Regeling vervallen per 30-03-2012

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Valkenswaard

Geldend van 01-03-2008 t/m 29-03-2012

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Valkenswaard

De raad van de gemeente Valkenswaard besluit,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

vast te stellen:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Valkenswaard.

Artikel 1. DefinitiesIn deze verordening wordt verstaan onder:a. afdelingiedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft.b. administratie:het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Valkenswaard en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.c. financiële administratie:het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Valkenswaard, teneinde te komen tot een goed inzicht in:1. de financieel-economische positie;2. het financiële beheer ;3. de uitvoering van de begroting;4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.d. administratieve organisatie:het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.e. financieel beheer:het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de gemeente Valkenswaard.f. rechtmatigheid:het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving.g. doelmatigheid:het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.h. doeltreffendheid:de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.i. bedrijfsonderdeel:een taakgebied binnen het gemeentelijk apparaat

Titeldeel 1 Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2. Begroting1. De raad stelt in bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.2. De raad stelt per programma vast:a. de beoogde maatschappelijke effecten;b. de te leveren goederen en diensten;c. de baten en lasten.3. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten.4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.5. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Producten1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting1. Het college biedt tijdig een nota kaders begroting aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. 2. In de in lid 1 bedoelde nota wordt een globaal inzicht gegeven in de te verwachten financiële en reservepositie van het begrotingsjaar en de daarop volgende jaren. 3. De raad stelt deze nota uiterlijk 31 mei vast.

Uitvoering

Artikel 5. Uitvoering begroting 1. Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.2. Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming; b. de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;c. de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.3. Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden. 4. Het college doet in het kader van budgetbeheer en programmamanagement (administratieve) begrotingswijzigingen zelfstandig af. Deze begrotingswijzigingen kunnen bevatten:- verschuivingen binnen programma’s, vallende binnen de doelstelling en/of de beoogde maatschappelijke effecten;- overboekingen naar andere programma’s als deze voortvloeien uit wettelijke bepalingen of uit de accountantscontrole;- uitgaven voortvloeiende uit taakvelden waarvoor door derden middelen ter beschikking worden gesteld, tenzij de raad daarvoor een beleidskader moet bepalen;- de inzet van bestemmingsreserves met het beoogde doel;- autonome ontwikkelingen van lonen (CAO) en prijzen;- aanpassing op grond van open einde regelingen;- de inzet van door de raad aan het college gemandateerde investeringen en activiteiten uit het perspectievenprogramma;- de beschikking over de post onvoorziene uitgaven zoals vastgesteld bij de primaire begroting of door de raad bijgesteld op functie 922, als binnen het desbetreffende programma geen aantoonbare dekking aanwezig is. 5. Het college brengt geen bedragen met structurele gevolgen of bedragen die tot de kaderstellende rol van de raad behoren ten laste van onvoorziene uitgaven.6. Iedere beschikking over de post onvoorziene uitgaven wordt in de openbare besluitenlijst van het college expliciet genoemd met vermelding van het restant van deze post. 7. Buitengewone en bijzondere lasten en baten worden verrekend met functie 990 “Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming”.8. Overige overschotten en tekorten op producten binnen een programma worden verzameld op een post “Saldo programma 0, 1 t/m 9, die het college binnen het programma kan inzetten op basis van programmamanagement voor de reguliere bedrijfsvoering.9. Indien tekorten op een programma dreigen, die niet binnen het programma kunnen worden opgevangen, doet het college aan de raad voorstellen tot aanvulling van het budget. Het college kan eventuele overschotten op andere programma’s als dekking aangeven.10. Als een door de raad of college beschikbaargesteld budget in enig jaar nog niet of niet volledig is uitgegeven en de activiteit loopt nog door, wordt het (restant van het) budget toegevoegd aan de reserve “afwikkeling activiteiten”. De desbetreffende activiteit wordt in het volgende jaar zo spoedig mogelijk bijgeraamd met als tegenpost de beschikking over de reserve afwikkeling activiteiten.11. De raad stelt de onder 4 genoemde (administratieve) begrotingswijzigingen formeel vast in de laatste vergadering van het dienstjaar.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6. Interne controle1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.2. Het college biedt een nota aan inzake de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. De raad stelt deze nota vast binnen drie maanden nadat deze is aangeboden. Ten minste elke vier jaar vindt een audit plaats, waarbij eventueel een herziening van kaders/richtlijnen wordt betrokken. Deze audit wordt ter kennisgeving aan de raad aangeboden, tenzij er sprake is van herziening kaders/richtlijnen. (Gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2008)3. Het college stelt regels op voor de interne controle en legt daarin taken, bevoegdheden en verantwoordingsrelaties vast.4. Het college stelt jaarlijks of voor meerdere jaren een intern controleplan op.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie1. Het college informeert de raad over de realisatie van de begroting van de gemeente over het lopende dienstjaar in een apart en kort hoofdstuk van de nota kaders begroting en in de begroting voor het volgende dienstjaar voor zover de ontwikkelingen in het lopende dienstjaar van belang zijn voor de besluitvorming van de nota kaders begroting en de begroting.

Artikel 8. Jaarstukken1. Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programma verantwoording.2. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:a. wat is bereikt;b. wat de kosten zijnc. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Titeldeel 2 Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 9. Financiële positie1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.2 In de uiteenzetting van de financiële positie wordt tevens afzonderlijk aandacht besteed aan- Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume- De investeringen: onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.- De financiering- De stand en het verloop van de reserves- De stand en het verloop van voorzieningen. 3 Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt in de paragraaf financiering expliciet vermeld.4 De raad autoriseert met het vaststellen van het perspectievenprogramma de investeringskredieten, tenzij hij aangeeft dat er investeringskredieten niet worden gemandateerd.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa1. Het college neemt in een nota afschrijving en waardering de regels op die zij hanteert voor het waarderen, activeren en afschrijven van activa. Daarin is in ieder geval opgenomen:a. de duur van de afschrijving naar soort, die is vastgelegd in de bijlage afschrijvingstabel behorende bij de nota afschrijving en waarderingb. de wijze van afschrijven.Het college brengt de nota afschrijving en waardering ter kennis van de raad.

Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen1. Voor oninbare vorderingen wordt een voorziening gevormd op basis van een beoordeling op oninbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan 12 maanden.

Artikel 12. Reserves en voorzieningen1. Het college geeft jaarlijks bij de begroting en rekening een overzicht van de reserves en voorzieningen met de verwachte stand per 1 januari van het begrotingsjaar met de meerjarige ontwikkeling resp. de werkelijke stand per 31 december van het rekeningsjaar.2. Het college neemt daarbij de richtlijnen in acht die zijn vastgelegd in de “Notitie met betrekking tot reserves en voorzieningen”.Deze notitie bevat in ieder geval:a. de vorming en besteding van reserves;b. de vorming en besteding voorzieningen;c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen,in relatie tot het weerstandsvermogen;d. een kader voor beschikkingen.3. De nota met betrekking tot reserves en voorzieningen wordt ten minste elke vier jaar geactualiseerd en aan de raad aangeboden.

Artikel 13. Kostprijsberekening1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Valkenswaard wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten met inbegrip van de afdelingsoverhead.2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Artikel 14: Financieringsfunctie 1. Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijkse beheer van koers- en valutarisico, kredietrisico en relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie. Het treasurystatuut wordt door de raad vastgesteld.

Artikel 15. Registratie bezittingen, activa en vermogen1. Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.2. Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en vastgoedregistratie en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 3 jaar. 3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Titeldeel 3 Paragrafen

Artikel 16. Lokale heffingen1. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven. Tevens wordt daarbij een overzicht gegeven van de verordeningen met de vaststellingsdata en de tarieven van de heffingen.

Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicomanagement1. Het college zorgt voor een actuele nota weerstandsvermogen en risicomanagement. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. De raad stelt de nota vast binnen 3 maanden nadat de nota is aangeboden.2. Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan: tegenvallende rente-ontwikkelingen op de kapitaalmarkt, tegenvallende resultaten uit de grondexploitatie, tegenvallende realisatie op begrote subsidieverwachtingen, lopende en te verwachten claims van derden, nog niet getaxeerde kosten van (vermoede) milieuverontreiniging, overschrijding openeinde regelingen en subsidie, dreigend faillissement van verbonden partijen, dreigend faillissement van derden bij wie borgstellingen, garanties leningen of vorderingen uitstaan.3. Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen1. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallige onderhoud van de in haar bezit zijnde gebouwen, groenvoorzieningen, (water)wegen, riolering, kunstwerken en eventueel ander onderhoud waarvoor een beheersplan aanwezig is. Daarbij wordt een relatie gelegd met de beheerplannen en de daaraan gerelateerde stortingen in de diverse onderhoudsvoorzieningen.

Artikel 19. FinancieringBij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:a de kasgeldlimiet;b de renterisico norm;c de omvang en de samenstelling van het vreemd vermogen;d de omvang en de samenstelling van uitzettingen;e de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;f de rentevisie eng de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 20. Bedrijfsvoering1. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de jaarrekening wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

Artikel 21. Verbonden partijen1. In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen. Bovendien wordt een overzicht gegeven van de bestaande partijen waarbij de gemeente een bestuurlijk èn een financieel belang heeft.

Artikel 22. Grondbeleid1. In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van het grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen (de geprognosticeerde uitkomsten van de totale grondexploitatie), de te ontwikkelen projecten, de verwerving en uitgifte van gronden, een onderbouwing van de geraamde winstneming en de relatie van het grondbeleid met de programma’s.

Artikel 23. Verstrekking subsidies1. Het college verstrekt jaarlijks bij de begroting een overzicht van de te verstrekken subsidies met naam ontvanger (instelling, vereniging), begrotingspost, bedrag en bedrag voorgaand jaar. Het kader voor de subsidieverstrekking wordt neergelegd in een subsidieverordening.

Titeldeel 4 Financiële organisatie

Artikel 24. Administratie1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 25. Financiële administratieHet college draagt er zorg voor dat:a. de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;b. de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 26. Financiële organisatieHet college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingenb. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;d. de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de afdelingen van de gemeente;e. de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;f. de regels voor het afleggen van verantwoording over het gevoerde beheer van de diensten. Dit besluit wordt ter kennisgeving aan de raad verstrekt.

Artikel 27. Functionarissen Gemeentewet1. De comptabele wordt door het college aangewezen als functionaris die zorg draagt voor het uitvoeren van de financiële administratie en het opstellen van de jaarrekening, voortvloeiende uit artikel 212, lid c van de Gemeentewet.2. De gemeentekassier wordt door het college aangewezen als ambtenaar die belast is met het beheer van de geldmiddelen, voortvloeiende uit artikel 212, lid c van de Gemeentewet.3. Het college kan subkassiers aanwijzen.4. De heffingsambtenaar wordt door het college aangewezen als ambtenaar bedoeld in artikel 231, lid 2b van de Gemeentewet.5. De invorderingsambtenaar wordt door het college aangewezen als ambtenaar bedoeld in artikel 231, lid 2c van de Gemeentewet.6. De functie van comptabele (administrateur) is onverenigbaar met de functie van gemeentekassier.7. De taken van de functionarissen bedoeld in lid 1 en 2, worden nader uitgewerkt in het Treasurystatuut als bedoeld in artikel 14.8. Financiële transacties worden getekend door de comptabele als bedoeld in lid 1 èn de gemeentekassier als bedoeld in lid 2.

Artikel 28. Aanbesteding en inkoopHet college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie. Dit besluit wordt ter kennisgeving aan de raad verstrekt.

Artikel 29. Subsidieverstrekking en steunverleningHet college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Valkenswaard. Dit besluit wordt ter kennisgeving aan de raad verstrekt.

Titeldeel 5 Slotbepalingen

Artikel 30. Inwerkingtreding1. De verordening treedt in werking op 1 maart 2008 met dien verstande dat de begroting, de meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2008 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.2. Met de vaststelling van deze verordening komen te vervallen:- de Financiële verordening gemeente Valkenswaard – vastgesteld op 22 februari 2006 –;- de Verordening op de organisatie van de administratie en van het beheer van vermogens-waarden van de gemeente Valkenswaard (Beheersverordening 1999) – vastgesteld op 25 november 1999 – .

Artikel 31. CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële beheersverordening gemeente Valkenswaard 2008”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad donderdag 28 februari 2008.
de burgemeester, de griffier,