Verlegregeling Utrechtse Heuvelrug 2014

Geldend van 15-05-2014 t/m heden

Intitulé

Verlegregeling Utrechtse Heuvelrug 2014

Verlegregeling gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014

Nadeelcompensatie voor het verleggen van kabels en leidingen.

Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassing

Deze verlegregeling (beleidsregel) bevat de nadere regels voor een financiële tegemoetkoming ingeval een netbeheerder schade lijdt in de gevallen dat de gemeente het verzoek doet om bestaande kabels en leidingen te verleggen. Met uitzondering van elektronische communicatienetwerken

De begripsbepalingen van de AVOI zijn op deze verlegregeling van toepassing tenzij in deze verlegregeling daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanwijzing: een schriftelijk besluit genomen door het college voor het verleggen van een kabel en/of leiding zo mogelijk op basis van overeenstemming, bereikt in een vooroverleg tussen netwerkbeheerder en de gemeente;

  • b.

    AVOI: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014 (AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014);

  • c.

    kabels en leidingen: kabels en leidingen als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur, met uitzondering van kabels en leidingen als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

  • d.

    nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan de netbeheerder;

  • e.

    schadebedrag: financieel nadeel dat de netbeheerder lijdt als gevolg van een aanwijzing tot verleggen van een kabel en/of leiding;

  • f.

    vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014;

  • g.

    vitale kabels en leidingen:

    • ·

      elektriciteitskabels met een spanningsniveau van ≥ 23 KV

    • ·

      gasleidingen met een werkdruk van ≥ 1 bar

    • ·

      leidingen die verantwoordelijk zijn voor de levering van drinkwater in meerdere gebieden en/of dorpskernen;

    • ·

      kabels en leidingen in natte infrastructuur, die gelegen zijn in een waterweg of waterkerende dijk

Artikel 3 Werkingssfeer

  • 1. Deze regeling is niet van toepassing op kabels en leidingen van gemeentelijke netbeheerders.

  • 2. Deze regeling is niet van toepassing op (openbare) elektronische communicatienetwerken.

Artikel 4 Beperken van schade

  • 1. Het college zal de netbeheerder in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken bij de voorbereiding van (ruimtelijke) plannen en de voorbereiding van werkzaamheden waar (vitale) kabels en/of leidingen van de netbeheerder bij zijn betrokken, zodat verleggingen van kabels en/of leidingen binnen de specifieke (on)mogelijkheden van het geval zoveel mogelijk kunnen worden vermeden en/of op een zo efficiënt en goedkoop mogelijke manier kunnen plaatsvinden. De netbeheerder zal zich inspannen om een actieve bijdrage te leveren door onder andere het meedenken over mogelijke alternatieven voor verleggingen.

  • 2. De gemeente en de netwerkaanbieder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de (vitale) kabel en/of leiding elkaars schade zoveel mogelijk beperken.

Artikel 5 Nadeelcompensatie algemeen

  • 1. Indien blijkt dat een netbeheerder als gevolg van een besluit van het college, inhoudende een intrekking of wijziging van een vergunning op grond van artikel 8, onderdeel f, van de AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014 schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college op verzoek aan hem een vergoeding toe.

  • 2. Bij de berekening van het schadebedrag worden uitsluitend de kosten van het uit- en in bedrijfstellen, ontwerp & begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.

Artikel 6 Schadevergoeding

1.Indien de netbeheerder binnen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van een vergunning een aanwijzing krijgt van het college tot het verleggen van een kabel en/of leiding bedraagt de schadevergoeding 100% van het schadebedrag.

Artikel 7 Schadevergoeding niet vitale kabels en leidingen

  • 1. Indien de netbeheerder een aanwijzing krijgt van het college tot het verleggen van een kabel en/of leiding in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van de vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het zestiende jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het bijgevoegde schema, bijlage 1.

  • 2. Indien de netwerkaanbieder een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een kabel en/of leiding na vijftien jaar, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van de vergunning wordt geen nadeelcompensatie toegekend.

Artikel 8 Schadevergoeding vitale kabels en leidingen

Indien de netbeheerder een aanwijzing krijgt van het college tot het verleggen van een vitale kabel en/of leiding in de periode gelegen vanaf vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van het betrokken vergunning, zal de gemeente 60% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het eenenzestigste jaar als nadeelcompensatie uitkeren volgens het bijgevoegde schema, bijlage 2.

Artikel 9 Niet openbare grond

  • 1. De nadeelcompensatie bedraagt 100% ingeval de leiding van de belanghebbende niet ligt in de openbare ruimte indien:

    • a.

      de leiding van de belanghebbende is gelegen in, op of boven grond die hem in eigendom toebehoort, of

    • b.

      de leiding ligt op basis van een zakelijk recht of

    • c.

      op de leiding een gedoogplicht conform de Belemmeringenwet Privaatrecht rust.

  • 2. Bij de berekening van de nadeelcompensatie wordt rekening gehouden met het beginsel nieuw voor oud.

  • 3. Rust op het werk geen van de in lid 1 bedoelde rechten, zal de schadevergoeding bestaan uit de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijfstellen worden niet vergoed.

Artikel 10 Commercieel

1.Wanneer openbare gronden worden verkocht waarin kabels en leidingen liggen, ten behoeve van een commerciële activiteit bedraagt het schadebedrag 100%

  • a.

    wanneer het college als de netbeheerder het eens zijn over de noodzaak voor het verleggen of;

  • b.

    het verleggen noodzakelijk wordt door wettelijke eisen en van toepassing zijnde NEN-normen.

Artikel 11 Geen vergoeding

  • 1. Geen vergoeding vindt plaats als in de vergunning een concrete bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding, een wijziging of intrekking van die vergunning is te voorzien in verband met binnen die periode op te starten project in de openbare ruimte waarin de kabel en/of leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing met betrekking tot die kabel en/of leiding door het college wordt gegeven.

  • 2. Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode van vijf jaren dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in deze regeling is opgenomen.

Artikel 12 Bijzondere omstandigheden

Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netbeheerder moet blijven dan uit toepassing van deze regeling voortvloeit, kan het college hiervan gemotiveerd afwijken.

Artikel 13 Tijdelijke verlegging

  • 1. Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) verleggingen van dezelfde (vitale) kabel en/of leiding, is op de eerste tijdelijke verlegging deze regeling van toepassing en komen de kosten van de overige verleggingen ten laste van de gemeente. Bedoeld worden meerdere verleggingen, op dezelfde locatie in een bepaalde periode, van dezelfde leiding.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op tijdelijke voorzieningen van fysieke aard, zoals extra kabel- en leidingvoorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve verlegging is gerealiseerd in samenhang met de voortgang van het infrastructuurproject. Dit wordt niet gezien als een (tijdelijke) verlegging, maar als een noodzakelijke uitvoeringswijze.

Artikel 14 Bundelen werkzaamheden

Indien er sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netwerkaanbieders wordt er inzicht gegeven in de verdeling van de gezamenlijke kosten.

Artikel 15 Voornemen verplaatsing

1.Het college maakt zijn voornemen van een werk bekend met een aanschrijving aan de belanghebbende op grond van artikel 13 van de AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014.

Hierin is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van noodzakelijk te verplaatsen leidingen. Indien sprake is van aanwezige leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden zal de netbeheerder de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.

2.Als de netbeheerder gevolg heeft gegeven aan de aanwijzing en er binnen vijf jaar na verzending van de aanwijzing geen begin is gemaakt met de uitvoering van de nieuwe ontwikkelingen waarvoor de aanwijzing is gegeven, heeft de netbeheerder recht op volledige vergoeding van alle door hem in redelijkheid gemaakte kosten als bedoeld in artikel 22.

Artikel 16 Vooroverleg

1.Zowel het college als netbeheerder dienen zo veel als redelijkerwijs mogelijk is

schadebeperkend op te treden bij de verwijdering, verlegging of aanpassing van de kabel en/of leiding van de netbeheerder.

  • 2.

    Als blijkt dat een te verplaatsen/verleggen/verwijderen leiding niet conform de vergunning is aangelegd, kan worden besloten geen nadeelcompensatie toe te kennen.

  • 3.

    Het college streeft ernaar overeenstemming te bereiken met de netbeheerder over verlegging (technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. De gemeente voert hiertoe vooroverleg met de aanbieder.

  • 4.

    Indien sprake is van aanwezige (vitale) kabels en/of leidingen die niet noodzakelijk verlegd hoeven te worden zal de netwerkaanbieder de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die kabels en/of leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.

Artikel 17 Verzoek nadeelcompensatie

  • 1. De netwerkaanbieder dient bij het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie aan te tonen op welke datum de vergunning is verleend voor het aanleggen van de (vitale) kabel en/of leiding op de locatie waaruit zij moet worden verlegd.

  • 2. Indien de vergunning ontbreekt, wordt er vanuit gegaan dat de kabel en/of leiding ouder is dan 30 jaren tenzij de netbeheerder kan aantonen wat de daadwerkelijke leeftijd van de kabel en/of leiding is.

Artikel 18 Aanvraag van nadeelcompensatie

  • 1. De netwerkaanbieder dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen drie jaren na het onherroepelijk worden van de aanwijzing van het college tot het verleggen van een (vitale) kabel en/of leiding een verzoek in tot vaststelling van nadeelcompensatie. Hierbij wordt een uitgebreide specificatie en berekening van het schadebedrag overgelegd door de netbeheerder.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      de naam en het adres van verzoeker;

    • b.

      een omschrijving of kopie van de aanwijzing van het college aan de aanbieder tot het verleggen van de leiding;

    • c.

      de hoogte van de nadeelcompensatie waarop naar het oordeel van de aanbieder aanspraak wordt gemaakt;

    • d.

      een uitgebreide kostenspecificatie;

    • e.

      datum dagtekening;

    • f.

      ondertekening.

Artikel 19 Beslistermijnen

  • 1. Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek tot vaststelling van nadeelcompensatie een besluit:

  • a. om het verzoek buiten behandeling te laten, indien deze is ingediend buiten de termijn genoemd in artikel 18;

  • b. om het verzoek buiten behandeling te laten, indien deze naar het oordeel van het college niet of niet voldoende is onderbouwd en de netwerkaanbieder in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen vier weken nadat het verzuim kenbaar is gemaakt aan de netwerkaanbieder;

  • c. om het verzoek geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

  • d. om het verzoek af te wijzen;

  • 2. Het college kan deze termijn eenmalig met acht weken verlengen. Het college stelt de netbeheerder hiervan schriftelijk op de hoogte.

Artikel 20 Betaling

Indien het college heeft besloten om nadeelcompensatie toe te kennen dan dient na vaststelling van de definitieve hoogte van de nadeelcompensatie en na gereedkomen van de werkzaamheden de netwerkaanbieder een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 60 dagen na ontvangst van de factuur door het college.

Artikel 21 Berekening kosten

De hoogte van de kosten voor het verleggen van een (vitale) kabel en/of leiding

worden bepaald op basis van de hierna volgende bepalingen. De totale kosten

worden berekend op basis van de werkelijke verleggingkosten. Het gaat om de kosten van:

  • a.

    kosten van materiaal;

  • b.

    kosten van uitvoering;

  • c.

    kosten van buiten- en in bedrijf stellen;

  • d.

    kosten van ontwerp en begeleiding.

Artikel 22 Ontwerp en begeleiding

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van:

  • a.

    overleg en correspondentie;

  • b.

    directievoering en toezicht houden;

  • c.

    detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • d.

    verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • e.

    juridisch vrij maken van tracé;

  • f.

    kosten ten behoeve van aanbesteden werk.

Artikel 23 Uit- en inbedrijfstellen

Onder kosten van het uit- en inbedrijfstellen worden verstaan:

  • a.

    Kosten van het spannings- of productloos maken van de kabel en/of leiding;

  • b.

    Kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel en/of leiding;

  • c.

    Kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard.

Artikel 24 Uitvoeringskosten

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • a.

    kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • b.

    kosten samenhangend met het verwijderen van buiten bedrijf gestelde leidingen;

  • c.

    kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • d.

    kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard;

  • e.

    kosten van benodigde vergunningen en leges.

Artikel 25 Materiaalkosten

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfeigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de te verleggen (vitale) kabel en/of leiding en de daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

Artikel 26 Inwerkingtreding

De Verlegregeling Utrechtse Heuvelrug 2014 treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 27 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als de Verlegregeling Utrechtse Heuvelrug 2014.

Bijlage 1: Schadevergoedingsregime naar leeftijd niet vitale kabels en leidingen

Jaren

Percentage

1

100%

2

100%

3

100%

4

100%

5

100%

6

80%

7

72%

8

64%

9

56%

10

48%

11

40%

12

32%

13

24%

14

16%

15

8%

16 - >

0%

Bijlage 2: Schadevergoedingsregime naar leeftijd van vitale kabels en leidingen

Jaren

Percentage

0-5

100%

5-35

60%

36-60

35%

> 60

0%

Toelichting

Inleiding

In de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014 (hierna ook te noemen: AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014) wordt in artikel 13 het recht van de netbeheerder op een redelijke en billijke vergoeding in geval van gedwongen verlegging geregeld, Deze verlegregeling is een nadere uitwerking van dit artikel en moet worden beschouwd als beleidsregel.

Voor het leggen van kabels en leidingen in openbare gemeentelijke gronden is gekozen voor een gemeentelijke verordening. De verlegregeling is een invulling van de nadeelcompensatie in geval van verleggingen die op grond van de AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug (hierna te noemen: “college”) zijn opgedragen.

Artikel 4 beperken van schade

Partijen dienen, in het kader van de verwijdering, verlegging of aanpassing van een leiding schadebeperkend op te treden. Zij moeten rekening houden met de wederzijdse belangen zoals bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De verlegging moet gerealiseerd worden op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden.

Artikel 5

Als het college het besluit neemt om een vergunning in te trekken in verband met het voornemen tot uitvoering van een werk, en dit leidt voor de belanghebbende

tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico mag worden

gerekend, dan kan de belanghebbende op basis van lid 1 om nadeelcompensatie verzoeken.

Op basis van deze regeling wordt bepaald of een financiële tegemoetkoming wordt verleend

en hoe hoog het bedrag is dat dan wordt uitgekeerd.

Lid 2 legt de basis voor de berekening van de omvang van de financiële tegemoetkoming.

Het schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende

kostenposten.

Artikel 9

Nadeelcompensatieregeling ingeval de leiding van belanghebbende niet ligt in openbare ruimte.

We onderscheiden de situaties dat sprake is van ligging van een leiding in grond die in eigendom is van belanghebbende zelf, de leiding met een zakelijk recht ligt en/of een recht krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht (hierna ook te noemen: “BP”) rust op de leiding enerzijds en overige rechtsposities anderzijds.

Ingevolge de regels van het onteigeningsrecht kan aanspraak worden gemaakt op volledige schadeloosstelling in geval een leiding ligt in grond die in eigendom is van de netbeheerder, ingeval er een zakelijk recht rust op deze leiding of een BP-gedoogplicht bestaat.

Artikel 10

Dit artikel regelt de hoogte van de nadeelcompensatie indien de leiding van belanghebbende

verlegd, verwijderd of aangepast moet worden en ligt in openbare ruimte, waarbij de

gemeente het voornemen heeft om de gronden behorende tot die openbare ruimte te

verkopen. Beide partijen het eens moeten zijn over de noodzaak van verleggen of

dat wettelijke regelingen of NEN-normen een verlegging noodzakelijk maken. In deze

gevallen zal dan 100% tegemoetkoming worden verstrekt.

Artikel 11

Als een vergunning verleend wordt aan een netbeheerder voor het leggen van een leiding op een locatie waarvan de gemeente redelijkerwijs weet dat de leiding binnen 5 jaren verlegd zal moeten worden als gevolg van de uitvoering van haar werken en in de vergunning daartoe een bepaling is opgenomen, dan zal geen nadeelcompensatie worden gegeven. Als de vergunning niet ingetrokken is, dan zal het toepasselijke vergoedingsregime in werking treden. De voorzienbaarheid is op die wijze begrensd. Dit is dan ook geen standaard bepaling in de vergunning.

Artikel 12

Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Indien de netbeheerder of de gemeente Utrechtse Heuvelrug kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van deze regeling tot een evident onredelijke nadeelcompensatie zou leiden, kan het college besluiten op basis van dit artikel de nadeelcompensatie aan te passen.

Artikel 13 tijdelijke verlegging

Dit artikel is van toepassing wanneer er meerdere (tijdelijke) verleggingen noodzakelijk zijn voor het werk.

Artikel 14 bundeling werkzaamheden

In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende netbeheerders en moeten de kosten worden verdeeld over de netbeheerders. De projectkosten worden verdeeld in direct aan de netbeheerders toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in en uit bedrijf stellen en materiaalkosten exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke kruising. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn om gezamenlijk te kruisen.

De verdeelsleutel voor de gezamenlijke kosten wordt bepaald op basis van de afzonderlijke fictieve kosten van uitvoering en ontwerp en begeleiding die zouden moeten worden gemaakt als elke netbeheerder afzonderlijk zou kruisen.

Artikel 15 voornemen verplaatsen

De gemeente voert vooroverleg met de netbeheerder nadat deze per brief geïnformeerd is over de plannen en de consequenties voor betrokken leidingen.

Artikel 16 vooroverleg

Het college neemt het besluit tot het geven van een aanwijzing voor het verleggen van een leiding. In het vooroverleg is overeenstemming bereikt of niet. Het aanwijzingsbesluit richt zich op de noodzaak tot verleggen en het tijdstip waarop dit gerealiseerd moet zijn. Het besluit handelt uitdrukkelijk niet over ontstane schade en nadeelcompensatie. Die aspecten komen aan de orde in het besluit dat genoemd is in artikel 20 hierna en dat genomen kan worden nadat een verzoek om nadeelcompensatie is ingediend door de netbeheerder.

De aanwijzing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waardoor er mogelijkheden zijn voor bezwaar en beroep.

Lid 2 ziet alleen toe op vergunningen die verleend zijn op vanaf 2014, omdat in het verleden niet altijd conform vergunning is gewerkt. Niet door de netbeheerder maar ook niet door de gemeente. Vaak is een afwijking van de verleende vergunning in overleg gegaan en is dit niet vastgelegd/ aangepast in de vergunning.

Artikel 17

De netbeheerder zal zelf de periode moeten aantonen van de ligging van de betreffende leiding op die locatie. In beginsel zal dit plaatsvinden met een vergunning. Hiervoor wordt overigens verwezen naar het overgangsrecht bij de AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014 op grond waarvan de schriftelijke toestemmingen als vergunningen onder de AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014 gelden, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat de betreffende leiding niet voldoet aan de eisen krachtens de AVOI Utrechtse Heuvelrug 2014.

Indien een vergunning ontbreekt wordt gerekend vanaf de datum waarop het leggen volgens de registratie van de netbeheerder is aangevangen. Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend casu quo op welke datum het leggen is aangevangen, wordt er van uit gegaan dat de betreffende leiding langer dan 30 jaren aanwezig is.

Artikel 18 aanvraag nadeelcompensatie

Het verzoek moet in elk geval bevatten:

  • -

    het aanwijzingsbesluit tot verleggen op basis van artikel 16; en

  • -

    het besluit over nadeelcompensatie op basis van artikel 19.

Artikel 19 beslistermijn

De gemeente neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit inhoudende één van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. Het verzoek om nadeelcompensatie wordt niet in behandeling genomen als deze meer dan 1 jaar nadat door het college een aanwijzing is gegeven aan de netbeheerder voor het verleggen van een leiding wordt ingediend. Het verzoek kan kennelijk ongegrond verklaard worden als de verlegging, verwijdering of aanpassing aan de leiding van belanghebbende niet door de gemeente wordt veroorzaakt. Het verzoek kan geheel of gedeeltelijk toegekend worden of geheel afgewezen worden.

Indien de aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van het verzoek om nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het schadebedrag zal belanghebbende 4 weken de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van 8 weken na indiening van het verzoek om nadeelcompensatie waarbinnen het college een besluit neemt wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd.

Het besluit tot vaststelling van de nadeelcompensatie is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor mogelijkheden van bezwaar en beroep bestaan.

De gemeente kan de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de belanghebbende worden medegedeeld.

Artikel 20 betaling

Is de nadeelcompensatie definitief vastgesteld dan dient de netbeheerder voor de betaling daarvan een factuur in te dienen.

Artikel 21 berekening kosten

Bij de bepaling van de nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van de werkelijke kosten. Dit zijn de kosten die dírect toegerekend kunnen worden aan de verlegging van de leiding. Leidingen worden beschouwd als niet verhandelbare objecten en hebben geen economische waarde in die zin. Tot slot is hierbij van belang dat de verlegging gerealiseerd moet worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant. De netbeheerder en de gemeente ondervinden geen nadeel van de gekozen oplossing.

De meest voor de hand liggende variant is een verlegging van de leiding ter plaatse van de probleemlocatie. Denkbaar is echter, dat één van de partijen gebaat is bij een andere oplossing. Dit is bijvoorbeeld het geval indien de situatie ter plaatse van het uit te voeren werk zo ingewikkeld is, dat de netbeheerder er de voorkeur aan geeft - ook uit een oogpunt van efficiënt beheer - de leidingen gedeeltelijk te verplaatsen dan wel andere maatregelen te treffen buiten de grenzen van het uit te voeren werk. In principe dient te worden gekozen voor dit laatst genoemde, meest aantrekkelijke alternatief, tenzij de andere partij ten gevolge daarvan in een slechtere positie komt te verkeren dan het geval zou zijn geweest bij verlegging ter plaatse van de probleemlocatie. Partijen kunnen dan nadere afspraken maken over de schadeverdeling. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een leiding over een grotere lengte wordt verlegd dan bij een oplossing op de probleemlocatie. Voor de netbeheerder kan dit dus nadeliger uitpakken.

Als bij een verlegging de netbeheerder de gelegenheid benut om bijvoorbeeld de capaciteit te laten toenemen of andere kwantificeerbare voordelen heeft komen de kosten ervan niet in aanmerking voor vergoeding.

Artikel 22 ontwerp en begeleiding

Bij de post ontwerp en begeleiding betekent dit dat de netbeheerder het aantal uren en de tarieven moet overleggen die direct betrekking hebben op de werkzaamheden ten aanzien van het verleggen van de leidingen.

De netbeheerder mag in principe pas kosten declareren vanaf het moment dat overeenstemming is bereikt over de oplossing. In de praktijk houdt dit in dat de eerste paar afstemmingsoverleggen niet kunnen worden gedeclareerd in verband met de maatschappelijke afstemmingsplicht.

Artikel 23 uit en in bedrijf stellen

Tijdelijke voorzieningen van operationele aard zijn voorzieningen die benodigd zijn om de levering tijdens de uitvoering van een verlegging te waarborgen.

Voorbeelden zijn extra kosten van personele aard ten behoeve van bedrijfsvoering en hulpmiddelen zoals watertanks, gasflessen en noodaggregaten.

Artikel 24 uitvoeringskosten

Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden zijn bijvoorbeeld werkputten en ondersteuningen. Alle tijdelijke voorzieningen van fysieke aard die nodig zijn tijdens de bouw vallen onder de uitvoeringskosten.

Onder tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke leidingverbindingen verstaan die de netbeheerder moet aanleggen en later buiten bedrijf moet stellen. Deze kosten houden nauw verband met de noodzakelijke continuïteit van het bedrijfsproces van de betrokken netbeheerder. De betreffende voorzieningen worden opgeheven zodra de definitieve verlegging is gerealiseerd.

De kosten die de aannemer moet maken om de leiding uit de grond te halen vallen onder uitvoeringskosten. Ook het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie zijn uitvoeringskosten. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van verlaten leidingen vallen eveneens onder uitvoeringskosten.

De kosten voor de afvoer van vrijgekomen materialen naar een tijdelijk werkterrein behoren tot de uitvoeringskosten.

Artikel 25 materiaalkosten

Onder materiaalkosten worden in elk geval verstaan kosten van leidingcomponenten, kosten van elektrotechnische, werktuigbouwkundige en civieltechnische materialen, kosten van bouwmaterialen, alsmede kosten van bouwmaterialen bestemd voor gebouwen waarin delen van leidingsystemen worden ondergebracht.

Transportkosten en stortkosten van vrijgekomen leidingen vanaf de bouwlocatie naar de stort of verwerkingslocatie behoren tot de materiaalkosten (behalve de stortkosten ingeval de leiding asbesthoudende stoffen bevat. Hierbij is in aanmerking genomen dat deze kosten bij vervanging van de leiding op eigen initiatief ook ten laste komen van netbeheerder).

De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van derden (en niet door de gemeente) vallen onder de materiaalkosten.

N.B. De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van de gemeente vallen onder de uitvoeringskosten.