Regeling vervallen per 24-02-2011

verordening inzake speelautomatenhallen

Geldend van 01-01-2010 t/m 23-02-2011

Intitulé

verordening inzake speelautomatenhallen

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

gelet op titel Va van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit , alsmede de artikelen 168 en 195 van de Gemeentewet;

besluit :

vast te stellen de volgende verordening inzake speelautomatenhallen.

Artikel 1

.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de _wet: de _wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: KB van 24 november 1986 (stb.589);

  • c.

    speelautomaat: een toestel als bedoeld in artikel 30 van de wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c,

    onder c, van de_wet;

  • g.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon, die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast.

Artikel 2.

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal 10 speelautomatenhallen een vergunning verlenen.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 kan de burgemeester voor de speelautomatenhallen, die op het tijdstip van het inwerking treden van de verordening legaal gevestigd zijn, maximaal 15 vergunningen verlenen, met dien verstande, dut het aantal van 15 bij het vervallen of intrekken van een vergunning ingevolge de artikelen 8, 9 of 10 van deze verordening, telkens zal dalen, totdat het in lid 2 genoemde maximum aantal is bereikt.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing

Artikel 3.

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • c.

    een verklaring waaruit blijkt, dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag:

    • -

      van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van

      degene(n), die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordig(t) (en) en

    • -

      van de beheerder.

Artikel 4.

De burgemeester beslist binnen drie maanden na de datum, waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden verdaagd.

Artikel 5.

  • 1. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 3 gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dit is medegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 2. Indien de vergunningaanvrager van de in het voorgaande lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.

Artikel 6.

  • 1. De vergunning wordt gesteld ten name van de ondernemer, en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze kunnen betrekking hebben op onder andere:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

Artikel 7.

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximum aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is bereikt;

    • b.

      de beheerder de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft bereikt

    • c.

      de ondernemer of de beheerder onder curatele staat of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • d.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • e.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, danwel een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening in de zin van de wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder b.

Artikel 8.

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 6, tweede lid, in de Vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van de beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d genoemde verklaring een nieuwe vergunning aan te vragen binnen zes maanden na het verlies van de vorenbedoelde hoedanigheid.

  • 2. De vergunning vervalt, indien de beslissing op een aanvrage voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in het zelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien niet tijdig een aanvrage is ingediend, na het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn.

Artikel 9.

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden_een nieuwe vergunning_te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen één maand na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. De in artikel 2 van deze verordening bedoelde vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvrage voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in het zelfde pand onherroepelijk is geworden, dan wel indien niet tijdig een aanvraag is ingediend na het verstrijken van de in lid 1 casu quo lid 2 genoemde termijn.

Artikel 10.

  • 1.

    De burgemeester kan de vergunning intrekken:

    • a.

      indien blijkt, dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    • b.

      indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd, dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 7, onder d;

    • c.

      indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • d.

      indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

  • 2.

    Intrekking van de vergunning geschiedt niet, spoedeisende gevallen uitgezonderd, voordat de vergunninghouder bij aangetekende brief van dit voornemen in kennis is gesteld.

Daarbij wordt hem medegedeeld, dat hij in de gelegenheid wordt gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door de burgemeester of een door deze aangewezen ambtenaar te doen horen.

Artikel 11.

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dit artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 12.

De opsporing van de in artikel 11 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen, die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft, die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 13.

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of de gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij ofkrachtens deze verordening;

  • b.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze .verordening; die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 14.

  • 1. Vergunningen, die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend voor het exploiteren van een speelautomatenhal blijven van kracht totdat op een aanvrage, ingevolge artikel 2 van deze verordening is beslist.

  • 2. De bestaande vergunning vervalt, indien geen aanvrage is ingediend binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 15.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening speelautomatenhallen Valkenburg aan de Geul".

Artikel 16.

De verordening treedt in werking op een nader door Burgemeester en wethouders te bepalen datum.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 21 december 1987.
De Voorzitter,
De secretaris