Regeling vervallen per 10-12-2017

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013

Geldend van 12-12-2013 t/m 09-12-2017

Intitulé

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013

De raad van de gemeente Valkenswaard,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013;

gezien het verslag van de commissievergadering van 14 november 2013;

gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen de Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. bedrijf: winkel of uitstalling, anders dan in een winkel, waaruit in de uitoefening van een bedrijf goederen te koop worden aangeboden of worden verkocht aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren;

b. feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

c. werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

d. winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.

e. de wet: de Winkeltijdenwet

Artikel 2 Vrijstelling zondagen branches

1. Van het in artikel 2, eerste lid, onderdeel a en b van de wet bedoelde verbod geldt op zon- en feestdagen van 10.00 uur tot 18.00 uur een algemene vrijstelling voor:

a. supermarkten;

b. tuincentra;

c. autoverkoopbedrijven.

2. De algemene vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op eerste Kerstdag.

Artikel 3 Vrijstelling zon- en feestdagen bepaalde winkels

De in art. 2, eerste lid onder a en b genoemde verboden gelden niet voor:

a. musea;

b. winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

c. winkels waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

d. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

e. winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht op de zondag waarop carnaval wordt gevierd;

f. winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de dorpskern, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

g. winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

h. winkels in of op het terrein van bejaardenoorden en verzorgingshuizen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

Artikel 4 Vrijstelling zon- en feestdagen overige activiteiten

De in art. 3 genoemde vrijstellingen gelden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, tevens voor de in art. 2 lid 2 van de wet genoemde verboden voor zover deze rechtstreeks verband houden met de aldaar gehouden activiteiten op het terrein van of in:

a. bejaardenoorden

b. sportcomplexen

c. culturele gebouwen en evenemententerreinen

d. begraafplaatsen tijdens Allerzielen en Allerheiligen

e. bedevaartsoorden

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling overige branches

1.De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste veertien, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per kalenderjaar.

2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

3 Het college wijst de delen van de gemeente aan.

Artikel 6 Individuele ontheffingen

1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de Winkeltijdenwet vervatte verboden.

2. De ontheffing wordt in ieder geval geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in

de omgeving van het bedrijf op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling

van het bedrijf op basis van de ontheffing.

Artikel 7 Beslistermijn

1. Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na

de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

2. Zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 8 Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het

belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

c. de exploitatie van het bedrijf op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde,

de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

d. aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

f. de houder dit verzoekt.

Artikel 9 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast de door burgemeester en

wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 10 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

1. De Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2011 wordt ingetrokken.

2. Een krachtens de Winkeltijdenverordening 2011 verleende ontheffing geldt als ontheffing verleend

krachtens deze verordening.

3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Winkeltijdenverordening 2011 maar waarop nog

niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld

overeenkomstig deze verordening.

4. De onder de Winkeltijdenverordening 2011 door het college aangewezen deelgebieden blijven van kracht onder de Winkeltijdenverordening 2013.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op 12 december 2013.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013.

Toelichting 1 Toelichting Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013

Algemeen deel

Op 1 juli 2013 is de gewijzigde Winkeltijdenwet (Wtw) in werking getreden. Op grond van de

gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op

werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten hebben echter de

vrijheid om bij verordening te bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van

deze verboden. De uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de oude Winkeltijdenwet, zoals de

toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn komen te vervallen.

Wanneer het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet in werking treedt heeft dit

ook gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Een substantieel aantal vrijstellingen

op het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn zal van rechtswege vervallen. Het gaat

onder meer om snackbars, ijscomannen, videotheken, (bloemen)winkels bij begraafplaatsen en in

bejaardenoorden, evenals openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard.

De vervallen vrijstellingen kunnen vervolgens wel op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet in

een gemeentelijke verordening worden opgenomen. Aangezien de gemeente Valkenswaard deze vrijstellingen ongemoeid wil laten zijn deze opgenomen in de nieuwe Winkeltijdenverordening. Zie verder ook onder de artikelgewijze toelichting.

Uitgangspunt is dat in de ‘Verordening Winkeltijden gemeente Valkenswaard 2013’ de wettelijke vrijheid zodanig wordt benut dat er een algemene vrijstelling komt voor de zon- en feestdagen tussen 10.00 en 18.00 uur voor supermarkten, tuincentra en autobedrijven (behalve op eerste kerstdag) en het aantal zon- en feestdagen voor de overige winkels wordt uitgebreid naar 14 stuks per jaar. Voor een openstelling in de periode tussen 22.00-06.00 uur (nachtopenstelling) op werkdagen is een ontheffing noodzakelijk.

Wanneer de raad instemt met de Winkeltijdenverordening zal de eerstvolgende zondag na publicatie van het raadsbesluit de eerst mogelijke vrije koopzondag zijn.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Begripsbepalingen

Bedrijf

Artikel 2, eerste lid Winkeltijdenwet ziet specifiek op de openstelling van winkels. Artikel 2, tweede lid

Winkeltijdenwet ziet op het in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te

koop aanbieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren. Te denken valt

aan markt- en straathandel en de handel te water. Door de zinsnede ‘in rechtstreekse aanraking met

particulieren’ valt verkoop op afstand, zoals postorderverkoop, telefonische verkoop en telewinkelen

hier niet onder. Ook heeft het verbod uit artikel 2, tweede lid Winkeltijdenwet geen betrekking op sec

het afleveren van goederen aan particulieren.

Voor wat betreft de openstelling van bedrijven die vanaf een standplaats hun waar aanbieden, oftewel

de straatverkoop, is ook de Winkeltijdenwet en dus deze Winkeltijdenverordening van toepassing. In

deze verordening is er voor gekozen om de openstelling voor straatverkoop gelijk te trekken met de

openstelling van de reguliere winkels. (Zie voor meer informatie de toelichting bij artikel 2.) Dit komt

mede tot uitdrukking doordat in de verordening niet wordt gesproken over ‘winkel’, maar ‘bedrijf’.

Daar waar in de toelichting wordt gesproken over ‘winkel’, kan ook ‘bedrijf’ worden gelezen.

Feestdagen

Onder feestdagen wordt in deze verordening verstaan: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag,

Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat 4 mei na 19.00 uur (dodenherdenking) niet wordt

aangemerkt als feestdag in de zin van de verordening. De reden hiervan is dat openstelling van

winkels en bedrijven op dit tijdstip niet wenselijk wordt geacht, onder meer vanwege de eerbiediging

van de rust. Voor het geopend zijn van de winkels op bovengenoemde feestdagen blijft een ontheffing nodig. Koningsdag en 5 mei (Bevrijdingsdag) zijn niet aangemerkt als feestdagen. De winkels mogen op deze dagen dus geopend zijn volgens het regime dat geldt op werk- of zondagen (afhankelijk op welke dag het valt).

Winkel

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 Winkeltijdenwet: een winkel is een voor het

publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Artikel 1 Winkeltijdenwet geeft tevens een definitie voor de begrippen ‘goederen’ en ‘particulier’:

‐ goederen: roerende lichamelijke zaken, met uitzondering van binnenlandse en buitenlandse

wettige betaalmiddelen;

‐ particulier: degene die een goed koopt anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

Wet

Hiermee wordt bedoeld: de Winkeltijdenwet.

Artikel 2. Vrijstelling zondag branches

In dit artikel wordt het mogelijk gemaakt voor de specifieke branches supermarkten, tuincentra en autobedrijven elke zondag behoudens 1e Kerstdag geopend te zijn tussen 10.00 en 18.00 uur. Hiermee wordt aan een bestaande behoefte tegemoetgekomen. Voor andere branches blijft een aanwijzing of individuele ontheffing voor een koopzondag nodig.

Artikel 3. Vrijstelling zon- en feestdagen bepaalde winkels

Dit artikel betekent dat de vrijstellingen die golden in het Vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet voor onder andere videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen en winkels in musea onverkort blijven gelden. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat het Vrijstellingenbesluit slechts gedeeltelijk is komen te vervallen. Zo zijn bijvoorbeeld de (landelijke) vrijstellingen voor openstelling van apotheken, winkels in ziekenhuizen, verpleeghuizen, stations en benzinestations nog altijd te vinden in het Vrijstellingenbesluit.

Artikel 4. Vrijstelling zon- en feestdagen overige activiteiten

De vrijstelling in art. 3 geldt niet alleen voor winkels, maar ook voor verkoop tijdens bijvoorbeeld culturele activiteiten in gebouwen en voor de zogenaamde straatverkoop (braderie, evenement, begraafplaats) voor zover de verkoop rechtstreeks verband houden met de aldaar gehouden activiteiten.

Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat het voorgaande niets af doet aan het verbod om een

standplaats in te nemen zonder vergunning van het college (artikel 5.18 APV). Vanuit het oogpunt van

de openbare orde worden de locaties en de duur van de straatverkoop immers gereguleerd door

middel van een standplaatsvergunning op grond van (artikel 5.17 tot en met 5.20 van) de APV en het

standplaatsenbeleid 2012. Hierin is bepaald op welke gronden een standplaatsvergunning kan worden verkregen. Tenslotte wordt opgemerkt dat in de algemene voorschriften van het standplaatsenbeleid

voor wat betreft de tijden van het innemen van de standplaats naar de Winkeltijdenwet verwijst.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling overige branches

Dit artikel is in feite de bestaande “zon- en feestdagenregeling” maar met een uitbreiding van twee dagen per kalenderjaar. Het maximale aantal zon- of feestdagen bedraagt 14 per kalenderjaar. De overweging is dat er dan gemiddeld elke maand een extra verkoopdag kan zijn met twee dagen extra ten opzichte van de huidige regeling. De aanwijzing geldt voor elk deelgebied afzonderlijk. De door het college reeds aangewezen deelgebieden worden vooralsnog in stand gelaten.

Artikel 6. Individuele ontheffingen

Eerste lid

Het eerste lid geeft aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid om –met inachtneming van de

in de verordening opgenomen kaders – ontheffing te verlenen van het verbod om winkels geopend te

hebben in de nachtelijke uren. Dit biedt het college de mogelijkheid om in bijzondere gevallen de

openstelling in de nachtelijke uren, dat wil zeggen op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur en op zon- en feestdagen voor 10.00 uur en na 18.00 uur, mogelijk te maken. Uit de formulering blijkt dat het college een zekere mate van beleidsvrijheid heeft, bij het al dan niet verlenen van de ontheffing (burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen). In beginsel zal het college dit slechts doen in bijzondere gevallen. Hierbij kan worden gedacht aan openstelling van een winkel in verband met de (landelijke) primeur van de verkoop van een bepaald product.

Tweede lid

In het tweede lid is bepaald dat de ontheffing in ieder geval wordt geweigerd als de woon- en

leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt

beïnvloed door de opening van de winkel op basis van de ontheffing. De formulering ‘in ieder geval’ geeft aan dat de aanvraag om ontheffing ook op andere gronden kan worden geweigerd.

Artikel 7. Beslistermijn

Op de behandeling van verzoeken om ontheffing voor uitvoering van deze verordening, is de

Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Volgens artikel 4:13 van de Awb is een redelijke

beslistermijn acht weken. Het artikel is in deze verordening opgenomen om de lezer duidelijkheid te

geven in plaats van door te verwijzen naar andere regelgeving.

Tegen besluiten op grond van deze verordening kan op grond van de Winkeltijdenwet beroep worden

ingesteld bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB). Voor het instellen van beroep, moet

eerst op grond van de Awb bezwaar zijn gemaakt bij het college van burgemeester en wethouders als

besluitvormend orgaan.

Artikel 8. Intrekken of wijzigen ontheffing

In dit artikel zijn de gronden voor het wijzigen of intrekken van een ontheffing opgesomd. Het betreft

een limitatieve opsomming: slechts in het geval dat er zich één van de hier genoemde gronden

voordoet, kan het college besluiten tot intrekking of wijziging van de ontheffing.

Artikel 9. Toezicht

Geen nadere toelichting noodzakelijk.

Artikel 10. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Eerste lid

Geen nadere toelichting noodzakelijk.

Tweede lid

Omdat de oude Winkeltijdenverordening wordt vervangen door een nieuwe verordening, komen alle

op de oude verordening gebaseerde besluiten komen te vervallen voor zover ze niet krachtens

overgangsrecht in stand worden gehouden. In dit verband is in artikel 10 geregeld dat een krachtens de

oude verordening verleende ontheffing, geldt als ontheffing verleend krachtens de nieuwe

verordening. Voor de vrijstellingen verleend krachtens de oude verordening is geen overgangsrecht opgenomen. De reden hiervan is dat de vrijstellingen verleend krachtens de oude verordening slechts betrekking hadden op de besluiten van burgemeester en wethouders tot het aanwijzen van koopzondagen

binnen het door de raad gestelde kader. Hierdoor komen op de oude verordening gebaseerde vrijstellingen te vervallen en kan gebruik worden gemaakt van de vrijstelling in de nieuwe verordening.

Derde lid

Het derde lid bepaalt dat aanvragen om ontheffing die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van de

nieuwe verordening, maar waar nog geen besluit op is genomen, worden beoordeeld in het licht van

de nieuwe verordening.

Vierde lid

Voor de aanwijzing of het verlenen van ontheffingen voor zon- en feestdagen voor overige branches geldt dat het college daartoe deelgebieden aanwijst. Deze deelgebieden zijn onder de Winkeltijdenverordening 2011 reeds aangewezen en geven geen reden voor wijziging. Om die reden worden de reeds toegepaste gebiedsindeling in stand gelaten.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

De oude verordening had als citeertitel ‘Winkeltijdenverordening 2011’. Om misverstanden te voorkomen is

de citeertitel van deze verordening ‘Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013”