Verordening financiële tegemoetkoming hulp bij het huishouden

Geldend van 22-05-2015 t/m heden

De Raad van de gemeente Valkenswaard;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard van 28 oktober 2014;

gelet op de Gemeentewet, artikel 149;

besluit vast te stellen:

Verordening financiële tegemoetkoming hulp bij het huishouden.

Artikel 1 Begripsbepalingen.

Deze verordening verstaat onder:

a.de wet:

de Wet maatschappelijke ondersteuning;

b.verordening:

de Verordening financiële tegemoetkoming hulp bij het huishouden;

c.het college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard;

d.burger:

een ingezetene van de gemeente Valkenswaard;

e.belanghebbende:

een persoon met een beperking op grond van ziekte of gebrek, die belemmeringen ondervindt bij het schoonmaken en –houden van de woning.

f.gebruikelijke hulp:

de hulp die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle leden van een leefeenheid geldt om gezamenlijk voor het huishouden te zorgen, waarbij rekening wordt gehouden met de bepalingen zoals opgenomen in de door het college vast te stellen nadere regels;

g.marktproduct hulp bij het huishouden:

dienstverlening gericht op het schoonmaken en -houden van de woning van de burger, mogelijk in andere benamingen;

h.financiële tegemoetkoming:

Een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

  • i.

    dienstverlener: een professionele aanbieder van het marktproduct huishoudelijke hulp;

  • j.

    meerpersoonshuishouden: een huishouden waarbij meerdere personen van 18 jaar en ouder tot de leefeenheid horen;

  • k.

    eenpersoonshuishouden: een huishouden waarbij een persoon van 18 jaar of ouder met of zonder kinderen jonger dan 18 jaar een leefeenheid vormt.

Artikel 2 Huishoudelijke hulp

Uitsluitend kosten in verband met de afname van het commerciële product huishoudelijke hulp komen in aanmerking voor financiële tegemoetkoming op grond van deze verordening.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. Belanghebbende kan voor een financiële bijdrage voor huishoudelijke hulp in aanmerking worden gebracht indien:

    • a.

      sprake is van aantoonbare beperkingen in het voeren van het huishouden waardoor de noodzaak voor ondersteuning vaststaat;

    • b.

      de noodzaak wordt vooraf door het college vastgesteld;

    • c.

      het maandelijkse netto-inkomen inclusief vakantiegeld en inkomsten uit vermogen, verminderd met de eigen bijdrage(n) die via het C.A.K. worden geïnd, voor alleenstaanden lager is dan € 1500 en voor meerpersoonshuishoudens lager is dan € 1900. De genoemde bedragen worden jaarlijks met gelijke index verhoogd als waarmee de bijstandsnorm wordt verhoogd.

  • 2. Het vermogen van belanghebbende wordt bij de berekening van de financiële ruimte buiten beschouwing gelaten. Het inkomen uit vermogen (rente) wordt bij de berekening van de financiele ruimte wel meegenomen.

  • 3. De aan het C.A.K. te betalen eigen bijdrage(n) voor andere zorg verkregen, wordt op de hoogte van het netto-inkomen in mindering gebracht;

  • 4. Voor de berekening van het netto-inkomen, voor het bepalen van de ontvangen rente en voor het bepalen van de eigen bijdragen, die door het C.A.K. in rekening worden gebracht, wordt bij een meerpersoonshuishouden het netto-inkomen, de ontvangen rente en de verschuldigde eigen bijdragen van alle huisgenoten van achttien jaar en ouder meegeteld. Bij een eenpersoonshuishouden worden de eigen bijdragen van de belanghebbende en van de eventuele kinderen in de berekening betrokken.

Artikel 4 Uitsluitinggronden

  • 1. Het college weigert de financiële tegemoetkoming indien de aanvraag betrekking heeft op hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen (Wet langdurige zorg).

  • 2. Ook weigert het college een financiële tegemoetkoming indien tot de woning van belanghebbende, een of meer huisgenoten, niet zijnde minderjarige kinderen, behoren die wel in staat zijn het huishoudelijke werk te verrichten. Gebruikelijke hulp als bedoeld in de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 en in de door het college vast te stellen nadere regels worden van toepassing verklaard.

Artikel 5 Omvang van de hulp bij het huishouden.

De omvang van de hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in uren, waarbij de toe te kennen taken in de beschikking worden vastgesteld en deze worden uitgedrukt in aantal minuten per taak conform de bepalingen zoals door het college vast te stellen nadere regels.

Artikel 6 Financiële tegemoetkoming

  • 1. De financiële tegemoetkoming wordt achteraf verstrekt in de vorm van een geldelijke bijdrage, uit te keren de 15e van de maand. De tegemoetkoming wordt aan de ontvanger van huishoudelijke hulp overgemaakt tenzij de ontvanger aangeeft de tegemoetkoming direct aan de instelling te betalen;

  • 2. Bij de bepaling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming wordt uitgegaan van een maximum uurtarief van € 15,-- exclusief BTW gefactureerd vanuit de dienstverlener naar de burger.

  • 3. a. het inkomen als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub c wordt vastgesteld aan de hand van actuele inkomensgegevens (salaris- of uitkeringsspecificaties over laatste drie maanden, specificatie vakantiegeld en bankafschriften waaruit de rente uit vermogen blijkt.

  • b. De op het netto-inkomen in mindering te brengen te bepalen eigen bijdrage voor andere zorg verkregen, wordt vastgesteld aan de hand van de door het C.A.K. aan betrokkene verstrekte factuur;

  • 4. a. alleenstaanden met een netto-inkomen lager of gelijk aan € 1300,- per maand ontvangen 100% tegemoetkoming in de kosten huishoudelijke hulp. Met dien verstande dat voor iedere € 1 boven het netto-inkomen van € 1300 een half procent (0,5%) van de tegemoetkoming in mindering wordt gebracht;

  • b. meerpersoonshuishoudens met een netto-inkomen lager of gelijk aan € 1700 ontvangen 100% tegemoetkoming in de kosten huishoudelijke hulp. Met dien verstande dat voor iedere € 1 boven het netto-inkomen van € 1700 een half procent (0,5%) van de tegemoetkoming in mindering wordt gebracht.

Artikel 7 Inlichtingenplicht

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een financiële tegemoetkoming op grond van deze verordening belanghebbende op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.

  • 2. Belanghebbende is verplicht aan het college of de door het college aangewezen adviesinstantie die gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag voor een financiële tegemoetkoming, alsmede medewerking te verlenen aan een onderzoek door de aangewezen adviesinstantie.

Artikel 8 Wijzigingen in de situatie

  • 1. Belanghebbende aan wie krachtens deze verordening een financiële tegemoetkoming is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht van de financiële tegemoetkoming.

  • 2. Bij een gelijkblijvende situatie loopt het recht op de financiele ondersteuning door.

Artikel 9 Controle

Het college doet onderzoek naar de rechtmatigheid van de maatwerkvoorziening.

  • 1.

    Bij vermoeden van fraude vraagt de gemeente een overzicht van de betalingen op bij de dienstverlener;

  • 2.

    Jaarlijks vindt er een steekproef plaats (5%) via de interne controle op de juistheid en doelmatigheid van de verstrekte financiële tegemoetkomingen.

Artikel 10 Intrekking van de financiële tegemoetkoming

Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken, indien:

  • a.

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld in de verordening en nadere regels;

  • b.

    op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • c.

    de aanvrager niet langer woonachtig is in de gemeente Valkenswaard;

  • d.

    de aanvrager recht blijkt te hebben op vergoedingen of verstrekkingen van derden;

  • e.

    de aanvrager overlijdt;

  • f.

    de financiële tegemoetkoming binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van hulp in het huishouden.

Artikel 11 Terugvordering

Ingeval een besluit wordt ingetrokken als bedoeld in artikel 10 kan op basis daarvan reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd;

Artikel 12 Uitvoering

Het college kan ter uitvoering van de verordening nadere regels stellen.

Artikel 13 Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze Verordening wordt aangehaald als de “Verordening financiële tegemoetkoming hulp bij het huishouden ”.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 november 2014.

de griffier, de voorzitter,