Regeling vervallen per 01-05-2013

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 21 oktober 2003, WEM/MBA, nr, 2003WEM004879i, houdende regels voor bestrijdingsmiddelen in kwetsbare en zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden (Besluit bestrijdingsmiddelen provincie Utrecht 2003)

Geldend van 31-12-2003 t/m 30-04-2013

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 21 oktober 2003, WEM/MBA, nr, 2003WEM004879i, houdende regels voor bestrijdingsmiddelen in kwetsbare en zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden (Besluit bestrijdingsmiddelen provincie Utrecht 2003)

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 21 oktober 2003, WEM/MBA, nr, 2003WEM004879i, prov. blad 51, houdende regels voor bestrijdingsmiddelen in kwetsbare en zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op artikel 5.1.3, derde lid, onder i, van de Provinciale milieuverordening Utrecht 1995;

Besluiten:

Artikel 1. Algemeen

In dit besluit wordt verstaan onder: verordening: de Provinciale milieuverordening Utrecht 1995; kwetsbaar en zeer kwetsbaar grondwaterbeschermingsgebied: als zodanig in artikel 5.1.2 van de verordening aangegeven gebied; bestrijdingsmiddel: bestrijdingsmiddel als bedoeld in de Bestrijdingsmiddelenwet 1962; glyfosaat: bestrijdingsmiddel met als werkzame stof glyfosaat (N- fosfonomethyl glycine isopropylaminezout).

Artikel 2.

  • 1 Het is buiten inrichtingen verboden bestrijdingsmiddelen op basis van de volgende werkzame stoffen voorhanden of in voorraad te hebben of toe te passen:

    • a.

      in zeer kwetsbare en kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden:

      • -

        triclopyr,

      • -

        carbeetamide,

      • -

        asulam,

      • -

        metamitron,

      • -

        DEET of

      • -

        dicamba en

    • b.

      in zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden tevens op basis van:

      • -

        mancozeb,

      • -

        maneb,

      • -

        amitrol of

      • -

        aldicarb.

  • 2 Het verbod geldt niet voor het voorhanden of in voorraad hebben of toepassen van geringe hoeveelheden van de verboden bestrijdingsmiddelen in woningen en andere gebouwen, mits ze

    • a.

      dienen of gediend hebben voor normaal gebruik ter plaatse of afkomstig zijn van normaal gebruik van die woningen of gebouwen,

    • b.

      bewaard zijn in een deugdelijke verpakking en

    • c.

      afdoende beschermd zijn tegen weersinvloeden.

Artikel 3. Bethunepolder

In het waterwingebied van het milieubeschermingsgebied Bethunepolder, met uitzondering van het gebied Waterleidingkanaal, geldt het in artikel 2 gestelde verbod voor alle bestrijdingsmiddelen, welke dan ook, met uitzondering van glyfosaat voor het toepassen in grasland en mits de hierna volgende voorschriften in acht worden genomen.

Artikel 4.

  • 1 Gedeputeerde staten wijzen deskundigen aan voor de toepassing van glyfosaat.

  • 2 De aanwijzing vindt plaats door de deskundige op zijn verzoek op een lijst van deskundigen te plaatsen.

  • 3 Alleen diegenen worden op de lijst geplaatst die naar het oordeel van gedeputeerde staten voldoende kennis hebben om glyfosaat toe te passen zonder gevaar voor de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning en die bekend zijn met de bijzondere situatie in het in artikel 3 bedoelde gebied.

  • 4 Gedeputeerde staten kunnen een deskundige van de lijst schrappen indien zij gerede twijfel hebben over zijn deskundigheid of indien hij de in artikel 5 bedoelde voorschriften overtreedt.

Artikel 5.

  • 1 In het in artikel 3 bedoelde gebied wordt het bestrijdingsmiddel glyfosaat uitsluitend toegepast:

    • a.

      ter bestrijding van de onkruiden grote brandnetel, ridderzuring, akkerdistel en ruwe smele;

    • b.

      als bestrijding met niet-chemische middelen niet in redelijkheid kan worden gevergd;

    • c.

      door een op grond van artikel 4 aangewezen deskundige;

    • d.

      volgens de onkruidbestrijkingsmethode;

    • e.

      als de weersomstandigheden dat toelaten en de hoogte van het gras geen beletsel vormt om de onkruiden aan te strijken zonder redelijkerwijs het gras te raken en

    • f.

      tenminste één meter buiten geulen of greppels en tenminste twee meter buiten de sloot.

  • 2 Uiterlijk 24 uur voorafgaand aan de toepassing van glyfosaat wordt daarvan door de in het eerste lid bedoelde deskundige telefonisch kennis gegeven aan Waterleidingbedrijf Amsterdam (tel. 0294-234121).

  • 3 De gerechtigden tot de onroerende zaken waarop of waarbij de toepassing plaatsvindt, staan onderzoek vanwege gedeputeerde staten naar de gevolgen ervan toe.

Artikel 6.

  • 1 Uiterlijk twee weken voordat tot de toepassing van glyfosaat wordt overgaan, wordt daarvan kennis gegeven aan gedeputeerde staten. De kennisgeving wordt gedaan door degene die de toepassing zal laten uitvoeren. Gedeputeerde staten stellen daarvoor een formulier vast.

  • 2 Een kennisgeving betreft niet meer dan een groeiseizoen.

  • 3 Gedeputeerde staten zenden binnen vijf werkdagen na ontvangst van de kennisgeving de betrokkene een schriftelijke bevestiging van de ontvangst, waarin de datum van ontvangst is vermeld.

  • 4 Daarbij berichten gedeputeerde staten of zij van oordeel zijn dat de kennisgeving voldoende en volledige gegevens bevat en of op basis van die gegevens kan worden voldaan aan de voorschriften van artikel 3. Indien dat het geval is, kan worden begonnen met de voorgenomen toepassing.

  • 5 Indien gedeputeerde staten niet binnen de in het derde lid gestelde termijn de betrokkene een bevestiging als daar bedoeld hebben gezonden, wordt hun oordeel geacht instemmend te zijn.

Artikel 7. Overgangs- en slotbepalingen

Een aanwijzing als deskundige krachtens artikel 2 van het Besluit Bethunepolder provincie Utrecht 1992 Prov. blad 11. geldt als een aanwijzing krachtens artikel 4 van dit besluit.

Artikel 8.

Dit besluit treedt in werking op 31 december 2003.

Artikel 9.

Dit besluit kan wordt aangehaald als: Besluit bestrijdingsmiddelen provincie Utrecht 2003.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van21 oktober 2003.
Voorzitter, B. Staal Secretaris, H.H. Sietsma