Regeling vervallen per 01-01-2013

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264162, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Geldend van 01-02-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264162, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op de artikelen 4 en 33, aanhef en onder b, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende dat het wenselijk is actieve deelname aan cultuur van inwoners van de provincie Utrecht te stimuleren en hiervoor subsidie te verstrekken; Besluiten de volgende tijdelijke uitvoeringsverordening vast te stellen:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze uitvoeringsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Amateurkunst: het beoefenen van kunst voor of ten behoeve van publiek, zonder dat daaraan een recht op beloning is verbonden of daarmee het verwerven van andere dan kostendekkende inkomsten wordt beoogd;

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • c.

    Cultuureducatie: mogelijkheden bieden aan mensen om zoveel mogelijk in aanraking te komen en kennis en ervaring op te doen met cultuur. Cultuureducatie is leren over, door en met cultuur;

  • d.

    Cultuurparticipatie: actieve deelname van burgers aan culturele activiteiten;

  • e.

    Volkscultuur is het geheel van cultuuruitingen die als wezenlijk worden ervaren voor specifieke groepen, steeds onder verwijzing naar traditie, verleden en nationale, regionale of lokale identiteiten.

  • f.

    Cultureel erfgoed: sporen uit het verleden in het heden, die zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn. Dat kunnen voorwerpen zijn in musea, archeologische vondsten, archieven, monumenten en landschappen. En ook de daaraan verbonden gebruiken, verhalen en gewoonten.

Artikel 2 Criteria

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in artikel 33, aanhef en onderdeel b, van de Asv die gericht zijn op het versterken van actieve deelname op het gebied van amateurkunst, cultuureducatie, volkscultuur of erfgoed.

  • 2 Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verstrekt indien zoveel mogelijk wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      mate waarin het project bijdraagt aan de doelstellingen van het beleidskader Cultuurparticipatie;

    • b.

      mate waarin het project innovatief is ten opzichte van het bestaande aanbod van de aanvrager

    • c.

      omvang van de beoogde publieksparticipatie dan wel het bereik van specifieke doelgroepen die vanuit het provinciale cultuurbeleid voorrang krijgen.

  • 3 Prioriteit wordt gegeven aan projecten van interdisciplinaire aard;

  • 4 Indien het project plaats vindt in de gemeente Utrecht of Amersfoort, dienen de activiteiten daarnaast ook plaats te vinden in een andere gemeente binnen de provincie Utrecht dan Utrecht of Amersfoort.

Artikel 3 Subsidieontvangers / Doelgroepen

Subsidie kan in ieder geval worden verstrekt aan non-profit organisaties.

Artikel 4 Aanvraag en beslissingstermijn

Aanvragen worden in de jaren 2011 en 2012 ingediend voor 1 april en voor 1 oktober.

Artikel 5 Adviescommissie

Aanvragen om subsidie worden voor advies voorgelegd aan de adviescommissie Cultuur provincie Utrecht.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de Asv kan subsidie in ieder geval worden geweigerd indien er naar het oordeel van gedeputeerde staten geen of in onvoldoende mate:

  • a.

    sprake is van een afgebakend project met concreet omschreven resultaten;

  • b.

    sprake is van een juiste, sluitende en uitgewerkte begroting met dekkingsplan;

  • c.

    sprake is van een plan waarin wordt aangegeven op welke vernieuwende, diversificerende of verankerende wijze deelnemers actief participeren;

  • d.

    sprake is van een projectopzet waarin de wijze waarop men actieve deelname denkt te realiseren als gewenst eindresultaat duidelijk geformuleerd is;

  • e.

    sprake is van een project dat plaatsvindt binnen de provincie Utrecht,

  • f.

    sprake is van een kwalitatief hoogwaardig project; of

  • g.

    sprake is van een vernieuwend, verankerend of diversificerend project.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1 Een subsidie voor een evenement bedraagt ten hoogste 70% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting. Het maximaal te verstrekken bedrag bedraagt € 20.000,- per activiteit of project.

  • 2 Geen subsidie wordt verstrekt indien de toepassing van het bepaalde in het eerste lid een bedrag oplevert van minder dan € 3.000,-.

  • 3 Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval:

    • a.

      ontwikkelingskosten (proceskosten);

    • b.

      presentatiekosten;

    • c.

      kosten ten behoeve van instructiemateriaal (in woord en beeld);

    • d.

      promotiekosten.

Artikel 7a

  • 1 Het subsidieplafond voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 bedraagt voor 2012       € 175.000,00

Artikel 8 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1 De activiteiten vangen niet eerder aan dan tenminste 12 weken nadat de aanvraag wordt ontvangen.

  • 2 Het project is uiterlijk anderhalf jaar na de datum van de subsidieverstrekking afgerond.

Artikel 9 Europese regelgeving

Voor zover de activiteiten leiden tot voordeel voor een onderneming wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van de Verordening (EG) 1998/2006, PbEU 2006, L379/5, betreffende de-minimissteun.

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011 en vervalt met ingang van 1 januari 2013. Als het provinciaal blad wordt uitgegeven na 31 december 2010 treedt de verordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke uitvoeringsverordening subsidie Cultuurparticipatie provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010.
Gedeputeerde staten,
R.C. ROBBERTSEN, voorzitter.
H.H. SIETSMA, secretaris.
Uitgegeven 19 november 2010 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen
H.H. SIETSMA, secretaris