

Mandaten, uitsluitend art.2 Gemeenschappelijke regeling OD NZKG

Nr.

Verleend mandaat

Beperkingen en voorwaarden

1.

Algemene mandaten

 

1.1

Op grond van artikel 3, tweede lid van het mandaatbesluit omvatten de bij of krachtens dit mandaatbesluit verleende mandaten, volmachten en machtigingen tevens alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

1.2

Beslissen inzake het geheel of gedeeltelijk - ambtshalve of op verzoek - intrekken, wijzigen, of verlengen van de onder dit mandaatbesluit vallende vergunningen, besluiten, toestemmingen, ontheffingen of verklaringen

 

 

 

 

 

Provinciewet

 

1.3

Voeren van bestuursrechtelijke procedures

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

1.4

Vertegenwoordigen van het college van gedeputeerde statenter zitting in bestuursrechtelijke procedures

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

1.5

Beslissen of bezwaar zal worden gemaakt tegen een besluit van een bestuursorgaan, daartegen beroep - hoger beroep daaronder begrepen  - zal worden ingesteld of een voorlopi-ge voorziening zal worden gevraagd

voor zover betrekking hebbend op het omgevingsrecht in algemene zin

1.6

Beslissen of hoger beroep wordt ingesteld ter zake van eendoor de rechtbank gedane uitspraak

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

1.7

Verzoeken om ontheffing of opschorting van een voorlopigevoorziening in een bestuursrechtelijke procedure

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

1.8

Beslissen op verzoeken om schadevergoedingen in het kadervan een bestuursrechtelijke procedure

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

 

 

 

 

Algemene wet bestuursrecht

 

1.9

Behandelen van een klacht op grond van titel 9.1 Awb

Het betreft een klacht over de wijze waarop de OD, dan wel een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de OD, zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen bij de uitoefening van een bevoegdheid die is opgenomen in dit mandaatregister

1.10

Uitoefenen van de bevoegdheden als bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 Awb (dwangsom bij niet tijdig beslissen)

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

 

 

 

 

Wet openbaarheid van bestuur

 

1.11

Beslissen omtrent verzoeken om informatie alsmede het uit eigener beweging of op verzoek verstrekken van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

 

 

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

 

1.12

Vragen van advies als bedoeld in artikel 9 van deze wet aan het Bureau bevordering Integriteitsbeoordelingen

 

 

 

 

2.

Toezicht en handhaving

 

2.1

Op grond van artikel 5.10, derde lid, van de Wabo, aanwijzen van toezichthouders in de zin van artikel 5.11 van de Awb, voor zover de OD belast is met de uitvoering van een wettelijke regeling op grond waarvan toezichthouders kunnen worden aangewezen

Geen ondermandaat toegestaan

2.2

Opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 122 van de Provinciewet juncto afdeling 5.3.1 van de Awb, of het opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb, wegens overtreding van een verbod of plicht gesteld bij of krachtens de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten.

Omvat tevens beslissingen op handhavingsverzoeken van derden en het besluit tot afzien van handhaving

2.3

Opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 122 van de Provinciewet juncto afdeling 5.3.1 van de Awb, of het opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb, wegens overtredingvan een verbod of plicht gesteld bij of krachtens een Provinciale Verordening.

Omvat tevens beslissingen op handhavingsverzoeken van derden en het besluit tot afzien van handhaving

2.4

Overige (anders dan hierboven in 2.2 en 2.3 genoemde) bevoegdheden op grond van titel 5.3 van de Awb

voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit mandaatregister

2.5

Intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 5.19 Wabo

 

2.6

Feitelijk effectueren van bestuursdwang

 

2.7

Indienen van een verzoek om handhaving

voor zover betrekking hebbend op het omgevingsrecht in algemene zin

 

 

 

3.

Fysieke leefomgeving - Overig

 

 

Wabo

 

3.1

Beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, 2.2 en 2.6 van de Wabo

 

3.2

Beslissen op aanvragen om een beschikking met betrekking tot de eerste of tweede fase zoals bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo

 

3.3

Beslissen op verzoeken om goedkeuring of toestemming die benodigd is op grond van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.4

Opleggen van nadere eisen op grond van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.5

Beslissen op aanvragen om een ontheffing van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.6

Beslissen op verzoeken om vergoeding van kosten en schade, dan wel ambtshalve te besluiten tot het vergoeden van kosten en schade als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de Wabo

 

3.7

Beslissen over het verlenen van toestemming om de omgevingsvergunning over te dragen zoals bedoeld in artikel 2.25, lid 3, onder b, van de Wabo

 

3.8

Beslissen over aanvragen met betrekking tot het wijzigen of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 2.31 en 2.33 van de Wabo

 

3.9

Adviseren van andere bestuursorganen inzake een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wabo

 

3.10

Verzoeken om intrekking of wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo

 

3.11

Indienen van zienswijzen tegen een ontwerp van een  omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo

 

3.12

Zorgdragen voor de procedure inzake milieu-effectrapportage als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wm, voorzover de procedure van de milieu-effectrapportage moet worden doorlopen ten behoeve van de vergunningverlening opgrond van de Wabo

 

 

 

 

 

Coördinatie besluitvorming Waterwet - Wabo

 

3.13

Zorgdragen voor de coördinatie van de voorbereiding van beschikkingen krachtens artikel 6.2 van de Waterwet en omgevingsvergunningen, zoals bedoeld in paragraaf 3.5 van de Wabo

 

 

 

 

4.

Milieuzaken

 

 

Wet milieubeheer

 

4.1

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 en 20 en titel 12.3 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels

 

4.2

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 7 van de Wm gestelde regels voor zover deze besluiten moeten worden genomen in verband met vergunningverlening op grond van de Wabo